BUITENLAND.
Yolanda.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 16 Maart.
Frankrijk.
Het liquidateur-schandaal.
De bladen houden zich, zooals van
zelf spreekt, druk met de likwidatie-
'schandalen bezig.
Het Journal des DéBats meent, dat
het likwidatieschandaal redenen te over
oplevert voor hen, die zich tegenover
het land verantwoordelijk voelen voor
udie enorme politieke zwendelarij", die
fle zaak der congregaties genoemd zal
worden. Ze hebben een ideaal nage
streefd, zeggen ze, en ze eindigen in dé
rooversholen van Duez en Martin. De
Val is diep en het land heeft wel het
recht hun hun afschuwelijke misleiding
te verwijten. Jaurès weet dat heel goed,
zegt de Débats. Zoo hij misschien niet
zoo schuldig is als de Combïsten, dan
is hij toch met zijn partij verantwoor
delijk voor den steun, dien hij aan de
ninne politiek van Combes heeft ver
leend.
Hij heeft in zijn interpellatie vergeefs
gepoogd zich er uit te redden, maar
wat Jaurès ook beweren moge, zegt het
blad, de feiten blijven en 'toonen ten dui
delijkste de groote fouten aan, die de
«ocialistisch-radikale partij begaan heeft
waarvan tijdens het ministerie-Combes
Jaurès de voornaamste steun was.
De oude graaf De Mun van de Aca
demie, vangt in de Gaulois onder den
titel Handhavers van "het recht, een ar
tikel aldus iaan: wij zijn 20 jaar jon
ger geworden ials het tenminste jon-i
ger worden is, wanneer men in de reeds
plat getreden slijk de sporen Van den
vorigen avond terugvindt. Wij zien, als
de dagen van Panama, opzienbarende
ïuiszoekingen plaats hebben, en hooren
geheimzinnige boeken, waarin schuilna
men staan opgeteekend, van half uit
gesproken (aanklachten, verdachtmakin
gen. En thans als toenkoortsige Ka
nerzittingen, een onrustig wachten van
nieuwe onthullingen, die van uur tot
uur gedaan worden, bezorgde gezich
ten, couloir-praatjes. Een schandaalwind
gaat weer in rukvlagen over het land.
In hetzelfde blad bespot Arnolphe de
lichtzinnige benoemingen der boedelbe
redderaars in een gesprek tusschen een
minister en een Kamerlid op de volgen
de wijze
Excellentie, U kent wel mijn doch
ter
Ik heb haar dikwijls op onze recep
ties gezien, een allerliefste verschijning
Gaat ze trouwen?
Misschien.... I
I L
Ze houdt van een jongmensch...
D.e haar verdient, natuurlijk.
Hij verdient haar; ,maar hij verdient
geen cent! Armoede is geen schande...
Precies, maar toch .een beletsel als
men een huishouden wil opzetten. De
jongen moest ie*en baantje hebben... Ik
heb altijd göed gestemd en nu had ik ge
dacht, dat U me misschien een handje
zoudt willen helpen....
Waarde vriend, 't zal me genoegen
doe i als ik u van dienst kan zijn. Wat
is het beroep van uw toekomstige
schoonzoon
Hij heeft geen beroep...
Goeddan is hij zeker toch meester
In de rechten?
Neen.
Nog niet afgestudeerd?
Heelemaal niet gestudeerd.
Is hij In den handel geweest, qp de
t>'eurs
Hij heeft tot dusver nog noodt iets ge
daan.
Hij heeft nog. nooit iets gedaan, bij
kan niets doen, hij kent nietsniets,
niets...
Dus, een jongen .die niets weet, voor
niets geschikt is. En u wilt, dat ik voor
FEUILLETON.
33)
Marino en ik slaagden er met groote
moeite in, den .zwarten mantel onder de
liggende gestalte te schuiven, daar hij het
niet waagde haar zelf aan te raken, uit
vrees, dat zij onder zijne handen tot stof
zou vervallen, En inderdaad, waar onze
handen de stof van het eens witte, thans
echter roodbruin gekleurde nachtgewaad
aanraakten, verdween het voor onze
oogen. Ik heb bij dit werk trouw meege
holpen met tranen van medelijden in de
oogenalleen toen het gold, het blonde
hoofd op te tillen, wendde ik mij af en
liet dit aan Marino over. Daarna legden
wij den lichten, door den mantel geheel
omhulden last in de kist, en toen wij
het deksel gesloten hadden, knielden wij
éénzelfde impulsie gehoorzamend, daar
voor neder en baden een kort gebed.
Voor wij het vertrek verlieten, bukte
(Marino zich en raapte een schitterend
voorwerp op het was een der haar-
spangen, die zich reeds lang geleden, mis
schien op het oogenblik. dat het arme
jonge hoofd gevallen was, uit het blonde
hem een winisgevend baantje vindt...
Precies héél winstgevend
iWel, dan zit .er maar één 'ding |op
we zullen .hem likwidateur piaken!
De Kamer heeft gister de beraadsla
gingen hervat over de interpellaties in
zake de werkzaamheden der likwida-
teurs.
Jaurès las een protest voor der Gran
de Chartreuse, tegen zijne beweringen
van Vrijdag. Op deze zaak terugkomend1
zeide hij, dat de verantwoordelijkheid
van Lecouturier groot blijft. Indien er
geen strafrechterlijke maatregel wordt
genomen, moet men tenminste hem af
zetten. De verantwoordelijkheid der te
genwoordige regeering staat vast. Hij
vroeg ten slotte de Kamer, om alle per
sonen die verantwoordelijk zijn te doen
opsporen.
Briand vroeg aan de Kamer goedkeu
ring zonder voorbehoud.
Hij brengt eerst in herinnering dat de
minister van Justitie een controle heeft
in het leven geroepen, "die er toe in s'taat
heeft gesteld, Duez gevangen te nemen.
Het is mijn gewoonte niet zeide de
minister, een arrestatie te gelasten, en
kel omdat „men" het vraagt. Indien
„men" mijn persoon wil, om zich gerust
te stellen, indien de republikeinsche par
tij die noodig heeft om ter verkiezing te
gaan, ben ik bereid af te treden.
Het rumor dwongden minis'er te gaan
zitten.
Briand zette de moeilijkheid uiteen,
om helder in de zaken der boedelbered-
deringen te zien en om de belangen van
Grande Chartreuse niet in gevaar te
brengen. Indien er nieuwe misdadige
feiten zich voordoen, zullen zij worden
vervolgd, zeide hij.
Briand zeide voorts, d'at het Parle
ment met spoed een wet kan aannemen
waardoor de ambtenaars-beheerders de
zorg voor de nog restende vereffenin
gen opgedragen kan worden. Indien schul
dige handelingen aan het licht komen,
zullen zij gestraft worden. Het republi
keinsche regime is niet verantwoorde
lijk voor dit schandaal. Het land heeft
niet gemeend, profijt te trekken van het
wereldlijke werk. De paar ontbrekende
millioenen zullen de kiezers er niet toe
brengen, het wereldlijke werk af te keu
ren.
Ik heb' vertrouwen aldus de Mi
nister in het gezond verstand van het
land. De regeering vraagt de Kamer,
haar oordeel over de regeering uit te
spreken. Zij heeft behoefte aan een ge
heel en volstrekt vertrouwen.
Bin et (radicaal-socialist) verweet Mil.
lerand, minister te zijn geworden, na
flinke honoraria te hebben opgestreken
in de zaak der congregaties. Men moet
een eind maken aan net bestaan van
parlementsleden, die zich met andere za
ken bezighouden dan die van het land.
Jaurès verklaarde, nooit gevraagd te
te hebben een likwidateur zonder bewijs
gevangen te nemen. Hij wilde het in
cident besp.eken, dat zich voor had ge
daan, toen een zijner medewerkers was
aangevallen.
Indien de minister-pres. solidair was
gebleven, indien hij geen aarzeling aan
den dag had gelegd, dan zou hij op de
tribune zijn gesprongen, om de gemeen
schappelijke eer.te verdedigen.
Briand, op de publieke tribune toeloo-
pende, zeiIk beschouw het als een
beleediging dat gij hebt kunnen veron
derstellen dat de min.-pres., het noodig
zou hebben gevonden, met zijn ambtge-
nooten overleg te plegen, om zich één
te verklaren met den minister van open
bare werken.
Millerand is voor mij een medewer
ker en vriend. Ik laat mijn vrienden
nooit in den steek.
Zeven moties waren ingediend. Bri
and aanvaardde die van Emile Cère.
Het eerste deel van Cère's motie, lui
dend: „De Kamer, de schandelijke han
delingen brandmerkend, waartoe sommi
ge gerechtelijke Iikwidaties geleid héb
ben", werd met algemeene stemmen aan
genomen (er waren 557 stemmen uitge
bracht.)
Het tweede deel: „Vertrouwen stel-
haar had losgelaten. Hij zag het schitte
rende juweel in zijne hand aan en toen mij
en stak de spang in den borstzak van
zijne jas, greep het zwaard olp de tafel
in de eene, en idle lantaarn in de andere
hand, en zwijgend namen wij den terug
tocht aan.
Boven in de Stanza d'Oro aangekomen
bracht Marino het paneel weer in orde
en met een zacht „Goeden nacht!" mijne
hand kussend, verliet hij mij buiten
van den toren San Polo echter sloeg het
drie uur.
Toen begon ik te huiveren en haastig
zocht ik mijn bed op, maar ik lag lang
wakker, en alles wat ik zoo even be
leefd had trok duidelijk aan mijn geestes
oog voorbij, het ongewone, opwindende,
hartroerende der laatste uren verjoeg den
slaap uit mijne oogen. Maar boven alles
wat ik in het Palazzo Spada gezien, be
leefd en doorgemaakt had, zweefde toch
ten laatste de heerlijke gedachte: Je hebt
een trouw hart gevonden, je bent in vei
lige haven!"
En met dat zalige gevoel sliep ik in
toen reeds de dag door de zijden stores
in de kamer sloop, waarin Donna Yo
landa haar laatsten onschuldigen droom
had gedroomd.
Het was tien uur toen ik met bran
dende oogen en een pijnlijk hoofd wakker
werdt en, het duurde een popsje4 voor ik
lende in de regeering om de verantwoor
delijke personen te doen opsporen en de
bestraffing van alle schuldigen te ver
zekeren", werd aangenomen van 343 te
gen 79 stemmen.
De toevoeging van Zévac, luidende:
„De Kamer besluit om zoo spoedig mo
gelijk een wetsontwerp betreffend het
toezicht en de controle op de likwida-
teurs in behandeling te nemen", werd
bij handopsteking aangenomen.
Het laatste gedeelte der motie van
Cère, tot wering van elke toevoeging,
werd met 394 tegen 37 stemmen aange
nomen.
De geheele motie is bij handopste
king aangenomen.
Uit Rome weidt aan de Tagliche Rund
schau geseind, dat de Paus de gene
raals der verschillende geestelijke or
den tot een vergadering in Rome opge
roepen heeft, om te beraadslagen over
de houding, die er tegenover de ver
duisteringen van Duez aangenomen be
hoort te worden. Daar het niet uitge
sloten is, zoo wordt in het telegram
gezegd, dat de orden zich in het pro
ces tegen Duez civiele partij zullen stel
len, zal er ook omtrent een gemeen
schappelijk optreden in rechten een be
sluit genomen worden.
Duitschland.
Te Kiel is weer een opzienbarende
diefstal van oorkonden aan het licht ge
komen. De eerste diefstal van dien aard'
is, naar men zich misschien herinnert,
in den afgeloopen zomer gepleegd, toen
belangrijke stukken uit het proces over
het Kielsche werf-schandaal als brieven,
afschriften van brieven, enz. uit de zaak
van dei beklaagden koopman-millionair
Julius Frankenthal verdwenen zijn. Na
dat Frankenthal in het proces was vrij
gesproken, werd tegen hem een geding
wegens belastingontduiking aangespan
nen, omdat men uit de in beslag geno
men koopmansboeken, opmaakte, dat hij
zijn vermogen en zijn inkomen te laag
had opgegeven. De rechter van instructie
heeft in deze zaak reeds allerlei men-
schen gehoord. Nu heeft men plotseling
ontdekt, dat de twee voornaamste boe
ken van Frankenthal uit het gerechts
gebouw zijn gestolen. Men begrijpt niet
hoe deze diefstal mogelijk in geweest.
Amerika.
Op bijna alle westelijke spoorlijnen
is een staking voor de stokers afgekon
digd te middernacht. Elk bondslid, tus
schen Chicago en den Grooten Oceaan
dienst doende, heeft bevel gekregen he
den den arbeid neder te leggen.
Men verwacht dat 25000 stokers zul
len staken. De strijd omvat 47 spoor
wegen ten westen van Chicago, ter ge
zamenlijke lengte van 150.000 mijlenf
en zal waarschijnlijk ten gevolge hebben
den stilstand van het geheele vracht
en reizigersverkeer van Chicago naar den
kust van den Grooten Oceaan.
/Vlarokko.
Al moge de Spaansche regeering of
ficieel ontkennen dat er eenig voorne^
men zou bestaan een nieuwe militaire
actie in het Rifgebied te beginnen, te
loochenen, valt niet, dat in elk gevat
de rust daar nog niet hersteld1 is.
Herhaaldelijk werden in den loon van
den winter overvallen gemeld op de
schildwachten of zwakke patrouilles, wel
ke verder geen gevolg hadden, maar
toch 'bewezen, dat de vijand het hoofd
nog volstrekt niet deemoedig in den:
schoot had gelegd.
Thans weder meldt een (officieel) be
richt aiit Melilla, dat in den nacht van
Zaterdag op Zondag, de Mooren ge
tracht hebben een schildwacht onder d'e
muren der stad op te lichten, waar-i
gchijnlijk met de bedoeling zich van zijn
geweer en munitie meester te maken.
De man was echter waakzaam en gaf
vuur, waarop zijn belagers antwooorden
met het gevolg dat hij gewond werd1.
Men kan vrij zeker verwachten, dat
de Kabylen, zoodra zij hun akkers be
zorgd hebben, weder met geestdrift naar
het geweer zullen grijpen, om het oude
mijne gedachten weer bij elkaar had. Wat
had ik in den afgeloopen nacht ook niet
allemaal beleefd geen wonder, dat de
mishandelde zenuwen zich nu wreekten.
De hoofdpijn week wel is waar voor een
flinke, koude douche, maar iedere ze
nuw in mij trilde nog en bijna was ik weer
in tranen uitgebarsten, als niet de ge
dachte aan Marino kalmeerend op mijn
gemoed gewerkt had.
Aan de ontbijttafel vond ik hem niet,
wel echter een prachtige roos öp mijn
bord met een Italiaansch vers er bij, dat
inij met zulk een overstelpend gelukgevoel
vervulde, dat ik bijna weer in tranen uit
gebarsten was van louter geluk! Maar
de school der afhankelijkheid leert zelfbe-
heersching, dus bedwong ik mijn gevoel
en hield mijne tranen nogmaals terug.
Mijn hoofd verlangde naar frissche
lucht, dus zette ik mij al heel spoedig in
den gondd en liet mij naar het Lido roei
en, vanwaar ik een beetje laat voor den
lunch terugkeerde zeer tegen mijn wil,
want ik ben van een zeer nauwgezetten
aard.
Maripo kwam echter nog later dan ik,
want hij betrad de eetzaal, toen ik reeds
met den eenigszins gerekten eersten gang
gereed was. Daar Danieli ons met behulp
van Attilio bediende, was onze begroeting
eene vormelijke, doch daar wij Duitsch
sprakqn, bqhpefdeu wij oils in dat opricht
handwerk, strijd tegen dtn vreemden in
dringer, voort te zetten. Reeds predi
ken verschillende kaids en geestelijken
den heiligen oorlog, niet alleen in de
door Spanje bezette streken, maar ook
in en rondom het Chaujagebied, dat nog
steeds door Fransche troepen bezet is.
Contingenten van drie voorname stam
men, de Zaër, de Zajan, en de Zem.-
mour hebben gehoor gegeven aan de
roepstem van den marabout HamoudOu
en vormen thans een harka van 4000
goed gewapende mannen, welke oogen-
schijnlijk een aanval in den zin heeft op
de Fransche postketen. Zij zijn blijkbaar
aangemoedigd door het staken van den
opmarsch in het gebied der Zaër door
generaal Mounier, die zooals men weet,
een strafexpeditie aanvoerde tegen de
moordenaars van den luitenant Méaux.
Zij beschouwen diens terugkeeren naar
het kamp van Boulbout als een neder
laag.
In verband met den geheelen toestand
in Noord-Afrika vestigt de Espana Niu-
va de aandacht op de gelijktijdige aan
wezigheid te Sevilla van den Franschen
gezant te Tanger, den heer Regnault,
die gezamenlijk en ieder afzonderlijk
door den koning, tijdens zijn verblijf
dezer dagen, in die stad, in gehoor zijn
ontvangen.
Roomsch Katholiek Propaganda-
Comité in Nederland, Internationaal
Congres van opvoeding in het
Huisgezin.
Zooals bekend zal van 2125 Augustus
van dit jaar, ter gelegenheid der wereld
tentoonstelling van Brussel, bovenge
noemd congres aldaar gehouden worden.
Uit België, werd voor eenige weken door
mr. de Vuyst, den president en eigenlijk
leider van het groote organisatie-comité
een schrijven aan Roomsch-Katholiek Hol
land gericht, om dat wakker te schudden
en aan te zetten tot werken voor en
steunen van het congres, door propaganda
en uitbrenging van rapporten, en door
lidmaatschap heeft zich in Amsterdam een
voorloopig bestuur gevormd, teneinde een
werkend- en een eere.comité in het le
ven te roepen bestaande uit iederen
Roomsch-Katho'.iek of Katholieke die zich
beweegt op paedogogisch, hygiënisch of
sociaal terrein, en uit al wie zich van
verre of nabij met de opvoeding van het
kind bezighouden.
De Katholieken moeten hier aan de
spits staan, niet achterblijven, waar het
't heil en welzijn van het kind geldt. Ia
de eerste rijen moeten staan alle vaders
en moeders, tot welke maatschappelijke
klasse zij ook mogen behooren. De
Vlaamsche prospectus doet het groote
sociaal nut daarvan aldus uitschijnen: a.
Wil men ernstige vorderingen maken op
sociaal gebied, dan moet men beginnen
met de opvoeding in het huisgezin. De
meeste pogingen der werkers blijven
vruchteloos, omdat zij te laat ingrijpenzij
trachten wantoestanden te verbeteren, el
lenden te lenigen, afdwalingen te her
stellen. Het ware meer logisch de nala
tigheden, die aanleiding tot die wantoe
standen gegeven hebben, te voorkomen,
en deze te beletten wortel te schieten.
Het congres zal samengesteld zijn uit
5 afdeelingen, die zich zullen bezighou
den: no. 1 met de studie van het kind
Erfelijke gebreken. Vrees bij het kind.
(hoedanigheden, gebreken, leervakken enz
Zelfmoord van kinderen enz.) 2e afd. Al
gemeene vraagstukken o\ er opvoeding in
de familie en de noodzakelijkheid om de
begrippen van opvoeding te verspreiden
in de huisgezinnen; opvoeding vóór
den schoolleeftijd, en daarna de 3e
afdeeling zal handelen over abnormale
kinderen; de 4e over verschillende wer
ken van bescherming en opvoeding van
kinderen. In de 5e afdeeling zal een
zoo voUeJig-mogelijke lijst gegeven wor
den van boeken en andere documenten
uit alle landen der wereld, betreffende
de opvoeding. Door lid te worden a f5
van dit congres ontvangt men de versla
geen dwang op te leggen. Ik dankte hem
voor zijn rozengroet van 's morgens en
vertelde hem van mijn heerlijke vaart
naar het Lido, waarop hij zeide: „Het
is jammer, dat je daar al naar toe bent
geweest, want nu moeten wij voor van
middag iets anders bedenken. Ik moet je
namenlijk verzoeken tot het Ave Maria het
veld te ruimen. Ik heb van morgen met
den geestelijke van San Polo gesproken
en hem onze ontdekking verteld. De waar
dige man was zeer aangedaan, en heeft
mij beloofd niet alleen onder de strengste
geheimhouding nc(g heden het stoffelijk
overschot van Donna Yolanda in den graf
kelder der Spada bij te zetten, maar hij
wil mij ook bij de overbrenging daarvan
behulpzaam zijn. Tot dit doel zal hij heden
namiddag hier komen, wij zullen dan naar
het geheime vertrek gaan, waar Vader
Agostino het arme overschot zal zegenen.
Dan zullen wij de kist in het archief
brengen, wat niet zoo moeilijk zal zijn,
daar wij door het oude deel van het paleis
langs een weinig gebruikten trap daarheen
kunnen gaan. Eens daar, dan is de zaak
eenvoudig genre want dan roep ik een
paar mannen o.,i de kist, die wij eerst
zullen sluiten naar vader Agostino te bren
gen waarbij wij beiden mee gaan. Als de
niet zware last inaar eerst in de sacristie
is gedeponeerd, dan brengen wij beiden
hém d,a,deiijk in den giafkelder en zetten
gen en besprekingen, welke te zamen een
achttal boekdeelen zullen uitmaken, en
heeft men recht om alle zittingen bij te
wonen.
Wij vertrouwen, dat velen, ook bestuur-
deren van vereenigingen en andere11 daar
van gebruik zullen maken, maar ook dat
niemand, die iets voelt voor het groote
doel, waar het hier om gaat, zich zal
verschuilen achter het niets zeggende:
„geen tijd." Laat R. K. Nederland ni<
de gelegenheid waarnemen, dat het fier
en flink en openlijk getuige, wat het over
heeft voor ed belangen van het kind. R^
K. onderwijzers, hoofden van scholen,
leiders van patronaten en huizen, waar het
eenzame, verwaarloosde kind een vriende
lijk onderdak vindt, tot u allen zijn deze
woorden gericht.
Gééft gehoor aan dezen oproep, en gij
ook dames, die u zoo gaarne aan allerlei
liefdewerk wijdt. Er zijn 70 punten waar
over rapport zal uitgebracht worden en
waarvan nog een twintigtal op inleidingen,
wachten. Tot begin Mei kunnen deze in
gezonden worden aan de secretarissen der.
verschillende afdeelingen. Voor nadere in
lichtingen en ontvangst adres-opgave van
hen, die zich willen aansluiten bij het
comité, stelt zich beschikbaar
Mej. Joh. Wigman,
-Roelof Hartstraat 173, Amsterdams
Spanning.
De „Standaard" schrijft:
Nu men in de Fransche en Belgische
Pers, op den onderstelden, maar nooit be
staan hebbenden brief van den Duitscheq
Keizer maar al blijft voortborduren, ook
onzerzijds een korte verklaring.
Dat gedurende de internationale span
ning in 1904 en 1905, die veroorzaakt
werd: lo. door den Russisch-Japanschen
oorlog (Febr. 1904 tot Aug. 1905), en 2o.
door de beduchtheid voor een oorlog tus
schen Duitschland en Frankrijk, die eerst
op 8 Juli 1905 door de aanvaarding te
Parijs van de Conferentie te Algeciras,-
week, zich een en ander kan hebben voor
gedaan dat ook onze Regeering tot ver
dubbelde waakzaamheid en tot verhoogde
omzichtigheid noopte, spreekt te zeer van
zelf om er een woord aan te spillen.
Op zoo iets nu blijkbaar doelend, heeft
de heer Van Heeckeren thans, allicht ten
einde hiervan iets naders te hooren, ge
tracht een der toenmalige Ministers uit
zijn tent te lokken, die hiertoe uiteraard
zich nimmer zou mogen leenen zonder
opzettelijk door H.M. de Koningin daar
toe gemachtigd te zijn. Zulk een machti
ging nu is aangevraagd en verkregen, toen
de Duitsche zaakgelastigde in November
1908 inlichting op een bepaald punt ver
zocht; maar het zou toch in al te flagran-
ten strijd zijn met de meest elementaire
opvatting van den eerbied, door een ge
wezen Minister aan de Kroon verschul
digd, zoo deze gelijke machtiging aan ging
vragen, alléén met het oog op de door een
Kamerlid nog al in zijn eigen stelsel van
beweren begane schending van geheim.
We zeggenin zijn eigen stelsel.
De heer Van Heeckeren beweert toch,-
daargelaten of dit juist is, nog dienst
doend gezant zijnde, destijds door een der
Ministers over een gewichtige internatio
nale aangelegenheid in consult te zijn ge
roepen; een consult dat uiteraard nooit
anders kon hebben plaats gehad dan in
stiptgeheim, en waarbij van een nog
opzettelijk opleggen van geheim nooit
sprake kon zijn.
In verband met de in 1908 verkregen
machtiging, kan dan ook alleen worden
uitgesproken, dat de bedoelde yoorzit-
ter van den Ministerraad nooit aan eenig
Minister, Minister van Staat, Kamerlid of
aan wien ook, de verzekering heeft ge
geven, dat door Hare Majesteit de Ko
ningin van Z. M. den Duitschen Keizer
tijds een brief, nota of telegram zou zijn
ontvangen, waarin met vreemde inmen
ging in de binnenlandsche aangelegenhe
den van onze Landsverdediging zou ge
dreigd zijn. Zulk een brief of stuk is
hem gelijk hij reeds in 1908 aan de
„Temps berichtte, nooit onder de oogen
gekomen, noch ooit, als bestaande, ter
zijner kennis gebracht.
hem daar stil en verborgen achter de
sarcophagen der della Spada bij. Als deze
weer gesloten is, kan geen vreemde bin
nendringen, want slechts de geestelijke
en de marchese bezitten een sleutel. Bene
den in den kelder zal echter de bijzetting
plaats vinden, waarbij ik zelf den geeste
lijke zal bijstaan."
Ik verheugde mij van ganscher harte
over deze schikking, waardoor de arme
ziel, die zoo lang om eene Christelijke be
grafenis van haar lichaam gesmeekt had,
eindelijk rust zou vinden en ik vroeg vol
belangstelling.naar de meening van de«
waardigen geestelijke in deze aangelegen
heid.
„Wel", zeide Marino, „hij moet natuur
lijk het getuigenis der levenden ge'ooven
wat wij gezien hebben zagen geslach
ten voor ons, en voor zoover er eene ver
klaring van het raadsel gegeven kan wor
den ,ligt deze in de aanteekingen van
Jacopo Nani. Heeft deze, in verband met
onze opvatting, gelijk, dan zal Donna Yo
landa van af heden noch in het Palazzo
Spada, noch ergens anders meer verschij
nen, en dat heeft zij en de familie in de
eerste plaats aan jou te danken, mijne
moedige Ruth."
(Wordt vervolgd)»