BUITENLAND. Yolanda. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 16 Maart. Frankrijk. Het liquidateur-schandaal. De bladen houden zich, zooals van zelf spreekt, druk met de likwidatie- 'schandalen bezig. Het Journal des DéBats meent, dat het likwidatieschandaal redenen te over oplevert voor hen, die zich tegenover het land verantwoordelijk voelen voor udie enorme politieke zwendelarij", die fle zaak der congregaties genoemd zal worden. Ze hebben een ideaal nage streefd, zeggen ze, en ze eindigen in dé rooversholen van Duez en Martin. De Val is diep en het land heeft wel het recht hun hun afschuwelijke misleiding te verwijten. Jaurès weet dat heel goed, zegt de Débats. Zoo hij misschien niet zoo schuldig is als de Combïsten, dan is hij toch met zijn partij verantwoor delijk voor den steun, dien hij aan de ninne politiek van Combes heeft ver leend. Hij heeft in zijn interpellatie vergeefs gepoogd zich er uit te redden, maar wat Jaurès ook beweren moge, zegt het blad, de feiten blijven en 'toonen ten dui delijkste de groote fouten aan, die de «ocialistisch-radikale partij begaan heeft waarvan tijdens het ministerie-Combes Jaurès de voornaamste steun was. De oude graaf De Mun van de Aca demie, vangt in de Gaulois onder den titel Handhavers van "het recht, een ar tikel aldus iaan: wij zijn 20 jaar jon ger geworden ials het tenminste jon-i ger worden is, wanneer men in de reeds plat getreden slijk de sporen Van den vorigen avond terugvindt. Wij zien, als de dagen van Panama, opzienbarende ïuiszoekingen plaats hebben, en hooren geheimzinnige boeken, waarin schuilna men staan opgeteekend, van half uit gesproken (aanklachten, verdachtmakin gen. En thans als toenkoortsige Ka nerzittingen, een onrustig wachten van nieuwe onthullingen, die van uur tot uur gedaan worden, bezorgde gezich ten, couloir-praatjes. Een schandaalwind gaat weer in rukvlagen over het land. In hetzelfde blad bespot Arnolphe de lichtzinnige benoemingen der boedelbe redderaars in een gesprek tusschen een minister en een Kamerlid op de volgen de wijze Excellentie, U kent wel mijn doch ter Ik heb haar dikwijls op onze recep ties gezien, een allerliefste verschijning Gaat ze trouwen? Misschien.... I I L Ze houdt van een jongmensch... D.e haar verdient, natuurlijk. Hij verdient haar; ,maar hij verdient geen cent! Armoede is geen schande... Precies, maar toch .een beletsel als men een huishouden wil opzetten. De jongen moest ie*en baantje hebben... Ik heb altijd göed gestemd en nu had ik ge dacht, dat U me misschien een handje zoudt willen helpen.... Waarde vriend, 't zal me genoegen doe i als ik u van dienst kan zijn. Wat is het beroep van uw toekomstige schoonzoon Hij heeft geen beroep... Goeddan is hij zeker toch meester In de rechten? Neen. Nog niet afgestudeerd? Heelemaal niet gestudeerd. Is hij In den handel geweest, qp de t>'eurs Hij heeft tot dusver nog noodt iets ge daan. Hij heeft nog. nooit iets gedaan, bij kan niets doen, hij kent nietsniets, niets... Dus, een jongen .die niets weet, voor niets geschikt is. En u wilt, dat ik voor FEUILLETON. 33) Marino en ik slaagden er met groote moeite in, den .zwarten mantel onder de liggende gestalte te schuiven, daar hij het niet waagde haar zelf aan te raken, uit vrees, dat zij onder zijne handen tot stof zou vervallen, En inderdaad, waar onze handen de stof van het eens witte, thans echter roodbruin gekleurde nachtgewaad aanraakten, verdween het voor onze oogen. Ik heb bij dit werk trouw meege holpen met tranen van medelijden in de oogenalleen toen het gold, het blonde hoofd op te tillen, wendde ik mij af en liet dit aan Marino over. Daarna legden wij den lichten, door den mantel geheel omhulden last in de kist, en toen wij het deksel gesloten hadden, knielden wij éénzelfde impulsie gehoorzamend, daar voor neder en baden een kort gebed. Voor wij het vertrek verlieten, bukte (Marino zich en raapte een schitterend voorwerp op het was een der haar- spangen, die zich reeds lang geleden, mis schien op het oogenblik. dat het arme jonge hoofd gevallen was, uit het blonde hem een winisgevend baantje vindt... Precies héél winstgevend iWel, dan zit .er maar één 'ding |op we zullen .hem likwidateur piaken! De Kamer heeft gister de beraadsla gingen hervat over de interpellaties in zake de werkzaamheden der likwida- teurs. Jaurès las een protest voor der Gran de Chartreuse, tegen zijne beweringen van Vrijdag. Op deze zaak terugkomend1 zeide hij, dat de verantwoordelijkheid van Lecouturier groot blijft. Indien er geen strafrechterlijke maatregel wordt genomen, moet men tenminste hem af zetten. De verantwoordelijkheid der te genwoordige regeering staat vast. Hij vroeg ten slotte de Kamer, om alle per sonen die verantwoordelijk zijn te doen opsporen. Briand vroeg aan de Kamer goedkeu ring zonder voorbehoud. Hij brengt eerst in herinnering dat de minister van Justitie een controle heeft in het leven geroepen, "die er toe in s'taat heeft gesteld, Duez gevangen te nemen. Het is mijn gewoonte niet zeide de minister, een arrestatie te gelasten, en kel omdat „men" het vraagt. Indien „men" mijn persoon wil, om zich gerust te stellen, indien de republikeinsche par tij die noodig heeft om ter verkiezing te gaan, ben ik bereid af te treden. Het rumor dwongden minis'er te gaan zitten. Briand zette de moeilijkheid uiteen, om helder in de zaken der boedelbered- deringen te zien en om de belangen van Grande Chartreuse niet in gevaar te brengen. Indien er nieuwe misdadige feiten zich voordoen, zullen zij worden vervolgd, zeide hij. Briand zeide voorts, d'at het Parle ment met spoed een wet kan aannemen waardoor de ambtenaars-beheerders de zorg voor de nog restende vereffenin gen opgedragen kan worden. Indien schul dige handelingen aan het licht komen, zullen zij gestraft worden. Het republi keinsche regime is niet verantwoorde lijk voor dit schandaal. Het land heeft niet gemeend, profijt te trekken van het wereldlijke werk. De paar ontbrekende millioenen zullen de kiezers er niet toe brengen, het wereldlijke werk af te keu ren. Ik heb' vertrouwen aldus de Mi nister in het gezond verstand van het land. De regeering vraagt de Kamer, haar oordeel over de regeering uit te spreken. Zij heeft behoefte aan een ge heel en volstrekt vertrouwen. Bin et (radicaal-socialist) verweet Mil. lerand, minister te zijn geworden, na flinke honoraria te hebben opgestreken in de zaak der congregaties. Men moet een eind maken aan net bestaan van parlementsleden, die zich met andere za ken bezighouden dan die van het land. Jaurès verklaarde, nooit gevraagd te te hebben een likwidateur zonder bewijs gevangen te nemen. Hij wilde het in cident besp.eken, dat zich voor had ge daan, toen een zijner medewerkers was aangevallen. Indien de minister-pres. solidair was gebleven, indien hij geen aarzeling aan den dag had gelegd, dan zou hij op de tribune zijn gesprongen, om de gemeen schappelijke eer.te verdedigen. Briand, op de publieke tribune toeloo- pende, zeiIk beschouw het als een beleediging dat gij hebt kunnen veron derstellen dat de min.-pres., het noodig zou hebben gevonden, met zijn ambtge- nooten overleg te plegen, om zich één te verklaren met den minister van open bare werken. Millerand is voor mij een medewer ker en vriend. Ik laat mijn vrienden nooit in den steek. Zeven moties waren ingediend. Bri and aanvaardde die van Emile Cère. Het eerste deel van Cère's motie, lui dend: „De Kamer, de schandelijke han delingen brandmerkend, waartoe sommi ge gerechtelijke Iikwidaties geleid héb ben", werd met algemeene stemmen aan genomen (er waren 557 stemmen uitge bracht.) Het tweede deel: „Vertrouwen stel- haar had losgelaten. Hij zag het schitte rende juweel in zijne hand aan en toen mij en stak de spang in den borstzak van zijne jas, greep het zwaard olp de tafel in de eene, en idle lantaarn in de andere hand, en zwijgend namen wij den terug tocht aan. Boven in de Stanza d'Oro aangekomen bracht Marino het paneel weer in orde en met een zacht „Goeden nacht!" mijne hand kussend, verliet hij mij buiten van den toren San Polo echter sloeg het drie uur. Toen begon ik te huiveren en haastig zocht ik mijn bed op, maar ik lag lang wakker, en alles wat ik zoo even be leefd had trok duidelijk aan mijn geestes oog voorbij, het ongewone, opwindende, hartroerende der laatste uren verjoeg den slaap uit mijne oogen. Maar boven alles wat ik in het Palazzo Spada gezien, be leefd en doorgemaakt had, zweefde toch ten laatste de heerlijke gedachte: Je hebt een trouw hart gevonden, je bent in vei lige haven!" En met dat zalige gevoel sliep ik in toen reeds de dag door de zijden stores in de kamer sloop, waarin Donna Yo landa haar laatsten onschuldigen droom had gedroomd. Het was tien uur toen ik met bran dende oogen en een pijnlijk hoofd wakker werdt en, het duurde een popsje4 voor ik lende in de regeering om de verantwoor delijke personen te doen opsporen en de bestraffing van alle schuldigen te ver zekeren", werd aangenomen van 343 te gen 79 stemmen. De toevoeging van Zévac, luidende: „De Kamer besluit om zoo spoedig mo gelijk een wetsontwerp betreffend het toezicht en de controle op de likwida- teurs in behandeling te nemen", werd bij handopsteking aangenomen. Het laatste gedeelte der motie van Cère, tot wering van elke toevoeging, werd met 394 tegen 37 stemmen aange nomen. De geheele motie is bij handopste king aangenomen. Uit Rome weidt aan de Tagliche Rund schau geseind, dat de Paus de gene raals der verschillende geestelijke or den tot een vergadering in Rome opge roepen heeft, om te beraadslagen over de houding, die er tegenover de ver duisteringen van Duez aangenomen be hoort te worden. Daar het niet uitge sloten is, zoo wordt in het telegram gezegd, dat de orden zich in het pro ces tegen Duez civiele partij zullen stel len, zal er ook omtrent een gemeen schappelijk optreden in rechten een be sluit genomen worden. Duitschland. Te Kiel is weer een opzienbarende diefstal van oorkonden aan het licht ge komen. De eerste diefstal van dien aard' is, naar men zich misschien herinnert, in den afgeloopen zomer gepleegd, toen belangrijke stukken uit het proces over het Kielsche werf-schandaal als brieven, afschriften van brieven, enz. uit de zaak van dei beklaagden koopman-millionair Julius Frankenthal verdwenen zijn. Na dat Frankenthal in het proces was vrij gesproken, werd tegen hem een geding wegens belastingontduiking aangespan nen, omdat men uit de in beslag geno men koopmansboeken, opmaakte, dat hij zijn vermogen en zijn inkomen te laag had opgegeven. De rechter van instructie heeft in deze zaak reeds allerlei men- schen gehoord. Nu heeft men plotseling ontdekt, dat de twee voornaamste boe ken van Frankenthal uit het gerechts gebouw zijn gestolen. Men begrijpt niet hoe deze diefstal mogelijk in geweest. Amerika. Op bijna alle westelijke spoorlijnen is een staking voor de stokers afgekon digd te middernacht. Elk bondslid, tus schen Chicago en den Grooten Oceaan dienst doende, heeft bevel gekregen he den den arbeid neder te leggen. Men verwacht dat 25000 stokers zul len staken. De strijd omvat 47 spoor wegen ten westen van Chicago, ter ge zamenlijke lengte van 150.000 mijlenf en zal waarschijnlijk ten gevolge hebben den stilstand van het geheele vracht en reizigersverkeer van Chicago naar den kust van den Grooten Oceaan. /Vlarokko. Al moge de Spaansche regeering of ficieel ontkennen dat er eenig voorne^ men zou bestaan een nieuwe militaire actie in het Rifgebied te beginnen, te loochenen, valt niet, dat in elk gevat de rust daar nog niet hersteld1 is. Herhaaldelijk werden in den loon van den winter overvallen gemeld op de schildwachten of zwakke patrouilles, wel ke verder geen gevolg hadden, maar toch 'bewezen, dat de vijand het hoofd nog volstrekt niet deemoedig in den: schoot had gelegd. Thans weder meldt een (officieel) be richt aiit Melilla, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag, de Mooren ge tracht hebben een schildwacht onder d'e muren der stad op te lichten, waar-i gchijnlijk met de bedoeling zich van zijn geweer en munitie meester te maken. De man was echter waakzaam en gaf vuur, waarop zijn belagers antwooorden met het gevolg dat hij gewond werd1. Men kan vrij zeker verwachten, dat de Kabylen, zoodra zij hun akkers be zorgd hebben, weder met geestdrift naar het geweer zullen grijpen, om het oude mijne gedachten weer bij elkaar had. Wat had ik in den afgeloopen nacht ook niet allemaal beleefd geen wonder, dat de mishandelde zenuwen zich nu wreekten. De hoofdpijn week wel is waar voor een flinke, koude douche, maar iedere ze nuw in mij trilde nog en bijna was ik weer in tranen uitgebarsten, als niet de ge dachte aan Marino kalmeerend op mijn gemoed gewerkt had. Aan de ontbijttafel vond ik hem niet, wel echter een prachtige roos öp mijn bord met een Italiaansch vers er bij, dat inij met zulk een overstelpend gelukgevoel vervulde, dat ik bijna weer in tranen uit gebarsten was van louter geluk! Maar de school der afhankelijkheid leert zelfbe- heersching, dus bedwong ik mijn gevoel en hield mijne tranen nogmaals terug. Mijn hoofd verlangde naar frissche lucht, dus zette ik mij al heel spoedig in den gondd en liet mij naar het Lido roei en, vanwaar ik een beetje laat voor den lunch terugkeerde zeer tegen mijn wil, want ik ben van een zeer nauwgezetten aard. Maripo kwam echter nog later dan ik, want hij betrad de eetzaal, toen ik reeds met den eenigszins gerekten eersten gang gereed was. Daar Danieli ons met behulp van Attilio bediende, was onze begroeting eene vormelijke, doch daar wij Duitsch sprakqn, bqhpefdeu wij oils in dat opricht handwerk, strijd tegen dtn vreemden in dringer, voort te zetten. Reeds predi ken verschillende kaids en geestelijken den heiligen oorlog, niet alleen in de door Spanje bezette streken, maar ook in en rondom het Chaujagebied, dat nog steeds door Fransche troepen bezet is. Contingenten van drie voorname stam men, de Zaër, de Zajan, en de Zem.- mour hebben gehoor gegeven aan de roepstem van den marabout HamoudOu en vormen thans een harka van 4000 goed gewapende mannen, welke oogen- schijnlijk een aanval in den zin heeft op de Fransche postketen. Zij zijn blijkbaar aangemoedigd door het staken van den opmarsch in het gebied der Zaër door generaal Mounier, die zooals men weet, een strafexpeditie aanvoerde tegen de moordenaars van den luitenant Méaux. Zij beschouwen diens terugkeeren naar het kamp van Boulbout als een neder laag. In verband met den geheelen toestand in Noord-Afrika vestigt de Espana Niu- va de aandacht op de gelijktijdige aan wezigheid te Sevilla van den Franschen gezant te Tanger, den heer Regnault, die gezamenlijk en ieder afzonderlijk door den koning, tijdens zijn verblijf dezer dagen, in die stad, in gehoor zijn ontvangen. Roomsch Katholiek Propaganda- Comité in Nederland, Internationaal Congres van opvoeding in het Huisgezin. Zooals bekend zal van 2125 Augustus van dit jaar, ter gelegenheid der wereld tentoonstelling van Brussel, bovenge noemd congres aldaar gehouden worden. Uit België, werd voor eenige weken door mr. de Vuyst, den president en eigenlijk leider van het groote organisatie-comité een schrijven aan Roomsch-Katholiek Hol land gericht, om dat wakker te schudden en aan te zetten tot werken voor en steunen van het congres, door propaganda en uitbrenging van rapporten, en door lidmaatschap heeft zich in Amsterdam een voorloopig bestuur gevormd, teneinde een werkend- en een eere.comité in het le ven te roepen bestaande uit iederen Roomsch-Katho'.iek of Katholieke die zich beweegt op paedogogisch, hygiënisch of sociaal terrein, en uit al wie zich van verre of nabij met de opvoeding van het kind bezighouden. De Katholieken moeten hier aan de spits staan, niet achterblijven, waar het 't heil en welzijn van het kind geldt. Ia de eerste rijen moeten staan alle vaders en moeders, tot welke maatschappelijke klasse zij ook mogen behooren. De Vlaamsche prospectus doet het groote sociaal nut daarvan aldus uitschijnen: a. Wil men ernstige vorderingen maken op sociaal gebied, dan moet men beginnen met de opvoeding in het huisgezin. De meeste pogingen der werkers blijven vruchteloos, omdat zij te laat ingrijpenzij trachten wantoestanden te verbeteren, el lenden te lenigen, afdwalingen te her stellen. Het ware meer logisch de nala tigheden, die aanleiding tot die wantoe standen gegeven hebben, te voorkomen, en deze te beletten wortel te schieten. Het congres zal samengesteld zijn uit 5 afdeelingen, die zich zullen bezighou den: no. 1 met de studie van het kind Erfelijke gebreken. Vrees bij het kind. (hoedanigheden, gebreken, leervakken enz Zelfmoord van kinderen enz.) 2e afd. Al gemeene vraagstukken o\ er opvoeding in de familie en de noodzakelijkheid om de begrippen van opvoeding te verspreiden in de huisgezinnen; opvoeding vóór den schoolleeftijd, en daarna de 3e afdeeling zal handelen over abnormale kinderen; de 4e over verschillende wer ken van bescherming en opvoeding van kinderen. In de 5e afdeeling zal een zoo voUeJig-mogelijke lijst gegeven wor den van boeken en andere documenten uit alle landen der wereld, betreffende de opvoeding. Door lid te worden a f5 van dit congres ontvangt men de versla geen dwang op te leggen. Ik dankte hem voor zijn rozengroet van 's morgens en vertelde hem van mijn heerlijke vaart naar het Lido, waarop hij zeide: „Het is jammer, dat je daar al naar toe bent geweest, want nu moeten wij voor van middag iets anders bedenken. Ik moet je namenlijk verzoeken tot het Ave Maria het veld te ruimen. Ik heb van morgen met den geestelijke van San Polo gesproken en hem onze ontdekking verteld. De waar dige man was zeer aangedaan, en heeft mij beloofd niet alleen onder de strengste geheimhouding nc(g heden het stoffelijk overschot van Donna Yolanda in den graf kelder der Spada bij te zetten, maar hij wil mij ook bij de overbrenging daarvan behulpzaam zijn. Tot dit doel zal hij heden namiddag hier komen, wij zullen dan naar het geheime vertrek gaan, waar Vader Agostino het arme overschot zal zegenen. Dan zullen wij de kist in het archief brengen, wat niet zoo moeilijk zal zijn, daar wij door het oude deel van het paleis langs een weinig gebruikten trap daarheen kunnen gaan. Eens daar, dan is de zaak eenvoudig genre want dan roep ik een paar mannen o.,i de kist, die wij eerst zullen sluiten naar vader Agostino te bren gen waarbij wij beiden mee gaan. Als de niet zware last inaar eerst in de sacristie is gedeponeerd, dan brengen wij beiden hém d,a,deiijk in den giafkelder en zetten gen en besprekingen, welke te zamen een achttal boekdeelen zullen uitmaken, en heeft men recht om alle zittingen bij te wonen. Wij vertrouwen, dat velen, ook bestuur- deren van vereenigingen en andere11 daar van gebruik zullen maken, maar ook dat niemand, die iets voelt voor het groote doel, waar het hier om gaat, zich zal verschuilen achter het niets zeggende: „geen tijd." Laat R. K. Nederland ni< de gelegenheid waarnemen, dat het fier en flink en openlijk getuige, wat het over heeft voor ed belangen van het kind. R^ K. onderwijzers, hoofden van scholen, leiders van patronaten en huizen, waar het eenzame, verwaarloosde kind een vriende lijk onderdak vindt, tot u allen zijn deze woorden gericht. Gééft gehoor aan dezen oproep, en gij ook dames, die u zoo gaarne aan allerlei liefdewerk wijdt. Er zijn 70 punten waar over rapport zal uitgebracht worden en waarvan nog een twintigtal op inleidingen, wachten. Tot begin Mei kunnen deze in gezonden worden aan de secretarissen der. verschillende afdeelingen. Voor nadere in lichtingen en ontvangst adres-opgave van hen, die zich willen aansluiten bij het comité, stelt zich beschikbaar Mej. Joh. Wigman, -Roelof Hartstraat 173, Amsterdams Spanning. De „Standaard" schrijft: Nu men in de Fransche en Belgische Pers, op den onderstelden, maar nooit be staan hebbenden brief van den Duitscheq Keizer maar al blijft voortborduren, ook onzerzijds een korte verklaring. Dat gedurende de internationale span ning in 1904 en 1905, die veroorzaakt werd: lo. door den Russisch-Japanschen oorlog (Febr. 1904 tot Aug. 1905), en 2o. door de beduchtheid voor een oorlog tus schen Duitschland en Frankrijk, die eerst op 8 Juli 1905 door de aanvaarding te Parijs van de Conferentie te Algeciras,- week, zich een en ander kan hebben voor gedaan dat ook onze Regeering tot ver dubbelde waakzaamheid en tot verhoogde omzichtigheid noopte, spreekt te zeer van zelf om er een woord aan te spillen. Op zoo iets nu blijkbaar doelend, heeft de heer Van Heeckeren thans, allicht ten einde hiervan iets naders te hooren, ge tracht een der toenmalige Ministers uit zijn tent te lokken, die hiertoe uiteraard zich nimmer zou mogen leenen zonder opzettelijk door H.M. de Koningin daar toe gemachtigd te zijn. Zulk een machti ging nu is aangevraagd en verkregen, toen de Duitsche zaakgelastigde in November 1908 inlichting op een bepaald punt ver zocht; maar het zou toch in al te flagran- ten strijd zijn met de meest elementaire opvatting van den eerbied, door een ge wezen Minister aan de Kroon verschul digd, zoo deze gelijke machtiging aan ging vragen, alléén met het oog op de door een Kamerlid nog al in zijn eigen stelsel van beweren begane schending van geheim. We zeggenin zijn eigen stelsel. De heer Van Heeckeren beweert toch,- daargelaten of dit juist is, nog dienst doend gezant zijnde, destijds door een der Ministers over een gewichtige internatio nale aangelegenheid in consult te zijn ge roepen; een consult dat uiteraard nooit anders kon hebben plaats gehad dan in stiptgeheim, en waarbij van een nog opzettelijk opleggen van geheim nooit sprake kon zijn. In verband met de in 1908 verkregen machtiging, kan dan ook alleen worden uitgesproken, dat de bedoelde yoorzit- ter van den Ministerraad nooit aan eenig Minister, Minister van Staat, Kamerlid of aan wien ook, de verzekering heeft ge geven, dat door Hare Majesteit de Ko ningin van Z. M. den Duitschen Keizer tijds een brief, nota of telegram zou zijn ontvangen, waarin met vreemde inmen ging in de binnenlandsche aangelegenhe den van onze Landsverdediging zou ge dreigd zijn. Zulk een brief of stuk is hem gelijk hij reeds in 1908 aan de „Temps berichtte, nooit onder de oogen gekomen, noch ooit, als bestaande, ter zijner kennis gebracht. hem daar stil en verborgen achter de sarcophagen der della Spada bij. Als deze weer gesloten is, kan geen vreemde bin nendringen, want slechts de geestelijke en de marchese bezitten een sleutel. Bene den in den kelder zal echter de bijzetting plaats vinden, waarbij ik zelf den geeste lijke zal bijstaan." Ik verheugde mij van ganscher harte over deze schikking, waardoor de arme ziel, die zoo lang om eene Christelijke be grafenis van haar lichaam gesmeekt had, eindelijk rust zou vinden en ik vroeg vol belangstelling.naar de meening van de« waardigen geestelijke in deze aangelegen heid. „Wel", zeide Marino, „hij moet natuur lijk het getuigenis der levenden ge'ooven wat wij gezien hebben zagen geslach ten voor ons, en voor zoover er eene ver klaring van het raadsel gegeven kan wor den ,ligt deze in de aanteekingen van Jacopo Nani. Heeft deze, in verband met onze opvatting, gelijk, dan zal Donna Yo landa van af heden noch in het Palazzo Spada, noch ergens anders meer verschij nen, en dat heeft zij en de familie in de eerste plaats aan jou te danken, mijne moedige Ruth." (Wordt vervolgd)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5