Yolanda. BUITENLAND. BINNENLAND. iTweede Blad, behoorende i bij De Leidsche Courant van Donderdag 10 Maart. Uit de Pers, Een scheuring die doorgaat. De kracht der sociaal-democratie is niet i in eer wat ze was. Nog steeds wint ze in istemmenaantal, maar de nieuwe recruten •zijn geen mannen meer van stavast, en jwat nog bedenkelijker is, juist die gesta- 'dige winst in 't cijfer doet de scheuring in 'den boezem der partij doorgaan. Om aanhang te winnen, hebben de so ciaal-democraten zich gewend het voor lal wie maar ontevreden is, publiek op te 'nemen, en zoo er geen ontevredenen ge- ;recd staan om geholpen te worden, nieu- j.we ontevredenen te maken. Nu is dit niet moeilijk. Bijna ieder zou graag hooger tractement hebben, voor dit 'hooger tractement minder willen werken, jen zich allerlei bijkomstige voordeelen 111 !den schoot zien geworpen. Is nu eenmaal jdie begeerre naar beter lot geprikkeld, dan steekt ze al spoedig heele klassen ^der bevolking aan, zoowel onder de be- 1 ambten als onder de werklieden. Merkt jmen nu onder deze klassen der bevolking ,dat de sociaal-democraten altoos voor hen jln de bres springen, het voor hen opne- 'men, en het soms gedaan weten te krij- 'gen, dat ze van beter conditie worden, dan zijn er tal en tal van deze gegadigden, tdie aan de politiek niet hechten, en geen voorkeur voor Rechts of Links hebben, 'maar eenvoudig denken: laat ons den so- 'ciaal-democratischen candidaat steunen idan hebben we altoos kans er iets bij te winnen. Maar sociaal-democraten worden deze kiezers daarom in het minst niet. Zeden- iken er niet aan, en lachen veeleer om haar zonderlinge theorieën. Louter eigen- i.belang drijft deze kiezers. Hierdoor nu ontstaat een wanverhou- iding tusschen de beteekenis der sociaal- 1 democratie bij de stembus en tusschen de 'eigenlijke kern der partij. De partij telt !.nog geen 10.000 leden, en bij ide stembus i zullen ze in 1913 naar de 100.000 een goe- ;de gooi doen. Die wanverhouding versterkt natuurlijk de slappe groep, en brengt teweeg dat :de principieele socialisten steeds meer aan invloed inboeten. Zoo wordt de roo- de vlag ai meer binnengehaald en komt jer een paarse doek voor in de plaats. Eerst ging de anarchist er af, toen kwam 'de Marxist aan de beurt, en hu voelt zelfs de principieele revisionist zich bedreigd. Een half-burgerlijke meerderheid krijgt Lalmeer de overhand. Alle beletsel vervalt dan ook om met de radicalen mee te doen. Bij de stembus is men er op bedacht elkaar over en weer te helpen. En wint men den slag, dan igaan straks in eenzelfde Kabinet Demo- craat, Radicaal en Socialist naast elkaar zitten. Soms zelfs met een socialist als lei- t de*-. Zie 't maar aan Briand. Zoo liep het jn Frankrijk. Zoo loopt het j in België. In Engeland gaat 't denzelfden i weg uit. Het liberalisme schuift naar den uiter sten radicalen hoek op en de makk-e socia- listen staan hen daar óp te wachten, ge- reed tot het sluiten van het accoord. En de oude, echte socialisten mogen bij Idit alles toezien. Ze hebben niets meer 'in te brengen. Ze worden gebrandmerkt als verkapte anarchisten, en óf uitgewor- pen óf ten hoogste nog als .stille partij" geduld. Sic transit gloria muiidi! Herinner u maar, hoe de Sociaal-de. I mocraten in hun eerste fleur optraden, en izie wat thans van hen geworden is. Lijdend Liberalisme. Onderbovenstaand opschrift geeft y,De Standaard" eene beschouwing over het verval van het liberalisme, alsmede pver de voor die richting weing bemoe digende vooruitzichten. Het blad schrijft jdan FEUILLETON. 26) Michele stak zonder te antwoorden de kaarsen aan, die in de armluchters op den schoorsteenmantel stonden, en ging ,toen naar Yolanda's bed. „Sta op'", beval hij, „want je zultïiog in ^!diit uur een groote reis aanvaarden." „Ik?" vroeg zij verwonderd. „Mijn God 'het is nog diepe nacht. Waar moet ik idan ,iheen reizen „Waar je velen ontmoeten zult, als jeer 3an gelooft. Je moet sterven!" Yolanda vouwde de handen samen als '.tot een gebed. „Ik ben in Gods hand", 'zeidie zij eenvoudig. „Je moet niet zoo Vvreed schertsen, Michele." „Het is mij bitteren ernst", zeide hij, óp een toon, die haar verschrikt deed op kijken. „Sta op en volg mij "en dien daar, dien ik uitgenoodigd heb om je te zien isterven. Heb je nog iets te zeggen, iets .te vragen, doe het dan spoedig. Zij hief het bekoorlijke, bleeke gelaat óp en wierp hare prachtige gouden lok ken trotsch naar achteren. „Ik ben weer loos tegenover je", zeide zij zacht maar yast, „maar ik ben eene Tiepolo en zal toiet om mijn levep smeeken, yya^iie^r frgt i Het Liberalisme van den ouden stempel, dat eens heel Europa inhad, geraakt almeer in lijdenden toestand. In Engeland wil Asquith zich nog meer naar den radicalen kant toe be iwegen, en dit moet wel, of de arbei dersgroep laat hem in den steek en hi j is weg. Moret, de leider van het Liberalisme in Spanje, moest plaats maken voor Canalejas, den radicaal. In Duitschland heeft het bloc van Von Bülow het Liberalisme geheel achter uitgezet, zoodat het bijna allen leiden- Iden Invloed op den gang van zaken verloren heeft. In Frankrijk heeft het Liberalisme de teugels van het be twind geheel aan de radicale groep moeten overgeven, en buigt het voor een socialist als president-minster. En ook in België maakt het wel aanstal ten, om na een nederlaag van het vierde eener eeuw, weer naar de teu gel van het bewind te grijpen, maar het boeleert er evenzoo met het socia lisme om zijn doel te bereiken. Het schijnt schade aan twee kanten tegelijk. Van éénen kant boet het bij elke nieuwe stembus te meer stemmen jaan het socialisme en radicalisme in en aan den anderen kant raakt het van lieverlee alle ernstigergestemden kwijt aan de meer geloovige groepen. Ook zakelijk verliest het steeds meer terrein. Het zwoer bij den Vrij handel, en moet nu zelf erkennen, dat ide oeconomische politiek schier In alle landen zich tegen haar keert. Ook voor Engeland is de ure niet ver meer, dat liet in handelspolitiek om gaat. En hier te lande staat het ont werp, waarin die politiek omgaat, straks reeds te komen. En niet anders staat het met de School-quaesfae, die thans Frankrijk en België in rep en roer brengt. Vrijheid van onderwijs was steeds der Liberalen leuze, mits op eigen kosten van de belanghebben den. Die vrijheid van onderwijs echter iwordt thans in Frankrijk stelselmatig afgebroken, en in België komen de liberale organen er zelve voor uit, dat subsidieering van het vrije onderwijs noodzakelijk zal wezen, om de over winning 'te behalen. Dit alles duidt op een ziektepro ces, waarvan we de ontwikkeling met belangstelling gadeslaan. Want al wint het socialisme en radicalsme zienderoogen, dit alles is van het li beralisme wel het noodzakelijk uit vloeisel maar daarom toch het eigen lijke liberalisme niet. België. Het hoofdorgaan der Belgische socia listen „Le Peuple" schreef 28 Februari jl.. aan het adres der Katholieke werk lieden. „Het socialisme is verdraagzaam ge noeg op godsdienstig en wijsgee- rig gebied, dat alle werklieden zon de ronderscheid van geloof of gods dienst onder de banier van 't socia lisme kunnen optrekken. Arbeiders, stelt boven alles uw geest en uw klas- sebelang, onze partij eerbiedigt uw ge'oo f...." Hetzelfde blad, sprekend Zondag j.l. van dezelfde „Katholieke werklieden", schrijft: „Zullen zij dan ten slotte niet be grijpen, dat de Kerk van lieden niet meer de Keik van Christus is, dat de moraal der Katholieke bourgeosie in jiiets gelijkt op de evangelische mo raal en dat de godsdienst slechts een middel van onderdrukking is, ter be schikking gesteld aan de machtigen „Neen, de Katholieke arbeiders be grijpen dat niet, maar wij socialis ten, moeten hen onderwijzen. Een bij zonder gunstige omstandigheid is ons geboden door de verkiezingscampag ne. Dat wij dus die gelegenheid niet late.i ontsnappen". .Toch: niet tegen den godsdienst!... je plan is mij te dooden. Is mijn dood het eenige waarmee ik je tevreden stel len kan, neem dan dat leven, dat te arm was, om je iets te kunnen bieden, wat mij eene plaats in je hart had kunnen verschaffen. Het was mij niet gegund die plaats te veroveren, hoewel dat het stre ven van mijn leven was. Maar ik heb toch het recht te weten, waarom je mij doo den wilt." Michele wendde zich half af had hij deze grootheid niet verwacht in dit tee- diere schepsel, niet deze trotsche en toch zoo roerend zachte overgave? „Waarom zeggen wat mijn beweegreden is!" ant woordde hij ruw. „Het is mijn wil zoo, dat zij je genoegI" „En is u dlat ook genoeg, Jacopo Na- ni?" vroeg Yolanda met dezelfde kalmte en zachtheid. „Michele mag zich zoo ge lukkig rekenen, een vriend te hebben, die hem zoo toegedaan is, dat hij ook deze daad met hem deelt!" „Donna Yolanda! Donna Yolanda!" riep ik uit en zonk op mijn knieën en verborg mijn gelaat in mijne handen, al leen om den hoonenden glimlach van Mi chele, den verwijtenden blik dezer kin- deroogen niet te moeten zien. „Alri" zeide zij zacht. „Ik begrijp! Hoe staat het echter met je geweten, Michele zal het je met rust laten, wanneer je het met mijin bloed belast? Hoe zal je op den Dag des OordejCls staan, belast Frankrijk. Voor de Kerken. Francois Veuillot doet in de Univers een op.oep tot alle „goede Franschen", tot het stichten van een „ligue" voor de verdediging der kerken in Frankrijk. Aanleiding daartoe is een briefwsse- ling, die de bekende Kamer-afgevaardig de Barrès gehad heeft met minister Bri and. Barrès had deri minister gewezen op den treurigëh toestand van verval waarin verschillende kerken en heilig dommen geraken, en ook geraken moe ten docr de verwaarloozing waaraan zij zijn overgelaten. De staat en de gemeen ten weigeren immers voor het noodza kelijke onderhoud te zorgen, terwijl de kerkelijke gemeenten te arm zijn om die kosten van onderhoud te dragen. Zoo komt men ten slotte tot feiten als wal voor eenigen tijd zich te Grisy afspeel de, waar de ke k wegens den bouwval lige.! toestand moest worden afgebro ken, daar de gemeente weigerde ook maar een centime oovr het herstel bij te dragen, hoewel de pastoor een bij drage van meer dan de helft van de kosten een som van 25000 francs had toegezegd. Minister Briand had daarop met zijn gewoon cynisch huichelspel geantwoord dat hij persoonlijk zeer hoopvol was om trent het lot van de. kerken en heilig dommen. Sedert de 'wet van 1905, de beruchte scheidingswet, wist hij van geen verandering in den toestand der kerken. Hij zag er geen enkel' ander gevaar voor dan alleen de verwaarloo- zing der Katholieken. Daarop diende Barrès, hoewel zelf niet Katholiek, maar tcch een onvervaard ijver aar voor alles wat recht en billijk is, den minister op geduchte wijze van repliek. Niet de verwaarloozing der Ka tholieken, maar hun onvermogen en de onwil vooral der gemeenten is de re den van het verval, waaraan de Katho lieke kerken blootstaan. Deze belangwekkende briefwisseling heaft nu Veuil'ot aanleiding gegeven tot zijn opioep, tot het stichten van een li ga. Deze zal niet ten doel hebben, zoo stelt hij het voor, om de plaats van de geestelijke overheid in te nemen, of de werkdadigheid van de geestelijken en geloovigen, waar hun belangen zijn be dreigd, te doen verslappen. Veuillot stelt zich de liga voor met een dubbel doel. Allereerst moet zij de publieke opinie bewerken, die altijd slecht is ingelicht en altijd sceptisch tegenover de waarheid der feiten ge zind is, maar ook mopt zij practisch te hulp komen in de parochies, waar het gevaar het meest dreigende is. In ge. meenten, waar de kerken het meest ver waarloosd zijn, door het onvermogen der geloovigen, kan zij hulp bieden en voorlichting bij een noodzakelijke ver dediging op juridisch gebed. Het is te hopen, dat de wakkere op roep een ruim gehoor bij de Fransche Katholieken moge vinden. Spanje. Castro, Het Bert. Tageblatt verneemt uit San ta Cruz, op de Kanarische eilanden, dat Castro, de oud president van Venezuela daar nog altijd een grooten staa.t voert en zich kostelijk vermaakt. Door zijne voorliefde voor dure dranken, en zijn vorstelijke fooien wint hij de harten van hotelhouders en kellners. Hij wordt over al waar hij komt, met groote onderschei ding ontvangen. De cot respondent zegt, dat Castro de hoop, om naar Caracas terug te keeren, geenszins heeft opgegeven. En zijn voor liefde voor de Kanarische eilanden is ongetwijfeld hieruit te verklaren, dat van daar uit de beste stoomvaartverbinding met Venezuela bestaat. Het trekt de aandacht, dat de Spaansche gouver neur hem dikwijls bezoekt. Men wil eruit opmaken dat de Spaansche regee ring zijne plannen begunstigt. Dat is „Zwijg!" beval Michele snijdend. „Ik ben niet gekomen oin predicates van je aan te hooren, en ik geloof dat het passen der is, wanneer je je eigen geweten raad pleegt, voor je de verre reis naar het on bekende land aanvaardt." Donna Yolanda bekruiste zich. „Mijn geweten is rein", antwoordde zij. „Pas gisteren biechtte ik nog, gedreven door een onweerstaanbaren drang." „Des te beter voor je. Sta op en volg mij!" Zij gleed uit haar bear en stond !nu voor ons als een engel in haar lang wit nacht kleed, waaronder de kleine naakte voe ten rose te voorschijn kwamen als bij een kind. „Op medelijden en erbarmen ,heb ik bij jou niet te rekenen. Michele," zeide zij zacht. Doe dus je werk, waar van jij je bijzonder voordeel voorspiegelt. Dat zal je echter niet behalen, Michele. want mijn bloed zal tegen je ten hemel schreien. En nu, maak het kort dat is mijn eenig verzoek! Michele greep een der brandende kaarsen en drukte mij de andere in de hand, terwijl hij op ieen paar kleine, met goud bestikte pantoffels wees, die naast de bedestrade stonden. Maar Yolanda schudde het hoofd en glimlachte vluchtig. „Mijn ziel heeft geen laarzen noodig, als zij tot God gaat," zeide zij eenvoudig. Daartoe behoeft zij alleen het bruidsgewaad uit het Evangelie. De Albarmhartige, die deze daad toelaat zal het ihij ZQo hopg piet flanrekenen, als natuurlijk, zegt de correspondent, een dwaas vermoeden, want het is zeer wel mogelijk, dat de hooge Spaansche amb tenaar in Castro en zijne dure wijnen een zuiver persoonlijk welbehagen heeft geschept. Amerika. De Rockefeller-stichting. Engelsche bladen vernemen uit Rome, dat de Paus zeer ingenomen is emt het nobele besluit door John Rockefeller ge nomen om zijn fortuin voor het grootste deel te besteden aan werken van liefdadig heid en onderwijs. Dadelijk na het ver nemen van het feit, seinde dePaus den Amerikaanschen millionair dat hij zijn be sluit hoogelijk prees, daar het een daad was, waardoor hij zich uiterst verdienste lijk maakte ten opzichte van de mensch- heid, op wier dankbaarheid hij staat zou kunnen maken. In een particulier gesprek met lenkele kardinalen en bisschoppen, die met hem de vastenmeditatie gevolgd hadden, zeide de Paus, naar aanleiding van Rockefel ler's stichting en de andere filantropische schenkingen van Amerikaansche geldman nen: „Die Amerikaansche millionnairs zijn Protestanten. Maar toch zegen ik ze, omdat alle menschen, die wel 'deen, den zegen van God verdienen." Bond van Besturen van Vereenigingen voor Vakopleiding in Nederland. Een heugelijk verschijnsel in ons land is de herleving van het vakonderwijs. Men gaat eindelijk ter dege inzien, dat geen enkel vak, zonder voldoende opleiding, kan uitgeoefend worden met hoop op goeden uitslag. Daarom de oprichting of bevordering van teekenscho.en, ambacht.cholen en vakscholen, en waar men geen ambacht- or vakscholen tot stand kan brengen, van cursussen in boekhouden en vak- onderricht, om ten minste zooveel mo gelijk den toekomst gen handels- of am bachtsman voor te bereiden voor zijn verder leven. Maar wij 'even nog in het begin van de organisatie voor het vakonderwijs: vooral op kleinere plaatsen zoekt men nog naar dei besten en meest practi- schen weg. Verschil van omstandighe den doen hun invloed gelden. En juist in zulken tijd is het zoo aan bevelenswaardig, als de één zijn voor deel kan doen met de ondervinding van den anderdaartoe moet echter voe ling onder de bestuursleden gehouden worden. En komt men tot overeenstem ming dan kan de Regeering er rekening mede houden. Welnu, dit goede doel staat op het punt van bereikt te worden. Door den heer H. j. de Groot, in specteur van het Ambachtsonderwijs, is een schrijven verzonden aan de Bestu ren van de ambaents- en vakscholen, teekenscholen, kunstnijverheidscholen, in austriescholen v. meisjes, handels-, dag en avondscholen, aan de Commissies v. Toezicht op het M. O. en aan de wet houders voor onderwijs, om eene veree- niging te vormen, ten einde elkander voor te lichten. Den 29 Maart a.s. zal eene vergadering gehouden worden te 's Hage, om tot oprichting te komen wie geen afgevaar digde kan zenden, kan althans instem ming beluigen. Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, lid der Tweede Kamer, zal de vergadering leiden, opdat een bestuur kunne gekozen worden geheel buiten de oproepers en leiders der eerste vergadering. „N. K." Een netelige zaak. In de Haagsche correspondentie van de „Zutphcnsche Courant" lezen wij de opmerking dat trgen elk kwaad (bedoeld is de „absolute" geest van een aantal openbare onderwijzers) slechts mag wor den opgetreden met gepaste middelen daaraan nog iets ontbreekt. Mijne voe ten zijn week en verwond in dit leven misschien, wanneer ik ze onbedekt tot den laatsten gangdwing, rekent de Schep per het mij als boete aan, dat ik den laatsten nacht insliep met de spiegel in de hand, in plaats van met het crucifix." Michele wees op de nog openstaande geheimdeur naast den haard, en ik voor uitgaande, Donna Yolanda in ons mid den, traden wij den gang in, dien ik se dert dien, nacht in nacht uit in den droom en wakend, in gedachten ga. Toen wij de plaats passeerden, waar wij uit het archief gekomen waren, dacht ik er aan, snel door die geheime deur te ontvluch ten, Donna Yolanda met mij te nemen en Michele achter ons latend op de trap op te sluiten. Tot hij door de verlaten slaapkamer vrij kwam, konden wij ons door eene zijdeur uit het Palazzo naar de Calle redden en daar, als ontkomen niet mogelijk was, alarm slaan, en onder de hoede van de te hulp snellenden Donna Yolanda naar haar ouderlijk huis brengen. Het was een vertwijfeld plan, ontsproten aan de wanhoop, die in mij woelde. Michele had het natuurlijk voor zien, want toen wij aan de deur kwamen, stak hij tusschen mij en de deur zonder een woord te zeggen, de punt van zijn zwaard, dat hij getrokken had, Voor wij het slaapvertrek verlieten geen degen, zooals hij gewoon was te dragen, maar'ti breed, blank geslepen slagzwaard, jn.et „ook waar het geldt een zoo netelige; zaak als de gehechtheid aan ;t Vorsten-, huis". i Ziedaar de liefde voor Eet Huis van! Oranje tot een „netelige" zaak verklaard! Dit hebben wij nog nooit gehoord. Enf zoo het woord misschien verkeerd geko-i zen en „kiesch" in den zin van lastig, in verlegenheid brengend, bedoeld isy dan vragen wij nog: is de gehechtheid aan het Vorstenhuis in ons land een! „kie^che" zaak waarover men eigenlijk! liever maar niet moet spreken of die men! met de uiterste voorzichtigheid moet be handelen j. Voor ons is die gehechtheid een zeerj gezond, flink, sterk, diep geworteld naV tionaal gewas, dat al veel stormen heeft doorstaan en een stootje velen -kan.-.y Maar, niet waar? Van het oogenblikj af aan dat de sociaal-democraten er zich- aan ergeren, wordt die gehechtheid een' „netelige zaak". (N. C.) Leger en Vloot. Leger- en landweeroefeniogen in 1910. Blijkens de tot nu gevolgde gewoonte hebben de oefeningen van de landweer, om 'tandere jaar plaats, in verband weer moe voor 't leger de zoogenaamde groo-' te manoeuvres ook om 't andere jaar wor den gehouden en wel in dat, waarin de landweerkorpsen niet onder de wapenen komen. Vermits de landweer dit jaar onder de wapenen komt, worden er geen groote manoeuvres, geen legeroefeningen gehou den, doch in de maanden Augustus eit September op meer bescheiden schaal tot slot zomeroefeningen, oefeningen in het compagnies-, bataljons- en regimentsver- band, waar dit kan, met het oog op de beschikbare terreinen, in de nabijheid der garnizoenen, overigens door het in dë na bijheid er van legeren in kampementen. Voor deelneming aan laatstbedoelde oe feningen bestaat het plan de lichtingen 1903 en 1904 van 12 tot 22 September en de lichting 1909 van 16 Augustus tot 20 September onder de wapenen te roepen.; Voorts :nemen er aan deel de voorjaars- p'oeg en de viermaanders der lichting van dit jaar. Wat de landweeroefeningen betreft, ko men van alle wapens de lichtingen 1905,- 1906, 1908 en 1909 voor een zesdaagsche periode op verschillende plaatsen onder de wapenen en wel 48 bataljons infanterie,' 44 compagniën vesting-artillerie, 5 com pagnieën genietroepen en 2 compagnieën pontonniers. Aangezien in de organisatie dezer troepen nog veel officiers- en onder officierskader ontbreekt, moet het actieve leger bijspringen, in dien zin dat voor oefening iedere compagnie geëncadreerd' wordt tot 1 kapitein, 2 luitenants, 1 ser geant-majoor-instructeur en 1 sergeant per 30 man. Teneinde nu het actieve leger zooveel mogelijk te kunnen vrijstellen van het geven van dit personeel, zijn de bij de landweer ingedeelde officieren on on derofficieren in de gelegenheid gesteld aan meer landweeroefeningen deel te nemen, Om deze deelneming te animeeren, is be paald, dat iedere vrijwillig medegemaakte landweeroefening van zes dagen gerekend zal worden gelijk te staan met twaalf dagen werkelijken dienst, die in mindering kunnen worden gebracht van een ver plichten werkelijken dienst van zes weken,- waartoe zij in 1910 en 1911 gehouden; zijn. De kosten der landweeroefeningen kun nen voor dit jaar geraamd worden op een ronde som van flSO.000, waaronder niet begrepen de gelden, eventueel noodig voor het toekennen van vergoedingen aan de- gezinnen der landweermannen. Als men weet, dat ongeveer 30.000 mannen ender de wapenen komen, is het te begrijpen,- dat het bedrag der toe te kennen vergoe ding een respectabele som kan worden, omdat men, lettende op de ervaring van vorige jaren, veilig kan aannemen dat door het gros der mannen vergoeding gevraagd! wordt, Daarom is het ook niet te ver wonderen, dat de groote legeroefeningen' een met juweelen bezetten greep, zoo als slechts voor veldtochten gebruikt werd. Zoo vervloog dan ook deze eenige hoop op redding en bleef mij niets anders over dan met een waakzaam oog een anderen uitweg te ontdekken en dezen ten minste te maken. Maar ach, er was zelfs geen muizengaacje, waardoor wij hadden kun nen vluchten. Een mij eindeloos toeschij nend aantal treden bracht ons eindelijk! voor een zwaar beslagen, smalle, spits- boogvormige deur, die Michele mij be val open te stooten, en nu betraden wij eene gewelfde kelderruimte, ongeveer acht pas lang en even breed ik vermoed' dat men daar vroeger gewichtige papie ren en s.chatten aan zilver en juweelen be waarde in onrustige tijden, want het ver trek was droog en goed geventileerd, hoe wel ik niet zeggen kan, hoe dat geschied de, daar ik geen vensters of luchtgaten;, ontdekken kon. Wij staken de branden de kaarsen in een ijzeren houder aan den wand ettelijke kisten stonden in het rond, ook een kleine tafel en een laag bankje vond men in het vertrek, dat vol gens mijne berekening onder het water moest liggen, want het scheen mij dat men boven het gewelf het water hoordé ruischen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5