Yolanda.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
iTweede Blad, behoorende
i bij De Leidsche Courant
van Donderdag 10 Maart.
Uit de Pers,
Een scheuring die doorgaat.
De kracht der sociaal-democratie is niet
i in eer wat ze was. Nog steeds wint ze in
istemmenaantal, maar de nieuwe recruten
•zijn geen mannen meer van stavast, en
jwat nog bedenkelijker is, juist die gesta-
'dige winst in 't cijfer doet de scheuring in
'den boezem der partij doorgaan.
Om aanhang te winnen, hebben de so
ciaal-democraten zich gewend het voor
lal wie maar ontevreden is, publiek op te
'nemen, en zoo er geen ontevredenen ge-
;recd staan om geholpen te worden, nieu-
j.we ontevredenen te maken.
Nu is dit niet moeilijk. Bijna ieder zou
graag hooger tractement hebben, voor dit
'hooger tractement minder willen werken,
jen zich allerlei bijkomstige voordeelen 111
!den schoot zien geworpen. Is nu eenmaal
jdie begeerre naar beter lot geprikkeld,
dan steekt ze al spoedig heele klassen
^der bevolking aan, zoowel onder de be-
1 ambten als onder de werklieden. Merkt
jmen nu onder deze klassen der bevolking
,dat de sociaal-democraten altoos voor hen
jln de bres springen, het voor hen opne-
'men, en het soms gedaan weten te krij-
'gen, dat ze van beter conditie worden,
dan zijn er tal en tal van deze gegadigden,
tdie aan de politiek niet hechten, en geen
voorkeur voor Rechts of Links hebben,
'maar eenvoudig denken: laat ons den so-
'ciaal-democratischen candidaat steunen
idan hebben we altoos kans er iets bij te
winnen.
Maar sociaal-democraten worden deze
kiezers daarom in het minst niet. Zeden-
iken er niet aan, en lachen veeleer om
haar zonderlinge theorieën. Louter eigen-
i.belang drijft deze kiezers.
Hierdoor nu ontstaat een wanverhou-
iding tusschen de beteekenis der sociaal-
1 democratie bij de stembus en tusschen de
'eigenlijke kern der partij. De partij telt
!.nog geen 10.000 leden, en bij ide stembus
i zullen ze in 1913 naar de 100.000 een goe-
;de gooi doen.
Die wanverhouding versterkt natuurlijk
de slappe groep, en brengt teweeg dat
:de principieele socialisten steeds meer
aan invloed inboeten. Zoo wordt de roo-
de vlag ai meer binnengehaald en komt
jer een paarse doek voor in de plaats.
Eerst ging de anarchist er af, toen kwam
'de Marxist aan de beurt, en hu voelt zelfs
de principieele revisionist zich bedreigd.
Een half-burgerlijke meerderheid krijgt
Lalmeer de overhand.
Alle beletsel vervalt dan ook om met de
radicalen mee te doen. Bij de stembus is
men er op bedacht elkaar over en weer
te helpen. En wint men den slag, dan
igaan straks in eenzelfde Kabinet Demo-
craat, Radicaal en Socialist naast elkaar
zitten. Soms zelfs met een socialist als lei-
t de*-. Zie 't maar aan Briand.
Zoo liep het jn Frankrijk. Zoo loopt het
j in België. In Engeland gaat 't denzelfden
i weg uit.
Het liberalisme schuift naar den uiter
sten radicalen hoek op en de makk-e socia-
listen staan hen daar óp te wachten, ge-
reed tot het sluiten van het accoord.
En de oude, echte socialisten mogen bij
Idit alles toezien. Ze hebben niets meer
'in te brengen. Ze worden gebrandmerkt
als verkapte anarchisten, en óf uitgewor-
pen óf ten hoogste nog als .stille partij"
geduld.
Sic transit gloria muiidi!
Herinner u maar, hoe de Sociaal-de.
I mocraten in hun eerste fleur optraden, en
izie wat thans van hen geworden is.
Lijdend Liberalisme.
Onderbovenstaand opschrift geeft
y,De Standaard" eene beschouwing over
het verval van het liberalisme, alsmede
pver de voor die richting weing bemoe
digende vooruitzichten. Het blad schrijft
jdan
FEUILLETON.
26)
Michele stak zonder te antwoorden de
kaarsen aan, die in de armluchters op
den schoorsteenmantel stonden, en ging
,toen naar Yolanda's bed.
„Sta op'", beval hij, „want je zultïiog in
^!diit uur een groote reis aanvaarden."
„Ik?" vroeg zij verwonderd. „Mijn God
'het is nog diepe nacht. Waar moet ik idan
,iheen reizen
„Waar je velen ontmoeten zult, als jeer
3an gelooft. Je moet sterven!"
Yolanda vouwde de handen samen als
'.tot een gebed. „Ik ben in Gods hand",
'zeidie zij eenvoudig. „Je moet niet zoo
Vvreed schertsen, Michele."
„Het is mij bitteren ernst", zeide hij,
óp een toon, die haar verschrikt deed op
kijken. „Sta op en volg mij "en dien daar,
dien ik uitgenoodigd heb om je te zien
isterven. Heb je nog iets te zeggen, iets
.te vragen, doe het dan spoedig.
Zij hief het bekoorlijke, bleeke gelaat
óp en wierp hare prachtige gouden lok
ken trotsch naar achteren. „Ik ben weer
loos tegenover je", zeide zij zacht maar
yast, „maar ik ben eene Tiepolo en zal
toiet om mijn levep smeeken, yya^iie^r frgt
i Het Liberalisme van den ouden
stempel, dat eens heel Europa inhad,
geraakt almeer in lijdenden toestand.
In Engeland wil Asquith zich nog
meer naar den radicalen kant toe be
iwegen, en dit moet wel, of de arbei
dersgroep laat hem in den steek en
hi j is weg. Moret, de leider van het
Liberalisme in Spanje, moest plaats
maken voor Canalejas, den radicaal.
In Duitschland heeft het bloc van Von
Bülow het Liberalisme geheel achter
uitgezet, zoodat het bijna allen leiden-
Iden Invloed op den gang van zaken
verloren heeft. In Frankrijk heeft het
Liberalisme de teugels van het be
twind geheel aan de radicale groep
moeten overgeven, en buigt het voor
een socialist als president-minster. En
ook in België maakt het wel aanstal
ten, om na een nederlaag van het
vierde eener eeuw, weer naar de teu
gel van het bewind te grijpen, maar
het boeleert er evenzoo met het socia
lisme om zijn doel te bereiken.
Het schijnt schade aan twee kanten
tegelijk. Van éénen kant boet het bij
elke nieuwe stembus te meer stemmen
jaan het socialisme en radicalisme in
en aan den anderen kant raakt het
van lieverlee alle ernstigergestemden
kwijt aan de meer geloovige groepen.
Ook zakelijk verliest het steeds
meer terrein. Het zwoer bij den Vrij
handel, en moet nu zelf erkennen, dat
ide oeconomische politiek schier In
alle landen zich tegen haar keert. Ook
voor Engeland is de ure niet ver
meer, dat liet in handelspolitiek om
gaat. En hier te lande staat het ont
werp, waarin die politiek omgaat,
straks reeds te komen. En niet anders
staat het met de School-quaesfae, die
thans Frankrijk en België in rep en
roer brengt. Vrijheid van onderwijs
was steeds der Liberalen leuze, mits
op eigen kosten van de belanghebben
den. Die vrijheid van onderwijs echter
iwordt thans in Frankrijk stelselmatig
afgebroken, en in België komen de
liberale organen er zelve voor uit, dat
subsidieering van het vrije onderwijs
noodzakelijk zal wezen, om de over
winning 'te behalen.
Dit alles duidt op een ziektepro
ces, waarvan we de ontwikkeling met
belangstelling gadeslaan. Want al
wint het socialisme en radicalsme
zienderoogen, dit alles is van het li
beralisme wel het noodzakelijk uit
vloeisel maar daarom toch het eigen
lijke liberalisme niet.
België.
Het hoofdorgaan der Belgische socia
listen „Le Peuple" schreef 28 Februari
jl.. aan het adres der Katholieke werk
lieden.
„Het socialisme is verdraagzaam ge
noeg op godsdienstig en wijsgee-
rig gebied, dat alle werklieden zon
de ronderscheid van geloof of gods
dienst onder de banier van 't socia
lisme kunnen optrekken. Arbeiders,
stelt boven alles uw geest en uw klas-
sebelang, onze partij eerbiedigt uw
ge'oo f...."
Hetzelfde blad, sprekend Zondag j.l.
van dezelfde „Katholieke werklieden",
schrijft:
„Zullen zij dan ten slotte niet be
grijpen, dat de Kerk van lieden niet
meer de Keik van Christus is, dat de
moraal der Katholieke bourgeosie in
jiiets gelijkt op de evangelische mo
raal en dat de godsdienst slechts een
middel van onderdrukking is, ter be
schikking gesteld aan de machtigen
„Neen, de Katholieke arbeiders be
grijpen dat niet, maar wij socialis
ten, moeten hen onderwijzen. Een bij
zonder gunstige omstandigheid is ons
geboden door de verkiezingscampag
ne. Dat wij dus die gelegenheid niet
late.i ontsnappen".
.Toch: niet tegen den godsdienst!...
je plan is mij te dooden. Is mijn dood
het eenige waarmee ik je tevreden stel
len kan, neem dan dat leven, dat te arm
was, om je iets te kunnen bieden, wat
mij eene plaats in je hart had kunnen
verschaffen. Het was mij niet gegund die
plaats te veroveren, hoewel dat het stre
ven van mijn leven was. Maar ik heb toch
het recht te weten, waarom je mij doo
den wilt."
Michele wendde zich half af had hij
deze grootheid niet verwacht in dit tee-
diere schepsel, niet deze trotsche en toch
zoo roerend zachte overgave? „Waarom
zeggen wat mijn beweegreden is!" ant
woordde hij ruw. „Het is mijn wil zoo,
dat zij je genoegI"
„En is u dlat ook genoeg, Jacopo Na-
ni?" vroeg Yolanda met dezelfde kalmte
en zachtheid. „Michele mag zich zoo ge
lukkig rekenen, een vriend te hebben,
die hem zoo toegedaan is, dat hij ook deze
daad met hem deelt!"
„Donna Yolanda! Donna Yolanda!"
riep ik uit en zonk op mijn knieën en
verborg mijn gelaat in mijne handen, al
leen om den hoonenden glimlach van Mi
chele, den verwijtenden blik dezer kin-
deroogen niet te moeten zien.
„Alri" zeide zij zacht. „Ik begrijp! Hoe
staat het echter met je geweten, Michele
zal het je met rust laten, wanneer je
het met mijin bloed belast? Hoe zal je
op den Dag des OordejCls staan, belast
Frankrijk.
Voor de Kerken.
Francois Veuillot doet in de Univers
een op.oep tot alle „goede Franschen",
tot het stichten van een „ligue" voor de
verdediging der kerken in Frankrijk.
Aanleiding daartoe is een briefwsse-
ling, die de bekende Kamer-afgevaardig
de Barrès gehad heeft met minister Bri
and. Barrès had deri minister gewezen
op den treurigëh toestand van verval
waarin verschillende kerken en heilig
dommen geraken, en ook geraken moe
ten docr de verwaarloozing waaraan zij
zijn overgelaten. De staat en de gemeen
ten weigeren immers voor het noodza
kelijke onderhoud te zorgen, terwijl de
kerkelijke gemeenten te arm zijn om die
kosten van onderhoud te dragen. Zoo
komt men ten slotte tot feiten als wal
voor eenigen tijd zich te Grisy afspeel
de, waar de ke k wegens den bouwval
lige.! toestand moest worden afgebro
ken, daar de gemeente weigerde ook
maar een centime oovr het herstel bij
te dragen, hoewel de pastoor een bij
drage van meer dan de helft van de
kosten een som van 25000 francs had
toegezegd.
Minister Briand had daarop met zijn
gewoon cynisch huichelspel geantwoord
dat hij persoonlijk zeer hoopvol was om
trent het lot van de. kerken en heilig
dommen. Sedert de 'wet van 1905, de
beruchte scheidingswet, wist hij van
geen verandering in den toestand der
kerken. Hij zag er geen enkel' ander
gevaar voor dan alleen de verwaarloo-
zing der Katholieken.
Daarop diende Barrès, hoewel zelf
niet Katholiek, maar tcch een onvervaard
ijver aar voor alles wat recht en billijk
is, den minister op geduchte wijze van
repliek. Niet de verwaarloozing der Ka
tholieken, maar hun onvermogen en de
onwil vooral der gemeenten is de re
den van het verval, waaraan de Katho
lieke kerken blootstaan.
Deze belangwekkende briefwisseling
heaft nu Veuil'ot aanleiding gegeven tot
zijn opioep, tot het stichten van een li
ga. Deze zal niet ten doel hebben, zoo
stelt hij het voor, om de plaats van de
geestelijke overheid in te nemen, of de
werkdadigheid van de geestelijken en
geloovigen, waar hun belangen zijn be
dreigd, te doen verslappen.
Veuillot stelt zich de liga voor met
een dubbel doel. Allereerst moet zij de
publieke opinie bewerken, die altijd
slecht is ingelicht en altijd sceptisch
tegenover de waarheid der feiten ge
zind is, maar ook mopt zij practisch te
hulp komen in de parochies, waar het
gevaar het meest dreigende is. In ge.
meenten, waar de kerken het meest ver
waarloosd zijn, door het onvermogen
der geloovigen, kan zij hulp bieden en
voorlichting bij een noodzakelijke ver
dediging op juridisch gebed.
Het is te hopen, dat de wakkere op
roep een ruim gehoor bij de Fransche
Katholieken moge vinden.
Spanje.
Castro,
Het Bert. Tageblatt verneemt uit San
ta Cruz, op de Kanarische eilanden, dat
Castro, de oud president van Venezuela
daar nog altijd een grooten staa.t voert
en zich kostelijk vermaakt. Door zijne
voorliefde voor dure dranken, en zijn
vorstelijke fooien wint hij de harten van
hotelhouders en kellners. Hij wordt over
al waar hij komt, met groote onderschei
ding ontvangen.
De cot respondent zegt, dat Castro de
hoop, om naar Caracas terug te keeren,
geenszins heeft opgegeven. En zijn voor
liefde voor de Kanarische eilanden is
ongetwijfeld hieruit te verklaren, dat van
daar uit de beste stoomvaartverbinding
met Venezuela bestaat. Het trekt de
aandacht, dat de Spaansche gouver
neur hem dikwijls bezoekt. Men wil
eruit opmaken dat de Spaansche regee
ring zijne plannen begunstigt. Dat is
„Zwijg!" beval Michele snijdend. „Ik
ben niet gekomen oin predicates van je
aan te hooren, en ik geloof dat het passen
der is, wanneer je je eigen geweten raad
pleegt, voor je de verre reis naar het on
bekende land aanvaardt."
Donna Yolanda bekruiste zich. „Mijn
geweten is rein", antwoordde zij. „Pas
gisteren biechtte ik nog, gedreven door
een onweerstaanbaren drang."
„Des te beter voor je. Sta op en volg
mij!"
Zij gleed uit haar bear en stond !nu voor
ons als een engel in haar lang wit nacht
kleed, waaronder de kleine naakte voe
ten rose te voorschijn kwamen als bij
een kind. „Op medelijden en erbarmen
,heb ik bij jou niet te rekenen. Michele,"
zeide zij zacht. Doe dus je werk, waar
van jij je bijzonder voordeel voorspiegelt.
Dat zal je echter niet behalen, Michele.
want mijn bloed zal tegen je ten hemel
schreien. En nu, maak het kort dat
is mijn eenig verzoek! Michele greep een
der brandende kaarsen en drukte mij de
andere in de hand, terwijl hij op ieen paar
kleine, met goud bestikte pantoffels wees,
die naast de bedestrade stonden.
Maar Yolanda schudde het hoofd en
glimlachte vluchtig. „Mijn ziel heeft geen
laarzen noodig, als zij tot God gaat," zeide
zij eenvoudig. Daartoe behoeft zij alleen
het bruidsgewaad uit het Evangelie. De
Albarmhartige, die deze daad toelaat
zal het ihij ZQo hopg piet flanrekenen, als
natuurlijk, zegt de correspondent, een
dwaas vermoeden, want het is zeer wel
mogelijk, dat de hooge Spaansche amb
tenaar in Castro en zijne dure wijnen
een zuiver persoonlijk welbehagen heeft
geschept.
Amerika.
De Rockefeller-stichting.
Engelsche bladen vernemen uit Rome,
dat de Paus zeer ingenomen is emt het
nobele besluit door John Rockefeller ge
nomen om zijn fortuin voor het grootste
deel te besteden aan werken van liefdadig
heid en onderwijs. Dadelijk na het ver
nemen van het feit, seinde dePaus den
Amerikaanschen millionair dat hij zijn be
sluit hoogelijk prees, daar het een daad
was, waardoor hij zich uiterst verdienste
lijk maakte ten opzichte van de mensch-
heid, op wier dankbaarheid hij staat zou
kunnen maken.
In een particulier gesprek met lenkele
kardinalen en bisschoppen, die met hem
de vastenmeditatie gevolgd hadden, zeide
de Paus, naar aanleiding van Rockefel
ler's stichting en de andere filantropische
schenkingen van Amerikaansche geldman
nen: „Die Amerikaansche millionnairs
zijn Protestanten. Maar toch zegen ik ze,
omdat alle menschen, die wel 'deen, den
zegen van God verdienen."
Bond van Besturen
van Vereenigingen voor Vakopleiding
in Nederland.
Een heugelijk verschijnsel in ons land
is de herleving van het vakonderwijs.
Men gaat eindelijk ter dege inzien,
dat geen enkel vak, zonder voldoende
opleiding, kan uitgeoefend worden met
hoop op goeden uitslag.
Daarom de oprichting of bevordering
van teekenscho.en, ambacht.cholen en
vakscholen, en waar men geen ambacht-
or vakscholen tot stand kan brengen,
van cursussen in boekhouden en vak-
onderricht, om ten minste zooveel mo
gelijk den toekomst gen handels- of am
bachtsman voor te bereiden voor zijn
verder leven.
Maar wij 'even nog in het begin van
de organisatie voor het vakonderwijs:
vooral op kleinere plaatsen zoekt men
nog naar dei besten en meest practi-
schen weg. Verschil van omstandighe
den doen hun invloed gelden.
En juist in zulken tijd is het zoo aan
bevelenswaardig, als de één zijn voor
deel kan doen met de ondervinding van
den anderdaartoe moet echter voe
ling onder de bestuursleden gehouden
worden. En komt men tot overeenstem
ming dan kan de Regeering er rekening
mede houden.
Welnu, dit goede doel staat op het
punt van bereikt te worden.
Door den heer H. j. de Groot, in
specteur van het Ambachtsonderwijs, is
een schrijven verzonden aan de Bestu
ren van de ambaents- en vakscholen,
teekenscholen, kunstnijverheidscholen, in
austriescholen v. meisjes, handels-, dag
en avondscholen, aan de Commissies v.
Toezicht op het M. O. en aan de wet
houders voor onderwijs, om eene veree-
niging te vormen, ten einde elkander
voor te lichten.
Den 29 Maart a.s. zal eene vergadering
gehouden worden te 's Hage, om tot
oprichting te komen wie geen afgevaar
digde kan zenden, kan althans instem
ming beluigen.
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman,
lid der Tweede Kamer, zal de vergadering
leiden, opdat een bestuur kunne gekozen
worden geheel buiten de oproepers en
leiders der eerste vergadering. „N. K."
Een netelige zaak.
In de Haagsche correspondentie van
de „Zutphcnsche Courant" lezen wij de
opmerking dat trgen elk kwaad (bedoeld
is de „absolute" geest van een aantal
openbare onderwijzers) slechts mag wor
den opgetreden met gepaste middelen
daaraan nog iets ontbreekt. Mijne voe
ten zijn week en verwond in dit leven
misschien, wanneer ik ze onbedekt tot
den laatsten gangdwing, rekent de Schep
per het mij als boete aan, dat ik den
laatsten nacht insliep met de spiegel in
de hand, in plaats van met het crucifix."
Michele wees op de nog openstaande
geheimdeur naast den haard, en ik voor
uitgaande, Donna Yolanda in ons mid
den, traden wij den gang in, dien ik se
dert dien, nacht in nacht uit in den droom
en wakend, in gedachten ga. Toen wij
de plaats passeerden, waar wij uit het
archief gekomen waren, dacht ik er aan,
snel door die geheime deur te ontvluch
ten, Donna Yolanda met mij te nemen en
Michele achter ons latend op de trap
op te sluiten. Tot hij door de verlaten
slaapkamer vrij kwam, konden wij ons
door eene zijdeur uit het Palazzo naar
de Calle redden en daar, als ontkomen
niet mogelijk was, alarm slaan, en onder
de hoede van de te hulp snellenden
Donna Yolanda naar haar ouderlijk huis
brengen. Het was een vertwijfeld plan,
ontsproten aan de wanhoop, die in mij
woelde. Michele had het natuurlijk voor
zien, want toen wij aan de deur kwamen,
stak hij tusschen mij en de deur zonder
een woord te zeggen, de punt van zijn
zwaard, dat hij getrokken had, Voor wij
het slaapvertrek verlieten geen degen,
zooals hij gewoon was te dragen, maar'ti
breed, blank geslepen slagzwaard, jn.et
„ook waar het geldt een zoo netelige;
zaak als de gehechtheid aan ;t Vorsten-,
huis". i
Ziedaar de liefde voor Eet Huis van!
Oranje tot een „netelige" zaak verklaard!
Dit hebben wij nog nooit gehoord. Enf
zoo het woord misschien verkeerd geko-i
zen en „kiesch" in den zin van lastig,
in verlegenheid brengend, bedoeld isy
dan vragen wij nog: is de gehechtheid
aan het Vorstenhuis in ons land een!
„kie^che" zaak waarover men eigenlijk!
liever maar niet moet spreken of die men!
met de uiterste voorzichtigheid moet be
handelen j.
Voor ons is die gehechtheid een zeerj
gezond, flink, sterk, diep geworteld naV
tionaal gewas, dat al veel stormen heeft
doorstaan en een stootje velen -kan.-.y
Maar, niet waar? Van het oogenblikj
af aan dat de sociaal-democraten er zich-
aan ergeren, wordt die gehechtheid een'
„netelige zaak". (N. C.)
Leger en Vloot.
Leger- en landweeroefeniogen
in 1910.
Blijkens de tot nu gevolgde gewoonte
hebben de oefeningen van de landweer,
om 'tandere jaar plaats, in verband weer
moe voor 't leger de zoogenaamde groo-'
te manoeuvres ook om 't andere jaar wor
den gehouden en wel in dat, waarin de
landweerkorpsen niet onder de wapenen
komen.
Vermits de landweer dit jaar onder de
wapenen komt, worden er geen groote
manoeuvres, geen legeroefeningen gehou
den, doch in de maanden Augustus eit
September op meer bescheiden schaal tot
slot zomeroefeningen, oefeningen in het
compagnies-, bataljons- en regimentsver-
band, waar dit kan, met het oog op de
beschikbare terreinen, in de nabijheid der
garnizoenen, overigens door het in dë na
bijheid er van legeren in kampementen.
Voor deelneming aan laatstbedoelde oe
feningen bestaat het plan de lichtingen
1903 en 1904 van 12 tot 22 September en
de lichting 1909 van 16 Augustus tot 20
September onder de wapenen te roepen.;
Voorts :nemen er aan deel de voorjaars-
p'oeg en de viermaanders der lichting van
dit jaar.
Wat de landweeroefeningen betreft, ko
men van alle wapens de lichtingen 1905,-
1906, 1908 en 1909 voor een zesdaagsche
periode op verschillende plaatsen onder
de wapenen en wel 48 bataljons infanterie,'
44 compagniën vesting-artillerie, 5 com
pagnieën genietroepen en 2 compagnieën
pontonniers. Aangezien in de organisatie
dezer troepen nog veel officiers- en onder
officierskader ontbreekt, moet het actieve
leger bijspringen, in dien zin dat voor
oefening iedere compagnie geëncadreerd'
wordt tot 1 kapitein, 2 luitenants, 1 ser
geant-majoor-instructeur en 1 sergeant per
30 man. Teneinde nu het actieve leger
zooveel mogelijk te kunnen vrijstellen van
het geven van dit personeel, zijn de bij
de landweer ingedeelde officieren on on
derofficieren in de gelegenheid gesteld aan
meer landweeroefeningen deel te nemen,
Om deze deelneming te animeeren, is be
paald, dat iedere vrijwillig medegemaakte
landweeroefening van zes dagen gerekend
zal worden gelijk te staan met twaalf
dagen werkelijken dienst, die in mindering
kunnen worden gebracht van een ver
plichten werkelijken dienst van zes weken,-
waartoe zij in 1910 en 1911 gehouden;
zijn.
De kosten der landweeroefeningen kun
nen voor dit jaar geraamd worden op een
ronde som van flSO.000, waaronder niet
begrepen de gelden, eventueel noodig voor
het toekennen van vergoedingen aan de-
gezinnen der landweermannen. Als men
weet, dat ongeveer 30.000 mannen ender
de wapenen komen, is het te begrijpen,-
dat het bedrag der toe te kennen vergoe
ding een respectabele som kan worden,
omdat men, lettende op de ervaring van
vorige jaren, veilig kan aannemen dat door
het gros der mannen vergoeding gevraagd!
wordt, Daarom is het ook niet te ver
wonderen, dat de groote legeroefeningen'
een met juweelen bezetten greep, zoo
als slechts voor veldtochten gebruikt werd.
Zoo vervloog dan ook deze eenige hoop
op redding en bleef mij niets anders over
dan met een waakzaam oog een anderen
uitweg te ontdekken en dezen ten minste
te maken. Maar ach, er was zelfs geen
muizengaacje, waardoor wij hadden kun
nen vluchten. Een mij eindeloos toeschij
nend aantal treden bracht ons eindelijk!
voor een zwaar beslagen, smalle, spits-
boogvormige deur, die Michele mij be
val open te stooten, en nu betraden wij
eene gewelfde kelderruimte, ongeveer acht
pas lang en even breed ik vermoed'
dat men daar vroeger gewichtige papie
ren en s.chatten aan zilver en juweelen be
waarde in onrustige tijden, want het ver
trek was droog en goed geventileerd, hoe
wel ik niet zeggen kan, hoe dat geschied
de, daar ik geen vensters of luchtgaten;,
ontdekken kon. Wij staken de branden
de kaarsen in een ijzeren houder aan den
wand ettelijke kisten stonden in het
rond, ook een kleine tafel en een laag
bankje vond men in het vertrek, dat vol
gens mijne berekening onder het water
moest liggen, want het scheen mij dat
men boven het gewelf het water hoordé
ruischen.
(Wordt vervolgd).