Ie Jaargang:. No. 129. BUITENLAND. Yolanda. BINNENLAND. 3)e Zcidóche (Bou/tcmt Bureau OUDE SINGEL. 54» LEIDEN. lnterc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 11.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag 4 Maart 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent: ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Duitschland. Soldaten mishandelingen. Bij de behandeling van de legerbegroo- ting in den Rijksdag is de bondsraadver tegenwoordiger van Beieren met bijzon deren nadruk er tegen opgekomen, dat in Beieren de gevallen van mishandeling van soldaten door hun superieuren ver meerderd zijn. Als een bewijs, dat de Beiersche bonds raadvertegenwoordiger het hier bij het rechte eind heeft maakt de Frankfurter- Zeitung melding van een geval van solda- tenmishandeling dat voor den krijgsraad te Würzburg behandeld werd. Een eerste-luitenant had een zijner sol daten herhaaldelijk uitgescholden en ge slagen, en eenmaal zelfs, bij een oefening, omvergereden en onder de hoeven van zijn paard vertrapt, waardoor het slacht- jofrer zwaar lichamelijk letsel ontving. De krijgsraad veroordeelde den lui tenant tottwee dagen kamerarrest. Als tegenhanger van dit schijnvonnis herinnert het blad dan aan de veroordee ling van een ander musketier te Hohen- salza tot acht jaar gevangenisstraf, om dat hij betrokken was in een vechtpartij waarbij ook een onderofficier aanwezig was. De officier, die zijn weerloozen onder geschikten lafhartig mishandelt, wordt dus door den krijgsraad feitelijk vrijgespro ken, terwijl de musketier die bij een vecht partij in elk geval toch ook zijn eigen huid waagt, op draconische wijze ge straft wordt. Wat moet er op deze wijze van de dis cipline terecht komen, vraagt de Frankf. Ztg. De Köpenickers zijn wat wantrouwig geworden, sedert.zij door den valschen kap.tein Wilhelm Voigt zoo deerlijk zijn beet genomen. Het tweede bataljon van het Elizabeth-regiment te Charlotten- bug moest dezer dagen een nachtelijke oeiening-bij Kopenick doen. Öpdat de manschappen in den vroegen ochtend koff.e zouden krijgen, trok eenige dagen te voren een kapitein naar Köpenick en Jbestelde daar bij een kastelein voor 400 man koff.e. Dat vond de man verdacht. De kapitein had zijn hielen nog niet gelicht, of de kazerne van het regiment werd opgebeld en gevraagd, of het mé1? de koffiebestellir.g in den haak was. Ge lukkig bleek de kastelein ditmaal met een echten kapitein te doen gehad te hebben. België. Een fiasco. De interpellatie over de Onderwijs kwestie in België is afgeloopen. De redevoering van den liberaal Hy- mans was nogthans heel behendig; hij heeft niet eens getracht een enkel der punten van de redevoering van Woeste te weerleggen. Hij bepaalde zich bij de beknibbeling FEUILLETON. 22) Hij was opgestaan, den koker onder den linker arm, den rol perkamentbladen in de hand, tërvvijl hij met zijn rechterhand het koord losmaakte. Hij rolde den rol uit en keek vluchtig de eerste bladzijde door, die bedekt was met kleine gekrulde letters in oud-ltaliaansch, moeilijk te ont cijferen voor den leek, maar voor iemand die daarin geoefend is en dat was dok ter Marino zeer zeker geen onoverko- jnelijken arbeid. Mejuffrouw", zeide hij, na een poosje opziend „onze gemeenschappelijke arbeid in het archief, zal met dezen vondst ge ëindigd zijn, want ik geloof, dat wij uit deze bladzijden alles zullen ervaren wat Donna Yolanda betreft. Is echter de theorie, die gij gister in het werk over occulte wetenschappen gelezen hebt, juist dan moet de vreemde heer, als hij in dit leven Jacopo Nani geheeten heeft en de schrijver van deze regels was, niet meer verschijnen nu eene menschelijke hand zijn manuscript gevonden, heeft, zooals hij heeft gewejuscht"a des ministers die, volgens hem, enkel voor zending heeftde verdediging van het openbaar onderwijs. Wetenschappen en kunsten, waarvan baron Descamps minister is, verstaat M. Hymans dus dood eenvoudig als we tenschappen en kunsten in de officieele school; die er buiten kunnen stikken. De staat onderwijzer, het monopool van het onderwijs aan den Staat: ziedaar heel de thesis van M. Hymans. Hoe wilt ge nu toch dat wij, Katho lieken, met die menschen overeenkomen om de leerplichtkwestie op te lossen. Want het zijn waarachtig de huichel achtige verklaringen van M. Hymans niet, volgens dewelke een liberaal gou vernement vrije scholen zou steunen,d ie ons zullen gerust stellen. De beteekenis van die toegeving is duidelijk toegelicht in de volgende woordenwisseling, uitgelokt door eene onderbreking van M. Carton de Wiart: M. Hymans. In zekere mate kunnen wij, al blijven wij getrouw aan ons ideaal, ons vereenigen met de toelagen daarover zou de gemeenteraad vertegen woordiger van de huisvaders, beslissen maar zijne gunsten natuurlijk, doen af hangen van een ernstig, waakzaam toe zicht. Dit beginsel verdedigden M.M. Vanderveide en Masson, en persoonlijk sluit ik er mij bij aan. M. Janson. En de waarborg voor de minderheden M. Hymans. Vragen een zeker getal huisvaders om eene onzijdige school, men moet ze hun toestaan. M. Carton de Wiart. En zoo Katho lieke huisvaders een Katholieke school verlangen, zult gij ze hun verkenen M. Hymans. Dat blijft te bezien. (Rechts: Ha! hal). M. Carton de Waart. Dat is gansch de kwestie. i M. Hymans. ge zult me niet doen afwijken van Tiet plan mijner redevoe ring; ik laat mij niet vangen in uwe strikken. Ik herhaal het: volstrekt tegen toelagen ben ik niet, doch wij vergen waarborgen. Indien wij aan't bewind komen zullen wij eene leefbare politiek in 't werk stellen en rekening houden met de fei ten en meeningen, 't Is een zaak die wij moeten onderzoeken. Maar over wel ke wij vooralsnu geen verdere inlichtin gen geven. (Rechts: Ha! ha!) Kan men een grooter monument van huichelarij voorstellen Uit de redevoering van M. Hymans en uit zijn antwoord aan M. Carton de Wiart blijkt dus, dat, wanneer de libe ralen spreken van toelagen aan de „vrije scholen", zij dit verstaan zooals de pro vincieraad van Henegauw het verstaat: toelagen aan vrije... maconnieke scholen zulkdanige... die waarborgen geven. Frankrijk. Nadat dé Fransche Kamer Dinsdag nacht de begrooting had aangenomen, werd besloten Donderdag en Vrijdag de schoolkwestie te behandelen, hetgeen aanleiding gaf tot een geweldig lawaai. „Zooals hij heeft gewenscht?" herhaal de ik, heelemaal Ihi de war en mijzelf afvragend, of ik droomde. „Wel", zeide dokter Marino, „gij hebt er allereerst recht op, te weten wat deze bladzijden bevatten, want gij hebt den „vreemden messer" twee maal gezien ik nooit. Willen wij dit manuscript sa men lezen?" „O, dat gaarne", antwoordde ik leven dig. „Wanneer beginnen wij?" „Dadelijk, wanneer gij niet liever eerst eene wandeling wilt maken". „Dat kan ik in den namiddag nog doen. Voorloopig is voor mij niets zoo interes sant als de geschiedenis van Donna Yolanda.", „Dus, voorwaarts, naar het archief waar Signora Danieli op ons wacht!" „En het paneel in de Stanzo d'Oro?" „Misschien bevatten deze bladen daar van een nadere aanduiding". Assunta Danieli zat nog in den leun stoel in het archief en wachtte op ons Wat had de oude vrouw een prachtige kop, klassiek, als een oude camée, en zij zag er waardig genoeg uit in haar eenvoudig, zwart kleed, met den witten gefkruisten mouselinen doek la Marie Antoinette, het witte schort en mutsje Zij knikte ons toe toen wij binnentraden. „Ik heb bezoek gehad", riep zij ons tegen, „Zij was hje,r4 ^e ec^eje P(Qiina Verschillende afgevaardigden protesteer den en klepperden met de lessenaars om de stemming te verhinderen. Leroy Beaulieu deed dit zoo krachtig, dat het deksel van zijn lessenaar brak hij trok de stukken er af en gebruikte ze als trommelstokken op een anderen lesse naar. Een collega wierp zich in blinde woede op hem, om ze hem te ontruk ken, terwijl een paar anderen de vechten den trachtten te scheiden, en in een oogenbhk was 1het een algemeene klop partij tusschen Frankrijk's volksverte genwoordigers. Ten slotte verliet de rechterzijde on der schel gefluit de zaal. Na groot een uur gelukte het eindelijk den heer Bris- son de zitting op te heffen. Engeland. De rede van Koning Eduard. Een Reutertelegram meldde hoe Koning Eduard tot de aartsbisschoppen van Can terbury en York en andere hooge geeste lijken een rede heeft gehonden waarin hij o.a. zeide dat hij dagelijks bad voor het behoud van den vrede en dat het land voor de ellende van een oorlog zou worden gespaard. Het Berliner Tageblatt merkt naar aan leiding van deze rede het volgende op: De Britsche heerscher heeff zich nage noeg nimmer te voren met zoo groote beslistheid verklaard ten gunste van de vreedzame politiek, die door het thans aan het roer zijnde Kabinet steeds is ge volgd. Het is jammer, dat hij geen gelegen heid heeft gehad om deze schoone rede reeds ten tijde van den verkiezingstijd te houden toen zoovele woorden zijn ge vallen, die weinig bevorderlijk waren voor het behoud van den vrede. Daarom moet men echter deze krachtige uiting van vredelievende bedoelingen door den monarch eerst recht waardeeren, nu zij komen op een oogenblik waarin een spoedige Kabinetswisseling waarschijnlijk is geworden. Het oogenblik waarop deze toespraak is gehouden, geeft haar een bijzondere beteekenis. Amerika. De duim. Te New-York is een dag of wat gele den een bom ontploft in een huurkazerne in de 65e straat. Blijkbaar geschiedde de ontploffing te vroeg, want de man die het helsche werktuig in zijn bezit had, werd bij de explosie zwaar gekwetst en moest met achterlating van drie vin gers en een duim de vlucht nemen. Drie vingers en een duimWelnu, die duim was een oude bekende van de justitie, want zijn afdruk kwam voor in het vinger toppen-album der New-Yorksche recher. che. Het was de duim van no. 13978, ofte wel Leo Barry, een bekend Italiaansch boosdoener en lid der beruchte Zwarte- Hand-organisatie. Hij wordt nu ijverig gezocht Telegrammen uit Utica melden, dat het Mohawk-dal geteisterd is door over- Yolanda, Ik heb haar in lang niet gezien maar vandaag schreide zij niet meer, zij heeft daar op den muur gewezen en ge glimlacht, en «zij was zeer opgewonden Ik weet wel waarom. Omdat de blonde bruid gekomen is de „juffrouw van gezelschap" noemt gij allen haar. Alsof ik .niet beter wist! Ja, gij moogt vrij de schouders ophalen, en doen, alsof gij niets wist, maar gij moet u maar eens herin neren, wat ik voor jaren en jaren gepro feteerd heb, toen de geest over mij kwam en ik het tweede gezicht had, wat nooit be drogen heeft. Gij schudt het hoofd? Ik heb het zelfs door mijn zoon laten opschrij ven, en de marchesa beloofde, het docu ment in het archief te bewaren. Ik zag dus Donna Yolanda, en eene innerlijke stem beval nfij, haar te zeggen: Gij zult verlost worden, wanneer een Spada weer een blonde vrouw trouwt. Een blonde zal het huis groot geluk brengen =- ja. ja, eene blonde. De rede der oude vrt>uw ging over in een onverstaanbaar gemompel, zij scheen onze tegenwoordigheid totaal vergeten te zijn, verzonken in haar eigen gedachten en herinneringen. „Is zij niet heelemaal hier in orde?" vroeg ik den dokter, op mijn voorhoofd wijzend. „Zij schijnt ons beiden voor heel andere persoonlijkheden te houden, |S és JSïlJÜL is heel) stroomingen zoo hevig als nog nimmer voorkwamen. Een woeste stroom rolt door het dal. Honderden menschen zoe ken in allerijl de vlucht om hun leven te redden en zijn daardoor dakloos. Men vreest, dat het water alle huizen zal weg slaan. Door het smelten van de sneeuw en de aanhoudende stortregens is de Staat Ohio op verschillende plaatsen door over stroomingen geteisterd. Er zijn verschei dene slachtoffers. Honderden menschen vluchtten. Talrijke fabrieken liggen stil. De schade wordt geschat op honderddui zenden dollars. Het noorden van den Staat New-York wordt eveneens geteisterd. De Hudson- rivier stijgt acht duim per uur. Koninklijke Besluiten. Met ingang van 1 April zijn benoemd tot commies bij het Departement van Oorlog, de adjunct-commiezen bij dat Departement J. C. Schm.ttmann en jhr. W. E. Van der Does de Bije en tot ad junct-commies bij het Departement van Oorlog de eerste-klerk bij dat Depar tement P. J. C. M. Wijmer. Voor den tijd van vijf jaren, gere kend van 2 December 1909, is benoemd bij het personeel van den Geneeskundi gen Dienst der landmacht tot reserve officier van gezondheid der 2e klasse, de heer A. H. J. Hintzen, arts. Overheid en Ambtenaren. iWij lezen in „De Standaard" De Roemeensche regeering heeft bij het Parlement een wetsontwerp inge diend, om de positie te regelen van al len die in dienst der Overheid zijn, bij Rijk, Gewest en Gemeente. Artikel 1 van dit ontwerp bepaalt, dat al zulke personen wel lid van een eigen vereeniging mogen zijn, maar nooit anders dan met fjoestemming van het Departement waaronder ze hooren. En ook is bepaald, dat er van staking voor dit geheele personeel nooit sprake mag zijn. Daartegenover echter bepaalt Art. 3, dat elke overheid voof alle ambtenaren en werklieden die onder haar ressortee ren, spaarkassen en verzekeringskassen heeft op te richten, zoowel tegen schade van ongevallen als tegen invaliditeit en ouderdom. In hun samenhang leveren deze bei de artikelen de eengie juiste posite. Wie bij de Overheid, waarvoor en on der welken vorm ook, in dienst treedt, moet zeker zijn dat de Overheid hem niet slechts een behoorlijk loon geve, maar ook zijn rechtspositie bij ongeval of invaliditeit behoorlijk regele; doch nooit kan worden toegelaten, dat wie de Over heid dienen, tegen die overheid saam spannen, of de functie van de Overheid zelve, door staking verlammen. Ieder, wie bij haar in dienst treedt, moet dit van te voren weten, doch wie duister. „O, zij is anders bij de hand genoeg", antwoordde hij. „Maar zij is, wat de menschen eene clairvoyante noemen overigens eene zeer onschuldige liefheb berij, daar zij er nooit iemand schade mee berokkend heeft." „In ieder geval bezit het palazzo meer specialiteiten dan men vermoeden zou", zeidje i k eenigszins huiverend. Dokter Marino glimlachte. „Het is al les maar eene kwestie van gewoonte", zeide hij. „Wij Zuidlanders, in 't bijzon der wij Venetianen schijnen vreemdelin gen altijd zeer zonderling met onze „specialiteiten", zooals ge ze zeer juist betitelt, Maar wees eerlijk: het Noor den heeft evengoed zijne eigenaardighe den, en ook daar zal men nog plaatsen vinden, die onberoerd door den stroom van den tijd, hunne bijzonderheden ge koesterd en helliig gehouden hebben als in Venetië". Daarin moest ik den docter gelijk ge ven, en een menigte voorbeelden daar van kwamen mij in de gedachte. Maar dat behoort hier ter plaatse. Wij rolden de bladzijden van het door eene reeks van „toevalligheden" gevon den manuscript uiteen en streken ze glad. Het schrift met al zijn krullen en versieringen zag er op het eerste oog Chineescli Mit. Maar j^neer pieu het geweten heeft en dan toch zelf haaif dienst gezocht heeft, kan zich dan ook! nimmer achteraf beklagen, zoo hij niet hetzelfde zich veroorloven mag, wat aanj hem, die in particulieren denst treedt^ vrij staat Dat neemt echter niet weg, dat de ge legenheid ook voor wie bij de Overheid dienen, moet openstaan om onderling hun belangen te bespreken en er voor op te komen. Vereenigingen van dien aard moeten daarom ook voor de zooi danigen geoorloofd zijn; alleen maatv1 nooit mogen zij een macht vormen te-' gen de Overheid, en daarom moeten zef steeds onder haar toezicht staan. d De Overheidsdienst is er ten behoeve van Land en Volk, en niemand heeft het recht het belang van land en volkj aan de bevordering van eigen privaat belang op te offeren. In hoofdzaak alzoo in Roemenië juist datgene, wat ook ons steeds eisch van, den toestand scheen. Middenstandscongres. Het 7e Middenstandscongres vergadert in Juli e.k., te Arnhem, ter behandeling van het vraagstuk der oneerl ij ke'con currentie. Over het onderwerp zijn preadviezen in druk verschenen van prof. mr. D. Josephus Jitta, R. P. J. Tutein Nolthenius en mr. P. J. M. Aalberse. Aan het preadvies van mr. Aalberse die als strijder tegen de oneerlijke con currentie zich een goeden naam verwierf,- en in de Tweede Kamer meermalen op wettelijke maatregelen aandrong, is het volgende ontleend: „Men doet, zegt de schrijver, om the oretische en practische redenen verstan dig, met te onderscheiden tusschen afkeu renswaardige concurrentie in het alge meen, en oneerlijke concurrentie in 't bijzonder. O n e e r 1 ij k is datgene wat geschiedt door misleiding, met het oogmerk van geldelijke bevoordeeling. Afkeurenswaardig is datgene,- wat in strijd is met de goede zeden. Derhalve is afkeurenswaardige concur rentie het pogen, om door handelingen, welke in strijd zijn met de goede zeden, het handelsdebiet te vestigen, te behou- den of uit te breiden, ten spijt van ande ren. Oneerlijke concurrentie daarentegen is het pogen, om door misleiding van het publiek of van de concurrenten, het han delsdebiet te vestigen, te behouden of uit te breiden, ten spijt van anderen. Uit deze begripsomschrijvingen blijkt duidelijk, dat alle oneerlijke concurrentie afkeurenswaardig is, maar dat alle afkeu renswaardige concurrentie niet steeds on eerlijk is. Het practische verschil is dit: de on eerlijke concurrent handelt in strijd met de rechtvaardigheid en begaat een straf waardig feit. Daartegenover zijn er ver schillende gevallen van afkeurenswaardige concurrentie, waarbij het gewenscht is, dat de wet de zedelijke verplichting tot schadevergoeding tot een rechtsplicht ver- i heft, maar waarbij niemand er aan denkt er wat langer op tuurde kon men ten slotte enkele letters en woorden ontcij feren eene kunst waarin dokter Ma rino het, door voortdurende oefening en de omstandigheid, dat hij 't in zijne, aiwas het dan verouderde moedertaal waarin deze bladzijden waren beschreven, veel verder had gebracht dan ik. Deze voor deden gaf ik hem dan ook grif toe, en hij stelde voor het manuscript te lezerf en mij te dicteeren, dan kon ik het in leesbaar Italiaansch weergeven. Papier was spoedig voor den dag ge haald, ik -nam plaats aan de schrijftafel, dokter Marino ging naast mij zitten en het werk begon. Toen het tijd werd voor den lunch wa ren wij nog niet half gereed met het ma nuscript, welks inhoud ons meer dan eens vol verbasing deed ophouden en ons van louter spanning bijna den adem benam. ri Toen Attilio kwam zeggen', dat de'-/ lunch gereed was, en wij dus moesten ophouden, zeide ik: „Dokter, ik weet; niet, hoe gij er over denkt, maar ik zat geen rust hebben, voor ik weet wat Ja*»j copo Nani nog te zeggen heeft, voor ild{ de tragedie ken, die in deze bladzijdenj is opgeteekend ik kan niet tot morgeflj d,a,armee wachten". (Wordt yervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1