Yolanda. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 3 Maart. Uit de Pers. Een nadeelig saldo. In de bladen circuleert het volgend bericht: Uit een bij den gemeenteraad van Zeist ingekomen mecedeeling van de hootcicommiss.e der tuinbouw ..entoon- ste.Iing, het voiig jaar aldaar gehou den, blijkt, dat deze expositie sloot met een nadeeiig saldo van f 10.000. De hoofdcommissie wijt dit aan het fe.t, dat tijdens de voorbereiding ver schillende beg.ootingsposten moesten worden overschreden en voorts aan het slechte zomerweder, waardoor het slechte zomerweder, waardoor het in orde houden der terreinen een zeer groot bedrag verslond en dat tevens het bezoek van vreemdelingen heeft gedrukt. De „Maasbode" teekent hierbij aan: „Mogen wij in alle bescheidenheid op- merken, dat de hoofdcommissie nog een lactor over het hoofd zag. Toen de Zeister tentoonstelling zou geopend worden, en de commissie daar toe annonces deed plaatsen in de bla den, werd de geheele rechtsche pers ge passeerd. Aan de liberale bladen, volgens de heeren der commissie de on partijdige had men genoeg. De cou ranten der rechterzijde mochten alleen de communiqué's opnehien, haar door de commissie welwillend verstrekt. Men zal zich hernne~en, dat de recht sere pers en bloc voor die eer bedankte en de Ze:ster tentoonstelling in alle bla- dei eenvoud'g genegee-d werd. Nu de comm;ssie voor een TeelïjTc1 te- ko-t start mag zij we' eens ove"wegen, of hare heel n'et liberale houding no pens de rechtsche o-ganen, en 9e daar- u:t gevo'gde bovcot. mogelijk ook van jnv'r-ed zouden kunnen geweest zijn op de recette. Fen sch'p op strand. „een baken in zee Cancan-politiek. Onder dit opschrift schrijft de „Stand." Zeer terecht wij t de Nederl. er op, dat al meer in onze vaderlandachepoli- t ek het euvel insluipt van de Franschc sc e en Amerlkaansche cancan-politiek. De nobele beginselstrijd wo dt naar dei achterg ond ged ongen, en men ver maakt z ch met aile personaliteit, in de meest booze opvatting van het woord. Uit geheele gesprekken en correspon- dentiën leest men saam wat aan een te genstander persoonlijk onaangenaam moet zijn. Van een eerbiediging van het geheim van het persoonlijk leven weet men niet meer. Aan alle vertrouwelij ke d in den persoonlijken omgang wo:dt zoodoende de nekslag toegebracht. Zoo ais de Nederl. terecht opmerkt, keeren we zoodQende terug naar 'de verklik kers of delatoren uit den Romeinschen ke zertijd, een stelsel door Rochefort in Frankrijk weer aan de orde gesteld en in Amerika nagevolgd. Men acht d;t prikkelende litteratuur voor het groote publiek, vult er zijn kolommen mee, en aast op de min goede kwaliteiten in zijn lezers. Dit verraadt een afdaling van onzen politieken strijd van de nobele hoogte waarop hij in beter dagen *cen onzent gestaan heeft. Om de altoos zoo moei lijke oplossing van gewichtige Staatspro- b.emen bemoeit men zich al minder. P.actisch moet onze politiek en pole miek worden En op de meest onheilige hartstoch ten zelfs op lust aan schandaal, wordt h.erbij gespeculeerd. Toch zullen de partijen 'die op dit pad mee afglijden, er zeiven het eerst het gelag van betalen. Immers achter het FEUILLETON. 21) Dat was eene zonderlinge opgave, die zeker een dieperen zin had,dan men bij den eersten oogopslag denken zou, En daar ik op het oogenblik niets beter te doen had> de dokter zocht nog altijd ijve rig in een stapel, dacht ik over de zaak na, door mij de ligging en den grond van mijne zitkamer voor te stellen. De ven sters zagen op het Zuiden uit dat her innerde ik mij, en vond dit door het plan ook bevestigd. Tegenover de deur naar den corridor lag het linker venster. Wan neer men dus in de lengte der kamer achttien ruiten telde en in de diepte van de vensternis nog twee (terwijl er drie in de breedte lagen) dan was dat vol gens Bartjes twintig ruiten, 'en de boven ste linker in de lengte lag natuurlijk in het Oosten, dus naar zons-opgang toe. En naar dezen hoek wees immers altijd de verschijning, zoodra zij verscheen, Zou zij dus een bijzondere ruit bedoelen, die een aparte beteekenis had? Ik kon nu niet langer zwijgen, en riep dokter Ma rino, die door den opgewonden toon waarop ik r iep, opmerkzaam geworden, dadelijk bij mij kwam, en zich over mij heea boog, terwijl ik hem mijne p;itdek- min-fijn ontwikkelde publiek dat aan de ze cancans lust heeft, staat de gezonde kern van ons nationale leven, bij wie zulk een cancan-politiek slechts weer zin wekt. Men voelt, dat wie daartoe zijn toevlucht neemt, zwak op eigen bee- nen staat. Men boezemt er geen eerbied mee in, en verspeelt het vertrouwen. In nerlijke zwakheid komt er in uit. Gelukkig mag dan ook gezegd, dat de Pers van Rechts er zich gemeenlijk van weet te onthouden, al bestaat on getwijfeld het gevaar, dat het kwade voorbeeld ook onder ons nawerkt. En daarom was het goed gezien van de Nederlander, dat zijn redactie er eens een ernstig protest tegen hooren liet. De Landbouw- en de Tuinbouw- Onderlinge. De „Standaard" maakt met ingenomen heid melding van een artikel in het christe lijke sociale maandblad „Boaz", waarin wordt aangedrongen dat aller samenwer king noodig is om een goede land- en tuinbouw-ongevalienverzekering tot stand te brengen; dat deze alleen door wettelijk gebod kan worden ingevoerd, doch dat aan de landbouwers de gelegenheid moet worden geopend om zelf de zaak op het eenvoudigst en doeltreffendst te organi- seereu. Hiermede kan het blad zich zeer goed vereenigen- het is zegt het het stelsel van het „Groote Amendement" van dr. Kuyper op de Ongevallenwet. De „Std." juicht dan ook de oprichting der Tuinbouw-Onderiinge en de Cen trale Landbouw-Ondcrlinge warm toe; al léén maar, zegt het blad, „de beide On- derlingen kunnen zonder Overheidshulp haar doel doel nooit bereiken, en er lag dan ook in de houding van den heerStoik in de Eerde Kamei n'et die minste io.ise- quentie. Wie voorstander is van het stelsel dat de landbouw zich zelf helpe, moet juist op verplichting van Overheidswege aandringen, omdat zonder dit alle actie van het particulier initiatief doodloopt." De Christelijke patroons, in de vereen- ging Boaz georganiseerd, hadden (zegf De „Std>.") eigenlijk uit eigen beweging den drang die van Ooi in 't hart werkt, gevolg moeten geven en zich van den ver zekeringsplicht tegenover hun weiklieden kwijten zonder dwang. Daarom do at het pijnlijk aan, dat dc drang zonder dwang nog zoo slap werkt; in het bijzonder voor de Christenpatioons ware dit een min schoone uitkomst. Wel waren er, ook voor de verzekering aan de orde kwam, paiioons die van hun coor een ongeval getroffen arbeiders zorg den, maar dit gebeurde toch niet op een goede manier. De verzekeringsidee b;acht uitkomst. Evenwel, de overheid hier te lande richtte diie verkeerd in, haalde haar wijsheid uit het verre Oostenrijk, wilde te sterk centialiseeren, maakte een peper dure organisatie en sterkte alzoo de oppo sitie tegen het geheele verzekeringswezen. Maar nu doet men niet goed door bij de pakken te blijven neerzitten en neme voor de nog niet geholpen bedrijven uit vrije beweging de ongevallenverzekering ter hand, „Niet om -daardoor den dwang van de Overheid overbodig te maken. Dit kan nooit. Maar wel om de Overheid tege moet te komen, met haar samen te wer ken, en zoo het experiment op de beste wijze te doen slagen." Dit kan, door tot de beide „Ouder lingen"' toe te treden, welker optreden de „Std." zeer toejuicht. „Zulk een vereeniging wordt niet door ambtenaren, maar coor mannen van het vak geleide Als particuliere vereeniging werkt ze goedkcoepr dan de Staat. Door dat ze niet gecentraliceerd is, kan ze meer en beter met het verschil in toestanden re kenen. Overdreven eischen kan ze keeren Van goede huismiddeltjes kan ze gebruik maken. Kortom, ze kan een stuk werk leveren, zóó passend op den toestand als geen staatsorganisatie dit ooit kan. Alleen maar, als vr ij e Vereeniging kan ze niet beletten dat een tweede en derde vereeniging zich naast haar plaatse. Die concunenlie zou de soliditeit van het par ticulier initiatief in gevaar brengen. En king eerst een beetje verward toen helder uitlegde. „Dat zou een zonderlinge samenloop van omstandigheden zijn", zeide hij het hoofd schuddend, „maar het kan in elk geval geen kwaad, als wij een onderzoek instellen, wat deze bijzondere ruit te be- teekenen heeft" Ik wees hem nu ook den geheimen trap in verbinding met de Stanza d'Oto en verrast vertelde hij mij dat hij ook daar van het bestaan niet kende, daar hij op plannen uit lateren tijd niet voorkwam Ook ontbrak daarop het gewelfde kelder- vertrek, waarheen de trap voerde. „Misschien ligt daar een verborgen schat begraven, waarheen Donna Yolanda den weg wil wijzen", zeide ik schertsend. „In deze oude huizen liggen uit den tijd der middeneeuwen vaak heel andere iingtn b graven dan schatten", antv.o< rd d-e doctor Marino schouderophalend. „Maar wij zullen zion". „Dus gij gaat de zaak onderzoeken!" vroeg ik buiten adem van opwinding". „Natuurlijk", was het kalme antwoord, „Wat d-efi trap en het keldervertrek be treft, wij moeten, alsde toegang, tot den trap eerst gevonden is, eerst voorzorgs maatregelen nemen tegen bouwvalligheid en schadelijke gassen, die zich in deze gesloten, van de lucht afgezonderde ver trekken, dikwijls ontwikkelen. Maar er be staat ge;cjU enkej.c rede,n4 waaiom wij d,e wat alles afdoet, juist nu zullen alleen de goediwilligen zich bij haar aansluiten, en de onwilligen zullen er op bedacht zijn, om het geld in den zak te houden. Juist wat uit Drang opkomt, roept daarom om een Dwang. Niet enkele, maar alle arbeiders moeten geholpen worden en dit doel bereikt men nooit ofte- nimmer, zoo niet de Overheid met dwin gend recht den plicht tot Verzekering op legt. Vandaar dat zij, in wie de Drang 't sterkst werkt, de eersten zijn om te roe pen om het opleggen van deze verplichting van Overheidswege. Dan toch eerst treden allen toe, wordt alle bedrijf geldelijk ge lijk gedrukt, en kan doer het verdeelen van de kosten over zoovelen, de premie het laagst dalen. Bij wet kan dan bepaald, aan we.ke vereischten de Vereeniging goet voldoen om mee te tellen. Bij wet kan dan eveneens worden bepaald, op wat een getroffene recht zal hebben. Bij wet kan dan de beslissing van geschillen worden geregeld. En evenzoo bij wet de uitbeta ling van de schadevergoeding worden ver zekerd. Ook dit laatste is noodig. Immers de particuliere vereeniging kan teniet gaat Het kapilaal kan opraken. De fondsen waaruit de weduwen en weezen moeten geholpen worden, kunnen opgeteerd zijn. En zoo zou juist de zekerheid, die alle verzekering mo t bieden, teloorgaan." Van harte hoopt De „Standaard", dat de christen-landlieden" zich ten dezen niet onbetuigd zullen laten en zich bij de Landbouw-Onderiinge en de Tuin bouw-Onderiinge in grooten getale zullen aansluiten. Ook een motief. In „Het Vo;k' wordt gesproken over het door „De Vaderlander" in de we- le d geholpen ge ucht, dat het „Bakkers- wetje" in de Tweede Kamer ongunstig is ontvangen. Het Socialistisch hoofd- o gaan geeft op dat gerucht enkele kant te-ken? gen en zegt daarbij o. m. „Aan e'e linker zijde, bij de vooruit- st;evende vrijzinnigen, zullen de fa- br kan'lei wellicht piofiteeren van een sle ken Taima-haat, die z.ch daar heeft gevestigd. Deze heeft dien haat in vele opz chte verdiend en hij zal op hem d;ukken zoolang hij minister is. De viijznuigen zullen hem geen overwin- nii.g gum e i, waarop hij en zijn coa- litie-genoo.e.i later kunnen pochen. En heel stilletjes verheugt zich dan tevens menig vrijzinnige, dat geen maat egel tot stand komt, waardoor g oo -f. b kan e wo :.e geschaad of beweren dat ze geschaad zul len worden in hunne belangen, zoo dat d,t politieke mes aan twee kan ten snijdt." Als dit juist is, heeft men hier een van de motieven genoemd, die tot be strijding van de wet aanleiding geven, en deze doen zien, hoe hoog men zulk bestrijden moet aanslaan", voegt de „Standaard" er bij. Kunst en Wetenschappen. Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, afd Leiden. De 104de uitvoering in de groote Stadszaal g ste er.avo. d gegeven, was voo zeker niet de.minste onder de zus teren. Geopend met de Symphonie No. 1 B-dur, op 38 van R. Schumann, tra den al dadelijk naa voren de goede e genschappen waarover dit Orkest der Afdeeling beschikt. Vooral zuiverheid en correct spel, toe wijding en een ernstig st even naar de grootst moge ijke volmaaktheid, maken ce praestat.e van dit dilettanten-corps, tot een genietbaar geheel. Dat de Symphonie veel boven de krachten ligt van de medewerkenden, dient te worden gememoreerd dit kwam vooral uit in het voortdurend climax waarvan dit heerlijk werk overvloeit. Er was een te kort in stijgende kracht en een me kbare matheid in vele opzichten. De hoogte, waarop dri werk dient te staan, we d niet bereikt Wel deden de blazers hun best den gloed er in te bewuste ruit in d-e Stanza della Dogeiessa r.iet dadelijk aan een nauwkeurig onder zoek kunnen onderwerpen." „Waarlijk"? vroeg ik opspringend en voegde er toen aarzelend bij„Gelooft gij, dat de marchese tegen deze doc isnuffe ling van zijn eigendom geen bezwaar zal hebben?" Docter Marino keek mij glimlachend aan. „Zijt gij zoo nauw van geweten, mejuffrouw?" „Ja zeker", antwoordde ik, rood van ergernis. „Wie geen respect heeft voor het briefgeheim en voor het eigendom van anderen, die kan mij met zijn geheele mo raal gestolen worden „Gij hebt vo kenun gelijk", antwoordde dokter Marino ernstig. „Maar ik kan u tot uwe geruststelling zeggen, dat ik onbe perkte volmacht in dit huis heb, zelfs om in de ailergeheimste geheimen er van door te dringen wanneer ik het noodig vind". „Natuurlijk", zeide ik beschaamd. „Gij moet mij vergeven, dat ik er maar een oogenblik aan dacht, u te vragen. „Ik ben blij, dat gij het deed", viel hij mij.in de redie, toen ik eensklaps ophield en na meteen stentorstem moeder Danieli gezegd te hebben, dat wij iets gingen zoe ken, maar dat zij hier op ons wachten moest, gingen wij zwijgend naar de Stanza della Dogaressa. Wij s Ion den beide voor de bedoelde IH& kekefl ny gens die4 dan elkander aan blazen, en het slagwerk nam daaraan een te werkzaam deel, doch het strijk was daar rftet tegenopgewasschen en ging daardoor, zeer jammer, ten onder. Overigens was toch veel te loven. No. 2, Klavier-concert No. 1, C-dur^ op. 15 van L. v. Beethoven is een hoogst gecompliceerd werk en bracht Julius Röntgen, als solist aan de piano. De kern van de strijkers, bleef hier achter voor het orkest en het moet wor den gezegd, zij hebben knap spel ge leverd. De begeleiding lcwam wel eens in 't gedrang, waar gelijktijdig optreden plaats had, en een verlangzaming van de tempi viel een enkele maal waar te nemen. Waar een klavierist als Röntgen de toetsen kneedt en er wondervolle klaarheid aan ontlokt, daar is Beetho ven een openbaring. Zijn spel boeit van 't begin tot het eind, èn door opvatting èn door voordracht. Hij is een Beethoven kenner in optima forma. Het tweede deel van den avond zette in met Andante con Variazioni Menuet- to, van Mozart voor strijkinstrumenten en twee hoorns. Was dit nu hetzelfde strijk van daar straks? Lag 't aan de frisscr.e gemakkelijkheid die spreekt uit dit opus, waardoo een beter begrijpen moge ijk is, en £us meerdere beheer- sching van de stof mogelijk? Wat er van zij, de vertolking was, prijzenswaardig en de revanche, schit terend geslaagd. Een bijzonder com pliment aan de hoorns is hier op zrii plaats. Zwei Intermezzi op 117, en Rhap- sodie op. 79, door Röntgen voorgedra gen, vonden een grootmeesterlijke ver- to.king. Het weinig geëvenaard talent van Röntgen is bekend. De nauwgezetheid waarmede deze virtuoos zijn taak ver vuld, heeft een hoogte bereikt, die in staat stelt de meest superieure kunst te geven. Als slot de Ouverture „Der Barbier von Bagdad" van P. Cornelius. In deze schitterende melodieënrijke ouverture, overtrof het orkest zichzelve. De compositie is vol effecten en afwis selende verrassingen en die kwamen door een wel voorbereide uitvoering volkomen tot hun recht, waarvoor den medewerken den hulde dient gebracht. Ook aan de leden van het Residentie-orkest past een woord van waardeering voor hun in alle opzichten waardige medewerking in het orkest, van welk succes zij een gioot deel kunnen tot zich nemen. Evert Cor nelius is een in alle opzichten knap direc teur. De vaste hand, waarmede hij alles leidt, het tot hun recht brengen van de inientieën van den componist, de bezie ling die hij zijn orkest weet in te stor ten, hebben zeker vóór alles meegewerkt om den avond zoo schitterend te doen sla gen. Met breed gebaar leidt hij over de moeilijkheden en efl'ent door een kalme aanwijzing den weg naar het succes. Wel verdiend was de loans die hem werd ge boden, als tolk van den dank voor zijn arbeid voor het orkest. Röntgen had even eens een krans in -ontvangst te nemen. Wij sluiten met den wensch, dat nog vele avond-e nvan muzikaal genot ons zul len worden geschonken. S. Kometen en Overstroomingen. Een Engelsch blad wijst in een belang wekkend artikel op een merkwaardig samentreffen tusschen kometen en groote historische overstroomingsrampen. De overstrooming in Frankrijk, die samen valt met het verschijnen van twee kometen, is enkel een nieuw geval van dergelijk samentreffen. Toen Halley's komeet in 1531 in de sterrenwereld nagenoeg dezelfde plaats innam als nu, werd Holland door eene vreeselijke overstrooming geteisterd, waar door 400,000 menschen het leven hebben verloren. Toen de komeet van Halley verscheen in 1607 verbrak de Severn hare boeien en dé golven stegen tot de hoogte van de daken der huizen, zoodat honder den menschen omkwamen. Met de verschijning van Biela's ko meet in 1771, valt de groote overstroo- mingsramp in Yorkshire samen, alsook schouderophalend, want het stuk hout onderscheidde zich door niets van zijne kameraden. Doctor Marino ging op zijne knieën liggen, beki opte het aan alle kan ten, maar of het hout te dik was wij konden niet ontdekken dat het hol klonk, zooals wij verwacht hadden. De doctor maakte zijn zakmes open naar het mij voorkwam, een zeer kostbaar voorwerp en begon met het grootste mes voor zichtig de kanten van de ruit langs te gaan. Eensklaps gieed het bijna voor de helft naar beneden, maar eene poging om het hout op te lichten, mislukte, daar het mes afbrak. „Dat is niets, men kan het met een geschikter instrument nog eens probeeren, want w ken no thc\h u i.i ie er ge a heide hij en steunde, o;n zich op tc richten tegen het paneel van houtbeschot onder den vensterplank. Eensklaps klonk een scherp geruisch, alsof er een slot open- knapte, het paneel week ter zijde en ging een paar centimeter terug, de ruit in den vloer echter sprong door middel van twee verborgen scharnieren in de hoogte, zoo als een kastje dat door den druk op een veer geopend wordt, en onthulde eene opening in dien grond, waaruit een dikke stofwolk naar boven steeg. „Nu zullen wij wel vinden, waarop de vreemde heer gewezen heeft". /eid-e ik onwillekeurig omzien „maar wat?" Dodor Maijijq ii&ulué de adioyders de watersnood in Nipon, eenige maanden later. Na de terugkomst van de komeet in 1783 onstonden vreeselijke overstroo mingen tn China, die meer dan 10.000 huizen vernieiden. Aan Frankrijk heeft dc komeet van Biela twee groote overstroo mingen gebracht; kort na hare verschij ning in 1839 werden honderden huizen weggespoeld en toen de komeet later nogmaals verscheen, ontstond een nieuwe overstroomingsramp in Frankrijk, die voor omtrent 100 millioen schade aanrichtte. Met de laatste verschijning der komeet van Biela in 1851, viel de vernielende overstrooming samen in Holmfirth, nabij Huddersfield, waarbij 90 menschen ver dronken. Toen verdeelde de komeet zich in twee helften, waarna zij niet meer ver schenen is. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Vergadering van Dinsdag 1 'Meert. Na de pauze kwam in behandeling het ontwerp tot wijziging der wet, op de regeling van het militair onderwijs. i- De heer Tydeman betoogde onder, meer, dat de militaire opleidng zooda nig geregeld moet zijn, dat zij die onC een of andere reden den dienst moeten verlaten, een bestaan kunnen vinden, verband daarmede wil hij het militair onderwijs als zuivere vakopleiding zien! beschouwd, waarbij de eischen niet te hoog moeten opgevoerd. Voorts betoog de spreker, dat met opheffing der Cadet tenschool te Alkmaar als niet meer pas sende in het kader van onzen tijd niet langer mag gedraald worden. De heer Duymaer v. Twist sloot zich aan bij den wensch naar opheffing van de Cadettenschool. Spr .achtte het wetsontwerp op zich zelf noodig, het is ingediend om voorziening te brengen in het incompleet aan officieren ,maar. dat bestaat alleen bij cfe artillerie, bij de overige wapens is het zoo erg niet. Hij wil echter wel voorstemmen indien' de Minister de pertinente verzekering geeft, dat de hoofdcursus niet in slechte conditie komt. De M i n. van Oorlog antwoord de den heer Tydeman, dat als hij tot uitvoering zal kunnen brengen, wat hij zich als Minister heeft voo. genomen te doen, hij zoo spoedig mogelijk de hand zal slaan aan een nieuw ontwerp tot algelieele herziening betreffende de op leiding .waarin de denkbeelden van den heer "Tydeman omtrent de opleiding ver wezenlijkt zullen worden. Ook de Min. achtte de cadettenschool, hoe goede diensten zij ook bewezen heeft, over bodig. Zij is dan ook ten doode op geschreven en zoo noodig kan haar dood nog verhaast worden. Ook de Hoofdcursus is den Minister n'et sympathiek, want in wetenschappe lijke opleiding staat deze on'derwijs-in- richting verre ten achter bij de Kon. Militaire Academie. De Minister bestreed reeds nu het op dit ontwe p ingediende amendement van de commissie van Rapporteurs, waar van de bedoeling is dat voor de infan terie en cavalerie ook toegelaten kun nen worden zij, die in het bezit zijn gekomen van het eind-examen A van hef Gymnasium, bij aanneming van welk! amendement het ontwerp voor den Min. onaannemelijk zou worden. Het algemeen debat wordt gesloten. Vergadering van V/oensdag 2 Maart. Voortgezet werd de behandeling vatï het wetsontwerp tot wijziging van de v/et van 21 Juli 1890 tot regeling van' het militair onderwijs bij de landmacht enz. De heer Tydeman lichtte toe het amendement der Commissie van Rap porteurs strekkende om voor infante rie en cavalerie tót de Kon. Militarej Academie ook toe te laten hen, die itf het bezit zijn van het diploma A vare het Gymnasium. Spr. hoopte dat de Min. zou terug komen op zijn vernietigend oordeel van gisteren toen hij dat amen dement onaannemelijk verklaarde, en als- „Iets afschuwelijks kan het nauwelijks zijn", zeide hij. „daarvoor lijkt mij de ruimte te klein. Diep is zij wel, maar ire elk geval nauw. In ieder geval zal ik er eens met licht in kijken, nu de stof op getrokken is." Ik haalde gauw een doosje waslucifers en reikte er hem een over. Na een paar minuten van ademloos wachten ging zijn rechterhand naar beneden en haalde hij een langwerpigen blikken koker te voor schijn, welks deksel heel gemakkelijk te openen was. Toen hij den koker leeg- schudde, kwam er een rol fijn beschreven perkamentbladen te voorschijn, die met een zijden koord samengebonden waren. Nadat hij nog eens met een lucifer rond gekeken had, was hij overtuigd dat de ruimte verder niets bevatte. Doctor Mari no drukte dus de ruit weer stevig naar be neden, het paneel schoof weer naar voren,' een scherp knappen, en het geheime vak was weer gesloten. „Een dood gemakkelijk mechanisme"- mompelde de doctor, „maar goéd bedacht In ieder geval heeft vroeger hier een meu bel, stoel, tafel of kastje gestaan, en het geheel bedekt. Krachtens mijn volmacht neem ik dus bezit van deze papieren voor het huis Sparta. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5