Yolanda.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 3 Maart.
Uit de Pers.
Een nadeelig saldo.
In de bladen circuleert het volgend
bericht:
Uit een bij den gemeenteraad van
Zeist ingekomen mecedeeling van de
hootcicommiss.e der tuinbouw ..entoon-
ste.Iing, het voiig jaar aldaar gehou
den, blijkt, dat deze expositie sloot
met een nadeeiig saldo van f 10.000.
De hoofdcommissie wijt dit aan het
fe.t, dat tijdens de voorbereiding ver
schillende beg.ootingsposten moesten
worden overschreden en voorts aan
het slechte zomerweder, waardoor het
slechte zomerweder, waardoor het in
orde houden der terreinen een zeer
groot bedrag verslond en dat tevens
het bezoek van vreemdelingen heeft
gedrukt.
De „Maasbode" teekent hierbij aan:
„Mogen wij in alle bescheidenheid op-
merken, dat de hoofdcommissie nog een
lactor over het hoofd zag.
Toen de Zeister tentoonstelling zou
geopend worden, en de commissie daar
toe annonces deed plaatsen in de bla
den, werd de geheele rechtsche pers ge
passeerd. Aan de liberale bladen,
volgens de heeren der commissie de on
partijdige had men genoeg. De cou
ranten der rechterzijde mochten alleen
de communiqué's opnehien, haar door
de commissie welwillend verstrekt.
Men zal zich hernne~en, dat de recht
sere pers en bloc voor die eer bedankte
en de Ze:ster tentoonstelling in alle bla-
dei eenvoud'g genegee-d werd.
Nu de comm;ssie voor een TeelïjTc1 te-
ko-t start mag zij we' eens ove"wegen,
of hare heel n'et liberale houding no
pens de rechtsche o-ganen, en 9e daar-
u:t gevo'gde bovcot. mogelijk ook van
jnv'r-ed zouden kunnen geweest zijn op
de recette.
Fen sch'p op strand. „een baken in
zee
Cancan-politiek.
Onder dit opschrift schrijft de „Stand."
Zeer terecht wij t de Nederl. er op,
dat al meer in onze vaderlandachepoli-
t ek het euvel insluipt van de Franschc
sc e en Amerlkaansche cancan-politiek.
De nobele beginselstrijd wo dt naar
dei achterg ond ged ongen, en men ver
maakt z ch met aile personaliteit, in de
meest booze opvatting van het woord.
Uit geheele gesprekken en correspon-
dentiën leest men saam wat aan een te
genstander persoonlijk onaangenaam
moet zijn. Van een eerbiediging van het
geheim van het persoonlijk leven weet
men niet meer. Aan alle vertrouwelij
ke d in den persoonlijken omgang wo:dt
zoodoende de nekslag toegebracht. Zoo
ais de Nederl. terecht opmerkt, keeren
we zoodQende terug naar 'de verklik
kers of delatoren uit den Romeinschen
ke zertijd, een stelsel door Rochefort in
Frankrijk weer aan de orde gesteld en
in Amerika nagevolgd.
Men acht d;t prikkelende litteratuur
voor het groote publiek, vult er zijn
kolommen mee, en aast op de min goede
kwaliteiten in zijn lezers.
Dit verraadt een afdaling van onzen
politieken strijd van de nobele hoogte
waarop hij in beter dagen *cen onzent
gestaan heeft. Om de altoos zoo moei
lijke oplossing van gewichtige Staatspro-
b.emen bemoeit men zich al minder.
P.actisch moet onze politiek en pole
miek worden
En op de meest onheilige hartstoch
ten zelfs op lust aan schandaal, wordt
h.erbij gespeculeerd.
Toch zullen de partijen 'die op dit
pad mee afglijden, er zeiven het eerst
het gelag van betalen. Immers achter het
FEUILLETON.
21)
Dat was eene zonderlinge opgave, die
zeker een dieperen zin had,dan men bij
den eersten oogopslag denken zou, En
daar ik op het oogenblik niets beter te
doen had> de dokter zocht nog altijd ijve
rig in een stapel, dacht ik over de zaak na,
door mij de ligging en den grond van
mijne zitkamer voor te stellen. De ven
sters zagen op het Zuiden uit dat her
innerde ik mij, en vond dit door het plan
ook bevestigd. Tegenover de deur naar
den corridor lag het linker venster. Wan
neer men dus in de lengte der kamer
achttien ruiten telde en in de diepte van
de vensternis nog twee (terwijl er drie
in de breedte lagen) dan was dat vol
gens Bartjes twintig ruiten, 'en de boven
ste linker in de lengte lag natuurlijk in het
Oosten, dus naar zons-opgang toe.
En naar dezen hoek wees immers altijd
de verschijning, zoodra zij verscheen, Zou
zij dus een bijzondere ruit bedoelen, die
een aparte beteekenis had? Ik kon nu
niet langer zwijgen, en riep dokter Ma
rino, die door den opgewonden toon
waarop ik r iep, opmerkzaam geworden,
dadelijk bij mij kwam, en zich over mij
heea boog, terwijl ik hem mijne p;itdek-
min-fijn ontwikkelde publiek dat aan de
ze cancans lust heeft, staat de gezonde
kern van ons nationale leven, bij wie
zulk een cancan-politiek slechts weer
zin wekt. Men voelt, dat wie daartoe
zijn toevlucht neemt, zwak op eigen bee-
nen staat. Men boezemt er geen eerbied
mee in, en verspeelt het vertrouwen. In
nerlijke zwakheid komt er in uit.
Gelukkig mag dan ook gezegd, dat
de Pers van Rechts er zich gemeenlijk
van weet te onthouden, al bestaat on
getwijfeld het gevaar, dat het kwade
voorbeeld ook onder ons nawerkt. En
daarom was het goed gezien van de
Nederlander, dat zijn redactie er eens
een ernstig protest tegen hooren liet.
De Landbouw- en de Tuinbouw-
Onderlinge.
De „Standaard" maakt met ingenomen
heid melding van een artikel in het christe
lijke sociale maandblad „Boaz", waarin
wordt aangedrongen dat aller samenwer
king noodig is om een goede land- en
tuinbouw-ongevalienverzekering tot stand
te brengen; dat deze alleen door wettelijk
gebod kan worden ingevoerd, doch dat
aan de landbouwers de gelegenheid moet
worden geopend om zelf de zaak op het
eenvoudigst en doeltreffendst te organi-
seereu.
Hiermede kan het blad zich zeer goed
vereenigen- het is zegt het het
stelsel van het „Groote Amendement" van
dr. Kuyper op de Ongevallenwet.
De „Std." juicht dan ook de oprichting
der Tuinbouw-Onderiinge en de Cen
trale Landbouw-Ondcrlinge warm toe; al
léén maar, zegt het blad, „de beide On-
derlingen kunnen zonder Overheidshulp
haar doel doel nooit bereiken, en er lag
dan ook in de houding van den heerStoik
in de Eerde Kamei n'et die minste io.ise-
quentie. Wie voorstander is van het stelsel
dat de landbouw zich zelf helpe, moet
juist op verplichting van Overheidswege
aandringen, omdat zonder dit alle actie
van het particulier initiatief doodloopt."
De Christelijke patroons, in de vereen-
ging Boaz georganiseerd, hadden (zegf
De „Std>.") eigenlijk uit eigen beweging
den drang die van Ooi in 't hart werkt,
gevolg moeten geven en zich van den ver
zekeringsplicht tegenover hun weiklieden
kwijten zonder dwang. Daarom do at het
pijnlijk aan, dat dc drang zonder dwang
nog zoo slap werkt; in het bijzonder voor
de Christenpatioons ware dit een min
schoone uitkomst.
Wel waren er, ook voor de verzekering
aan de orde kwam, paiioons die van hun
coor een ongeval getroffen arbeiders zorg
den, maar dit gebeurde toch niet op een
goede manier. De verzekeringsidee b;acht
uitkomst. Evenwel, de overheid hier te
lande richtte diie verkeerd in, haalde haar
wijsheid uit het verre Oostenrijk, wilde
te sterk centialiseeren, maakte een peper
dure organisatie en sterkte alzoo de oppo
sitie tegen het geheele verzekeringswezen.
Maar nu doet men niet goed door bij de
pakken te blijven neerzitten en neme voor
de nog niet geholpen bedrijven uit vrije
beweging de ongevallenverzekering ter
hand,
„Niet om -daardoor den dwang van de
Overheid overbodig te maken. Dit kan
nooit. Maar wel om de Overheid tege
moet te komen, met haar samen te wer
ken, en zoo het experiment op de beste
wijze te doen slagen."
Dit kan, door tot de beide „Ouder
lingen"' toe te treden, welker optreden
de „Std." zeer toejuicht.
„Zulk een vereeniging wordt niet door
ambtenaren, maar coor mannen van het
vak geleide Als particuliere vereeniging
werkt ze goedkcoepr dan de Staat. Door
dat ze niet gecentraliceerd is, kan ze meer
en beter met het verschil in toestanden re
kenen. Overdreven eischen kan ze keeren
Van goede huismiddeltjes kan ze gebruik
maken. Kortom, ze kan een stuk werk
leveren, zóó passend op den toestand als
geen staatsorganisatie dit ooit kan.
Alleen maar, als vr ij e Vereeniging kan
ze niet beletten dat een tweede en derde
vereeniging zich naast haar plaatse. Die
concunenlie zou de soliditeit van het par
ticulier initiatief in gevaar brengen. En
king eerst een beetje verward toen helder
uitlegde.
„Dat zou een zonderlinge samenloop
van omstandigheden zijn", zeide hij het
hoofd schuddend, „maar het kan in elk
geval geen kwaad, als wij een onderzoek
instellen, wat deze bijzondere ruit te be-
teekenen heeft"
Ik wees hem nu ook den geheimen trap
in verbinding met de Stanza d'Oto en
verrast vertelde hij mij dat hij ook daar
van het bestaan niet kende, daar hij op
plannen uit lateren tijd niet voorkwam
Ook ontbrak daarop het gewelfde kelder-
vertrek, waarheen de trap voerde.
„Misschien ligt daar een verborgen
schat begraven, waarheen Donna Yolanda
den weg wil wijzen", zeide ik schertsend.
„In deze oude huizen liggen uit den
tijd der middeneeuwen vaak heel andere
iingtn b graven dan schatten", antv.o< rd
d-e doctor Marino schouderophalend.
„Maar wij zullen zion".
„Dus gij gaat de zaak onderzoeken!"
vroeg ik buiten adem van opwinding".
„Natuurlijk", was het kalme antwoord,
„Wat d-efi trap en het keldervertrek be
treft, wij moeten, alsde toegang, tot den
trap eerst gevonden is, eerst voorzorgs
maatregelen nemen tegen bouwvalligheid
en schadelijke gassen, die zich in deze
gesloten, van de lucht afgezonderde ver
trekken, dikwijls ontwikkelen. Maar er be
staat ge;cjU enkej.c rede,n4 waaiom wij d,e
wat alles afdoet, juist nu zullen alleen de
goediwilligen zich bij haar aansluiten, en
de onwilligen zullen er op bedacht zijn,
om het geld in den zak te houden.
Juist wat uit Drang opkomt, roept
daarom om een Dwang. Niet enkele,
maar alle arbeiders moeten geholpen
worden en dit doel bereikt men nooit ofte-
nimmer, zoo niet de Overheid met dwin
gend recht den plicht tot Verzekering op
legt. Vandaar dat zij, in wie de Drang 't
sterkst werkt, de eersten zijn om te roe
pen om het opleggen van deze verplichting
van Overheidswege. Dan toch eerst treden
allen toe, wordt alle bedrijf geldelijk ge
lijk gedrukt, en kan doer het verdeelen
van de kosten over zoovelen, de premie
het laagst dalen. Bij wet kan dan bepaald,
aan we.ke vereischten de Vereeniging goet
voldoen om mee te tellen. Bij wet kan
dan eveneens worden bepaald, op wat een
getroffene recht zal hebben. Bij wet kan
dan de beslissing van geschillen worden
geregeld. En evenzoo bij wet de uitbeta
ling van de schadevergoeding worden ver
zekerd.
Ook dit laatste is noodig. Immers de
particuliere vereeniging kan teniet gaat
Het kapilaal kan opraken. De fondsen
waaruit de weduwen en weezen moeten
geholpen worden, kunnen opgeteerd zijn.
En zoo zou juist de zekerheid, die alle
verzekering mo t bieden, teloorgaan."
Van harte hoopt De „Standaard", dat
de christen-landlieden" zich ten dezen
niet onbetuigd zullen laten en zich bij
de Landbouw-Onderiinge en de Tuin
bouw-Onderiinge in grooten getale zullen
aansluiten.
Ook een motief.
In „Het Vo;k' wordt gesproken over
het door „De Vaderlander" in de we-
le d geholpen ge ucht, dat het „Bakkers-
wetje" in de Tweede Kamer ongunstig
is ontvangen. Het Socialistisch hoofd-
o gaan geeft op dat gerucht enkele kant
te-ken? gen en zegt daarbij o. m.
„Aan e'e linker zijde, bij de vooruit-
st;evende vrijzinnigen, zullen de fa-
br kan'lei wellicht piofiteeren van een
sle ken Taima-haat, die z.ch daar heeft
gevestigd. Deze heeft dien haat in vele
opz chte verdiend en hij zal op hem
d;ukken zoolang hij minister is. De
viijznuigen zullen hem geen overwin-
nii.g gum e i, waarop hij en zijn coa-
litie-genoo.e.i later kunnen pochen.
En heel stilletjes verheugt zich dan
tevens menig vrijzinnige, dat geen
maat egel tot stand komt, waardoor
g oo -f. b kan e wo :.e geschaad
of beweren dat ze geschaad zul
len worden in hunne belangen, zoo
dat d,t politieke mes aan twee kan
ten snijdt."
Als dit juist is, heeft men hier een
van de motieven genoemd, die tot be
strijding van de wet aanleiding geven,
en deze doen zien, hoe hoog men zulk
bestrijden moet aanslaan", voegt de
„Standaard" er bij.
Kunst en Wetenschappen.
Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst, afd Leiden.
De 104de uitvoering in de groote
Stadszaal g ste er.avo. d gegeven, was
voo zeker niet de.minste onder de zus
teren.
Geopend met de Symphonie No. 1
B-dur, op 38 van R. Schumann, tra
den al dadelijk naa voren de goede
e genschappen waarover dit Orkest der
Afdeeling beschikt.
Vooral zuiverheid en correct spel, toe
wijding en een ernstig st even naar de
grootst moge ijke volmaaktheid, maken
ce praestat.e van dit dilettanten-corps,
tot een genietbaar geheel.
Dat de Symphonie veel boven de
krachten ligt van de medewerkenden,
dient te worden gememoreerd dit kwam
vooral uit in het voortdurend climax
waarvan dit heerlijk werk overvloeit. Er
was een te kort in stijgende kracht en
een me kbare matheid in vele opzichten.
De hoogte, waarop dri werk dient te
staan, we d niet bereikt Wel deden de
blazers hun best den gloed er in te
bewuste ruit in d-e Stanza della Dogeiessa
r.iet dadelijk aan een nauwkeurig onder
zoek kunnen onderwerpen."
„Waarlijk"? vroeg ik opspringend en
voegde er toen aarzelend bij„Gelooft gij,
dat de marchese tegen deze doc isnuffe
ling van zijn eigendom geen bezwaar zal
hebben?"
Docter Marino keek mij glimlachend
aan. „Zijt gij zoo nauw van geweten,
mejuffrouw?"
„Ja zeker", antwoordde ik, rood van
ergernis. „Wie geen respect heeft voor het
briefgeheim en voor het eigendom van
anderen, die kan mij met zijn geheele mo
raal gestolen worden
„Gij hebt vo kenun gelijk", antwoordde
dokter Marino ernstig. „Maar ik kan u tot
uwe geruststelling zeggen, dat ik onbe
perkte volmacht in dit huis heb, zelfs om
in de ailergeheimste geheimen er van door
te dringen wanneer ik het noodig vind".
„Natuurlijk", zeide ik beschaamd. „Gij
moet mij vergeven, dat ik er maar een
oogenblik aan dacht, u te vragen.
„Ik ben blij, dat gij het deed", viel hij
mij.in de redie, toen ik eensklaps ophield
en na meteen stentorstem moeder Danieli
gezegd te hebben, dat wij iets gingen zoe
ken, maar dat zij hier op ons wachten
moest, gingen wij zwijgend naar de Stanza
della Dogaressa.
Wij s Ion den beide voor de bedoelde
IH& kekefl ny gens die4 dan elkander aan
blazen, en het slagwerk nam daaraan
een te werkzaam deel, doch het strijk
was daar rftet tegenopgewasschen en
ging daardoor, zeer jammer, ten onder.
Overigens was toch veel te loven.
No. 2, Klavier-concert No. 1, C-dur^
op. 15 van L. v. Beethoven is een
hoogst gecompliceerd werk en bracht
Julius Röntgen, als solist aan de piano.
De kern van de strijkers, bleef hier
achter voor het orkest en het moet wor
den gezegd, zij hebben knap spel ge
leverd. De begeleiding lcwam wel eens
in 't gedrang, waar gelijktijdig optreden
plaats had, en een verlangzaming van
de tempi viel een enkele maal waar te
nemen. Waar een klavierist als Röntgen
de toetsen kneedt en er wondervolle
klaarheid aan ontlokt, daar is Beetho
ven een openbaring. Zijn spel boeit van
't begin tot het eind, èn door opvatting
èn door voordracht. Hij is een Beethoven
kenner in optima forma.
Het tweede deel van den avond zette
in met Andante con Variazioni Menuet-
to, van Mozart voor strijkinstrumenten
en twee hoorns. Was dit nu hetzelfde
strijk van daar straks? Lag 't aan de
frisscr.e gemakkelijkheid die spreekt uit
dit opus, waardoo een beter begrijpen
moge ijk is, en £us meerdere beheer-
sching van de stof mogelijk?
Wat er van zij, de vertolking was,
prijzenswaardig en de revanche, schit
terend geslaagd. Een bijzonder com
pliment aan de hoorns is hier op zrii
plaats.
Zwei Intermezzi op 117, en Rhap-
sodie op. 79, door Röntgen voorgedra
gen, vonden een grootmeesterlijke ver-
to.king.
Het weinig geëvenaard talent van
Röntgen is bekend. De nauwgezetheid
waarmede deze virtuoos zijn taak ver
vuld, heeft een hoogte bereikt, die in
staat stelt de meest superieure kunst te
geven.
Als slot de Ouverture „Der Barbier
von Bagdad" van P. Cornelius.
In deze schitterende melodieënrijke
ouverture, overtrof het orkest zichzelve.
De compositie is vol effecten en afwis
selende verrassingen en die kwamen door
een wel voorbereide uitvoering volkomen
tot hun recht, waarvoor den medewerken
den hulde dient gebracht. Ook aan de
leden van het Residentie-orkest past een
woord van waardeering voor hun in alle
opzichten waardige medewerking in het
orkest, van welk succes zij een gioot
deel kunnen tot zich nemen. Evert Cor
nelius is een in alle opzichten knap direc
teur. De vaste hand, waarmede hij alles
leidt, het tot hun recht brengen van de
inientieën van den componist, de bezie
ling die hij zijn orkest weet in te stor
ten, hebben zeker vóór alles meegewerkt
om den avond zoo schitterend te doen sla
gen. Met breed gebaar leidt hij over de
moeilijkheden en efl'ent door een kalme
aanwijzing den weg naar het succes. Wel
verdiend was de loans die hem werd ge
boden, als tolk van den dank voor zijn
arbeid voor het orkest. Röntgen had even
eens een krans in -ontvangst te nemen.
Wij sluiten met den wensch, dat nog
vele avond-e nvan muzikaal genot ons zul
len worden geschonken. S.
Kometen en Overstroomingen.
Een Engelsch blad wijst in een belang
wekkend artikel op een merkwaardig
samentreffen tusschen kometen en groote
historische overstroomingsrampen. De
overstrooming in Frankrijk, die samen
valt met het verschijnen van twee kometen,
is enkel een nieuw geval van dergelijk
samentreffen.
Toen Halley's komeet in 1531 in de
sterrenwereld nagenoeg dezelfde plaats
innam als nu, werd Holland door eene
vreeselijke overstrooming geteisterd, waar
door 400,000 menschen het leven hebben
verloren. Toen de komeet van Halley
verscheen in 1607 verbrak de Severn hare
boeien en dé golven stegen tot de hoogte
van de daken der huizen, zoodat honder
den menschen omkwamen.
Met de verschijning van Biela's ko
meet in 1771, valt de groote overstroo-
mingsramp in Yorkshire samen, alsook
schouderophalend, want het stuk hout
onderscheidde zich door niets van zijne
kameraden. Doctor Marino ging op zijne
knieën liggen, beki opte het aan alle kan
ten, maar of het hout te dik was wij
konden niet ontdekken dat het hol klonk,
zooals wij verwacht hadden. De doctor
maakte zijn zakmes open naar het mij
voorkwam, een zeer kostbaar voorwerp
en begon met het grootste mes voor
zichtig de kanten van de ruit langs te
gaan. Eensklaps gieed het bijna voor de
helft naar beneden, maar eene poging om
het hout op te lichten, mislukte, daar het
mes afbrak.
„Dat is niets, men kan het met een
geschikter instrument nog eens probeeren,
want w ken no thc\h u i.i ie er ge a
heide hij en steunde, o;n zich op tc richten
tegen het paneel van houtbeschot onder
den vensterplank. Eensklaps klonk een
scherp geruisch, alsof er een slot open-
knapte, het paneel week ter zijde en ging
een paar centimeter terug, de ruit in den
vloer echter sprong door middel van twee
verborgen scharnieren in de hoogte, zoo
als een kastje dat door den druk op een
veer geopend wordt, en onthulde eene
opening in dien grond, waaruit een dikke
stofwolk naar boven steeg.
„Nu zullen wij wel vinden, waarop de
vreemde heer gewezen heeft". /eid-e ik
onwillekeurig omzien „maar wat?"
Dodor Maijijq ii&ulué de adioyders
de watersnood in Nipon, eenige maanden
later. Na de terugkomst van de komeet
in 1783 onstonden vreeselijke overstroo
mingen tn China, die meer dan 10.000
huizen vernieiden. Aan Frankrijk heeft dc
komeet van Biela twee groote overstroo
mingen gebracht; kort na hare verschij
ning in 1839 werden honderden huizen
weggespoeld en toen de komeet later
nogmaals verscheen, ontstond een nieuwe
overstroomingsramp in Frankrijk, die voor
omtrent 100 millioen schade aanrichtte.
Met de laatste verschijning der komeet
van Biela in 1851, viel de vernielende
overstrooming samen in Holmfirth, nabij
Huddersfield, waarbij 90 menschen ver
dronken. Toen verdeelde de komeet zich
in twee helften, waarna zij niet meer ver
schenen is.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Vergadering van Dinsdag 1 'Meert.
Na de pauze kwam in behandeling het
ontwerp tot wijziging der wet, op de
regeling van het militair onderwijs. i-
De heer Tydeman betoogde onder,
meer, dat de militaire opleidng zooda
nig geregeld moet zijn, dat zij die onC
een of andere reden den dienst moeten
verlaten, een bestaan kunnen vinden,
verband daarmede wil hij het militair
onderwijs als zuivere vakopleiding zien!
beschouwd, waarbij de eischen niet te
hoog moeten opgevoerd. Voorts betoog
de spreker, dat met opheffing der Cadet
tenschool te Alkmaar als niet meer pas
sende in het kader van onzen tijd niet
langer mag gedraald worden.
De heer Duymaer v. Twist sloot
zich aan bij den wensch naar opheffing
van de Cadettenschool. Spr .achtte het
wetsontwerp op zich zelf noodig, het
is ingediend om voorziening te brengen
in het incompleet aan officieren ,maar.
dat bestaat alleen bij cfe artillerie, bij
de overige wapens is het zoo erg niet.
Hij wil echter wel voorstemmen indien'
de Minister de pertinente verzekering
geeft, dat de hoofdcursus niet in slechte
conditie komt.
De M i n. van Oorlog antwoord
de den heer Tydeman, dat als hij tot
uitvoering zal kunnen brengen, wat hij
zich als Minister heeft voo. genomen te
doen, hij zoo spoedig mogelijk de hand
zal slaan aan een nieuw ontwerp tot
algelieele herziening betreffende de op
leiding .waarin de denkbeelden van den
heer "Tydeman omtrent de opleiding ver
wezenlijkt zullen worden. Ook de Min.
achtte de cadettenschool, hoe goede
diensten zij ook bewezen heeft, over
bodig. Zij is dan ook ten doode op
geschreven en zoo noodig kan haar dood
nog verhaast worden.
Ook de Hoofdcursus is den Minister
n'et sympathiek, want in wetenschappe
lijke opleiding staat deze on'derwijs-in-
richting verre ten achter bij de Kon.
Militaire Academie.
De Minister bestreed reeds nu het
op dit ontwe p ingediende amendement
van de commissie van Rapporteurs, waar
van de bedoeling is dat voor de infan
terie en cavalerie ook toegelaten kun
nen worden zij, die in het bezit zijn
gekomen van het eind-examen A van hef
Gymnasium, bij aanneming van welk!
amendement het ontwerp voor den Min.
onaannemelijk zou worden.
Het algemeen debat wordt gesloten.
Vergadering van V/oensdag 2 Maart.
Voortgezet werd de behandeling vatï
het wetsontwerp tot wijziging van de
v/et van 21 Juli 1890 tot regeling van'
het militair onderwijs bij de landmacht
enz.
De heer Tydeman lichtte toe het
amendement der Commissie van Rap
porteurs strekkende om voor infante
rie en cavalerie tót de Kon. Militarej
Academie ook toe te laten hen, die itf
het bezit zijn van het diploma A vare
het Gymnasium. Spr. hoopte dat de Min.
zou terug komen op zijn vernietigend
oordeel van gisteren toen hij dat amen
dement onaannemelijk verklaarde, en als-
„Iets afschuwelijks kan het nauwelijks
zijn", zeide hij. „daarvoor lijkt mij de
ruimte te klein. Diep is zij wel, maar ire
elk geval nauw. In ieder geval zal ik er
eens met licht in kijken, nu de stof op
getrokken is."
Ik haalde gauw een doosje waslucifers
en reikte er hem een over. Na een paar
minuten van ademloos wachten ging zijn
rechterhand naar beneden en haalde hij
een langwerpigen blikken koker te voor
schijn, welks deksel heel gemakkelijk te
openen was. Toen hij den koker leeg-
schudde, kwam er een rol fijn beschreven
perkamentbladen te voorschijn, die met
een zijden koord samengebonden waren.
Nadat hij nog eens met een lucifer rond
gekeken had, was hij overtuigd dat de
ruimte verder niets bevatte. Doctor Mari
no drukte dus de ruit weer stevig naar be
neden, het paneel schoof weer naar voren,'
een scherp knappen, en het geheime vak
was weer gesloten.
„Een dood gemakkelijk mechanisme"-
mompelde de doctor, „maar goéd bedacht
In ieder geval heeft vroeger hier een meu
bel, stoel, tafel of kastje gestaan, en het
geheel bedekt. Krachtens mijn volmacht
neem ik dus bezit van deze papieren voor
het huis Sparta.
(Wordt vervolgd).