33 BUITENLAND. BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. Ie Jaargang. No. 122. 3>c Scicbcke Sou/tornt Bureau OUDE SINGEL. 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. »IT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering li het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco «er post ƒ1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent Woensdag Februari 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent! ingezonden mededeelingen van 1—5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine AdvertentiSngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. De Ongevallenwet ook voor de Landbouwarbeiders. Toen onder het ministerie-Borgesius le zoogenaamde ongevallen-wet tot jtand kwam, waarbij de arbeiders int >erschillende bedrijven verzekerd wer- len tegen ongevallen uit hun beroep toortvloeiend, bleef men in gebreke ook Je arbeiders in den landbouw in die ver zekeringswet op te nemen. Niet omdat men de wenschelijkheid Ier opname van de landbouwarbeiders ïn deze wettelijke verzekering niet inzag, vant de toenmalige minister Lely gaf 'oe, dat ook de Landbouw onder de •erzekeringsplichtige bedrijven moest vorden gebracht; maar deze minister ïad bezwaar „om de te groote uitbrei ding" der Ongevallenwet. Het opvolgend ministerie-Kuyper jiende in 190d een wetsontwerp in, dat itrekte tot ve. zekering tegen ongevallen ai het landbouwbedrijf. Het ontwerp was er, maar het kon liet tot wet verheven .worden, omdat jet verbond van vrijzinnigen en soda- listen inmiddels dit Kabnet tot aftre den dwong. Onder het volgend Kabinet-de Meester diende minister Veegens wel een des betreffend gewijzigd ontwerp in, maar wk dit bleef een ontwerp. En ook onder ons huidig ministerie (s de zaak aanhangig en „in overwe ging", al van April 1908. Hoe dit ook zij, feit is, dat in 1901, |n de Tweede Kamer geen enkele, en in de Eerste Kamer slechts enkele stem men zich hooien lieten tegen de verze kering der arbeiders in het landbouw bedrijf. En van Regeeringswege n in de Ka mer is steeds met klem van redenen be toogd, dat de ongevallenwet zich moet uitstrekken ook tot de 1 a n d b o u w e r s. Een betoog, dat we weten niet op (weike goede gronden te weerleggen is. Want wat het Eerste-Kamerlid, de heer van den Biesen tot uitgangs punt neemt van zijn beschouwing, die er op neerkomt, als zouden er in het boerenbedrijf zoo goed als geen onge vallen voorkomen, vindt zijn oorsprong in het feit, dat dit Eerste Kamerlid-land bouwer zooals hij zegt te zijn slechts rekening houdt met zijn allernaaste om geving. En nu is het zeer wel aan te nemen, dat in de omgeving van dit Eerste-Ka merlid ongevallen in den landbouw niet, of hoogst' zeldzaam, zijn voorgekomen de statistieken uit andere landen,, met name België, en de feit, en uit ons eigen land wijzen onbetwistbaar uit, dat er ook in het landbouwbedrijf vele ongevallen zich voordoen. Het betoog, of liever de bewering van den heer van den Biesen was geheel ongegrond, en o.i. kan er niet te zeer op worden aangedrongen, dat ook de landbouwers in de Ongevallenwet wor den opgenomen. Uit de Pers, De zaak Van Heeckeren blijft bij voortduring een geliefkoosd onderwerp van bespreking in de pers en geeft speciaal aan de vrijzinnige orga nen verschillende beschouwingen in de pen, die' overigens op betrouwbaar heidsgehalte niet kunnen worden ge keurd. „Het Vaderland" weet nog mee te dee- len „Het is merkwaardig, dat bijne allen, van wie wij weten, dat zij in 1904 van de Inmengings-kwestie heb ben gehoord, daarvan vernomen heb ben uit den kring van den toenmaligen premier. Ook de gezaghebbende en nooggepiaatste persoon, die ons de oplossing aan de hand deed, welke wij in ons artikel van Donderdag me dedeelden, had deze lezing hetgeen wellicht niet duidelijk genoeg uit kwam van d i e zijde, en meende, dat de kwestie óf "de brief werkelijk ontvangen was, daarbij tot op zekere hoogte buiten beschouwing kan wor den gelaten et w ,t wij niet geheel met hem eens zijn.) Zelfs werd van dien kant destijds nog verder gegaan dan een opgave van den algemeenen inhoud van den brief. Men wist den aanhef vrijwel woordelijk mede te deelen. Ook aan onzen zegsman werd deze medege deeld. Hij zou ongeveer (voor den juisten vorm staan wij niet in) geluid hebben: Aangezien het mijne oprech te begeerte is, Uwe Majesteit de on aangenaamheden van een ultimatum te besparen, heb ik de eer Uwe Ma jesteit te verzoeken, enz. Deze wetenschap, dat dr. Kuyper als het ware met een afschrift van een ultimatum van een buitenlandscii vorst in den zak liep (de naam werd niet genoemd, maar het was niet twij felachtig wie bedoeld werd) verwek te niet weinig ongerustheid, de eerst week nadat aan den beweerden inhoud van het dreigement was voldaan. Ook deze me.'edeeüng wijst er op, indien in deze zaak meer licht ko men zal, uit weike hoek die dan ko men moet. Maar verscheurd is het web in elk geval nog niet." Voorloopig zullen we er nu maar het zwijgen toe doen, om af te wachten tot van bevoegde zijde meer licht in deze nevelen wordt gebracht. Want inderdaad: we gelooven, dat zelfs voor de meer-ingewijden, die de „détours" der diplomatie kennen, nog heel wat op te helderen valt. „Het Centrum" en „Het Huisgezin" maakten dezer dagen eenige opmerkingen naar aanleiding van een artikel in de „Arnhemsche Crt." waarbij gewezen werd op de gevaren der lectuur. Daarop schrijft de (lib.) „Arnh. Crt.": „De pers", zooals die nu eenmaal is, nemen we aan als 'n feit, als 'n bestaand iets. evenals we zooveel moeten onder gaan, wat we liever niet ondergingen, of, beter gezegd, wel eenigszins zouden willen wijzigen. Tegenover dat feit stel len we nu ten opzichte van volwassenen den eisch, dat zij weten, wat ze doen, begrijpen, wat ze lezen, en met oordeel des onderscheids te werk gaan. Is die pers hun- te machtig, haar inhoud hun te gevaariijk, dan is dat te betreuren, gelijk het ook te betreuren is, datvol- wessenen niet opgewassen zijn tegen andere gevaren, die het zedelijk leven van de menschen kunnen bedreigen. Doch er komt nu eenmaal een leeftijd, waarop men geacht moet worden toe gerust te zijn tot den strijd en de lijn te kunnen trekken, waarlangs men zijn levenskarretje wil laten vooribewegen." Ten aanzien van de kinderen neemt de „Arnh. Courant" een ander standpunt in. Die moeten worden gevormd, geleid, ontzien, maar „een soort geestelijke cen suur op de pers voor volwassenen, is niet naar onzen smaak", zegt het blad. „Zulk een censuur zou practisch onmogelijk zijn en den weg openen tot onderdrukking van het vrije woord ook in zijn goede beteekenis. Maar censuur, door ouders en opvoeders geoefend op het geestelijk voedsel dat hun kinderen krijgen, achten we even noodig en wenschelijk als de in onze dagen zoo sterk bepleite en hier en daar reeds zoo nauwgezet toegepaste contróle op de stoffelijke levensmidde len, waarvan de teere lichaampjes onzer kleinen moeten groeieji". Daarop heeft „Het Huisgezin" terecht gerepliceerd, dat de volwassenen toch geen voordeel kunnen hebben van slechte, dat men althans voor de kinderen wil weren. En „Het Centrum" voegt daaraan nog ter snede toe: „Wat verkeerd is voor den een, kan niet goed zijn voor den ander. En nu moge de „Arnhemsche" redenee ren, dat men den volwassene niet meer behoeft te beschermen, ons dunkt, dat men toch ook hèm niet in gevaar mag brengen, dat ook zijn fantasie niet op ongezonde wijze mag worden geprikkeld, noch zijn hoofd en gemoed gevuld met een „zeer gemengden inhoud," als waar van de „Arnhemsche" waarschuwend ge waagde. De zielzorg van den journalist strekt zich uit tot het gansche publiek, niet slechts tot het onvolwassen ge deelte ervan. En daarom heeft hij in de eerste plaats veel te ve r m ij den. Wr>nt tie i t mtuur „met haar zeer gumenten iunqqd, haar feuilletons van dikwijls prikkelenden zin en haar faits divers van twijfelachtig ernstig gehalte," moge voor het kind gevaarlijker zijn dan voor den volwassene, ook deze laatste is ze een „ongezonde bron", waaraan zijne hersens zich niet dan tot zijn na deel zullen laven." Amerika. De nadere berichten over de staking van trambeambten te Philadelphia doen zien, dat de roode organisaties ook voor de meest geweldige middelen niet terug schrikken om hun doel te bereiken. Zaterdag weigerden plotseling de be ambten van de Rapid Transit Co. aan het werk te gaan en in den loop van den dag pleegden de stakers de ergerlijkste baldadigheden ten einde te beletten, dat het verkeer met eenige werkwilligen nog eenigszins kon plaats hebben. Zij deden aanvallen op nog rijdende wagens, mis handelden de passagiers en de bestuur ders, waarna de wagens werden vernield of verbrand. Zoo werd een onderkruiper, die op een tramwagen dienst deed. door een groote menigte aangevallen, een touw om den hals geworpen en aan een lantaarnpaal vastgemaakt. De man werd nog levend door de politie bevrijd. De wanordelijkheden die in den loop van Zondag haar hoogtepunt bereikten, waren Maandag reeds veel minder, zoodat in den namiddag onder sterke bescher ming der politie een groot aantal wagens weder in dienst gesteld konden worden. Tegen den avond namen de ongere geldheden weder toe. Opnieuw werden in verschillende stadswijken de tramwa gens aangevallen en vernield. In het Ken sington district wierpen de stakers dyna miet onder een wagen, die geheel werd vernield. Na een hardnekkig gevecht met de politie, die van hare revolvers gebruik maakte, werd de menigte ten slotte op tie vlucht gedreven. Een persoon werd gedood. De leider der staking werd gearresteerd. Deze in hechtenisneming wakkerde de woede der stakers aan. De president van de Central Labour Union kondigde de algemeene staking af, uit sympathie met de stakers. Naar men schat zullen honderdduizend arbeiders aan die oproeping gevolg geven. Zwitserland. Het volk van het kanton Thurgau heeft met 13.041 tegen 10,033 stemmen een wet aangenomen, volgens welke drank zuchtigen van overheidswege in gestich ten verpleegd zullen worden. Dr. M. A. Brants. Wij ontvangen de mededeeling, zegt de „Schiedamsche Courant", dat dr. M. A. Brants voor het burgemeesterambt in deze gemeente zal bedanken, een mededeeling die in positieven vorm en met nadere toe lichting aangevuld en gezien de bron waaruit ze tot ons kwam, niet te beschou wen is als „los gerucht." Mr. Qiovannini. De pauselijke auditeur te 's-Graven- hage Mgr. Giovannini zal weldra om ge zondheidsredenen naar Italië terugkeeren. Hij is sedert eenigen tijd ernstig lij dend aan influenza. LEIDEN, 23 Februari. Gemeenteraad. De gemeenteraad houdt een'e openbare Vergadering op Donderdag 24 Februari a.s. des namiddags te v i e r uur. Te behandelen onderwerpen: lo. Voorstel tot aankoop van de per- ceelen Hooigracht kad. bekend Sectie I No. 2190. 2o. Voorstel tot aankoop van; het per- cèel Breestraat No. 92. 3o. Voorstel tot toekenning van een personeel e toelage aan den Ingenieur van Gemeentewerken. R.-K. Bakkersbond. vernamen m dat te Leiden krachtige pogingen worden aange wend om de reeds bestaande plaatselijke organisatie van bakkersgezellen bij onzen Bond aan te sluiten en dat te Gouda po gingen worden gedaan ook aldaar een or ganisatie te stichten. Het was dan ook goed gezien van het bestuur te Leiden en het voorloopig comi té te Gouda, welke hun taak zeer ernstig opvatten, dat ze zich, om tot dit doel te geraken, in verbinding stelden met ons Bondsbestuur. Op beide plaatsen wordt een stelsel matige en goede propaganda gevoerd, en wat we er tot heden van hoorden, geeft ons goeden moed dat onze rijen weer met twee afdeelingen zullen versterkt worden. In overleg met ons bondsbestuur is dan ook reeds besloten, in beide plaatsen een vergadering te houden, waar als sprekers zullen optreden, v. d. Helm, uit Delft, en Lauret uit Amsterdam, en wel te Leiden op 27 Februari, en te Gouda op 6 Maart Wij sporen daarom de gezellen van beide plaatsen, met kracht aan, deze vergade ringen te bezoeken. Vraagt men ons, is de vakorganisatie noodzakelijk? dan antwoorden we daar dadelijk op met een volmondig, ja. Wanneer we dan ook maar een oogen- blik stilstaan, en in vogelvlucht eens even zien hoe vooral in ons bedrijf de regel loosheid der arbeids- en bed tijdsverhou dingen haar hoogste triomphen viert, waar elke medezeggingschap der arbeiders, in het regelen der loonen, arbeidsduur en zooveel andere zaken geheel ontbreken, dan voorzeker is er reden te over, om door krachtige vakorganisatie te trachten daar in verandering te brengen, m. a. w. om door samenwerking datgene te verkrij gen, wat den eenling niet gelukken kan. Doch dit is het eenige niet, waarop hier gewezen wordt. De ondervinding, door ons opgedaan, hoe vooral in kleine steden en dorpen sommige organisaties tot stand komen met het vooropgezette doel, plaatselijk wat verbeteringen inge voerd te krijgen en daarom niet bij den landelijken bond zich aan te sluiten, is oorzaak dat vele zaken welke in het be lang der gezellen zeiven reeds lang hadden behooren opgeruimd te zijn, blijven be staan, omdat men door het geringe aantal leden, veelal zich te zwak gevoelt, en al hun pogen moest berusten in verzoeken zonder voor rechtmatige eischen de lioo- aïge kracht bij te kunnen zetten. Hoe geheel anders is het echter, wan neer ook zij in hun landelijke organisatie vereenigd zijn, immers dan worden die rechtmatige verlangens gedragen door honderden, ja door duizenden, welke- al tijd gereed staan om het onrecht hunne medearbeiders aangedaan, af te weren en hun in dagen van nood en strijd moreel en financieel te steunen. Dit de gezellen in Leiden en Gouda duidelijk te maken, is dan ook de bedoe ling der sprekers. Kan u dit onverschillig zijn? Immers neen! Wanneer ge dan ook let op de wijze waarop door vele an dere vakbonden de strijd om lotsverbete ring wordt gevoerd en hoe juist in die vakken, waar de arbeiders het sterkst zijn georganiseerd, ook de arbeidsvoorwaar den het beste zijn, dan ook kan het u niet meer onverschillig zijn, hoe en op welke wijze ook ,uwe belangen worden behartigd. Daarom roepen wij dan ook alle gezel len te Leiden en te Gouda op, om als één man ter vergadering te komen, hier verzuime dus nu eens niemand, en een ieder kenne zijn plicht. Vooruit dan mannen. Te Leiden op 27 Februari en te Gouda op 6 Maart allen op ter vergadering. Hoog de Katholieke organisatie! (Ons Vakblad.) Bij de gisteren gehouden ver kiezing voor Assessor II Collegii van het Leidsch Studentenkorps, werden uitge bracht 217 geldige stemmen. Gekozen de heer L. Carsten (Alkmaar) candidaat van afgetreden Collegium, met 151 stemmen. De heer C. W. Sweerts de Landas Wy- borgh (den Haag) verkreeg 66 stemmen. Het Collegium heeft zich thans gecon stitueerd en bestaat uit de heeren: E. M J. Michiels van Verduijnen (den Haag) Praeses; J. A. A. Fransen van de Putte (Goes) ab-actis; H. G. von Oven (Den Haag) quaestor; W. M. Paardekooepr Overman (Breda) assessor I, en L. Car sten assessor II. Voor het examen nuttige handwer ken is te 's-Gravenhage geslaagd mej. H, C. J. W, Meijer, i)uer, Dr. H. T. Colenbrander, privaat* docent in de staatkundige geschiedenis aan de universiteit alhier zal zijn collegesl openen op Woensdag 2 Maart te 2 uur* in het klein auditorium der universiteit met het houden van een openbare lei Bij Koninklijk Besluit van 13Febr. is aan den loteling Johannes Cornelis Guldemond, loteling gemeente Leiden lichting 1909, nadat hij bij de militie zal zijn ingelijfd, ontheffing van den werke- lijken dienst voor zijn geheelen militie diensttijd verleend. Dit besluit is genomen op grond, dat hij is de tweede van een gezin van vijf zoons, van welke de oudste Pieter Jaco bus Cornelis, loteling lichting 1908, in dat jaar wegens ziekte niet heeft vol daan aan de oproeping ter aflevering en inlijving bij de militie, maar dat deze op 30 Maart 1909 bij de militie is inge lijfd en dat het in dit bijzonder geval niet billijk zou zijn adressant tot werke- lijken dienst bij de militie te verplichten, nu zijn broeder in dienst is. Bij beschikking van den comman dant der le Divisie wordt de le Luitenant T. E. Jochim van Nootdorp, die onlangs bij het 4e Regiment Infanterie was over geplaatst, weder teruggeplaatst bij het lie Regiment Infanterie. De kapitein H. J. Furstner van de 2e Afdeeling, 2e Regiment Veld-Artilierie alhier, is overgeplaatst bij de Treinafdee- ling van dat Regiment te 's Gravenhage, met bestemming om op te treden als commandant van die afdeeling. - De Credietbank voor Nederland alhier hield gisteren haar algemeene ver gadering van aandeelhouders, waarin de directie verslag uitbracht over den toe stand en de balans met de voorgestelde verlies- en winstrekening werden goed gekeurd. Aan het verslag ontleenen wij het volgendeGeplaatst zijn 308 aan- deelen, verdeeld over 138 aandeelhouders. Aan obligatiën was op 31 December 1.1. geplaatsf f 388,250. of f 268,200 meer dan het vorige jaar In 1908 kwamen 122 aan vragen om krediet in, waarvan f391,225 werd toegestaan, verdeeld over 80 kre dieten Op het einde van het boekjaar stonden 124 kredieten uit, te zamen f 412,282 (v. j. f 234,316) beloópende, gedekt door hypothecaire en andere zekerheid. Ver liezen werden in 1909, evenals in vorige jaren, niet geleden. De algemeene vergadering besloot van de winst f 1009 te bestemmen voor af schrijving van den kantoorinventaris, die voor f 1 op de balans blijft. Voorts f 1500 af te schrijven op het kantoorgebouw; de dienst der leening geheel af te schrij ven en het dividend over 1909, evenals over het vorige jaar, te bepalen op 4 pet GOUDA. De heer M. Spruijt, geduren de 37 jaren heelmeester aan -het zieken huis en de gestichten der gemeente, heeft eervol ontslag aangevraagd, met ingang van 1 Mei a.s. B. en W. achten het hun plicht om dezen niettegenstaande zijn 73-jarigen ouderdom nog zoo volijverigen ambtenaar, hulde te brengen voor de wijze, waarop hij zijne gewichtige betrekking gedurende die vele jaren heeft vervuld, voor de toewijding aan zijn talrijke patiënten betoond, voor de vele diensten bewezen vooral aan hel St. Catharina-gasthuis, waarvoor hij dag en nacht beschikbaar was. Ter voorziening in deze vacature beve len B. en W. aan de heeren: dr, A. Mon- tagne en H. J. de Voogt. NOORDWIJK-BINNEN. Gister werd1 alhier een Rijwiel ontvreemd door...., de tram, wier strafregister al meer der gelijke diefstallen vermeldt, en waar voor ook al meermalen is gewaarschuwd. Ditmaal moest het rijwiel van den te Noordwijk aan Zee gestationeerden poli tieagent Van Wijk het ontgelden. Deze had zijn wiel geplaatst tegen 't hek voor 't Raadhuis en door de zui ging van den voorbijgaande tram geraak te het in beweging en werd door de laatste treeplank gegrepen en in duizen- de bochten gewrongen. NIEUWKOOP. Door de goede zorgen van den Zeer Eerw. Heer Pastoor L,. Keyweg zal de Eerw. Pater Scynave, uit het Missiehuis te Haelen in België, Zondag a. s. hier een beschrijving geven van den toestand der Missie in Afrika en het leven der inboorlingen, een en ander duidelijk gemaakt door iichtbeel- den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1