Yolanda.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 21 Februari.
Uit de Pers.
De neutraliteit der openbare school.
In haar nummer van Zaterdagavond
■bespreekt ook „De Maasbode" de quaes-
tie der politieke neutraliteit in verband
met de bekende Rotterdamsche nota, en
het blad komt tot dezelfde conclusie als
&vij, waar hert schrijft:
„Maar even logisch en consequent
meent Ossendorp, met de wet in de hand,
dat die neutrale wet, die op het stuk van
godsdienst neutraal wilde zijn, nu ook op
politiek gebied neutraal moet wezen.
Zoolang nu deze heer Ossendorp, in
plaats van het door hem opgeruimde dog
ma van het Koningschap nu maar niet het
.socialistisch dogma in de kinderhoofden
inpompt, en absoluut neutraal blijft ook
op politiek gebied, kan men hem met de
fivet in de hand niets maken.
De strenge logica van den Rotterdam-
schen burgemeester komt hier in botsing
met de even strenge logica van Ossendorp.
De wet deugt dus niet.
Wil men zich derhalve wettelijk vrij
jaren tegen dergelijke revolutionaire the
orie op school, dan dient in de schoolwet
duidelijk en met klare woorden geformu
leerd, dat ieder openbaar onderwijzer po
sitief liefde en eerbied voor het Koning
schap en voor Oranje aan de kinderen
.hebben in te prenten.
Maar dan hebt ge geen neutrale
schoolwet meer.
Want aangezien de wet met haar insti
tuut bedoelde „een school voor heel de na
tie" te geven en er in die natie op heden
tal van ouders zijn, die van het Koning
schap niet gediend zijn, zoo is die „school
voor heel de natie" voor hunne kinde
ren als zijnde niet neutraal meer, on -
bruikbaar.
En zoo draait het liberalisme met haar
fraaie wet maar in een kringetje rond.
't Is er mee als een slot, dat „dol" is
geworden door het gebruik.
De schoolwet is het eeuwige labyrinth,
waar het liberalisme niet ujt kan, omdat
het met al te doorzichtige bedoelingen
den Staat tot schoolmeester heeft ge
proclameerd."
Heeft de Tuinbouw-onderlinge fiasco
gemaakt?
Wij lezen in „Het Nieuws van den
Dag"
„Voor eenige dagen heeft de heer Stork
in de Eerste Kamer eenige beschouwin
gen gehouden over de vrijwillige ongeval
lenverzekering in den land- en tuinbouw
en nu schijnt het, dat zijn woorden of
een verkeerden indruk hebben gemaakt,
oï dat hij zich minder juist heeft uitge
drukt. Hoe het zij, de vrijwillige onderlin
ge ongevallenverzekering is in opspraak
gekomen, en zoo'n slechten indruk heeft
het gesprokene van den heer Stork ge
maakt, dat een der groote bladen („Het
Vaderland") zelfs een hoofdartikel ge
plaatst heeft met het opschrift: Het fias
co van de Tuinbouw-Onderlinge.
Het merkwaardige van de zaak is even-
we!, dat de vrijwillige verzekering niet
aheen geen fiasco heeft gemaakt, maar
dat zij letterlijk eiken dag in omvang toe
neemt; er is dus vooruitgang; onafge
broken groei.
Alleen zou men kunnen wenschen; dat
hec nog sneller ging, en ongetwijfeld be
doelde de heer Stork met zijn woorden
;aan den minister duidelijk te maken, dat
'Z.Exc. het in de hand heeft de verzeke
ring algemeener te maken. Wordt toch
den werkgevers door de wet de verplich
ting opgelegd te voorzien in de gelde
lijke gevolgen van bedrijfsongevallenden
arbeiders overkomen, welnu, dan" zullen
ook de laksche, onverschillige en nalatige
patroons in actie moeten komen en zich
uit den aard der zaak bij de patroonsor
ganisatie aansluiten. Inderdaad treft men
overal zulke nalatige patroons aan. Hun
sociale voelhorens strekken zich niet ver
FEUILLETON.
12)
„God, dat is-roerend", zeide ik eenigs-
zins spottend. „Zoo iets is sedert Ores-
'tes en Pylade$ geloof ik nog niet voor
gekomen. En waar woont de marchese
dan, als hij toch nooit hier is?"
„In den winter is hij gewoonlijk in
Rome, als hij niet ergens anders is.
„Dank u voor die afdoende ophelde
ring.
„Ah, pardon ik wilde niet schertsen.
De marchese heeft namelijk in Rome ook
een huis een paleis, wanneer gij wilt,
te midden van een grooten tuin aan den
voel van den Janiculus. Een erfstuk van
Roccasanta. Maar de marchese is een
vriend van historische studiën, en snuf
felt daarom dikwijls in de groote biblio
theken en archieven van Europa. In den
zomer is hij graag in de Alpen, want op
het landgoed der Spada aan. het strand
der Adriatische zee is het hem eens
deels te warm, anderdeels te vol met
gasten ,die zijne moeder gaarne om zich
heen zie».
„Dar. u .rch.ese tófcei yaii
genoeg uit en alleen de wetgever is in
staat zulke personen in de gewenschte
richting te drijven.
Ook van andere zijde Wordt druk uit
geoefend ,op de patroons. In streken,
waar het aanbod van land- en tuinarbei-
ders niet al te groot is, hebben de knechts
het in hun macht de patroons tot aanslui
ting te nopen. Maar afgescheiden van al
deze overwegingen is het een verblijdend
feit, dat zoovelen uit vrije beweging zijn
toegetreden; de land- en tuinbouwers
staan dus moreel zoo laag nog niet.
Houdt men in het oog, dat in de orga
nisatie van de Land- en Tuinbouw-Onder
linge geen plaats is voor agenten en in
specteurs, om de boeren en tuinlieden
persoonlijk te gaan bezoeken; en dat dus
de boeren en tuinlieden hun eigen agen
ten moeten zijn, dat zij zelf moeten pro-
pageeren onder hun vakgenooten, dan is
het inderdaad een groot succes, dat reeds
thans is verkregen.
In den tuinbouw hebben ongeveer 2500
patroons hun knechts verzekerd, terwijl in
den landbouw van 1 Januari 1910 af reeds
5000 patroons zijn toegetreden. En dan
staan er nog velen op de lijst, die eerst
in den loop van het jaar kunnen toetreden,
omdat zij nog verzekerd zijn bij een pre
mie-maatschappij. Eiken dag komen er
meerderen bij en overal begrijpen de land
bouwers, dat het thans tijd is om toe te
treden.
Door onze persoonlijke relaties hebben
wij een kijk kunnen krijgen op de ont
wikkeling en den groei van de Land- en
Tuinbouw-Onderlinge en dan kunnen wij
als onze ervaring mededeelen, dat deze
vrijwillige onderlinge verzekering er wel
komen zal. De besten onder de land- en
tuinbouwers treden het eerst toe en van
lieverlede komen de anderen ook wel.
De tuinbouw heeft op het oogenblik
reeds vrijwillig geofferd 35,000 X f0.75
f26,125, en de landbouw 60,000 X
f 1.50 f90.000, om te voorzien in de
nooden, die ontstaan tengevolge van be
drijfsongevallen. Voorwaar, een mooie
som, waarmede heel wat ellende zal kun
nen worden gelenigd.
Neen, neen, de Land- en Tuinbouw-On
derlinge hebben geen fiasco gemaakt, in
tegendeel, ze slaan uitstekend aan.
En hoe eer de regeeringsdwang komt,
hoe beter, want er komen jaarlijks in
den land- en tuinbouw meer dan 100 on
gevallen voor met doodelijken afloop, en
voor de nagelaten betrekkingen van deze
arbeiders wordt niets gedaan, of, wat
misschien juister is, de nagelaten betrek
kingen hebben geen recht op eenigen
steun. En hoeve arbeiders worden ja
renlang of levenslang invalide? Waarlijk,
hoe eer de minister ingrijpt, des te
eer voorziet hij in de groote nooden, die
op het platteland ontstaan. En vooral be
denke de minister, dat de arbeiders in
de industrie al sedert 1903 worden ge
steund, zoodat de land- en tuinbomvar-
beiders meer dan 7 jaar achter zijn".
Frankrijk.
Men herinnert zich hoe nog niet zoo
heel lang geleden de pers der geheele
beschaafde wereld berichten bracht
over wantoestanden in de Fransche ma
rine. De gevolgen zijn niet uitgebleven.
Een nieuw vlootprogramma werd door
den Ministerraad goedgekeurd en lang
zamerhand begint men de gevolgen van
jarenlang wanbeheer te overwinnen.
Op het oogenblik wordt te Toulon op
ruiming gehouden. Zooals altijd bij der
gelijke reinigingen blijkt, is ook her de
toestand erger dan men gedacht had.
Aanleiding tot dit onderzoek was een
klacht ingediend door den bond van ver
tegenwoordigers der leveranciers van de
marine. Onmiddellijk werden eenige be
ambten gearresteerd. Reeds het voor-
loopig onderzoek bracht aan het licht,
dat de Staat gedurende 5 jaar voor be
langrijke bedragen, men spreekt van et
telijke millioenen, bestolen is.
Na den bisschop van Nancy is thans
de bisschop van Laval, mgr. Grellier
een zonderling en misanthroop zei-
de ik.
„Neen, neen, werkelijk, dat is hij niet,
geen van beiden! In het geheel niet!"
beijverde docter Marino zich te ant
woorden. „Hij heeft alleen maar vreese-
lijk het land aan vervelende en opper
vlakkige menschen, en dan is hij ont
zettend bang om uitgehuwelijkt te wor
den".
Ik kon het niet helpen, maar ik moest
hartelijk lachen en mijn metgezel lachte,
mee, en wij lachten te zamen een vroo-
Iijk duet, zooals de oude muren zeker in
lang niet gehoord hadden. Ik moest ten
slotte de tranen droogen, die mij langs
de wangen liepen.
„Neen, maar dat is eenig! Uw mar
chese moet een verrukkelijke baby zijn,
die bang is om uitgehuwelijkt te wor
den".
Doctor Marino had het ook met zijne
oogen te kwaad. „Gij hebt misschien
wel niet zoo'n groot ongelijk", zeide hij
toen. „Maar stel u eens een mensch
voor, dat hoofd van een voornaam huis
is, en wien de familie reeds sedert vijf
tien jaar voorhoudt, dat hij aan zijn
huis verplicht is, een jonge, schoone
rijk* en voorname vrouw 'te nemen, en
■1 ij ziet dit alles ?ok we! zoo in, maar
rir«.dt hei mt'irjc niet, dat naar zijn smaak
fidid^t hij ujj dc dooi; de i(aniiJie ge-
voor den rechter gedaagd door den bond
van onlderwijzersvereenigingen in Mayetn-
në. Meh weet, dat de onderwijzers van
de bisschoppen vergoeding eischen van
de schade, die, naar zij zeggen, de bis
schoppelijke brief, waarin verschillende
schoolboeken voor katholieke leerlingen
verboden werden* hun heeft toegebracht.
Duitschland.
Graaf zu Stolberg-Wernigerode. f
De voorzitter van den Rijksdag graaf
Zu Stolberg-Wernigerode is Zaterdag
avond even over zeven overleden.
Hij stierf aan pleuris. Daarna kreeg
hij long- en hartverlamming.
Udo, graaf zu Stolberg Wernigerode
werd 4 Maart 1840 te Berlijn geboren'.
Hij studeerde in de rechten, maakte den
oorlog 1866 mede, waarin hij bij Kö-
niggratz werd gewond, vervolgens dien
van 18701871, was daarna eenigen
tijd landraad te Landeshut en wijdde
zich daarna aan het beheer van zijn land
goederen in Silezië en Oost-Pruisen.
Achtereenvolgens werd hij lid van den
Provincialen Landdag en van het Huis
van Afgevaardigden. Van 18771881,
18891891 was hij conservatief afge
vaardigde van den Rijksdag, waarin hij
toen weer in 1895 werd gekozen. Van
19011906 was hij eerste vice-presi
dent, sedert 1907 president van den
Rijksdag.
Mein seliger Vater.
De keizer heeft dezer dagen in' eene
rede van „mijn vader zaliger" (mein se
liger Vater) gesproken, Volgens de hof-
)etikette, sprak men in zulke gevallen
tot nu toe van „hoogzalig". Het chris-
telijk-sociale „Reich" is den keizer zeer
erkentelijk, dat hij dit onzinnige spraak
gebruik heeft afgeschaft, hetwelk een
beleediging voor het christelijke gevoel
was. De christen kent immers, zegt het
blad, maar eene zaligheid en geen on
derscheid tusschen aardsche waardig
heden in de eeuwigheid.
Engeland.
Kath. Leven in Engeland.
Over het Katholieke leven in Enge
land hield onlangs den bekende kerkhis
toricus Mgr. Baumgarten te Rome een
prachtige emprovisatie, waaraan wij het
volgende ontleenen.
Eerst sprak hij over de onvoltooide
Kathedraal te Westminster, die de mee
ste bewondering wekt door haar mo
numentaal bouwplan en voornamen stijl.
Naar de enkele zijkapellen, die met de
kostbaarste pracht en den fijnsten smaak
zijn versierd, te oordeelen, zal het ge
heel dus worden van indrukwekkende
schoonheid. Maar welke offers brengen
de Londensche Katholieken niet voor
hun kathedraalDaar zijn aanzienlijke
familie's, die expres op het land gin
gen wonen, om maar voor dit groote
werk hun jaarlijksche liefdegift van dui
zend pond te kunnen uitsparen. Daar
zijn arbeidersgezinnen, die liever hun
zeldzamen uitspanningsdag prijsgeven
dan hun maandelijksch offer van 5 shil
ling voor de kathedraal te verzuimen.
De vrome middeleeuwen, die evenzoo,
met edelmoedige toewijding van hetgan-
sche volk, hun trotsche kathedralen]
bouwden, schijnen nu in Londen te her
leven.
Opvallend is ook het druk en god
vruchtig bezoek der kathedraal, zelfs op
werkdagen. De Hoogmis wordt des Zon
dags bijgewoond door een propvolle
kerk, terwijl alle geloovigen staande,
knielende of zittende, trouw de liturgi
sche Handeling volgen naar een ge
drukte handleiding, die hun vóór het
begin der plechtigheid wordt ter hand
gesteld.
Vervolgens besprak' Mgr. de Kath.
Pers, vooral lof toezwaaiende aan de
„Tablet," dat in redactioneel opzicht
door geen enkel kerkelijk weekblad ter
wereld wordt opzij gestreefd.
Na nog genoemd te hebben het voor
treffelijke maandblad „The Month,"
door de Paters Jezuiten geredigeerd,
vertelde Z. H. E. iets over de opvoe
ding der Kath. jongelingschap.
Naar Oxford en Cambridge sturen de
Jesuïte o.aag hun' kweekelingeai. Nu
tellen Iioogescholen dan ook' een
talrijk contingent katholieke studenten,
ofschoon niet lang geleden nog kardi
naal Mankiing het bezoek eener openbare"
universiteit voor Roomsche jongelui te
gevaarlijk achtte. Maar ze houden zich
best, onder geestelijk toezicht van hun
eigen universiteits-kapelaan, zoodat in
gezaghebbende kringen nauwelijks meer
wordt gedacht aan de oprichting van een
katholiek college te Cambridge of Ox
ford, en dit onder sommige opzichten
zelfs voor schadelijk en onraadzaam
wordt gehouden.
De Engelsche Katholieken' gaan maat
schappelijk zeer vooruit. In de land- en
zeemacht zijn de katholieke officieren;
legio en treden zij door hun bekwaam
heid sterk op den voorgrond. In het
corps diplomitique van Groot-Brittanje
is ongeveer een derde „van het houtje",
zöodat deze verhouding aan het Mi
nisterie van BuitenlandsChe Zaken wel
eens bezorgdhei.d inboezemde, die noch-
thans bij nader toezien als onredelijk
werd losgelaten. De bewonderenswaar
dige eenheid der 12i/2 millioen Katho-
tholieken, die over Groot-Brittanje en
deszeifs Koloniën zijn verspreid, vooral
ook hun kranige houding in het onder
wijsvraagstuk en bij de laatste verkie
zingen, maken hun positie allengs in
vloedrijker.
Nu verder kan men gerust verzekeren*
dat de Engelsche Katholieken, wat be
treft hun nauwgezetheid, trouw en toe
wijding bij het vervullen der godsdienst
plichten, op de allereerste plaats staan
van geheel de katholieke wereld.
Griekenland.
De familieraad in Athene.
De officieuze correspondent te Berlijn
van de „Köln. Ztg." seint als volgt: De
aangelegenheden in Griekenland schijnen
thans zoo ver op den verkeerden weg
voortgegleden te zijn, dat ze bijna niet
meer verder kunnen glijden. Het kon niet
uitblijven, dat de dictatuur van den mili
tairen bond ten slotte op verscheidene
plaatsen op tegenstand moesten stuiten en
ook moest de toegevendheid des Konings
eindelijk eens uitgeput raken. Met groot
geduld en onder handhaving van de fictie
van de constitutioneele rol van het ko
ningschap, heeft de Koning tot nu toe alle
bepalingen goedgekeurd en alle besluiten
onderteekend, welke hem door bemidde
ling van den tijdelijken minister op bevel
van den militairen bond werden aange
boden.
Blijkbaar heeft hij gemeend door een
politiek van toegeven en laveeren de ern
stige voor het land schadelijke gevolgen
van de oproerige stemming in het leger
te verzwakken en het aanroeren van de
kwestie der dynastie te kunnen verhin
deren. Wanneer thans uit verscheidene
plaatsen bericht komt, dat de Grieksche
prinsen, die zich in het buitenland bevin
den, zich blijkbaar gereed maken naar
Athene te vertrekken, kan men daaruit
afleiden, dat de Koning het oogenblik ge
komen acht, dat hij zelf een beslissing
over de kwestie der dynastie moet ver
langen.
Of men de eerstvolgende dagen in Grie
kenland tot een meer gezonde en politie
ke opvatting van den toestand zal komen,
of de militaire staat gehandhaafd blijft of
door een andere heerschappij zal worden
vervangen, is bij de verwarring van de
toestanden niet te beoordeelen.
De eigenlijke oorzaak van de ernstige
crisis in Griekenland, zegt de Atheensche
berichtgever van de „Voss. Ztg.", moet
gezocht worden in den veldtocht, dien een
deel der Atheensche pers, vooral de „Em-
prós", op touw gezet heeft tegen de
„doellooze" nationale vergadering, die
volgens deze bladen noch door den ko
ning, noch door de partijen, de Kamer
of het volk wordt gewenscht. De „Em-
pros" stelde in het licht, dat het volk als
een „vreemd, rechteloos en willoos toe
schouwer" de politieke dwaasheden moet
aanzien, die aan de orde van den dag
zijn.
Er heerscht algemeene verwarring en
de bevolking mist zelf alle energie, zoodat
de militaire Bond kan doen wat hij wiï<
Hij heeft reeds troepen uit de provincie
naar de hoofdstad laten komen en ook een
groot aantal reserve-ondierofficieren er- -
heen ontboden. De afgevaardigden .wof-,
den huns ondanks te Athene vastgehou
den, uit vrees, dat zij anders de propa
ganda tegen den Bond in de provincie zul
len versterken. De meeste oorlogsche
pen zijn in handen van den bond, die de
jongere zeeofficieren tot zijn aanhangers
heeft weten te maken.
Als merkwaardigheid verdient nog ver
melding, dat alle vroedvrouwen te Athene
in staking zijn gegaan uit ontevredenheid
over een nieuwe wet, döor welke zij hare
belangen geschaad achten.
Korea.
Een samenzwering in Korea?
Berichten, te Londen ontvangen, melH
den dat bij het onderzoek, hetwelk naai*;
aanleiding van den moord op den KoV
reaanschen eersten minister Y1 werd int
gesteld, eene samenzwering is ontdekt;
welke zich ten doel stelde alle regee-;
rings personen, Koreaansche zoowel als
Japansche, te vermoorden.
De mogelijkheid van het bestaan van;
zulk eene samenzwering in Korea is
geenszins uitgeslotener zijn genoeg
ontevredenen in Korea. Maar toch is het
zaak, zulke ietwat opzienbarende be
richten uit Seoel met het noodige voor
behoud aan te nemen.
In Japan zou men immers gaarne een
voorwendsel hebben, om tot de feite
lijke inlijving van Korea te kunnen over
gaan. Daarbij moet men ook niet uit het
oog verliezen, dat er voor de Japansche
regeering wel eenige aanleiding bestaat,
om te trachten de aandacht der Japan
ners af te leiden van den binnenland-
schen toestand met den steeds toenemen-
den belastingdruk.
Nederland en Belgie.
De Gazette schrijft aangaande den brief
van den Duitschen keizer, dat het nog
maals duidelijk is gebleken, dat Neder
land en België, of zij willen of niet, in
het Europa bedreigende conflict schijnen
betrokken te moeten worden.
Dit feit zou er toe moeten leiden, die
twee landen nog nader te doen aaneen
sluiten.
Zomerdienstregeling H. IJ. S.
Het nieuwe ontwerp van de zomer
dienstregeling der H. IJ. S. is versche
nen.
Op den dienst RotterdamDen
_H a a gA msterdam zijn de volgende
wijzingen belangrijk. Er is een nieuwe
bliksemtrein ingevoegd, om 8.36 van de
D. P., stopt in Schiedam. Den Haag, Lei
den en Haarlem (om 10.40 in Amster
dam).
Met het oog op de Wereldtentoonstel
ling te Brussel rijdt van 1 Juli tot en met
15 September een nieuwe trein 6.40 van
Rotterdam D. P. (die uit Brussel komt),;
stopt in Den Haag en in Haarlem (8 u,
in Amsterdam). En een nieuwe trein
van 1 Juli tot en met 4 September, rijdt
om 7.17 van D. P., stopt alsboven óók te
Leiden en is om 9 uren in Amsterdam,
Terug is een nieuwe trein 's morgens
om 10.6 van Amsterdam, stopt in Haar
lem en Den Haag en is om 11.28 aanD,
P., van 1 Juli tot en met 15 September,-
eveneens met het oog Qp de Brusseische
tentoonstelling. Nieuw is ook een avond-
trein om 6.18 van Amsterdam, stopt in
Haarlem en Leiden en is om 7.22 in Den
Haag, waar hij aansluiting heeft op trein
7.26 naar Rotterdam. Deze trein rijdt van
1 Juli tot en met 4 September.
De Hoek van Hollandtrein 9.8 uur van
Amsterdam rijdt om 9.30 en is om 10.53
in Rotterdam (nu 10.49. De D-irein uit
Berlijn stopt niet meer in Schiedam en
is om 11.30 aan D. P. (nu 11.35). Ten
slotte is de laatsten trein van 10.23 uit
Amsterdam 10 minuten verlaat en is om
12.20 aan de D. P. te Rotterdam..
derijengalerij, geen afschuwelijk verve
lende pronkvertrekken in het palazzo
Spada. Ieder vertrek was geschikt om
dadelijk te bewonen, al vond men er
niets dat niet aan de hoogste kunst-
eischen voldeed.
Wel verdedigde ik deze meening te
genover docter Marino en sprak mijn'
spijt uit over het voornemen van den'
marchese eene galerij te stichten, maar
daarin kon hij niet met mij meegaan.
Hij huldigde niet de meening dat deze
kunstschatten daar alleen waren om deze
wanden te versieren, en dat het groote
publiek daar geen recht op had. Hij
vond dat de piëteit tegenover deze groo
te meesters vorderde dat hunne wer
ken in het meest gunstige licht werden
gehangen, en dat ieder die lust gevoelde
ze te bewonderen, daartoe in de gelegen
heid gesteld moest worden. Niet alleen!
adel verplicht, ook de rijkdom en het
bezit wanneer het laatste tot ont
wikkeling van anderen kon bijdragen,
moent ïïïêïi liet niet aan de gemeen
schap onttrekken. Dit waren mooie be
grippen, die doctor Marino volkomen
met zijn vriend, den marchese deelde, en
die ik bij nadere beschouwing ook
slechts kon bewonderen en huldigen.
(Wordt vervolgd).
wenschte eigenschappen nog een paar
andere verlangt, zooalslief, verstand,
enz.hij heeft verklaard dat hij dadelijk
het meisje neemt, waarin hij dat alles
vereenigd vindt. Deze verklaring had
hem moeten redden, maar wat was het
resultaat? Dat hij zich niet bij zijne
moeder en zuster durft vertoonen, zon
der dat hem desbet. effende voorstellen
worden gedaan en zonder dat hij twee
of drie schoone jonkvrouwen ter keuze
onder de gasten vindt. Zelfs weduwen
heeft men hem reeds gepresenteerd. En
zeg nu eens zelf: zou er een mensch
zijn die zoo vrij van alle zwakheid is,
die eenvoudig een stuk hout is, zoodat
het niet eens gebeuren zou, dat hij einde
lijk in een zwak oogenblik gevangen
wordt? Maar hij wil zich niet laten van
gen, en verkiest het daarom, liever als
een vagebond over de aarde te zwer
ven".
„Ja, nu begrijp ik deze zaak beter,
en voel ik zelfs met den marchese mee",
verzekerde ik mijnen begeleider. „La
ten wij hopen, dat het hem gelukt, alle
hem gelegde valstrikken te ontloopen,
en Iaat ons intusschen zijne
bewonderen, ja
Wij voerden dit gesprek, terwijl wij
den trap afgingen en voor een prach
tig gesneden er. vergulde deur op de
eerste ye roeping stolden,, die dp eter
Marino nu opende, terwijl hij mij ver
zocht binnen te treden.
Als het palazzo Spada in alle mo
gelijke reisboeken van een dubbel ster
retje is voorzien en met vele letters
gedrukt staat om vooral onder de aan
dacht van kun 1 'en te vallen, dan
is daarmede cc.it wedervaren
want het is o.i.-.^e.ijk een huis te vin
den, waarin de edelste kunst met de
degelijkste pracht en grootste voornaam
heid van uitvoering te samengaat. De
pronkvertrekken zijn volgens dezelfde mo
tieven ingericht als het Dogenpaleis. Zol
derschilderingen van Tintoretto en Pao
lo Veronese vereeuwigden de daden der
drie Dogen, die het huis Spada de re
publiek gegeven, hadschilderijen van
de grootste Venetiaansche meesters, en
wel voorname familieportretten, ver
sierden de met kostbare zijde en leer
tapijten bekleedde wanden de meube
len uit meest verschillende tijdperken,
blonken door zuiveren stijl en kostbaar
heid van uitvoering uit. Venetië's icx-
tiel-industrie had de zwaarste, prachtigst
getinte stoffen geleverd voor de beklee-
di.ig voor gordijnen en draperiën. Ook
Murano's glasfabriek had zijn schoonste
voortbrengselen gegeven tot versiering
dezer zalen. En wat voor mij het mooist
van alles was; men vond geen school
meesterachtig, pepant geprdepdp schil