Yolanda.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Derde Blad, behoorend
bij De Leidsche Courant
van 19 Februari.
Aan de Z.Eerw. Heeren Pastoors
van geheel Nederland.
Z.Eerw. Heeren!
Uit de nieuwsbladen zal U, Z.Eerw.
fieeren, reeds eenige weken geleden
bekend zijn geworden, dat de verschil
lende R. K. Militairen-Vereenigingen in
Nederland zich tot eene Bond hebben
vereenigd, teneinde door onderlinge ge-
jdachtenwisseling en samenwerking den
fcegenrijken invloed dier vereenigingen te
yerhoogen.
.Wat de Militairen-Vereeniging is voor
(den jeugdigen Militair behoeft wel niet
^neer gezegd te worden. Ieder weet, dat
bij voor hem in zijn vrije uren, is een
{toevluchtsoord, waar hij ten minste eeni-
jgermate terugvindt wat hij in zijn ouder
lijk huis heeft achtergelaten: gezelligen
omgang met de besten onder de Militai
ren, spelen van allerlei aard, benoodigd-
heden voor briefwisseling, goede leesboe
ken en dagbladen enz. enz. Maar vooral
[vindt hij daar den Eerw. Directeur, die
yoor hem tracht te zijn wat vader en moe-
jder thuis voor hem waren, die hem met
Jiefde vermaant, wanneer zulks noodig
jblijkt, die zorgt dat hij zijne godsdienst
plichten waarneemt.
Zoo is de Militairen-Vereeniging voor
vele jongelingen een krachtig middel om
(hem te bewaren voor het bederf van slech-
jte kameraden, die zij, helaas! maar al
•te dikwijls aantreffen in den dienst. Het
Ss een feit, dat er jaarlijks enkele diep-
pedorven jongelieden, vooral uit de groo-
Êe steden, worden ingelijfd, jongelieden,
lie eigenlijk niet waardig zijn de mili
taire uniform te dragen, en wier verder
felijke omgang vooral voor argelooze jon-
jgelieden zoo gevaarlijk is. Dat er voor uwe
barophiën veel te vreezen is van de ver
lofgangers, die tijdens hun militairen
jdienst niet bestand zijn geweest tegen
)dien verderfelijken omgang, door wie zal
[dit worden begrepen, dan door U, Eerw.
(Heeren? Een Militair met groot verlof
jis voor zijne oude kameraden in Uwe pa-
tochie veelal een orakel, dat zijne nieu-
jwe ideeën uitkraamt en zijn nieuw licht
.Uitstraalt, en, helaas! "ook dan, wanneer
(zijne ideeën niets anders zijn dan ver
dorvenheid, en zijn licht niets anders is
,dan duisternis, veler oogen en ooren tot
,zich trekt.
Het is dan van het grootste belang,
,Eerw. Heeren, uwe parochianen tijdens
'hun militairen dienst in de Miltaren-Ver-
jeeniging onder dak te brengen, en Uwe
[medewerking is daartoe op de eerste
'plaats noodzakelijk.
Een hartelijk woord, door UEerw. op
:den laatsten Zondag dezer maand tot de
opgeroepen jongelingen en hunne ouders
gesproken, zal zijn doel niet missen.
Verzoekt dan, Eerw. Heeren, en hier
dringen wij ten zeerste op aan, verzoekt
•alle in te lijven jongelingen van Uwe pa
rochies, om vóór hun vertrek bij UEerw.
.afscheid te komen nemen, en geeft hun
dan, bij krachtige aanbeveling der Mili-
'tairenA/ereeniging, een briefje mede, waar
!op door UEerw. hun naam en het adres
van ouders of voogd geschreven is. Legt
hun op, dit briefje zoo spoedig mogelijk
•te brengen aan den Eerw. Directeur der
Militairen-Vereeniging daar waar zij in
.garnizoen komen, opdat deze hen aan
stonds onder de zijnen opneme en van
hunne opname bericht kunne zenden aan
UEerw. en aan hunne ouders.
En, daar nacht- en avondpermissie na
,10 uur voor velen zoo verdei :e'iik werkt,"
[zouden wij U.Eerw. ook willen verzoe
ken, het teekenen van een verzoekschrift
door ouders of voogden, dat deze per
missie aan hunne minderjarige dienst
plichtigen niet gegeven mag worden, ten-
t zij de Directeur der R. K. Militairen-Ver
eeniging dit voor hen aanvraagt, te wil
len in de hand werken,
i Bij dezen moreel en steun vragen Wij
ook dringend uwen stoffelijken bijstand,
opdat onze Vereeniging voor Uwe jon
gens, eenmaal voor een tijdlang onze jon
gens geworden, kunne zijn, wat zij be-
FEUILLETON.
in
„Wat bedoelt gij daarme'e?" Vroeg ik.
„Ik bedoel, bestudeer grondig het pa-
jieis, welks muren u gastvrij herbergen.
;De Ca'Spada is in den Baedeker van een
dubbel sterretje voorzien wegens hare col-
pectie Venetiaansche meesters, dus het is
jgeen verboren tijd, dien gij daaraan be
steedt. En als gij de goedheid wilt heb-
(ben mij als cicerone "bij uw rondgang te
(willen gebruiken, doet gij nog niet zoo'n
[slechte keus, want ik weet er minstens
[evenveel van als de oude Danieli, die
[anders de „splendid", ^reizend",- en
charmant" uitroepende vreemdelingen
[door de paradevertrekken rondleidt en
jinet zeke rwelbehagen de fooien opstrijkt,
die hem verboden zijn aan te nemen."
„O!" protesteerde ik tegen deze insi
nuatie, wel zwakjes, maar toch protes
teerde ik en voegde er bij: „Als gij niets
[beters te doen hebt, doctor, heb ik wel
lust om van uwe goedheid gebruik te ma-
als 4e. pude fianieli dat ten, minste
hoort te zijn, een gezeUig tehuis, waar
zij gaarne hunne vrije uren doorbren
gen.
Dat daarvoor groote geldelijke offers
moeten gebracht worden, is overduide
lijk. Die offers worden door de katholie
ken der verschillende garnizoensplaatsen
in ruime mate gebracht. Dezen zien van
nabij de heilzame werking van onze schoo-
ne vereeniging, ofschoon de leden voor
99 procent vreemden zijn. Doch de offers
onzer stadgenooten, hoe .gul ook ge
bracht, zijn niet toereikend om aan de
groote behoeften onzer Vereeniging ge
heel tegemoet te komen. Daarom durven
wij,' Eerw. Heeren, den stoffelijken steun
van U Eerw. en Uwe parochianen voor
Uwe jongens inroepen.
En wilt Gij, Eerw. Heeren, op de hoog
te blijven van de wijze, waarop van Uwe
hulp en steun door ons gebruik wordt
gemaakt, abonneert u dan op ons krantje,
dat slechts 50 cents per jaar kost. Dat
krantje zal U maandelijks spreken van
Onze Vereeniging, spreken van Uwe jon
gens, die immers hoe verder van U ver
wijderd, U des te nader aan het hart
liggen.
Jen slotte, deelen wij U, Eerw. Hee
ren, mede, dat Z. Excell. de Minister van
Oorlog heeft bepaald, dat de minderja
rige militairen, wier ouders of voogden
schriftelijk zulks verzoeken, voortaan
onder geleide naar de kerk zullen worden
gebracht, teneinde hunne godsdienstplich
ten te vervullen. Van verschillende zijden
werden zeer uiteenloopende gevoelens ge
uit omtrent dit voorschrift en de door ons
hierin te volgen gedragslijn. Daarom zal
het misschien voorloopig voldoende zijn,
dat U Eerw. de ouders met dit verzoek
schrift in kennis stelt, zoodat zij ten min
ste hunne dienstplichtige zonen kunnen
bedreigen met zulk een schriftelijk ver
zoek aan hun commandant, indien zij ver
nemen dat hunne zonen nalatig zijn in
het bijwonen der H. Mis.
Het hoofdbestuur der Bond:
E. P, RAAYMAKERS, Pres,
!H. J, J. JEN BERE,
H. PIETERSE.
LW. J. VAN KESSEL.
P. G. M. H. CORTEN.
A. H, VAN DIJK, Secr.-pënn.
België.
iMgr. Tacci.
Donderdag heeft koning Albert Mgr.
Tacci, den aartsbisschop van' Nicea, den
apostolischen nuntius, in audiëntie ont
vangen. Mgr. Tacci overhandigde den
konin'g den brieven van den H. Vader,
waardoor hij door dezen in hetzelfden
ambt bevestigd wordt, als hij onder het
bestuur van Leopold II vervulde.
Tevens overhandigde Mgr. Tacci aan
den koning een eigenhandig schrijven
van den H. Vader, waardoor deze den
koning bedankt voor de speciale missie
hem bij gelegenheid van koning Leo
pold's dood en zijn troonsbestijging ge
zonden.
De apostolische nuntius werd in een
hofrijtuig naar het paleis gereden;.
Frankrijk.
De hinderlaag in Ouadaï.
Alle bladen houden zich bezig met de
bloedige nederlaag in Fransch-Congo en
vragen zich bezorgd af hoe, bij een alge
meen en opstand der half onderworpen
stammen, de 1200 man, het uitgestrek
te gebied van 186.000 vierk. K.M. met
een grenslijn van 1200 K.M. lengte,,
moeten verdedigen
Reeds heeft een afgevaardigde, de
lieer Adigard, in de Kamer minister
Trouillot nadere inlichtingen gevraagd.
Uit diens antwoord bleek, dat ook der
regeering feitelijk geen verdere bijzon
derheden bekend zijn. W;eL verzekerde
de minister, dat het detachement niet
op een avontuurlijken tocht uit was, toen
het ongeluk gebeurde maar een; eenvou
dige verkenning deed.
Vervolgens gaf hij als zijn meening te
kennen, dat de Kamer na het gebeurde
de noodzakelijkheid zou inzien, van een
eenzienlijke uitbreiding van de bezet
tingstroepen dier streek, welke Frank
rijk moet vasthouden, wil men de bezit
tingen rondom het Tschadmeer niet
blootstellen aan het voortdurende gevaar
der invallen en strooptochten van de
inlanders, wier voornaamste middel van
bestaanslavenhandel, de Franschen
trachten te beletten.
Dat de Ouadaïers geen tegenstanders
zijn, die men behoeft te minachten, en
die uitstekend bewakend zijn, blijkt wel
hieruit, dat bij de onverhoedsche bezet
ting van de hoofdstad in Juni 1.1. 3500'
geweren met 50,000 patronen werden
ingeleverd, Van uit Tripolis worden zij
van de meest moderne wapens voor
zien, waarmede zij uitstekend weten om
te gaan. Mochten zij dus van hun over
winning partij weten te trekken, dan
zullen de Fransche troepen harde noten
te kraken krijgen in eerstvolgende we
ken. i
Spanje.
Scheepsramp Chanzy.
iWoensdag is in het kathedraal van
Ciudadela voor de zielerust van de
slachtoffers der ramp van de „Général
Chanzy" een plechtige H. Mis opgedra
gen. De Requiem-mis werd tevens opge
dragen voor de schipbreukelingen van
■den tweemaster „Martial", die zooals
men weet een drietal weken geleden
ook schipbreuk had geleden op de kust
van Minorca.
De bisschop, de alcade, en de andere
autoriteiten van Ciudadela hadden de
bevolking uitgenoodigd zooveel moge
lijk bij de plechtigheid tegenwoordig te
zijn.
Naar de Fransche bladen nu melden
was de kathedraal met een schaar ge-
*,iOovigen, die diep onder den indruk
waren, gevuld. De geheele gemeente
raad was met den alcade Gabriël Saura
tegenwoordig. Ook waren aanwezig de
voornaamste autoriteiten', de comman
dant van het eskader van de drie tor
pedobooten ,'dat in de haven ligt, de
leerlingen der scholen, de consul van
Frankrijk, de afgevaardigde van de com
pagnie Transatlantique en de leerlingen
van het seminarie.
Kanunnik Dives droeg de H. Mis op.
De bisschop van Minorca gaf na de H.
Mis de absolutie.
De ramp der „General Chanzy".
Het bergen der lijken van de Général
Chanzy vlot niet hard wegens de hooge
zee en de weder opgestoken storm heb
ben de torpedobooten, welke hiermede
belast waren, op de reede van Bar
celona een schuilplaats moeten zoeken.
Een officier van een der schepen, van
Minorca binnengevallen, verzekerde aan
den „Matin"-correspor.dent, ilat alle lij
ken van personen, die over boord zijn
geslagen, geborgen zijnde overigen
zou men pas vinden, zoodra de zee kalm
genoeg is, om den duikers een onderzoek
van het wrak mogelijk te maken'. De
meeste passagiers toch, waren, volgens
hem, nog in hun hutten, toen het schip
op de rotsen liep, zoodat zij als in|
een muizenval verdronken zijn.
Griekenland.
Troonafstand in zicht?
Over Konstantinopel komt het gerucht
dat koning George van Griekenland de
in het buitenland vertoevende Griek-
sche prinsen voor een familieraad naar
Athene heeft geroepen.
Koninklijke Besluiten.
Met ingang van den lsten April zijn
bij het Departement van Financiën be
vorderd tot administrateur jhr. mr. G.
C. van Weiier, thans referendaris; tot
referendaris mr. L. J. A. Trip, thans
hoofdcommies; tot adjuct-commies J. G.
Fellman, thans eerste-klerk.
Zijn benoemd tot ontvanger der
registratie voor de burgerlijke akten;
(kantoor nö. 2) te Amsterdam, G. W. j.
C. Vermeulen, thans bewaarder van de
hypotheken, het kadaster en de scheeps-
bewijzen te Dordrecht; tot ontvanger
der registratie voor de gerechtelijke ak
ten en der domeinen te Amsterdam, A.
J. M. Van Lohuizen, thans ontvanger
der registratie en domeinen te Zwolle.
Met ingang van *1 April is be
noemd tot commies bij het R. archief
in Zeeland, dr. L. W. A. M. Lasonder,
thans adjunct-commies bij dat archief.
Met ingang van 1 Mei is aan den
directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Zaandam C. A. Willemse,
op zijn verzoek, als zoodanig eervol ont
slag verleend.
Met ingan'g van 17 Febr. is de
heer J. M. Bottemanne, directeur der
visschershaven te IJmuiden, benoemd
tot inspecteur voor de visscherij.
De neutraliteit van het onderwijs.
B. en W. van 's-Hage hebben onder
dagteekening van "15/18 Februari de
hoofden der openbare lagere scho
len en de hoofden der bijzondere scho
len voor Lager Onderwijs, ook ter mede-
deeling aan het personeel hunner scho
len in kennis gesteld met de door den
Raad dezer gemeente in zijn vergade
ring van 2 November 1909 aangenomen
motie van den volgenden inhoud:
„De raad,
van oordeel, dat het zingen van natio
nale liederen niet kan beschouwd wor
den als schending der neutraliteit op
een openbare school
van oordeely dat integendeel tot de
christelijke en maatschappelijke deug
den, waartoe volgens artikel 35 der wet
op het Lager Onderwijs de kinderen
moeten worden opgeleid, zeker behoort
eerbied voor het gezag en dus ook eer
bied voor het Hoofd van den Staat;
spreekt de wenschelijkheid uit, dat op
de openbare scholen in deze gemeente
bij voorkomende gelegenheden die eer
bied zal worden aangekweekt."
Eene centrale waterleiding voor
Hillegom, Lisse en Sassenheim.
Reeds meermalen zijn in de bloem
bollenstreek plannen voor stichting van
eene waterleiding ter sprake gekomen.
En ook de gemeenteraden van de di
verse dorpen in Zuid-Hollandsch Noord-
Westhoek hebben zich met dit onder
werp bezig gehouden. Eene beslissing
is echter nooit gevallen, eensdeels om
dat de gedane concessie-aanvragen on
voldoende werden geacht of er eene
strooming voor gemeente-exploitatie be
stond, anderdeels om'dat men nog niet
zoozeer van de noodzakelijkheid eener
drinkwatervoorziening door eene wa
terleiding overtuigd was, of wel aan de
levensvatbaarheid van eene zoodanige
onderneming twijfelde. Bovendien heb-
ebn de betrokken gemeentebesturen, naar
't schijnt, tot dusverre geen gemeenschap
pelijke basis voor samenwerking kun
nen vinden eene samenwerking welke
o. i. voor het verkrijgen van goed drink
water noodig en in het belang der ge
meenten zelve wenschelijk is, terwijl
de kwestie van de waterleiding te Haar
lem, die het water aan de bovenste la
gen van den grond onttrekt, in den
laatsten tijd deze zaak in een nieuw sta
dium heeft doen treden.
Ofschoon dus eene poging tot stich
ting eener waterleiding op velerlei moei
lijkheden stuit, is bij velen in de bol
lenstreek de overtuiging gerijpt dat op
den duur alleen op deze wijze aan de
behoefte van goed drinkwater zal zijn
te voorzien en als uitvloeisel daarvan
hebben wederom besprekingen plaats
gehad tusschen eenige ingezetenen van
Sassenheim, Lisse en Hillegom.
Uit een ons van welwillende zijde toe
gezonden overzicht dezer beraadslagin-
gingen blijkt, dat op den 21en Januari
in de Commissiekamer van het Raadhuis
te Hillegom bijeenkwamen op initiatief
van de drie laatstgenoemden de heeren
Joh. Guldemcnd, R. van der Schoot en
H. V. van Zanten, van Hillegom, dr. D.
Blok, A. Guldeinond en J. Tuijmelaar
van Lisse en J. W. Marbus, J. Speel
man en W. Warnaar, van Sassenheim.
De vergadering werd geleid door den hr.
Warnaar, die het doel ervan uiteen zette.
Waarom zou met een beetje goeden
wil in deze we'lvarende streek geen cen
trale waterleiding kunnen gea cht wor-
dienstijver overhandigd werden, welke be
wees in welk aanzien hij bij de marchese
en bij het geheele huis in het algemeen
moest staan.
Toen ik deze opmerking onder woor
den bracht, lachte hij op zijn aangename
wijze en zeide: „Dat is niet mijne verdien
ste, maar alleen de gewoonte. Ik ben met
den marchese opgegroeid en niet meer
van hem te scheiden in het begrip dier
■lieden."
„O, dan is uwe positie ook een heel
andere, dan ik gedacht had", zeide ik,
bijna teleurgesteld. „Ik had mij u zoo
ongeveer als lotgenoot voorgesteld,
maar dat was een verkeerde voorstel
ling, want ik ben de betaalde voorlezeres
die ontslagen kan worden en gij zijt de
huisvriend, de onafhankelijke metgezel
van den heer des huizes."
„Wie is geheel onafhankelijk in dit
leven?" vroeg dokter Marino. „Onaf
hankelijkheid beteekent niet altijd ge
luk," heeft koningin Natalie van Servië
gezegd, en zij heeft gelijk, geloof ik. Het
waarom ligt genoeg voor de hand. Ove
rigens zult gij in de marchesa een zeer
lieve vrouw vinden, van wie afhanke
lijk te zijn u niet zoo heel hard zal
vallen. Natuurlijk een kleine ruk aan
den, letting ^al jyel ftf en toe voelbaar
aen r Als iedere gemeente het afzonder-,
lijk zou moeten doen, zouden er nog
vele jaren verloopen alvorens iets tot
stand kwam, afgezien van het groote
voordeel van gezamenlijk optreden. Ten
einde nu te voorkomen dat een der drie
genoemde gemeenten tot stichting van:
een waterleiding zou overgaan, zonder,
overleg met de andere te plegen oven
eene centrale, meende de commissie dat
niets onbeproefd moest worden gela-.
ten, om tot het gewenschte doel te ko
men. Nadrukkelijk werd geconstateerd,
dat geen der leden eenigerlei mandaat
had en ieder hunner dus als privaat
persoon optrad.
Een besluit werd niet jgenomen, het
geen trouwens bij gebrek aan gegevens
niet mogelijk was; wel werd bereikt;!
de overtuiging bij allen dat een water
leiding nuttig en noodig is.
De Hillegomsche leden meenden, dat
het drinkwater in hunne gemeente goed
was en daardoor 't getai aansluitingen.,
gering zou zijn. Deze meening werd be
streden door dr. Blok, die voorts be
toogde, dat het weinig of nooit voorko-'
men van epidemiën meer zijn oorzaak}
vindt in het niet aan een groot vaar
water liggen der gemeenten. 'tKan bo
vendien toch geen toeval worden ge-i
noemd, dat alle doctoren in deze streek}
het er over eens zijn, dat Hillegom,
Lisse en Sassenheim drinkwater hebben,
dat schadelijk voor de gezondheid is.
Een tweede vergadering werd gehou-'
den op 3 Februari. Daarop werd een}
plan en toelichting voor eene waterlei
ding ter tafel gebracht, op verzoek van!
Sassenheim, opgemaakt door dé firma.
Visser en Smit, waterbouwkundigen
te Oud-Beijerland. Hillegom, die den
heer Schotel van "Rotterdam zou raa'd-
plegen, had wegens ziekte van den des
kundige hieraan geen gevolg kunnen ge
ven. De heer Smit, ter vergadering aan
wezig, beval ten zeerste de stichting van
ééne centrale waterleiding aan de vrees
dat het aantal aansluitingen beneden de
verwachting zal blijven, werd niet door
hem gedeeld, op grond van de ervaring
in andere Zuid-Holl. gemeenten. Vol
gens den heer Smit bestaat er geen ge-
vaar voor uitdrooging van den boven
grond, als men het water minstens 25
Meter beneden A. P. aan den bodem
onttrektvoorts deelde hij mede, dat in
dien zijn firma conecssie verkreeg, zij
als voorwaarde zou stellen, dat min
stens 40 pCt. van het maatschappelijk!
kapitaal over een voldoend aantal per
sonen verdeeld, door de ingezetenen der
betrokken gemeenten moet worden ge
nomen, omdat daardoor een maatschap
pij op gepaste wijze door de ingezete
nen wordt gesteund.
Na nog eenige besprekingen, waarbij
de commissieleden van Hillegom ver
klaarden de door de heeren Visser en
Smit genoemde cijfers te willen verge
lijken met de te hunner beschikking!
staande rapporten, werd de vergadering
door den voorzitter gesloten met den
wensch, dat de commissie wederom spoe
dig zal kunnen vergaderen, met de Da-
gelijksche besturen der 3 genoemde ge
meenten.
Het boven reeds genoemde overzicht
en raming der stichtingskosten alsmede
van de uitgaven en inkomsten van ééne
centrale waterleiding voor de gemeenten
Hillegom, Lisse en Sassenheim opge
maakt door de heeren Visser en Smit, be
gint met de bemerking, dat de in de
rapporten genoemde cijfers niet zuiver
zijn, aangezien de gelegenheid heeft ont
broken om nauwkeurig een onderzoek
ter plaatse in te stellen, 't Is dus s ec'its
een tot op zekere hoogte betrouw --are
raming, omdat de lengte van het bui
zennet geschat is en de hindernissen voor
komende op de wegen, zooals sluizen,
bruggen, duikers, spoor- en tramwegen,a
alsook de plaats van de pompstations on
bekend waren. Toch verzekeren de hee
ren Smit en Visser, dat de getallen niet
veel met de werkelijkheid zullen verschil
len.
Hillegom telt 7807 inwoners, die in
1950 woningen zijn gehuisvest; Lisse telt
5247 inwoners met 1310 en Sassenheim
2S29 inwoners met 700 woningen. Het
abonnement mag gesteld werden op f10
zijn, maar zulk een ruk voelt ook de
koning op zijn troon misschien va
ker dan gij hem voélen zult. Treedt
haar zonder vooroordeel tegemoet, zij
behoort tot de weinige vrouwen die geenf
vooroordeel kennen, die noch in het
haar toekomende purper poseert, noch'
er zich op laat voorstaan, maar inte
gendeel hare hooge positie opvat als
een plicht, die zij zich waardig moet:
toonen".
„Dan moet de marchesa eene zeld
zame, beminlijke vrouw zijn", riep ik!
uit, meegesleept door de warme woor
den van mijn begeleider.
„Dat is zij", zeide hij ernstig, maar*
vriendelijk.
„En de marchese?"- vroeg ik belangd
stellend.
„Naar hem moet gij niet vragen
ik ben te na met hem bevriend, om;
niet partijdig te zijn", antwoordde doo
ter Marino lachend. „Ik ontdek dikwijl^
zijne fouten, maar ik ben ook altijd weej
geneigd hem op eene pf ,a,ndere wijz^
te verontschuldigen",
(Wordt yeryolgd)^
niet als inbreuk pp zijn rechten be
schouwt."
„Dat zal Wel niet", was het vriende
lijk antwoord, „want het paleis is op het
oogenblik voor vreemdelingen gesloten
de consulaten geven nu geen biljetten er
voor uit. Waarom? de marchese wil
verandering maken ik moet onderzoe
ken of er geen afzonderlijke Titiaanzaal
saam te stellen isde schilderijen hangen
over de verschillende zalen en kamers
verdeeld en hebben dikwijls zeer slecht
licht. Voor mijn ambt als cicerone valt
nog dit te zeggen, dat ik u niet alleen de
paradevertrekken, maar alles kan laten
zien, en u weet, dat het de rommelka
mers zijn, die een ,oud huis interessant
maken.",
„Juist, zoo denk ik er ook over", zeide
ik opspringend. „Daarom versmaadde* ik
ook Danieli's vriendelijk aanbod, een der
moderne kamers te betrekken. Nu heb ik
er zelfs twee, wat eigenlijk onbescheiden
is. Heerlijke, oude kamers, docter, vlak
bij den ingang van den corridor van den
zoogenaamden ouden vleugel gelegen."
„Ik weet het r- Danieli heeft het mij
verteld", viel hij mij in de rede. 5,Oij hebt
de Stanza d'Oro en de Stanza d|ella JDo-
garessa."
■iQ.gito. gogareasa?^
„Zoo genoemd, omdat de weduwe van
den eersten Doge uit het huis Spada het
bewoonde. Dat was in de tweede helft
van de vijftiende eeuw. Na haar heeft nog
slechts een persoon, de gemalin van ha
ren kleinzoon Michele Spada, deze ka
mer bewoond en sedert dien slechts af
•en toe een gast, en wel eerst in deze
eeuw. Zij behooren bepaald tot de mooiste
vertrekken van het paleis, maar zij zijn
helaas afgelegen en worden gemeden zoo
als de geheele oude vleugel."
„En het geheele paleis", vulde ik aan,
en daar doctor Marino hierop niets zei,
voegde ik er bij: „Dus de della Spada
zijn ook een Dogengeslacht?"
„Drie uit hun huis hebben op een Do-
gentroon gezeten twee, door Jitiaan
geschilderd, zult gij beneden zien", ant
woordde hij, de deur voor mij openend.
Buiten op den gang vonden wij den ou
den Danieli, wien doctor Marino de sleu
tels vroeg, welke mijn begeleider met een
Voor hen, dié de Venetiaansche ge
schiedenis kennen, merk ik op, dat ik
heel goed weet, dat Venetië nooit een Do
ge uit een huis Spada had. Daarmede
is meteen gezegd, dat de naam slechts
een gefingeerde is, die dep werkelijke^
JBUfii Sffib V v s" ~u'"