Gemengd Nieuws.
jden dezen zomer (1904) met het oog-
op eventualiteiten uitgerust en in het
laatst van September weder in conser
vatie gebracht".
Ook bij het passeeren der Russische
eskaders was men op maatregelen be
dacht Met het oog op eventueele hand
having der neutraliteit bij het opvol
gend passeeren dier eskaders werden
te Willemsoord meermalen twee torpe
dobooten groot model voor onmiddellij-
ken dienst gereed gehouden. Waar nu de
Nederlandsche regeering het blijkbaar
noodig geacht heelt in verschillende pe
rioden van den Russisch-Japanschen oor
log het materieel der zeemacht gevechts-
klaar te houden, ligt het o.i. voor de
hand, dat zij gelijksoortige maatregelen
ten aanzien van de aan de Noordzee
gelegen kuststellingen zal hebben be
volen.
Contante betaling.
De Handelsvereeniging „Rotterdam"
heeft bij gelegenheid van haar 123/2-ja
rig bestaan een „Gedenkboek" doen ver
schijnen, waarvoor zij aan een aantal per
sonen in stad en land bijdragen had
gevraagd.
Een dezer was Rotterdam's burge
meester mr. Zimmerman, die over de
middenstandsbeweging zeer beharti-
gingswaardige opmerkingen heeft ge
maakt en over contante betaling het vol
gende schreef:
Een erger vijand dan het credietgeven
heeft de middenstand niet, omdat dit
hem dwingt aan allen te hooge prij
zen te vragen, d. w. z. prijzen waardoor
èn de kassiersrente èn de kwade posten
worden goedgemaakt. Het op rekening
schrijven brengt in al uw bedrijven een
onreëel element, verhindert een juist
.overzicht over de uitkomsten, maakt den
middenstand afhankelijk en houdt de
uitbreiding van zaken tegen.
Hier ligt het groote verderf, te groo-
ter naarmate naast de winkels inrich
tingen verrijzen, welke contante beta
ling eischen, dientengevolge hun kapi
taal herhaaldelijk kunnen omzetten en
dus hun prijzen met een kleiner bedrag
voor rente en schade behoeven te be
lasten.
Het is mij een raadsel geweest, waar
om uw beweging haar aaneensluiting
niet voor alles aan het verkrijgen van
contante betaling heeft dienstbaar ge
maakt er. hoe men maar steeds bevan
gen blijft in het denkbeeld, dat groo
te rekeningen klanten „binden." Kan op
fien zóo onwerkelijk en grondslag een j
groote economische klasse zich handha
ven
Meer dan tentoonstellingen, congres
sen, staatscommissies en requesten zou
een krachtig, gemeenschappelijk optre
den tot afschaffing van het crediet aan
klanten den middenstand tot zegen zijn.
Ook wat zijn maatschappelijke positie,
betreft, want het zou aan "de onafhan
kelijkheid van den Winkelier ten goede
komen, indien hij tot zijn clientèle in
een zuivere verhouding van zakendoen
stond.
En het zou ook in het voordeel van
den omzet zijn, want niet alleen zou
;men goeakooper kunnen leveren en meer
kunnen inslaan, maar op den langen duur
zouden de opvattingen onder de burgerij
meer reëel worden.
En vermits m.i. een contant betalen
de natie meer uitzicht op welvaart heeft
dan een die gewoon is, lang nadat het
genot heeft opgehouden, aan den be-
talingsplicht herinnerd te worden, zou
de maatregel ten slotte een goeden in
vloed op de koopkracht gaan oefenen.
Jacht en visscherij in Noord-Holland
De jacht op houtsnippen en op een
den in Noord-Holland zal worden ge
stoten op den 2Sen Febr. 1910 met
zonsondergang
die op ander waterwild zal worden
gesloten op den 15en Maart 1910 met
zonsondergang.
Het weispel van kwartelen met steek
garen of vliegnet zal mogen worden
uitgeoefend van 2 Mei tot en met 15
juni 1910.
De visscherij meth et staande spiering-
bet zal zijn gesloten van 1 Maart tot
1 November 1910;
De visscherij met alle overige visch-
tuigen, uitgezonderd die met aalkorven,
aal dobbers, aalreepen en palingfuiken
op aal, paling en grondelingen, die met
tiet schepnet of de gebbe om kleine
vischjes te vangen voor de aaldobbers
en die op snoek in de ^gemeente Texel,
zal van 15 Maart 1910 tot nadere aan
kondiging zijn gesloten.
Gedurende deze gesloten vischtijd, is
ook het visschen met den hengel in de
hand, uitgezonderd met de peur, ver
boden.
Vrouwelijke polderbestuursleden.
Het ontwerp-reglement voor den Has-
kerveenpolder, dat in de eerstvolgende
vergadering van de Staten van Fries
land in behandeling zal komen, bevat
o. a. de bepaling, dat de voorzitter en!
de verdere leden van het bestuur moe
ten zijn mannelijke Nederlanders die den
ouderdom van 23 jaar hebben bereikt.
De commissie van rapporteurs stelt
In haar rapport voor, in dat artikel het
woord „mannelijk" te doen vervallen met
het doel om ook voor vrouwen de gele
genheid open te stellen als voorzitter
of als lid deel uit te maken van het
polderbestuur.
Propagandistische lessen.
De heer F. v. d. G.(oes) ,die in het
„Weekblad", marxistisch bijblad van
„Het Volk", les geeft aan socialistische
propagandisten, komt nu rondweg ver
klaren, dat de heeren er allereerst op
uit moeten zijn om zieltjes te vangen.
Daartoe moet de socialistische leer in
tweeën gesplitst de koek in tweaën
gesneden, zooals deze week het D. v
N.-Br. zeide „partijpropaganda" en
„socialistische of proletarische wereld
beschouwing".
Hij erkent tenminste, dat die wereld
beschouwing „godsdienstloos moet hee-
ten." Daar echter „voorstanders van an
dere levensbeschouwing, nuttige leden
van de partij kunnen zijn" moet men
die socialistische „wereldbeschouwing"
bij de propaganda achterbaks houden en
niet vertellen, dat het socialisme op die
wereldbeschouwing steunt, en de „Par
tij" ze met hart en ziel aanhangt", zegt
de Resb.
Zieltjesvangen op die manier verdient
evenwel den naam van huichelarij. En
die wordt niet weggepraat door de uit
spraak, dat de propagandist niet moet
doen, „alsof de sociaal-democratie op
het stuk van den godsdienst niets te
zeggen had", maar „juist op vragen over
den godsdienst een volledig en duide
lijk antwoord moet geven."
Wat „volledig en duidelijk antwoord"
van zulk een propagandist, die natuurlijk
alle godsdiensten onder de knie heeft
wil zeggen, toont diezelfde leer
meester v. d. Goes al reeds aan:, als
hij zijn ervaringen geeft uit eigen pro-
pagandistenpractijk. Hij heeft vin dezen
tweeledigen, maar niet tegenstrijdigen
zin" altijd gewerkt en daarbij ver-
verkondigd, dat „in geen godsdienst iets
te vinden is, dat het socialisme veroor
deelt".
Daar houdt toch alles op, zou de Duit-
scher zeggen. En wij zeiden het hem na,
als er nog niet dit zinnetje volgde: „Wat
door de politieke Christenen thans te
gen het socialisme wordt aangevoerd,
is een godsdienst van 'hun eigen vin
ding".
Dus deze socialist, die alle godsdien
sten op zijn duimpje kent, zal uit kracht
van die kennis uitmaken, wat "tot die
godsdiensten behoort, en wat niet.
Wie dit pausje wil .volgen, ga zijnl
gang. Maar we gelooven, dat die „po
litieke Christenen" vast genoeg in hun
schoenen staan, om zich niet door zulke
loosigheidjes te laten verschalken. Zulke
propagandistische tegenstrijdige lessen
van den heer v. d. Goes zullen hun de
oogen openen, als ze nog niet wakker
mochten zijn
Leger en Vloot.
Herhalingsoefeningen.
De Minister van oorlog heeft bepaald,
dat in 1910 bij wijze van proef aan
verlofgangers der infanterie, vesting-ar
tillerie en genietroepen, die voor de der
de (laatste) maal voor herhalings-oele
ningen opkomen en aan de miliciens-
sergeanten der lichting 1909 door den
compagnies-commandant kan worden
vergund, om buiten de kazerne te over
nachten, mits de woning (vaste of tij
delijke) in of nabij de garnizoensplaats
is gelegen en de vergunning geen aan
leiding geeft tot het afleggen van zoo
danige afstanden, dat daardoor invloed
wordt uitgeoefend pp den goeden gang
van den dienst en van de oefeningen ten
gevolge van buiten deze opgedane ver
moeienis.
De vergunning stelt niemand van eeni-
gen dienst vrij, en kan door den comp.-
commandant te allen tijde worden inge
trokken.
Ze moet schriftelijk worden aange
vraagd uiterlijk 2 maanden vóór de op
komst.
Is eenmaal vergunning gevraagd, dan
wordt geen logies in de kazerne ge
geven, dan fn geval van straf, enz.
Alleen bij hooge uitzondering zal op
aanvragen, die na boven genoemd en ter
mijn worden ontvangen gunstig worden
beschikt.
Blijkens bij het Departement van Ma
rine ontvangen bericht, is Hr. Ms. pant
serschip „Heemskerck" onder bevel van
den kapitein ter zee G. L. Goedhart
8 dezer te Villefranche aangekomen
Blijkens bij het departement van ma
rine ontvangen bericht is Hr. Ms. pani-
serschip Tromp, onder bevel van den
kapitein ter zee J. W. Termijtelen, 10
dezer Tarifa gepasseerd.
Kerknieuws.
Zaligverklaring van Pius IX.
Behalve het Romeinsche proces in zake
de zaligverklaring van Pius IX, zijn er nog
vier andere aanhangig: een te Sinigaglia,
waar hij geboren werd en de eerste levens
jaren doorbracht, het tweede te Spoleto,
waar hij Aartsbisschop was van 24 April
1827 tot 17 Dec. 183°, het derde te lmola,
waar hij Aartsbisschop was van Febr. 1833
tot Juli 1846 en het vierde te Napels, waar
hij een schuilplaats zocht tijdens de revo
lutie in 1848.
Deze verschillende diocesane processen
zullen niet alleen voor de geschiedenis
van Pius IX en zijn roemrijk pontificaat
kostbare stof leveren, maar vooral ertoe
bijdragen om het volle licht te verspreiden
over zijn bewonderenswaardige persoon
lijkheid, waarover nu alle bijzonderheden
nm-nr 1 L.M
voor den dag komen, welke doen zien
dat hij ontwijfelbaar in alle opzichten en
overal een heilige geweest is.
Te Sinigaglia dringt men door tot in de
meest verborgen particulariteiten van zijn
kindsheid en prille jeugd en bij het licht
dier autentieke feiten zal men zien, wat
men denken moet van den vuigenlastey
waarmede veile schrijvers getracht hebben
hem te bekladden.
Het proces te Spoleto doet den apostel
zien naar Gods hart ^n men kan hem
daar volgen in de uitoefening van zijn
herderiijk ambt voor, gedurende en na de
geweldige beroeringen der revolutie van
1831.
Dat ie Imola op een geheel ander terrein,
omvat een zelfden werkkring; daar ziet
men den Bisschop en Kardinaal overal
het goede zaad van liefdewerken uit
strooiend, zonder zich te laten neerslaan
docr de eerste aanslagen van de groote
Italiaansche revolutie.
Dat te Napels zal getuigenis afleggen
van de wonderen zijner heldhaftige en
meer dan menschelijke waakzaamheid in
die dagen toen alles en voor altoos dreigde
verloren te gaan.
In een woord, alles zal samenwerken
tot het bijeenbrengen van een bewon
derenswaardig geheel dat de katholieke
wereld en de Kerk zich voorstellen op te
richten ter nagedachtenis aan den Paus
der Onbevlekte Ontvangenis.
Kunst en Wetenschappen.
Van Groningen-avond.
Slechts een vijftig-tal personen was
in den Schouwburg verzameld, om de
uitvoering aan te hooren van een drietal
werken van onzen stadgenoot S. van
Groningen. Minstens toch hadden de leer
lingen van de Toonkunst-Muziekschool
aanwezig moeten zijn, om bewijs te geven
dat zij het streven van den directeur van
die inrichting op prijs stelden, vooral waar
zij tegen gereduceerden prijs in de gele
genheid waren „acte de présence" te ge
ven.
De concertgever had zich de mede
werking verzekerd, van de heeren Louis
Wolff, violist; Willem v. Gulden, altist,
Oscar Eberle, violoncellist en Anton Ver-
heij, pianist.
Met een suite voor twee piano's werd
de avond ingezet. De groote technische
vaardigheid van v. Groningen en het rijke
muzikale spel van Verheij vulden elkaar
aan en bezorgden het geheel een goede
vertolking.
Minder tevreden kunnen wij zijn over
de uitvoering van de sonate voor viool
en piano. De obligaat vioolpartij, door
Wolff gespeeld, was niet, wat men noemt
schitterend. Slordig en onafgewerkt, met
onvoldoende voordracht en knerpend
toon trekken, Jeek de behandeling een pa
rodie. De componist kon door zijn zeer
correcte begeleiding de belangrijkheid van
het opus niet doen stijgen. Gaarne zouden
wij het met een meer serieuze violist
nog eenmaal hooren, het geheel zou er
bij winnen.
Beter beviel de violist ons in bet na
de pauze die onbeleefd lang ge
rekt werd gegeven kwartet, v. Gulden
en Eberle vervulden hun partij met muzi
kaal talent en gaven in de solo-passages
veel te genieten.
Het werk van van Groningen is over
het algemeen knap en getuigt van rijpe
muzikale ontwikkeling. Echter, het heeft
niet de -eigenschappen te boeien, mee te
steepen, geheel onze aandacht te vra
gen. Er zijn te veel momenten in, die
doen denken aan een onderbreken der
muzikale gedachte, die om weer opgang
te komen, eerst moest worden herhaald.
Want herhalingen van het thema komen
meer dan gewenscht is en bevorderlijk
aan het schoon, voor.
Dit neemt echter niet weg dat over het
gebed ligt een glans van muzikalen
smaak, van weten en kunnen, die den ma
ker doen plaats nemen in de rijen van
onze hedendaagsche groote toonkunste
naars.
Het publiek was zeer enthousiast en
riep concertgever en medewerkenden na
ieder nummer terug.
Land- en Tuinbouw.
Wanneer zet zich de bloem eener
Hyacinth
Wij weten allen, dat de bloem eener
Hyacinth zich zeer vroegtijdig zet en
reeds aanwezig is als we de bollen in
den zomer opnemen. Indien we dan
zoo'n bol doorsnijden, zien we de bloem
voor Let aanstaande jaar als een heel
klein lmohbelije aanwezig. De bloem
moet dus al gezet zijn, vóórdat de blade
ren afsterven, en we meen en dan ook,
dat door de groote werkzaamheid dei-
bladeren zulk9 mogelijk is. We meen en
echter ook, dat zoolang de bladeren niet
afgestorven zijn, zoolang het oude leven
dus vc-ortduurt, de ontwikkeling van de
nieuwe bloem als 't ware stilstaat en
eerst als de bol, zooals we dat noemen,
volkomen rijp is, de bloem gaat groeien.
Zoo onze redeneering juist is, is het eene
uitgemaakte zaak, dat <±e bollen welke
gebroeid en vooral die vroeg gebroeid
worden, volkomen rijp moeten zijn ge
worden. En is dit altijd het geval? in
slechte zomers gebeurt het dikwijls, dat
bet nog groene loof moet afgescboffeld
worden en deze bollen worden dus on
rijp opgenomen, hoewel men ze na
het afschoffelen een paar dagen in den
gropd jaat, Otit ^ucjien jtuige
holpen moeten worden! In de eerste
door de bollen minstens 10 a 14 dagen
in den kuif te laten en vervolgens Üoor
ze daarna zoo droog en liefst eenigszins
warm, in de eerste paar weken, te be
waren.
Mochten onze Hyacinthenkweekers
eene andere meening toegedaan zijn, dan
kullen zij deze zeker wel mededeeien.
(Weekbl. v. Bloem b. cult.)
Uit cJe Bollenstreek.
Door het Holl. Bioemkweekers Ge
nootschap is het volgende schrijven ge
richt aan Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Rijnland:
In opdracht van de 22e algemeene ver
gadering van het H. B. G. gehouden op
24 Jan. 1.1. waarvan de leden voor een
groot deel ingelanden zijn van Uw Hoog
heemraadschap, hebben wij de eer het
volgende ter uwer kennis te brengen:
le. Dat de vergadering bovengenoemd
een goede regeling van den waterstand
in uw Hoogheemraadschap van zeer veel
belang acht met het oog op de uitgebrei
de en waardevolle bloembollencultuur,
die op gronden, binnen uw Hoogheem -
raadschap gelegen, wordt uitgeoefend.
2e. Dat een te hooge waterstand, als in
de eerste dagen van December voor
kwam, vermoedelijk aan de gewassen van
sommige kweekerijen schade heeft toe
gebracht en daarenboven een belemme
ring is voor den goeden gang der werk
zaamheden.
3e. Dat een te lagen waterstand, met
het oog op het vervoer van mest door
vaarten en slooten, eveneens den goe
den gang der werkzaamheden belem
mert.
4e. Dat ter vermijding van bovenge
noemde misstanden de bemaling van Rijn
land, volgens de meening der vergade
ring, niet sterk genoeg is, getuige de nog
al eens voorkomende lage waterstand, die
waarschijnlijk uit voorzorg tegen een
grooten regenval worden daargesteld,
5e. Dat die toestand sub. 4 aangeduid,
welke reeds eenige jaren bestaat, blij
kens het verslag van den Ingenieur van
Rijnland, wijlen den heer E. F. van Dis
sel, op 9 April 1900 aan u toegezon
den, sinds dien nog ongunstiger gewor
den is door de verbeterde bemaling der
verschillende polders.
6e. Dat ter voorkoming van bovenge
noemde misstanden de uitbreiding van
het maalpeil toch niet wenschelijk geacht
wordt met het oog op de schade welke
de kweekers zouden ondervinden, wier
'kweekerijen gelegen zijn in polders die
een bemaling met windmolen bezitten.
Het is om bovengenoemde reden dat
het H. B. G. de vrijheid neemt, overeen
komstig het besluit der algemeene verga
dering beleefd te verzoeken maatrege
len te willen nemen de bemaling van
Rijnland dusdanig te versterken opdat,
zooveel mogelijk, een normale waterstand
behouden kan worden.
De watersnood in Friesland.
Men schrijft uit Friesland aan de „N.
C.":
Het boezemwater heeft in Friesland
een hoogte bereikt, zooals nooit te vo
ren. Een groot deel der provincie wordt
in waarheid zeer zwaar bezocht. Sprak
men voor eenigen tijd van een water
schade over de geheele provincie van
pl. m. 11/2 millioen gulden, deze som
kan nu veilig verdubbeld, ja misschien
wel verdrie- of verviervoudigd worden,
als men tenminste de schade in de ge
volgen, welke niet gering kan wezen,
er bij gaat optellen.
Niet alleen staat hier en daar alles
blank en is het op sommige plaatsen
gezichten ver niets dan water wat men
ziet, maar de hooger gelegen streken lij
ven niet verschoond. Het buitenwater
loopt op vele plaatsen vrijelijk over de
trekwegen, de smalle dijkjes langs de
trekvaarten, heen en maakt het den boe
ren onmogelijk om voort te gaan met
het toch al zoo moeizame werk der be
maling hunner „krieten". Elders weer
breken polderdijken door, niet langer
bestand als ze zijn tegen de voortduren
de persing van het zoo overvloedige wa
ter dat steeds hooger en sterker op
dringt, of ook loopt het water soms
over geheele stukken land heen van de
eene kriete in de andere. Vele water
molentjes staan dan ook de laatste da
gen geheel stil, ondanks den doorgaans
flinken „molenwind"het helpt toch
niet, of men al maalt, het water loopt
er net zoo hard weer in, als men het
er uit haalt. De inenschen zijn totaai
verlegen met dezen toestanddaar is
geen dammen meer tegen, er is geen
houden of keeren meer aan. Het water
is ons te machtig geworden, het is niets
anders. Het schoolverzuim is ten plat
teland e wegens weer en wegen nog nooit
zoo hoog geweest als thans. Binnenpa
den zijn in menigte totaal onbegaanbaar
geworden. Wij kennen een boerderij
waar men niet anders meer dan te wa
ter komen kan men kan er het bootje
veilig aan de klink van de achterdeur
vastbinden.
De specie op het weiland, dat reeds
"barnest of begierd is, drijft nutteloos
wegvele mesthoopen staan in het wa
ter, ook kan men, wanneer niet de vloer
van een dikke cementlaag voo;zien is,
seiner ti,e«gens meer Jiet grondwater uit
de kelders der huizen weren.
En wat het ergste wellicht nog is van,
al dezen watersnood, althans direct, dat
is wel de zeer droeve omstandigheid, dat
tengevolge van al dit overtollige wa-
ter op veld en akker alle werkzaam-:
heden noodgedwongen geheel stil moe*
ten staan, terwijl er overigens bij nor-
malen staat van zaken, overvloed vanj
werk thans wezen zou. Zeer tot schade
natuurlijk van de zeer vele losse werk
lieden, die nu in dezen opgaanden tijd
tot volslagen werkeloosheid gedoemd
zijn, terwijl het niemand hunner wef-
licht aan werk zou ontbreken, als maaij
het water geweken was van het veld.
Te droeviger nog is deze toestand juist
in dezen tijd van het jaar, cm bij velerj
hunner de wintertering, ook turf en aard
appelen voor het grootste deel zoo niet
geheel zijn opgebruikt en er om nieuwens
voorraad op te doen zoo hoog noodig
loontrekkende arbeid gevonden moet
worden.
Hoog water.
Men meldt uit Maastricht:
Ofschoon de Maas overdag eenige
c.M. gevallen schijnt, was de stand gis
termorgen 3.57 M., terwijl Luik seinde
stationnair, twee andere plaatsen uit Bel
gië nog eenige c.M. was. Toch heb
ben we nu den hoogsten stand van de
zen winter. In Wijk hebben vele bewo
ners water in den kelder, terwijl dej
Schannderweg op sommige plaatsen on-
onbegaan'baar is door het water.
Men schrijft uit Tie!
Voor de derde maal in dezen winteij
is de gierpont van de reep genomen,
door de verbazende stijging van het wa
ter. In de laatste twee etmalen steeg;
het water van 6.18 M. pl. N. A. P,
tot 8.13 M.
Ook de Linge is zeer hoog. De Zeeg
trad buiten haar oevers, waardoor de
verbinding tusschen Zoelen en den Lek-»
dijk verbroken is.
In Maas en Waal is men druk be
zig kistingen op de binnendijksche wa*
terkeeringen aan te brengen. Lukt het
deze niet het water te keeren, dan loopen
de westelijke polders van Maas en Waal
in, zooals dat het laatst een kwarti
eeuw geleden gebeurde.
Ook in de omstreken van De Lem
mer baart de stand Van het water veel:
zorg. Tot nu toe is het zuidelijk deel
der provincie in zooverre nog gelukkig
geweest, daar de stormen, welke in de
laatste weken heerschten, bijna uitslui
tend uit het zuiden en Zuidwesten ge
woed hebben. Mocht onverhoopt een(
storm uit het Noorden of Noordwes
ten opsteken, dan zullen ook in deze
streken, meerdere polders, waarvan
thans de kruinen der dijken nog maar
eenige centimeters boven water uitsteken
onderloopen, omdat dan een opstuwing
van liet boezemwater tot minstens IQ
d.M. boven zoinerpeil verwacht wordt.
Bij matigen Noord- en Noordwestenwind
toch steeg het water hier Woensdag tot
ruim 8 d.M., zoodat enkele straten door
het water bedekt werden. De Oostert-
wind, waarnaar zoo reikhalzend wordt
uitgezien, laat maar op zich wachterf.
De paisible Drentsche Aa, die anders
stilletjes berust in zijn vernedering, is
dit jaar zeer rebelsch, schrijft de Prov.
Gr. Ct. Eenige maanden geleden heeft
zij het heel erg gemaakt. Sedert was
zij wat gekalmeerd, doch ziet, daar be
gint zij in den laatsten tijd weer te
wassen.
Geweldige vlakten staan onder water
Bij Eelde is het heel erg, de weg Pa-
terswolde—Haren lijkt hier en daar op
een dam in één groot meer. Ook meer;
naar bet Noorden is het water overal
waar het anders niet is.
Enkele landbouwers moeten ook hier
over planken loopen om droog hun huis
te bereiken.
De veen landen in die streken zijn ge
heel overstroomd en de turfmijten kun
nen slechts met bootjes bereikt won
den. Eenigen tijd geleden stond het wa-,
ter ook hoog, toen was het weer gaan
dalen, maar door den regen- en sneeuw
val giag het weer duchtig rijzen.
Komt men verderop, dan ziet men,
dal ook bet meer buiten zijn oevers is
getreden. Het water staat daar op ver
scheidene plaatsen tot aan den weg. 1
Van verscheidene boerderijen zijn dei
schuren overstroomd, andere bewoners
kunnen hun huizen niet binnengaan zo-
der natte voeten te krijgen. Als het wa-,
ter nog een weinig rijst, zal het oo^1
de huizen zelve binnen driugen. j
De schade van de boeren in den om
trek is intusschen vrij groot Het is
te vensdien dat het watei spoedig zal
dab Bij de tegenwoordige vochtige
weergesteldheid is daar intusschen niet
veei kans op.
Bij 't afgraven van den oudeif
zandweg op Terschelling, werd in het
dorp Hoorn een blijkbaar zilveren mesheft,
gevonden. Het is vrij goed bewaard ge-
Leven. Op de eene zijde is gegraveerd
een priester in zittende houding, heb-,
bende in de rechterhand een kelk en in
de linkerhand een kruis, terwijl op den'
achtergrond een groot klooster verrijst*
Op de andere zijde is gegraveerd eea
persoon knielend voor een blok, terwijl
een ander persoon in lange kleedij met
opgeheven zwaard naast hem staat.
Het lemmet was geheel verteerd.
Bij Groenlo is de 15-jarige
zoon van den landbouwer Fuunte bij het
opladen ran hooi van den zolder geval
len. De dood volgde onmiddellijk.