Gemengd Nieuws. jden dezen zomer (1904) met het oog- op eventualiteiten uitgerust en in het laatst van September weder in conser vatie gebracht". Ook bij het passeeren der Russische eskaders was men op maatregelen be dacht Met het oog op eventueele hand having der neutraliteit bij het opvol gend passeeren dier eskaders werden te Willemsoord meermalen twee torpe dobooten groot model voor onmiddellij- ken dienst gereed gehouden. Waar nu de Nederlandsche regeering het blijkbaar noodig geacht heelt in verschillende pe rioden van den Russisch-Japanschen oor log het materieel der zeemacht gevechts- klaar te houden, ligt het o.i. voor de hand, dat zij gelijksoortige maatregelen ten aanzien van de aan de Noordzee gelegen kuststellingen zal hebben be volen. Contante betaling. De Handelsvereeniging „Rotterdam" heeft bij gelegenheid van haar 123/2-ja rig bestaan een „Gedenkboek" doen ver schijnen, waarvoor zij aan een aantal per sonen in stad en land bijdragen had gevraagd. Een dezer was Rotterdam's burge meester mr. Zimmerman, die over de middenstandsbeweging zeer beharti- gingswaardige opmerkingen heeft ge maakt en over contante betaling het vol gende schreef: Een erger vijand dan het credietgeven heeft de middenstand niet, omdat dit hem dwingt aan allen te hooge prij zen te vragen, d. w. z. prijzen waardoor èn de kassiersrente èn de kwade posten worden goedgemaakt. Het op rekening schrijven brengt in al uw bedrijven een onreëel element, verhindert een juist .overzicht over de uitkomsten, maakt den middenstand afhankelijk en houdt de uitbreiding van zaken tegen. Hier ligt het groote verderf, te groo- ter naarmate naast de winkels inrich tingen verrijzen, welke contante beta ling eischen, dientengevolge hun kapi taal herhaaldelijk kunnen omzetten en dus hun prijzen met een kleiner bedrag voor rente en schade behoeven te be lasten. Het is mij een raadsel geweest, waar om uw beweging haar aaneensluiting niet voor alles aan het verkrijgen van contante betaling heeft dienstbaar ge maakt er. hoe men maar steeds bevan gen blijft in het denkbeeld, dat groo te rekeningen klanten „binden." Kan op fien zóo onwerkelijk en grondslag een j groote economische klasse zich handha ven Meer dan tentoonstellingen, congres sen, staatscommissies en requesten zou een krachtig, gemeenschappelijk optre den tot afschaffing van het crediet aan klanten den middenstand tot zegen zijn. Ook wat zijn maatschappelijke positie, betreft, want het zou aan "de onafhan kelijkheid van den Winkelier ten goede komen, indien hij tot zijn clientèle in een zuivere verhouding van zakendoen stond. En het zou ook in het voordeel van den omzet zijn, want niet alleen zou ;men goeakooper kunnen leveren en meer kunnen inslaan, maar op den langen duur zouden de opvattingen onder de burgerij meer reëel worden. En vermits m.i. een contant betalen de natie meer uitzicht op welvaart heeft dan een die gewoon is, lang nadat het genot heeft opgehouden, aan den be- talingsplicht herinnerd te worden, zou de maatregel ten slotte een goeden in vloed op de koopkracht gaan oefenen. Jacht en visscherij in Noord-Holland De jacht op houtsnippen en op een den in Noord-Holland zal worden ge stoten op den 2Sen Febr. 1910 met zonsondergang die op ander waterwild zal worden gesloten op den 15en Maart 1910 met zonsondergang. Het weispel van kwartelen met steek garen of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 2 Mei tot en met 15 juni 1910. De visscherij meth et staande spiering- bet zal zijn gesloten van 1 Maart tot 1 November 1910; De visscherij met alle overige visch- tuigen, uitgezonderd die met aalkorven, aal dobbers, aalreepen en palingfuiken op aal, paling en grondelingen, die met tiet schepnet of de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers en die op snoek in de ^gemeente Texel, zal van 15 Maart 1910 tot nadere aan kondiging zijn gesloten. Gedurende deze gesloten vischtijd, is ook het visschen met den hengel in de hand, uitgezonderd met de peur, ver boden. Vrouwelijke polderbestuursleden. Het ontwerp-reglement voor den Has- kerveenpolder, dat in de eerstvolgende vergadering van de Staten van Fries land in behandeling zal komen, bevat o. a. de bepaling, dat de voorzitter en! de verdere leden van het bestuur moe ten zijn mannelijke Nederlanders die den ouderdom van 23 jaar hebben bereikt. De commissie van rapporteurs stelt In haar rapport voor, in dat artikel het woord „mannelijk" te doen vervallen met het doel om ook voor vrouwen de gele genheid open te stellen als voorzitter of als lid deel uit te maken van het polderbestuur. Propagandistische lessen. De heer F. v. d. G.(oes) ,die in het „Weekblad", marxistisch bijblad van „Het Volk", les geeft aan socialistische propagandisten, komt nu rondweg ver klaren, dat de heeren er allereerst op uit moeten zijn om zieltjes te vangen. Daartoe moet de socialistische leer in tweeën gesplitst de koek in tweaën gesneden, zooals deze week het D. v N.-Br. zeide „partijpropaganda" en „socialistische of proletarische wereld beschouwing". Hij erkent tenminste, dat die wereld beschouwing „godsdienstloos moet hee- ten." Daar echter „voorstanders van an dere levensbeschouwing, nuttige leden van de partij kunnen zijn" moet men die socialistische „wereldbeschouwing" bij de propaganda achterbaks houden en niet vertellen, dat het socialisme op die wereldbeschouwing steunt, en de „Par tij" ze met hart en ziel aanhangt", zegt de Resb. Zieltjesvangen op die manier verdient evenwel den naam van huichelarij. En die wordt niet weggepraat door de uit spraak, dat de propagandist niet moet doen, „alsof de sociaal-democratie op het stuk van den godsdienst niets te zeggen had", maar „juist op vragen over den godsdienst een volledig en duide lijk antwoord moet geven." Wat „volledig en duidelijk antwoord" van zulk een propagandist, die natuurlijk alle godsdiensten onder de knie heeft wil zeggen, toont diezelfde leer meester v. d. Goes al reeds aan:, als hij zijn ervaringen geeft uit eigen pro- pagandistenpractijk. Hij heeft vin dezen tweeledigen, maar niet tegenstrijdigen zin" altijd gewerkt en daarbij ver- verkondigd, dat „in geen godsdienst iets te vinden is, dat het socialisme veroor deelt". Daar houdt toch alles op, zou de Duit- scher zeggen. En wij zeiden het hem na, als er nog niet dit zinnetje volgde: „Wat door de politieke Christenen thans te gen het socialisme wordt aangevoerd, is een godsdienst van 'hun eigen vin ding". Dus deze socialist, die alle godsdien sten op zijn duimpje kent, zal uit kracht van die kennis uitmaken, wat "tot die godsdiensten behoort, en wat niet. Wie dit pausje wil .volgen, ga zijnl gang. Maar we gelooven, dat die „po litieke Christenen" vast genoeg in hun schoenen staan, om zich niet door zulke loosigheidjes te laten verschalken. Zulke propagandistische tegenstrijdige lessen van den heer v. d. Goes zullen hun de oogen openen, als ze nog niet wakker mochten zijn Leger en Vloot. Herhalingsoefeningen. De Minister van oorlog heeft bepaald, dat in 1910 bij wijze van proef aan verlofgangers der infanterie, vesting-ar tillerie en genietroepen, die voor de der de (laatste) maal voor herhalings-oele ningen opkomen en aan de miliciens- sergeanten der lichting 1909 door den compagnies-commandant kan worden vergund, om buiten de kazerne te over nachten, mits de woning (vaste of tij delijke) in of nabij de garnizoensplaats is gelegen en de vergunning geen aan leiding geeft tot het afleggen van zoo danige afstanden, dat daardoor invloed wordt uitgeoefend pp den goeden gang van den dienst en van de oefeningen ten gevolge van buiten deze opgedane ver moeienis. De vergunning stelt niemand van eeni- gen dienst vrij, en kan door den comp.- commandant te allen tijde worden inge trokken. Ze moet schriftelijk worden aange vraagd uiterlijk 2 maanden vóór de op komst. Is eenmaal vergunning gevraagd, dan wordt geen logies in de kazerne ge geven, dan fn geval van straf, enz. Alleen bij hooge uitzondering zal op aanvragen, die na boven genoemd en ter mijn worden ontvangen gunstig worden beschikt. Blijkens bij het Departement van Ma rine ontvangen bericht, is Hr. Ms. pant serschip „Heemskerck" onder bevel van den kapitein ter zee G. L. Goedhart 8 dezer te Villefranche aangekomen Blijkens bij het departement van ma rine ontvangen bericht is Hr. Ms. pani- serschip Tromp, onder bevel van den kapitein ter zee J. W. Termijtelen, 10 dezer Tarifa gepasseerd. Kerknieuws. Zaligverklaring van Pius IX. Behalve het Romeinsche proces in zake de zaligverklaring van Pius IX, zijn er nog vier andere aanhangig: een te Sinigaglia, waar hij geboren werd en de eerste levens jaren doorbracht, het tweede te Spoleto, waar hij Aartsbisschop was van 24 April 1827 tot 17 Dec. 183°, het derde te lmola, waar hij Aartsbisschop was van Febr. 1833 tot Juli 1846 en het vierde te Napels, waar hij een schuilplaats zocht tijdens de revo lutie in 1848. Deze verschillende diocesane processen zullen niet alleen voor de geschiedenis van Pius IX en zijn roemrijk pontificaat kostbare stof leveren, maar vooral ertoe bijdragen om het volle licht te verspreiden over zijn bewonderenswaardige persoon lijkheid, waarover nu alle bijzonderheden nm-nr 1 L.M voor den dag komen, welke doen zien dat hij ontwijfelbaar in alle opzichten en overal een heilige geweest is. Te Sinigaglia dringt men door tot in de meest verborgen particulariteiten van zijn kindsheid en prille jeugd en bij het licht dier autentieke feiten zal men zien, wat men denken moet van den vuigenlastey waarmede veile schrijvers getracht hebben hem te bekladden. Het proces te Spoleto doet den apostel zien naar Gods hart ^n men kan hem daar volgen in de uitoefening van zijn herderiijk ambt voor, gedurende en na de geweldige beroeringen der revolutie van 1831. Dat ie Imola op een geheel ander terrein, omvat een zelfden werkkring; daar ziet men den Bisschop en Kardinaal overal het goede zaad van liefdewerken uit strooiend, zonder zich te laten neerslaan docr de eerste aanslagen van de groote Italiaansche revolutie. Dat te Napels zal getuigenis afleggen van de wonderen zijner heldhaftige en meer dan menschelijke waakzaamheid in die dagen toen alles en voor altoos dreigde verloren te gaan. In een woord, alles zal samenwerken tot het bijeenbrengen van een bewon derenswaardig geheel dat de katholieke wereld en de Kerk zich voorstellen op te richten ter nagedachtenis aan den Paus der Onbevlekte Ontvangenis. Kunst en Wetenschappen. Van Groningen-avond. Slechts een vijftig-tal personen was in den Schouwburg verzameld, om de uitvoering aan te hooren van een drietal werken van onzen stadgenoot S. van Groningen. Minstens toch hadden de leer lingen van de Toonkunst-Muziekschool aanwezig moeten zijn, om bewijs te geven dat zij het streven van den directeur van die inrichting op prijs stelden, vooral waar zij tegen gereduceerden prijs in de gele genheid waren „acte de présence" te ge ven. De concertgever had zich de mede werking verzekerd, van de heeren Louis Wolff, violist; Willem v. Gulden, altist, Oscar Eberle, violoncellist en Anton Ver- heij, pianist. Met een suite voor twee piano's werd de avond ingezet. De groote technische vaardigheid van v. Groningen en het rijke muzikale spel van Verheij vulden elkaar aan en bezorgden het geheel een goede vertolking. Minder tevreden kunnen wij zijn over de uitvoering van de sonate voor viool en piano. De obligaat vioolpartij, door Wolff gespeeld, was niet, wat men noemt schitterend. Slordig en onafgewerkt, met onvoldoende voordracht en knerpend toon trekken, Jeek de behandeling een pa rodie. De componist kon door zijn zeer correcte begeleiding de belangrijkheid van het opus niet doen stijgen. Gaarne zouden wij het met een meer serieuze violist nog eenmaal hooren, het geheel zou er bij winnen. Beter beviel de violist ons in bet na de pauze die onbeleefd lang ge rekt werd gegeven kwartet, v. Gulden en Eberle vervulden hun partij met muzi kaal talent en gaven in de solo-passages veel te genieten. Het werk van van Groningen is over het algemeen knap en getuigt van rijpe muzikale ontwikkeling. Echter, het heeft niet de -eigenschappen te boeien, mee te steepen, geheel onze aandacht te vra gen. Er zijn te veel momenten in, die doen denken aan een onderbreken der muzikale gedachte, die om weer opgang te komen, eerst moest worden herhaald. Want herhalingen van het thema komen meer dan gewenscht is en bevorderlijk aan het schoon, voor. Dit neemt echter niet weg dat over het gebed ligt een glans van muzikalen smaak, van weten en kunnen, die den ma ker doen plaats nemen in de rijen van onze hedendaagsche groote toonkunste naars. Het publiek was zeer enthousiast en riep concertgever en medewerkenden na ieder nummer terug. Land- en Tuinbouw. Wanneer zet zich de bloem eener Hyacinth Wij weten allen, dat de bloem eener Hyacinth zich zeer vroegtijdig zet en reeds aanwezig is als we de bollen in den zomer opnemen. Indien we dan zoo'n bol doorsnijden, zien we de bloem voor Let aanstaande jaar als een heel klein lmohbelije aanwezig. De bloem moet dus al gezet zijn, vóórdat de blade ren afsterven, en we meen en dan ook, dat door de groote werkzaamheid dei- bladeren zulk9 mogelijk is. We meen en echter ook, dat zoolang de bladeren niet afgestorven zijn, zoolang het oude leven dus vc-ortduurt, de ontwikkeling van de nieuwe bloem als 't ware stilstaat en eerst als de bol, zooals we dat noemen, volkomen rijp is, de bloem gaat groeien. Zoo onze redeneering juist is, is het eene uitgemaakte zaak, dat <±e bollen welke gebroeid en vooral die vroeg gebroeid worden, volkomen rijp moeten zijn ge worden. En is dit altijd het geval? in slechte zomers gebeurt het dikwijls, dat bet nog groene loof moet afgescboffeld worden en deze bollen worden dus on rijp opgenomen, hoewel men ze na het afschoffelen een paar dagen in den gropd jaat, Otit ^ucjien jtuige holpen moeten worden! In de eerste door de bollen minstens 10 a 14 dagen in den kuif te laten en vervolgens Üoor ze daarna zoo droog en liefst eenigszins warm, in de eerste paar weken, te be waren. Mochten onze Hyacinthenkweekers eene andere meening toegedaan zijn, dan kullen zij deze zeker wel mededeeien. (Weekbl. v. Bloem b. cult.) Uit cJe Bollenstreek. Door het Holl. Bioemkweekers Ge nootschap is het volgende schrijven ge richt aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland: In opdracht van de 22e algemeene ver gadering van het H. B. G. gehouden op 24 Jan. 1.1. waarvan de leden voor een groot deel ingelanden zijn van Uw Hoog heemraadschap, hebben wij de eer het volgende ter uwer kennis te brengen: le. Dat de vergadering bovengenoemd een goede regeling van den waterstand in uw Hoogheemraadschap van zeer veel belang acht met het oog op de uitgebrei de en waardevolle bloembollencultuur, die op gronden, binnen uw Hoogheem - raadschap gelegen, wordt uitgeoefend. 2e. Dat een te hooge waterstand, als in de eerste dagen van December voor kwam, vermoedelijk aan de gewassen van sommige kweekerijen schade heeft toe gebracht en daarenboven een belemme ring is voor den goeden gang der werk zaamheden. 3e. Dat een te lagen waterstand, met het oog op het vervoer van mest door vaarten en slooten, eveneens den goe den gang der werkzaamheden belem mert. 4e. Dat ter vermijding van bovenge noemde misstanden de bemaling van Rijn land, volgens de meening der vergade ring, niet sterk genoeg is, getuige de nog al eens voorkomende lage waterstand, die waarschijnlijk uit voorzorg tegen een grooten regenval worden daargesteld, 5e. Dat die toestand sub. 4 aangeduid, welke reeds eenige jaren bestaat, blij kens het verslag van den Ingenieur van Rijnland, wijlen den heer E. F. van Dis sel, op 9 April 1900 aan u toegezon den, sinds dien nog ongunstiger gewor den is door de verbeterde bemaling der verschillende polders. 6e. Dat ter voorkoming van bovenge noemde misstanden de uitbreiding van het maalpeil toch niet wenschelijk geacht wordt met het oog op de schade welke de kweekers zouden ondervinden, wier 'kweekerijen gelegen zijn in polders die een bemaling met windmolen bezitten. Het is om bovengenoemde reden dat het H. B. G. de vrijheid neemt, overeen komstig het besluit der algemeene verga dering beleefd te verzoeken maatrege len te willen nemen de bemaling van Rijnland dusdanig te versterken opdat, zooveel mogelijk, een normale waterstand behouden kan worden. De watersnood in Friesland. Men schrijft uit Friesland aan de „N. C.": Het boezemwater heeft in Friesland een hoogte bereikt, zooals nooit te vo ren. Een groot deel der provincie wordt in waarheid zeer zwaar bezocht. Sprak men voor eenigen tijd van een water schade over de geheele provincie van pl. m. 11/2 millioen gulden, deze som kan nu veilig verdubbeld, ja misschien wel verdrie- of verviervoudigd worden, als men tenminste de schade in de ge volgen, welke niet gering kan wezen, er bij gaat optellen. Niet alleen staat hier en daar alles blank en is het op sommige plaatsen gezichten ver niets dan water wat men ziet, maar de hooger gelegen streken lij ven niet verschoond. Het buitenwater loopt op vele plaatsen vrijelijk over de trekwegen, de smalle dijkjes langs de trekvaarten, heen en maakt het den boe ren onmogelijk om voort te gaan met het toch al zoo moeizame werk der be maling hunner „krieten". Elders weer breken polderdijken door, niet langer bestand als ze zijn tegen de voortduren de persing van het zoo overvloedige wa ter dat steeds hooger en sterker op dringt, of ook loopt het water soms over geheele stukken land heen van de eene kriete in de andere. Vele water molentjes staan dan ook de laatste da gen geheel stil, ondanks den doorgaans flinken „molenwind"het helpt toch niet, of men al maalt, het water loopt er net zoo hard weer in, als men het er uit haalt. De inenschen zijn totaai verlegen met dezen toestanddaar is geen dammen meer tegen, er is geen houden of keeren meer aan. Het water is ons te machtig geworden, het is niets anders. Het schoolverzuim is ten plat teland e wegens weer en wegen nog nooit zoo hoog geweest als thans. Binnenpa den zijn in menigte totaal onbegaanbaar geworden. Wij kennen een boerderij waar men niet anders meer dan te wa ter komen kan men kan er het bootje veilig aan de klink van de achterdeur vastbinden. De specie op het weiland, dat reeds "barnest of begierd is, drijft nutteloos wegvele mesthoopen staan in het wa ter, ook kan men, wanneer niet de vloer van een dikke cementlaag voo;zien is, seiner ti,e«gens meer Jiet grondwater uit de kelders der huizen weren. En wat het ergste wellicht nog is van, al dezen watersnood, althans direct, dat is wel de zeer droeve omstandigheid, dat tengevolge van al dit overtollige wa- ter op veld en akker alle werkzaam-: heden noodgedwongen geheel stil moe* ten staan, terwijl er overigens bij nor- malen staat van zaken, overvloed vanj werk thans wezen zou. Zeer tot schade natuurlijk van de zeer vele losse werk lieden, die nu in dezen opgaanden tijd tot volslagen werkeloosheid gedoemd zijn, terwijl het niemand hunner wef- licht aan werk zou ontbreken, als maaij het water geweken was van het veld. Te droeviger nog is deze toestand juist in dezen tijd van het jaar, cm bij velerj hunner de wintertering, ook turf en aard appelen voor het grootste deel zoo niet geheel zijn opgebruikt en er om nieuwens voorraad op te doen zoo hoog noodig loontrekkende arbeid gevonden moet worden. Hoog water. Men meldt uit Maastricht: Ofschoon de Maas overdag eenige c.M. gevallen schijnt, was de stand gis termorgen 3.57 M., terwijl Luik seinde stationnair, twee andere plaatsen uit Bel gië nog eenige c.M. was. Toch heb ben we nu den hoogsten stand van de zen winter. In Wijk hebben vele bewo ners water in den kelder, terwijl dej Schannderweg op sommige plaatsen on- onbegaan'baar is door het water. Men schrijft uit Tie! Voor de derde maal in dezen winteij is de gierpont van de reep genomen, door de verbazende stijging van het wa ter. In de laatste twee etmalen steeg; het water van 6.18 M. pl. N. A. P, tot 8.13 M. Ook de Linge is zeer hoog. De Zeeg trad buiten haar oevers, waardoor de verbinding tusschen Zoelen en den Lek-» dijk verbroken is. In Maas en Waal is men druk be zig kistingen op de binnendijksche wa* terkeeringen aan te brengen. Lukt het deze niet het water te keeren, dan loopen de westelijke polders van Maas en Waal in, zooals dat het laatst een kwarti eeuw geleden gebeurde. Ook in de omstreken van De Lem mer baart de stand Van het water veel: zorg. Tot nu toe is het zuidelijk deel der provincie in zooverre nog gelukkig geweest, daar de stormen, welke in de laatste weken heerschten, bijna uitslui tend uit het zuiden en Zuidwesten ge woed hebben. Mocht onverhoopt een( storm uit het Noorden of Noordwes ten opsteken, dan zullen ook in deze streken, meerdere polders, waarvan thans de kruinen der dijken nog maar eenige centimeters boven water uitsteken onderloopen, omdat dan een opstuwing van liet boezemwater tot minstens IQ d.M. boven zoinerpeil verwacht wordt. Bij matigen Noord- en Noordwestenwind toch steeg het water hier Woensdag tot ruim 8 d.M., zoodat enkele straten door het water bedekt werden. De Oostert- wind, waarnaar zoo reikhalzend wordt uitgezien, laat maar op zich wachterf. De paisible Drentsche Aa, die anders stilletjes berust in zijn vernedering, is dit jaar zeer rebelsch, schrijft de Prov. Gr. Ct. Eenige maanden geleden heeft zij het heel erg gemaakt. Sedert was zij wat gekalmeerd, doch ziet, daar be gint zij in den laatsten tijd weer te wassen. Geweldige vlakten staan onder water Bij Eelde is het heel erg, de weg Pa- terswolde—Haren lijkt hier en daar op een dam in één groot meer. Ook meer; naar bet Noorden is het water overal waar het anders niet is. Enkele landbouwers moeten ook hier over planken loopen om droog hun huis te bereiken. De veen landen in die streken zijn ge heel overstroomd en de turfmijten kun nen slechts met bootjes bereikt won den. Eenigen tijd geleden stond het wa-, ter ook hoog, toen was het weer gaan dalen, maar door den regen- en sneeuw val giag het weer duchtig rijzen. Komt men verderop, dan ziet men, dal ook bet meer buiten zijn oevers is getreden. Het water staat daar op ver scheidene plaatsen tot aan den weg. 1 Van verscheidene boerderijen zijn dei schuren overstroomd, andere bewoners kunnen hun huizen niet binnengaan zo- der natte voeten te krijgen. Als het wa-, ter nog een weinig rijst, zal het oo^1 de huizen zelve binnen driugen. j De schade van de boeren in den om trek is intusschen vrij groot Het is te vensdien dat het watei spoedig zal dab Bij de tegenwoordige vochtige weergesteldheid is daar intusschen niet veei kans op. Bij 't afgraven van den oudeif zandweg op Terschelling, werd in het dorp Hoorn een blijkbaar zilveren mesheft, gevonden. Het is vrij goed bewaard ge- Leven. Op de eene zijde is gegraveerd een priester in zittende houding, heb-, bende in de rechterhand een kelk en in de linkerhand een kruis, terwijl op den' achtergrond een groot klooster verrijst* Op de andere zijde is gegraveerd eea persoon knielend voor een blok, terwijl een ander persoon in lange kleedij met opgeheven zwaard naast hem staat. Het lemmet was geheel verteerd. Bij Groenlo is de 15-jarige zoon van den landbouwer Fuunte bij het opladen ran hooi van den zolder geval len. De dood volgde onmiddellijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6