BUITENLAND. Een mistige avond. Frankrijk. Overstroomingen. Ofschoon 'de Frausche boulevardbla den tuk op sensatienieuws den toestand zwarter kleuren, dan hij is, toch is de vrees dat de overstrooming de aanlei ding1 kan ^ijn tot ernstige onheilen, niet geheel denkbeeldig. Vooral het ondergrondsche Parijs met name de riolen zijn, volgens sommigen, een broii van gevaar. In gewone omstan digheden loopt het water uit de naar beneden hellende rioolbuizen in jle Sei ne. Door de geweldige kracht van de gezwoleln rivier werd thans het water echter in de huizen teruggedrongen, zoo dat de laatsten ten slotte liier en daar barstten door den geweldigen druk. Gelukkig zijn het volgens de ver klaringen in den Gemeenteraad door den directeur van den reinigings dienst afgelegd geen1 jioofdbuizen geweest, die uiteen zijn gesprongen. Het waren slechts eenige kleinere buizen:, onder de huizen gelegen, die het afval water van 'de huizen naar de hoofdhuizen voeren. Verder is men bevreesd, dat van vele huizen, die diep in het water hebben ge staan, de grondvesten onderspoeld en losgewerkt zullen zijn, zoodat zij mis schien later zullen instorten. Al heeft zich tot dusver in dit op zicht ook nog niets onrustwekkends voorgedaan het blijft toch noodzake lijk dat men het gevaar onder de oogen ziet en er maatregelen tegen neemt. Want alleen een ongeluk met de rio len zou te Parijs, welks ondergrond in zoo vele richtingen ^oorb'oord en door graven is, een ramp kunnen veroorzaken. Omtrent de ziektekiemen die door het uit de buizen ontsnapte rioolwater zou den worden verspreid, heeft de direc teur van den reinigingsdienst eveneens geruststellende verklaringen gegeven. De gezondheidscommissie heeft het overstroomingswater doen analyseeren en bevonden dat het gehalte ziektekie men betrekkelijk laag is. Ai naarmate te Parijs het water zich terugtrekt, blijkt duidelijker, hoe groot de aangerichte verwoestingen zijn. De straten vertoouen diepe voren, breede spleten en kuilen en telkens weder zinkt hier en daar een gedeelte straat weg. Maan dag bijv. te half tien moest plotseling het verkeer aan de snijding van "de rue Caumanau in Saint-Lazare ophouden, een stuk str,aat was neergezakt iu de diepte van de galerij van den in aan leg zijnden ondergrondsch.en spoorweg Er was daar een ppeiling' ontstaan yan 4 vierk. meter en een diepte van, 1 Mj. 50. Maar ondanks dat alles verbetert de toestand merkbaar. De rue Regnjault, de rue de Chevaleret, de quai de Ia Gare zijn weder droog, evenals een gedeelte van de avenue Ledru—Rollin, de fau bourg St.-Anthoine, 'die gisteren weder voor het verkeer zouden" wórden open gesteld. Op den quai d'Orsay, in de richting" van'de rue.de Bellechasse en den pont de Solférino, is vooral de toegebrachte schade duidelijk merkbaar. Het is maar gelukkig, dat de val lang zaam gaat. Zakte het water sneller weg, dan zouden een groot aantal lichtge bouwde huizen reeds zijn ingestort. De Esplanade des Invalides, eenige dagen geleden nog een meer, staat thans droog. Maar de bewoners van, "de rue de Constantine en de rue de Fabre^ moesten thans nog met bootejs van le vensmiddelen worden voorzien. Ook in de geheele streek rondom Parijs blijft het water vallen. De hydromètriSGhe dienst is vanmee rling d,at de Seine van nu tot Vrijdag- wat sneller zal dalen! De val houdt aan op de Yoniie; de Bóven-Seiine, de Marne en de Loi hg. j De bevolking van Genuevilliers is van levensmiddelen voorzien en loopt geen gevaar meer. i Te Neuilly en Plaisan'ce zijn de inwo ners .wegens den modder niet in hup huizen kunnen blijven. Een £root aan tal gezinnen heeft alles veVloren. Ver scheidene honderden _personen hebbed, een gastvrij onderkomen gevonden. Te Clichy schijnt alle gevaar geweken. ,Te Ivry a/d. Seine is een' groot onheil aangericht. Verscheidene duizenden zuï- len maanden lang. geen werk kunnen moesten thans nog met bootjes van le is begoninen. Verscheidene huizen drei gen in te storten. j De Senaat heeft het ontwerp van een motie aangenomen, waarbij vertrouwen wordt uitgesproken in de regeering, dat zij de noodige maatregelen zal treffen tot ondersteuning van de slachtoffers 'der overstroomüigen. België. De nalatenschap des konings. Volgens de y,Metropole" verklaren de prinsessen Stefanie eii Clementine in een schrijven aan de regeering, dat zij het .aan de regeering ,o,verlaten te beslissen, ;welke goederen .in de stichtingen door ko ning Leopold opgericht, tot de kroon foe- hooren $n welke particuliere bezittingen zijn. De advocaat van prinses Louise ver- [wacht het einde der interpellatie in het parlement om zijn aanspraken te stellen. Een merkwaardige vastenbrief is uitgevaardigd door 'het gezamelijke Belgisch Episcopaat. Een herderlijk' schrijven over de vaderlandsliefde. En daarin worden behandeld tal van actuee- le quaesties die de Belgen, in 't .bij zonder de katholieken thans bezig hou den. Het eerste gedeelte handelt over Leo pold II, die groot wordt genoemd om zijn genie, zijn zedelijke kracht en het werk van beschaving dat hij verrichtte. Vooral hetgeen, de overledene vorst voor de door hem gestichte kolonie deed wordt hoog geroemd. Overweegt de hoeveelheid voorkomen kwaad en ver richt goed, dat voor de beschaafde menschheid en voor God wordt verte genwoordigd door de afschaffing in den Belgischen Congo yan den slavenhandel, door de Arabische rooversgedreven, door de sluiting der markten van men- sclienvlcesch, de lanigiame verminde ring en spoedig de^veidwijning van rnen- schenoffers en van die wreede hekatoin- ben vart vermoorde slaven en van levend begraven vrouwen^ waarmee vroeger de begrafenis van Congoleesche hoofdei ging vergezeidbeschouwt die vierhon derd missionarissen die legioenen van religieuzen, engelen van barmhartig heid.. Maar het voornaamste deel van kei mandement wordt todh' gevormd door hetgeen daarin van de naaste toekomst wordt gezegd, van den strijd dien de katholieken tegemoet gaan, van de een heid die daarbij zal moeten worden "be waard. Aanvaardt, beminde broeders, ge willig uwe verplichtingen tegenover den Staat en behoort niet tot hen, die er steeds op -uit zijn stelselma tig te kritisceren, alles wat hij doet en wat hij niet doet. Zij zondigen' - tegen de vaderlandsliefde, volgt heu niet na, weesf nederig genoeg te denken dat gij niet het monopolie van wijsheid bezit; hebt liefde ge noeg te gelooven dat zij die de taak vol zware verantwoordelijkheid van het gezag rdr,agen, dok in hu,n hart het geweten van eerlijk mensch be zitten. Dat is rechtstreeks tegen de zwart kijkers die meenden, 'd,at de leger Wet België n,aar den afgrond voeren zou. De bisschoppen herinneren aan de vermaning des Pausen, die vooral op, éénheid aandrong, en noemen dan uit drukkelijk de legerwet. iWij hebben ons, tijdens de be spreking van hét ontwerp der le gerwet, opzettelijk onthogderf, iets daaromtrent uit te laten, dat als Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 2 Februari. Uit de Per». De Eereraad. Over de mannen, die zitting genomen |hebben in den eereraad, wordt algemeen gunstig geoordeeld. „De Residentiebode" is zeer met de Samenstelling der commissie ingenomen. „Dat de vice-president van den Raad van State niet met de samen stelling belast is, noemen wij hierom gelukkig, wijl wij dezen nog liever in den eereraad zelve zitting zien ne men. Het feit, dat hij daarbij het eerst genoemd is, wettigt het vermoeden, dat hij het voorzitterschap van den eereraad zal innemen. Hiervoor nu is niemand beter ter wereld denk baar dan de man, die krachtens art. 13 van de wet op den Raad van State permanent voorzitter is der afdeeling voor geschillen van bestuur, en als zoodanig ervaring, oefening en gave des onderscheids bezitten moet, om de neteligste kwesties op te lossen en het zwaartepunt te vinden. Daarnevens wordt onze Senaat en in hem ook de rechterlijke macht vertegenwoordigt door den oud-pro- cureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam, mr. Kist Betere keuze èn uit de Eerste Kamer èn uit de rechterlijke macht ware niet te doen, daar de benoeming van dignitarissen bij den Hoogen Raad verbonden, uit gesloten schijnt. Immers, in het on waarschijnlijke geval, dat het enquê- te-voorstel-Troelstra tot een vervol ging leiden ging, zou, als we ons vergissen dr. Kuyper volgens art 164 van de Grondwet voor den Hoo gen Raad moeten verschijnen. iiindeüjk noemen wij de keuze van den oud-minister van Karnebeek een zeer gelukkige, èn om het prestige wat deze bezit, èn om zijn ervaring in de diplomatie opgedaan, die hem steeds een aandachtig gehoor geeft, daar hij.de fijne puntjes der quaestie ïn het debat weet aan te wijzen. In 't algemeen achten wij de keuze van - den eereraad een zeer geluk kige, omdat geen der leden tot de partijgenooten van Dr. Kuyper be hoort. De heer v. Swinderen hoor den wij steeds als gematigd rechts (chr.-hisf.) kenschetsen. De heeren Kist en van Karnebeek behooren tot de linkerzijde. Waarlijk, de samenstelling van den eereraad is een zoodanige, dat zij naar onze opvatting niet béter had kunnen geschieden/' v,Het 'Huisgez/* oordeelt eveneens, 't iPIad zegt Met de benoeming van deze com-, missie is het enquête-voorstel van den heer Troelstra niet alleen iran de de vlakte, maar is het begraven. Misschien voelt de voorsteller dit zelf en neemt hij zijn voorstel tefug.: Maar mocht hij de gelegenheid om •een verstandige daad te doen onge bruikt laten voorbijgaan, dan is er geen twijfei aan, of de overgroote meerderheid der Kamer, van links zoowel als van rechts, verwerpt het. Alle tijd, aan het enquête-voorstel te besteden, is verloren tijd. De zaak-Kuyper zal door zijn pairs worden behandeld. Zij zullen daarbij wel minder kleinzielig te werk gaan dan een 'Tidemau en een Troelstra, maar men kan er slaat op ma'lcen, dat zij onbevooroordeeld, rechtschapen en streng zullen vonnissen, zooals het rechters en vroed en mannen betaamt. In aïle kalmte kan men thans de uitspraak en daarmede hef sfot der geruchtmakende zaak tegemoet zien. FEUILLETON. 6) Maar een vreemd bed en nog vreem- jüer toestanden zijn niet voldoende om een gezonde jonge vrouw, mét sterke teenuwen na een meer dan yoldoeaiide (dosis mist en golfterrein uit den slaap .te houden, zelts als daaraan' nogi wordt .toegevoegd het ongewone, en ongemak- IkeBjkc van met kleeren' aan oj> oed te liggen. Het hoofd van'juffrouw Rom- iney had *.og, geen Vijf minuten gelegen !o»f zij sliep rustiger dan ooit. Met een soort van schrik Wend zij weer W-akker. Een oogenblik lag zij verbaasd rond te kijken in de onbekende kamer ,en had zij het gevoel, alsof zij droom- Jfle. Waardoor vvas zij wakker geworden jHad zij het gedroomd of niet, dat er een behoedzame, tersluiksche beweging- jen een licht geritsel aan haar zijde was gjeweest. i Zij keek voorzichtig jit die richting, ftSoch zonder het .hoofd te bewegen. De Sormen van de meubels staken als dosiker- er schaduwen af tegen andere vage en Onduidelijke schaduwen, en zij was bijna .ervan, dat zij tegen eeg donderen achtergrond, die zonder twijfel een over gordijn was, iets wits zag, dat veel gelij kenis toonde met een gedrapeerde ge daante. En voelde zij niet een bijna on merkbare beweging onder haar hoofd, alsof een hand voorzichtig onder hoor hoofdkussen tastte? Nu werd de hand teruggetrokken..... weer hoorde zij een licht geritsel, een zacht gekraak en een bijna geruiscliloos sluiten van een deur. Neen het was geen droom zij was klaar wakker. Zij was verdwaald ge weest in de mist ojj het golfterrein van Cfaversham, dat schoot haar nq weer te binnenZij vloog niet een kloppend hart overeind toen de herinnering in haar levendig werd en tastte naar den knop liet efectrische licht naast haar bed. In een oogenblik was de kamer helder ver licht en zat zij overeend in haar bed met een volkomen helder hoofd. Was hetgeen zij gezien had werkelijk heid Öf had een droom over de onbe kende vrouw, die zonder twijfel nog steeds lag' fe slapen In de aangrenzende kanier, haar dit visioen bezorgd van die gedrapeerde gedaante naast haar bed?, Dat moest wel haast zoo zijn,- maar tocli was die zoekende hand onder haar kussen werkelijkheid geweest. T.oen zij bedacht* dat zij, een ingewortelde gewoonte vol gend, haar pos temónnaie én sleutels Voor dat zij ging slapen onder haar kussen had gelegd* yoelde zij met 4e htyid ernaar. De portenionnaie lag er nog, maar de sleutels zij zocht en zocht nog eens# maar tevergeefs zij waren verdwenen En wat was dat andere kleine ding, dat zij daar in haar hanjd/kreeg? Zij trok haar hand terug en keek ontzet naar hetgeen zij in' de palm van haar baud zag liggen een zwaren gouden ring. In minder dan een oogenblik sprong zij haar bed uit en vloog naar de deur. Plotseling klonk er beneden een hevig lawaai luide kreten, een geluid alsof er geworsteld werd, een pistoolschot, en het gerinkel van brekend glas. Op de gang' struikelde zij over iets zij raapte liet op en rende de trappen af. Het licht \vas weer aan, de scherven! Va!n een gebroken spiegel lagen óver den grond, de buitendeur stond wjjd open en zij kwam juist bijtijds om' Lyd- diaCd ,als een pijl uit een boog er door te zien vliegen. Zij rende ook haar bui ten in haar opgewondenheid kende zij geeh angst en kón duidelijk de schaduwen onderscheiden van twee woe dend vechtenjde mappen. Toen klonk er een tweede sdfot, gevolgd door een kreet en het geluld van vluchtende voet stappen, die wegstierven op een onzidht- baren wég, 'Het volgep'de oogenblik kwam LyddiaWl te voorschijn uit de mist, die duidelijk minder begon te wor den. Hij had een revolver in de hand. jgg i« «f riep. Jqgrsgjw. een raadgeving zou kunnen opge vat worden, zooals toch elk bur ger het reent heeft te doen. Maar thans, nu een nieuwe wet in wer king is getreden, wenden wij ons met vertrouwen tot onze onderda nen en vragen hun zich als chris tenen te gedragen en te' zeggen iWij hebben één leger, het land is van oordeel, dat het noodig is. Gij vreest het, daar gij bezorgd zijt voor de zedelijkheid en het geloof uwer zonen. Wij begrijpen uwe on gerustheid en deeleh haar. De overgang van den huisel ijken kring in een andere omgeving, die den toegang opent tot de open bare ambten, handelshuizen, fa brieken en universiteiten, tot de kazerne, is voor een jongen man wiens karakter niet krachtig ge staald is, een gevaarlijke beproe ving. Bij alle opeenhoopingen van menschen is de aanraking met ande re personen voor zwakke naturen een oorzaak van besmetting. Beschermt dan uwe zonen, ver sterkt hen, voordat gij hen naar de kazerne zendt; volgt er hen wan neer zij er zullen zjijn, geeft hun be schermers en overtuig u persoon lijk, dat zij getrouw blijven aan*hun ne zedelijke en godsdienstige ver plichtingen, .^iWij moeten dank zeggen aan de Regeering dat zij door officieele verklaringen, de ouders der mili ciens heeft gerustgesteld. (Wanneer de Belgen nu naar hun bis schoppen meer dan naar eigenwijze jour nalisten luisteren,, dan komt er veel te recht, wat reeds op weg was te worden bedorven. Italië. Een verzinkend dorp. Onlangs is te Scopolo, in de Italiaan- sche provincie Parma, een groote aard verschuiving begonnen, die nog piet tot staan gekomen is en het geheele plekje verwoest heeft. Er schijnt waarschijnlijk geen land op aarde, althans niet in Euro pa, waar de grond zoo bewegelijk is als in Italië. Een ooggetuige verhaalt het volgende: Het is een griezelig gezicht, waarvan je bijna zeeziek wordt. De huizen schij nen te dansen en door elkaar te wande len. Hier slaat bij één ervan plotseling het dak in elkaar, -daar stort eensklaps ieen huis zonder zichtbare oorzaak ineen. Al lemaal zijn ze in beweging. Menschen zijn er natuurlijk in het dorp niet meer aanwezig; ze zijn sinds lang gevlucht en slechts een stuk of wat kippen krabbelen zorgeloos tusschen het puin. De boer die de ramp zag beginnen, heeft ,»an den verslaggever van een Itali- aansche courant het volgende verteld: Hij is eigenaar van een stuk beukenbósch in Üa bergen en had zich op Kerstochtend daarheen begeven. Hij wilde juist terug- keeren, toen hij iets buitengewoons zag gebeuren. Daar waar hij stónd begonnen de beukenstammen in hevige- beweging te komen; enkele bogen als door een ge weldigen storm, waarvan hij ook het jrui- schen meende te vernemen. Maar het was volkomen stil in de lucht en niet het min ste windje voelde men. Tegelijkertijd ook overkwam hem een onverklaarbaar gevoel alsof hij dronken was, en, met (hem, de boomen in het ron'd, Naast zich zag plotseling, hoe twee beuken elkaar sche nen te omarmen, als zouden ze gaan wor stelen..... totdat een vaii de twee weg- (waggefde,en wel met een flinke Vaart. Op hetzelfde oogenblik kwam ook de boer, met den grond, waarop hij stond, in beweging. Nu begreep hij, wat er aan dö hand was en hij rende zoo snel "hij Ioopen kon, naar het dorp om het nade rende onheil aan te kondigen. ïn den namiddag kwam de ramp het bleek dat de berg over een lengte van twee kilo meters bij een breedte Van 650 meters aan het glijden was geraakt. De beide waterputten van, het dorp lie pen droog, daarentegen borrelde op ande re plaatsen water op, dat aan beide zijden Van den glijdenden berg in stroomen iRomney ontzet uit. „U bent toch niet gewond?" „Neèn, neenmij scheelt niets." Hij volgde haar naar binnen ,6loot de 'deur en legde den revolver met eenlach peer i „De gebeurtenissen van dézen nacht b'elove»! interessant te WordenIk heb mijn diner betaald door een inbreker op de vlucht te jagen." „Een inbreker?" „ja, niets meer of mihderj hij maak te zijn entrée op dezelfde wijze, als Wij. Gaat u toch zitten u ziet Zoo; Wit! het spijt mij, dat h bent wakker geschrikt." Hij gaf haar een stoel. „Ik Was daarginds in slaap gevallen,": leg de hij Uit, met een hoofdknik in de richting van de kleine zitkamer, „en Werd wakker iti 'de verbeeldinjg ,dat ik in de aangrenzende kamer, de biblio theek, een geluid hoorde. Eerst dacht ik nog, dat u, niet instaat om te sla pen, naar beneden was gekomen. Maar ziet daar vond ik den góeden man juist bezig het gordijn weg te trekken voor de brandkast, die in een nis In den muur staatmasker, bouffante, pet met oor kleppen, allés compleet hij kon zóó jge- stapt zijn uit „Het politienieuws" als u dat interessante blad kent." „Eh schoot u op hem?" „Neen. Wij sprongen óp elkaar af C« ik greep h,enihij worstel^é zich neervtoeide. Waar in den grond een spleef ontstond hoorde men het water ruischett en opspatten,- wanneer men er een steen in wierp. Nu eerst werden die dorpelingen indach tig dat zij reeds vroeger vreemde bewe gingen in het water hadden waargeno men, <lie zij niet konden verklaren. Nu is de bergverschuiving zoover gevorderd dat zij zich zelfs in de diepste deelen Van het daf groote grondverplaatsingen, vertoonen, en de grond met alles wat zich' daarop bevindt, heen en weer glijdt. Uit de verte bespeurt men niet veel daarvan* doch In de buurt ziet men reeds alle ge bouwen, vooral den kerktoren, wankelen^ De beide nabijgelegen dorpen Masanti en Pilati Worden niet bedreigd; daar zij op vasten grond staan, waarschijnlijk ge steente. Naar deze beide dorpen zijn dé inwoners van het ten ondergang veroor deelde dorp gevlucht, die er alle het lo ven afbrachten. Steun aan de Katholieke pers. De prinsen der Kerk bevelen op vek lerlei wijze het steunen der katholie ke pers aan. Met woorden, maar oo!$ met daden. De aartsbisschop van Juripi; kardinaal Richelmi, heeft een Térsoon- lijk eigendom verkocht en de opbrengst, 140,000 fr., geschonken aan het katho lieke blad van Turijn, de „Memento". Dat herinnert aan de daad van kardi naal Sarto, thans paus Pius X, die dö kostbaarheden uit zijn paleis verkocht om met de opbrengst de „Difesa" te steu nen. En die met zijn gondel door de kana len van Venetië voer om exemplaren der „Difesa" uit de deelen en steun te vra gen voor zijn „groot werk." („Geld.") Rusland. Knnnen poedels staatsbeambten worden. Deze vraag, die men in ieder beschaafd! land ontsproten zou wanen aan het ver warde brein van een ziekelijk overdreven, dierenminnaar, is in het land van „Va dertje" toestemmend beantwoord. En wel door den majoor der gendarmerie Kom- missarow, in de gezegende Siberische stad Krasnojarsk. Het stedelijk bestuur dier gemeente échter js van tegenovergestelde opinie* en uit dit echt Russische meeningsver- schil is een strijd ontbrand, die nog niet Is uitgevochten. Majoor Kommissarow is de gelukki ge eigenaar van drie poedels, Aropha,- Ffek en ,Topha, die hij bovenmate lief heeft zoo erg als hij er het land aan heeft, belasting voor zijn lievelingen te betalen. Toen nu onlangs de gemeente Krasnojarsk een hondenbelasting invoer de,- gaf de majoor het aan hem onderge schikt e gou vern e m en ts-gendarm e ri ebe- stuur .té kennen, en dat door een bijzon dere dienstorder, dat hij „de inschrij ving van zijn drie poedels Aropha, Flek en Topha in de dienstlijsten" beval. Een afschrift van dit bevel, waardoor de drie Viervoeters tot staatsbeambte be vorderd werden, zond hij aan den ge meenteraad, én dschte op grond daarvan vrijstelling van belasting voor zijn hon den. De bewoners van Krasnojarsk zijn in- tU8Schen in niet geringe verlegenheid ge raakt, hoe zij zich zullen dienen te .gedra gen, als een der zwartkridlige en zwart- staartige staatsbeambten hen in de kui ten mocht bijten. Zjch met een schop te verweren zot( misschien als handtastelijke beleedigïng van beambten in dienst" of zelfs als „ver zet tegen het staatsgezag"- worden aan gemerkt. Amerika. Moordstatistiek. Andrew ,White, voormalig president yan.de Cornell Universiteit en oud-ge» zant van tie Vereenigde Staten te Ber lijn, heeft sinds hij, nu acht jaar gele^ den, den diplomatieken dienst verliep onderzoekingen ingesteld naar de toe passing der strafwet in de verschillende staten der Unie. Dat onderzoek heeft los, ging op de vlucht en schoot op, mij, toen ik hem achterna ging hij verbrijzelde den spiegel, zooals u ziet waarschijnlijk Alleen Om mif schrik aan te jagen. Hij rende de deur uit,/ ik achter hem aan, Wij worstelden met elkaar en ik ontwrong' hem zijn revol»; ver, maar toen rukte hij zich weer los: en ontvluchtte, en toen schoot ik op hem. Het was natuurlijk maar op goed. geluk in de mist, maar ik geloof wel dtt ik hem geraakt heb, Want hij slaakte een kreet. Maar hij kan toch niet èrg géwondj; zijn, te oorcleelen naar de haast die hij maakte." Hij hield even op. „Maar wat hebt u daar wat'is dat. voor wits?" „Ik weet het niet." Zij keek er verle gen naar en liet het vallen. „Ik ik' raapte het in de gang opik geloof, dat het een laken lis. Maar wat hebt u daar?" „Dit? O, dat is het masker. Ik gTeep! het beet en rukte het af, terwijl wij aait! het worstelen waren ik zal dat eti de* revolver bepaald bewaren als lierimip ring aan mijn eersten inbreker. Maar ge- luldrig heeft hij de brandkast niet opeitf gemaakthij had geen tijd om het 'tej probeeren. Maar dat i s waar ook, ilï geloof, dat bij de sleuteU wèl had; ikf herinner mij, dat ik iets heb hoorewf! vallen, dat rinkelde." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5