BUITENLAND. EERSTE BLAD. 22 |anuari. Liefdewerk Oud-Papier. Wij zijn dan eindelijk in het bezit van leen Roomsch Katholiek dagblad. En was er ook in het begin een weinig vrees bij onze vreugde, thans duchten wij de toekomst niet. De Leidsche Courant vindt da gelijks meer lezers in de gansche om geving! en daarom weten wij geen beter ïniddet om bovengenoemd liefdewerk be kend te maken bij de Katholieken van Leiden en omstreken, dan een artikeltje in o n s dagblad. Daar zullen onder de lezers weinig Ka tholieken zijn, die niet al eens hebben hooren spreken over: papier voor den Paus. En nu er den laatsten tijd wat meer voor gewerkt wordt en nu er in het ge bouw der Zita-vereeniging eenige ruim te voor bergplaats is afgestaan, zijn er |wel eens stemmen vernomen die zeiden: js het oud papier niet meer voor den Paus, fmaar voor de Zita-vereeniging? Over het liefdewerk in zich en de be trekking tot genoemde vereeniging een lenkel woord. Het liefdewerk „Oud papier voor den Paus" bestaat in Nederland reeds tal van jaren. Door het verzamelen, verwerken en te gelde maken van alle soort pa pier wilde men financieel den H. Vader steunen. Het liefdewerk is gevestigd te Am sterdam en staat onder de hooge be scherming van Haarlem's Bisschop. Zooals in verschillende plaatsen van ons vaderland, is ook te Leiden eene af- deeling van het liefdewerk en wel sinds vele jaren. In Januari 1908 werden op verlangen vara Z. H. zeiven, alsook met bijzondere goedkeuring van Z. D. H. den Bisschop van Haarlem de statuten van het liefde werk gewijzigd, zoodat het doel is, ver schaffen <van werk aan personen van goed gedrag, die op geene andere wijze in hun ouiderhoud kunnen voorzien. Het batig saldo van deze werkzaam heden zal worden aangewend gedeelte lijk tot geldelijk en steun van Z. H. den Paus, gedeeltelijk ook voor een of an dere liefdadige instelling van algemeen 'Nederlandsch belang. Te Leiden was den laatsten tijd de deelneming in het liefdewerk niet toe genomen. Omstreeks 9000 K. G. oud pa- papier werden jaarlijks opgehaald en wij meenden, dat die hoeveelheid gemakke lijk eenige malen kon vermenigdvuldigd vworden. Daarom werd, in overleg met het hoofd jbestuur éte Amsterdam, voor Leiden een nieuw bestuur gekozen. In een officieel jschrijven van 14 April 1909 werd het inieuw bestuur erkend bestaande uit on- dergeteekende- en de heeren W. A. E1 s- h o f, Rijnsburgerweg 42D. H e ij d e - man, Noordeiude 39; L. P. van der Drift, Donkersteeg 18; E. J. Alofs, Haarlemmerstraat 246 eii G. C. Hacke, Hoogewoerd. Aan genoemde adressen, alsook aan de Zita-vereeniging, Noordeinde 50, zou den voortaan boodschappen, het liefde werk betreffende, kunnen worden afge geven. Met frisschen ijver ging men thans aan bet werk. En met welk resultaat? Aan drie personen konden' wij werk verschaffen en omstreeks 20.000 K.G. oud papier hadden wij tot 31 December ont vangen. In 1910 zouden wij het gaarne tot ilOO.OOO K.G. brengen en daardoor aan .meerdere werkloozen geregeld werk ver schaffen. Met eenige medewerking is dit niet moeilijk. Blijde brengen wij hier hulde aan den Hoogeerwaarden Deken te Warmond, die door zijn hoogstgewaardeerden steun, het ens mogelijk en gemakkelijk maakte, al daar maandelijks eene belangrijke hoe veelheid te komen afhalen. Hoeveel goeds zou nog kunnen ver richt worden, indien allen het voor hen .waardeloos papier zorgvuldig zouden be waren. Wij mogen niet ontkennen, dat, na af trek der onkosten, niet zoo heel veel overschiet, maar de groote massa moet het doen. Vol vertrouwen durven wij dan ook teen beroep doen op uwe medewerking, daarom'roepen wij allen toe: Helpt ons, tiwe kleine moeite zal heerlijk gezegend (Wordem En nu de verhouding van het liefde werk tot de Zita-vereeniging. Wij meenden, dat het billijk was, dat daar, waar gewerkt wordt, ook van de [vruchten mag genoten worden; dat die plaatsen, welke met ons het liefdewerk behartigen, ook door het liefdewerk ge steund worden. In Leiden en omstreken wordt het oud papier verzameld, in het gebouw der Zita [vereeniging, wordt het geborgen en ver werkt. Het hoofdbestuur verklaarde zich dan ook gaarne bereid een zeker 'bedrag van 1de winst ,als pakhuishuur af te staan. De grootere bloei van het liefdewerk komt dus ons aller Vader den Paus ruim- ischoots ten goede en een klein bedrag blijft nog over voor de Zita-vereeniging ;die wet in de stad, maar toch voorna melijk in het belang der buitengemeenten te opgericht, die met volle recht mag genoemd worden -eepe liefdadige jnsjtel- ling van algemeen Nederlandsch belang. Over deze vereeniging eens een volgen de keer. PATER BOUTERS. Uit de Pers. De zelfmoord der Openbare School. „De Standaard" zet in een artikel uit een, dat de anti-nationale rede van den heer Ossendorp te Leiden t '.[gesproken de vrucht is van een v. etgerijpte en wel gevestigde overtuiging. We hebben niet te doen met een inci dent, met een overdrijving, met een on voorzichtigheid, maar we staan hier voor een wel gevestigde overtuiging, die niet nu pas opkomt, maar sinds jaren reeds onze Openbare School reeds bewerkt heeft, en die, komt er geen keer, steeds meer den geest van onze Openbare School zal gaan beheerschen. Het was geen incident, maar een logisch uitvloei set van den opkomenden geest. Ongetwijfeld heeft het protest dat van Schoolhoofden tegen deze proclamatie uit ging, hooge waarde, maar die zoo spra ken zijn de vertegenwoordigers van een op de Openbare School wegstervend ver leden. Zoo als de indieners van dit pro test der Hoofden nu nog denken, zoo dacht, een kwart eeuw geleden, heel het onderwijzerscorps. "Maar de Sociaal-de mocratie is de Openbare School binnen gedrongen, en heeft er de republikein- sche gevoelens bij de jongere onderwij zers veld doen winnen. Die nieuwe stroom klimt, de vroegere daalt En nu reeds is het te voorspellen, dat wel haast de mannen van het betere verle den uitsterven, en de mannen der nieu we richting steeds beslister den toon zullen aangeven. Doch juist hierdoor zul len de mannen der Openbare School steeds meer in conflict met den geest der natie komen. Natie en Openbare School zullen van elkander vervreem - den. Zoo zal de zelfmoord van de Open bare School doorgaan, en het valsche uitgangspunt van den weg dat men koos, zal zich ten slotte wreken. Dit valsche uitgangspunt lag in haar negatief karakter De Bijzondere School ging van het p o s i t i e v e uit, het zij van een Protestantsche Belijdenis, het zij van die der Roomsch-Katholieke kerk. De Openbare School had daarenteg-en niets dan het .anti-clericalisine, om van uit te gaan. Dat anti-clericalisme hulde zich in het kleed der neutraliteit. Dit neutrale kleed liet alle kleuren toe voor de stof waaruit het geweven werd. Eerst een dor supranaturalisme, toen een Chris tendom boven geloofsverdeeldheid, daar na de Humaniteit, al voorts het Indiffe rentisme, en steeds op die kleurenlijn voortgaande, ging het allengs over in de vaalheid en vaagheid, waarin thans de Openbare School voor den dag kwam. Het is zoo, men had bedoeld, dat „de Christelijke en Maatschappelijke deug den, tegenwicht zouden bieden. Maar dat was pure illusie. .Wrik den grondslag van alle religie los, en tegelijk begint ook de voorgevel van het gebouw der moraal' te waggelen. Wat Christelijke en wat Maatschappelijke deugd zal zijn, wordt dan een puzzle. De wet op het Lager Onderwijs heeft zelfs geen en kele poging gewaagd, om liet begrip er van vast te stellen, of de eerbiediging er van te verzekeren. Het is al aan het goedvinden der onderwijzers overgelaten. Eu gaat men cemnaat voor het verschil op godsdienstig en voor het verschil op moreel gebied uit den weg, dan, 't spreekt van zelf, komt ook al spoedig het na tionaal, het politiek, het sociaal verschil van inzicht oin eerbiediging vragen. Waarom zou men wel neutraal zijn tegen over God en de Deugd, en niet ook tegenover den Staat? Ook op dit terrein moeten de onderscheidene gevoelens ge ëerbiedigd worden. Voor Oranje! roept de een. Voor de Republiek! roept de ander. Én in de Openbare School mag immers geen particuliere leer tegenover die van andersdenkenden in eere gesteld worden. De wet heeft 't nooit zóó bedoeld, maar dit neemt niet weg dat de Wet de zaad korrel opnam, waaruit dit stelsel van zelf moest ontkiemen. En verder schrijft liet anti-rev. hoofd orgaan over de zgn. neutraliteit der Open bare School: Uit den wortel der negatie kan nooit een positieve vrucht opkomen. De Open bare School was nooit positief in haar wortel, ze is het niet, 'en ze kan het niet worden. Neutraliteit is paedagogisch klare onzinnigheid. Neutraal kunt ge zijn op allerlei terrein, waaruit straks een. ieder zich op ziju eigen terrein terugtrekt, maar bij alle onderwijs, bij alle opvoe ding, bij alle vorming van het kind tot inan en burger is neutraliteit niet anders dan een chloroform, die tijdelijk ongevoe lig maakt, en daardoor de kracht der opvoeding breekt. Eu denk nu niet, dat de Openbare School dit allengs zelve zal gaan inzien, en ijlings op haar weg terug zal komen, om het bloedvergif dat ze indronk, weer uit te spuwen, en zich aan te gorden tot krachtiger leven. Immers al poogde ze dit ,-cn al kwam er een tijdlang zekere reactie, die reactie gaat toch voorbij, en straks herneemt de drijfkracht van het beginsel toch weer haar beheerschende kracht Aan een grondfout in den wortel is geen ontkomen. Uit een negatieven boom komt geen positieve vrucht. Men kan die wel tijdelijk aan haar takken yasthèch^en, jen fcp a\dqs (een yais_qhe£ schijn vertoonen, maar de yen ba re Schoot zelve groeit inmiddels uit haar eigen wortet door. In zulk een groei ligt een onweerstaanbare logica. Die logica leidt van inconsequentie tot consequen tie. En het eind kan niet anders zijn, dan dat een school, die opzettelijk het pri- mum verum (eerst ware) van alle p a e - da go giek, dat is het positieve uit gangspunt uitsloot, ten slotte aan haar eigen leven de hand slaat, zoodat ge haar niet eens meer behoeft te bestrijden, en de groefbidders rich reeds aanmelden om haar uit te dragen naar de plaats der zelfverkwijning, waar ze niemand meer deert Duitschland. Zelfmoord te Borlijn. Uit een Berlijnsche correspondentie in „De Telegraaf": Men spreekt van een „epidemie" van zelfmoord, die Berlijn bespookt, en in derdaad, het lijkt er naar. De oude Ham- letvraag schijnt aan beteekenis te heb ben verloren, 't Is of 't leven wordt weggeworpen, zoodra 't niet wil, zooals men wel wenséht als 'n schoen, die knelt; uit, weg er mee! De meeste bla den sommen de gevallen nog maar even op. De revolver hier en 't glas daar, en 't water ook één kort achter el kaar, alsof ze de gasten noemen van een hofpartij niet de moeite er al te yeel inkt aan te versmeren. België. Niet eerlijk. Het H. v. A. schrijft: Onze lezers zullen gezien hebben dat de stad Luik alweer een gelukske heeft gehad en het groot lot heeft gewonnen bij de trekking van hare eigene leening. Een blad beoordeelt dit feit als volgt: De kleine luitjes, die „lotjes" van ste den koopen met de hoop, toch eens het groot lot te winnen, moesten alweer ont goocheld geweest zijn te vernemen dat de stad Luik zelve in de trekking van 15 Januari, den grooten prijs bij de uitloting der premiën heeft gewonnen. Het is nu reeds de vierde of vijfde maal dat zulks gebeurt. Op 15 Januari won de stad Luik het lot van 50,000 fr. een lot van 1000 fr., een van 150 en negen van 125 fr. 'tZij omstreeks 53.000 fr. Twee of drie maal won de siad het lot van 100,000 fr. Dit komt hierbij dat de stad veel meer geleend had dan zij noodig had en een groot gedeelte der schuldbrieven nog in haar bezit heeft. In den regel zou eene stad niet mogen deelnemen aan de uitlotingen der premies van hare eigene schuld. De bezitters van loten hebben reeds zoo weinig kans op winst, dat hun de eenige premies van belang niet moeten betwist worden door de stad zelve, die duizenden en duizenden schuldbrieven voor zich houdt. Een bijzondere, die zoo moest han delen, zou openbaar aan de kaak worden gesteld. Fortuin van Leopold II. Het „Handelsblad van Antw." dee^t nog de volgende bijzonderheden mede omtrent he.t veelbesproken fortuin van tien overleden koning. „Het is stellig, zegtf het blad, dat men sommige daden van den overleden ko ning beoordeeld heeft zonder voldoende ingelicht te zijn over de drijfveereti, die den vorst leidden. „Zoo oa. de beschikking over zijne fortuin. „Leopold II heeft aan zijne dochters elk iets meer dan 6 miliioen nagelaten en, voor prinses Louise, die omringd is door een gezelschap, waarvan zij het be klagenswaardig slachtoffer is, zullen die 6 miliioen nog niet volstaan om de helft harer schulden te betalen. „Wat de koning bezat was toch niet bestemd om de zakken van woekeraars en rastas te vullen? „Het „Journal de Bruxelles" deelt nu een document mee om te toonen, waar aan de koning een deel zijner fortuin besteedde, namelijk Leopold II's instruc ties aan den schatbewaarder-beheerder der fondatie van Nieder-Fülbach. „De fortuin van Nieder-Fülbach' be staat uit titels ter waarde van 5 miliioen mark en titels ter waarde van 26.430.000 francs. „Die 26.430.000 fr. moeten dienen, schrijft Leopold II in dit s(tuk, gedag- teekend 21 Aug. 1909, voor de uitvoe- ring der werken, hieronder vermeld, en dit speciaal door overeenkomsten melt de „Société des Sites" en de „Société de la Cöte d'Azur." „De „Société des Sites" zal gemiddeld per jaar 1.400.000 fr. trekken om de volgende werkenaankoop buitengoed te Ronge (45 hectaren), aankoop van 9 hectaren voor het maken van een boule vard met fonteinen te Meysse, afbraak van de teerlinghuizen tusschen de Kert- en Quatrebrasstrateiï, gedaanteverwisse ling van het observatorium, bouw der af hankelijkheden van het paleis, aanleg van een openbaar plein te Elsene, deelne ming aan den aanleg van een groot park tq Oostende. „Deze werken voltooid: 200.000 fr. 's jaars voor de groote banen! Brussel - Oostende, Brussel-Antwerpen, Brussel- NAmqn, N,a^en,-Spa^; „Dan 200.000 fr. voor de koopvaar dijvloot. „Indien de afstammelingen van Leo pold II niet meer kwamen te regeeren in België, zou het program van werken in België ophouden en de „Société,des Sites" in de voordeeligste voorwaarden voor de aandeelhouders gtelikwideerd worden." Italië. De martelaren van Oeganda. De H. .congregatie der Riten zal dit jaar een aanvang maken met het pro ces ter zaligverklaring van de heldhaf tige geloof belijders, die met hun bloed de jonge opkomende Kerk van Oeganda bevruchtten Nauwelijks 25 jaren geleden begon de koning van Oeganda, in Midden-Afri- ka, eene hevige vervolging tegen de Christenen. „De geschiedenis der Kerk vervolgingen uit de eerste eeuwen schreef destijds kard. Lavigerie, de groo te Apostel van Afrika biedit niefts treffenders dan de gebeurtenissen in de ze vervolging." Een der aanzienlijkste personen van Oeganda, die het katholiek geloof om helsd had, werd nadat zijn handen en voeten wreedaardig waren afgehouwen, bij de haren boven een brandend kolen vuur opgehangen, in de drie dagen, dat zijn vreeselijke doodstrijd duurde, liet hij geen enkele klacht hooren, en uifite alleen tegen het einde de woorden van Christus aan het kruis „ik heb dorsit." Twintig anderen, die nauwelijks de kinderschoenen ontwassen waren stier ven een langzamen vuurdood. Gelijk de levende fakkels van Nero werden zij in takkenbosschen gebonden, en vervolgens in een kring met hunne voeteneinde in een groot vuur gelegd. Allen ondergin gen blijmoedig dezen wreeden dood, en herhaalden meermalen gezamenlijk deze woorden. „Wij zullen bidden, zoolang wij nog adem kunnen halen." Het getal van hen, die tijdens deze vervolging met hun bloed voor het Geloof getuigden bedroeg meer dan honderd. Op dat tijdsftip was er slechts een duizendtal Christenen in dart: rijk, nu, in minder dan een geslacht, is dit ge(tal gestegen tot 93.000 Neophieten en 112.500i Catechumenen; zoodat ook in onze dagen nog altijd het woord waar is, dat het bloed der martelaren het zaad van Christenen is. Engeland. M. Lloyd George. Indien M. Asquith de minister-voor zitter en dus de hoofdleider der liberale partij in Engeland is, de voornaamste tiguur, de meest onvermoeibare werker in die partij, is ongetwijfeld de Chancel lor of the Exchequer, de kanselier van het schaakbord, of minister van geld wezen, M. Lloyd George. 't Is zijne begrooting die door de Lords is verworpen en die nu een kiesstrijd heeft uitgelokt, zooals Engeland er sedert 1832 zulk een hevige niet meer heeft bij gewoond; 'tis tegen hem, vooral, dat de unionisten storm loopen en 'tis hij die door hen als door socialisme besmet wordt afgeschilderd. Twee bijzonderheden omtrent den heer Lloyd George trekken de aandacht. Ten eerste dat hij, Welshman van ge boorte, een vurig Kelt is, die zijne Gal lische moedertaal hartstochtelijk bemint, haar eert in zijnen huiskring en tot zijne kiezers spreelrt, niet in het Engelsch, maar in de oude landstaal van Wallis de taal, die nagenoeg gelijk is in Ierland. Schotland en Wallis. Ten tweede, dat hij is: een Vlaming van oorsprong. Op het E i s t e d f o d d het Kel- tisch-feest, dat wij het best met onze oude landjuweelen kunnen vergelijken dat de minister bijwoonde, werd die bij zonderheid openbaar gemaakt door M. John de Courcy Mac Donnell, voorzitter van de Keltische Unie te Brussel. De „Westminster Gazete" maakt mel ding van het incident en deelde mede, dat M. Lloyd George Vlaamsch bloed in de aderen had: zijn voorouders stamden af van eene Vlaamsche familie, die zich in Pembrokeshire kwam vestigen, ten tijde der Vlaamsche immigratie in het graafschap Pembroke. En de bisschop van Saint Asaph merkte op, dat, aan de versmelting van Vlaamsch en Keltisch bloed, M. Lloyd George het verschuldigd was, dat hij aan de schitterende inbeeldingskracht en de zeldzame welsprekendheid van den Kelt, het gezond en zeker oordeel van den Vlaming paarde. (H. v. A.) Rusland. Doodvonnissen. Volgens de statistieke opgaven wer den in Rusland in 1908 uitgesproken 1959 doodvonnissen, voltrokken 782; en in 1909 uitgesproken 1435 doodvonnis sen, voltrokken 543. Behalve de geval len, die nog niet beslist zijn, werden de niet gedoode veroordeelden „begena digd" tot dwangarbeid, levenslang of voor een bepaalden tijd, in Siberië, en in sommige gevallen tot levenslange ver banning naar de meest verwijderde ge bieden in Siberië. Slecht de moordenaars van 'Herzenstein, die door de Fiusche rechters tort langdurige opsluiting wa ren veroordeeld, zijn door den Tsaar werkelijk begenadigd en in vrijheid ge steld. Maar dat gebeurt niet met de po litieke gevangen en veroordeelden, zoo- SU «t .bovenstaand staatjq feljjkt. Amerika. Dure huizen in New-York. Het duurste huis in New York is da$ der Metropolitan Life Assurance Co., het is ten minste voor 12,360,000 p.st. dooi? de ambtenaren van de belasting aange-4 slagen. Daarna komt het huizenblok dei? Mutual Levensverzekering Mij., ge taxeerd op 12,250,000, en vervolgens! dat der Equitable me|t een bedrag van! 12,000,000 p.st. De twee reusachftige [teril minal-kantoorgebouwen der Hudson 8c Manhattan R.R. worden op 10,460,000' p.St. geschat. Onmiddellijk daarop volgrt! het Singer gebouw met" 6j650,000 p.S£ en daarna de New Yorksche beurs met 5,100,000 p.St. Van de hotels staat de Waldorf-As.to-, ria met 12,330,000 p.St boven aan 'dé, lijst, daarna komt de Plaza met 7.600.000. p.St. en vervolgens Musschenheimer's Hotel Astor melt 5,275,000. i Van de particuliere huizen wordt Car-ij negie's huis aan Fifth Avenue en deij 90ste straat, het hoogste t. w. met 2,280,000 p.St. aangeslagen'. J. P. Mow! gan's huis volgt daarpp met 1,530,000.; p.St. Een engagement. Mej. Marjorie Gould is geëngageerd, en mej. Marjorie Gould is heel rijk. Dq a.s. echtgenoot van het meisje is eeu!< mijnheer Anthony Drexell, en is ookfl fabelachtig rijk, of zal het worden. Dus; publiceer en de Amerikaansche en de En-; gelsche couranten over dit engagement' groote stukken, met 'foto's van mej. Gould, haar lustverblijven enz. Ook ovef;| de engagementspartij, die heel mooi en. duur is geweest, en over de presenten; voor de gasten, schrijven de Amerikaan sche couranten kolommen vol. Een Amerikaansche dame, mevr. Tho mas Foote, heeft mqt goed gevolg hejt examen voor scheepskapitein afgelegd.' Zij is de eerste vrouw, die een dergelijk}; diploma verworven heeft. Reeds dezen^ zomer zal zij in de praktijk proevten van! haar bekwaamheid kunnen 'afleggen want een bekend milioenair heeft haai? indienstgenomen als bestuurderes van zijn stoomjacht. Haar man zal op diezei f-; de boot varen als hoofd-machinist. Kinderarbeid in de Vereenigde-Staten. Over het algemeen is de arbeidswet geving in de Vereenigde Staten, nog van, weinig beteekenis. Elke staat heeft zijn' afzonderlijke wetgeving op dit gebied en al zijn er nu wel staten, die zeeq vooruitstrevende arbeidswetten hebben,1 daarnaast staan apdere, waar aan de ar-i beidswetgeving nog zoo goed als niejt is; gedaan. Zoo bloeit er nog in verschillen-t de industriestreken de vrouwen- en kin deren-exploitatie op groqte schaal en' diep treurig zijn dikwijls de bijzonderhe den die omtrent de exploitatie vooral' van kinderen, van zeer jeugdige kinde ren ook, in de groote republiek bekend; worden. In de laatste jaren hebben die feiten in de Unie meer en kmeer de aam dacht getrokken, ;tal van vereenigingen stelden zich aan de spits van de pro paganda voor een betere, meer algemee- ne bescherming van het kind, en een bij zonder National Child Labor Committee; werd gevormd om regeering en openbarej meening te overtuigen van de groofte misstanden, welke op dit gebied be staan. De propaganda had dit gevolg, dat dé regeering haar aandacht aan de quaestie wijdde en zoo verscheen het vorige jaar, een statisttiek over den kinderarbeid in de Vereenigde Staten, waarbij van nog ongeplubliceerde gegevens van de volks telling van 1900 was gebruik gemaakt. Aan de volkstellers van 1900 was n.L opgedragen ook gegevens te verzamelen omtrent den arbeid van kinderen tusr schen 10 en 16 jaren, waardoor bijge- dragen werd in het onderhoud van het gezin of in belangrijke mate aan den arbeid van het gezin werd bijgedragen. Er werden nu ruim 1,750,000 van zulke kinderen geteld, van welke alleen meer dan oen miliioen in den landbouw. Het cijfer is al groot, maar geeft toch nog niet den werkefijken toestand weer,- want behalve dat natuurlijk na 1900 h^t cijfer een vermeerdering moet hebben ondergaan, dient men ook in aanmerking te nemen, dat alleen gerteld zijn de kin deren boven de 10 jaren, terwijl het vaststaait, dat bijv. in de katoenindus trie in de zuidelijke stagen veel jonger®! kinderen al worden gebezigd. Boven dien is de opvatting of een kind in be langrijke mate bijdraagt toit den arbeid van het gezin (appreciably assisting) al zeer rekbaar. Van de ruim 1,750,000 kinderen, wel ke geteld werden, werden er 8.2 pCt. in den ouderdom van 10 jaren, 10 pCt. in dien van 12 jaren, 17,3 pCt. in dien, van 13, 25,9 pCt. in tiien van 14, 36,1 pCt. in dien van 15 jaren. Dat de oudere kinderen grooter in aantal zijn, is natuurlijk een gevolg van de wetgeving in eenige staten, die door strenger toepassing van den leerplichlt althans den kinderarbeid tegenwerken. Het Bureau of the Census heeft dej gegevens in verschillende tabellen ver-j werkt, zoodat men een inzichit krijgt in de grootte der gezinnen, waaruit de ar-! beidende kinderen stammen, en een ant woord op de vraag tot welk ras zij be- hooren, en of zij Amerikaansche of ge-! iinmigrecrde ouders hebben. Het lijkt da( py,§r algemeen de Amerikaapsché

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5