BUITENLAND.
EERSTE BLAD.
22 |anuari.
Liefdewerk Oud-Papier.
Wij zijn dan eindelijk in het bezit van
leen Roomsch Katholiek dagblad. En was
er ook in het begin een weinig vrees
bij onze vreugde, thans duchten wij de
toekomst niet.
De Leidsche Courant vindt da
gelijks meer lezers in de gansche om
geving! en daarom weten wij geen beter
ïniddet om bovengenoemd liefdewerk be
kend te maken bij de Katholieken van
Leiden en omstreken, dan een artikeltje
in o n s dagblad.
Daar zullen onder de lezers weinig Ka
tholieken zijn, die niet al eens hebben
hooren spreken over: papier voor den
Paus.
En nu er den laatsten tijd wat meer
voor gewerkt wordt en nu er in het ge
bouw der Zita-vereeniging eenige ruim
te voor bergplaats is afgestaan, zijn er
|wel eens stemmen vernomen die zeiden:
js het oud papier niet meer voor den
Paus, fmaar voor de Zita-vereeniging?
Over het liefdewerk in zich en de be
trekking tot genoemde vereeniging een
lenkel woord.
Het liefdewerk „Oud papier voor den
Paus" bestaat in Nederland reeds tal van
jaren. Door het verzamelen, verwerken
en te gelde maken van alle soort pa
pier wilde men financieel den H. Vader
steunen.
Het liefdewerk is gevestigd te Am
sterdam en staat onder de hooge be
scherming van Haarlem's Bisschop.
Zooals in verschillende plaatsen van
ons vaderland, is ook te Leiden eene af-
deeling van het liefdewerk en wel sinds
vele jaren.
In Januari 1908 werden op verlangen
vara Z. H. zeiven, alsook met bijzondere
goedkeuring van Z. D. H. den Bisschop
van Haarlem de statuten van het liefde
werk gewijzigd, zoodat het doel is, ver
schaffen <van werk aan personen van goed
gedrag, die op geene andere wijze in
hun ouiderhoud kunnen voorzien.
Het batig saldo van deze werkzaam
heden zal worden aangewend gedeelte
lijk tot geldelijk en steun van Z. H. den
Paus, gedeeltelijk ook voor een of an
dere liefdadige instelling van algemeen
'Nederlandsch belang.
Te Leiden was den laatsten tijd de
deelneming in het liefdewerk niet toe
genomen. Omstreeks 9000 K. G. oud pa-
papier werden jaarlijks opgehaald en wij
meenden, dat die hoeveelheid gemakke
lijk eenige malen kon vermenigdvuldigd
vworden.
Daarom werd, in overleg met het hoofd
jbestuur éte Amsterdam, voor Leiden een
nieuw bestuur gekozen. In een officieel
jschrijven van 14 April 1909 werd het
inieuw bestuur erkend bestaande uit on-
dergeteekende- en de heeren W. A. E1 s-
h o f, Rijnsburgerweg 42D. H e ij d e -
man, Noordeiude 39; L. P. van der
Drift, Donkersteeg 18; E. J. Alofs,
Haarlemmerstraat 246 eii G. C. Hacke,
Hoogewoerd.
Aan genoemde adressen, alsook aan
de Zita-vereeniging, Noordeinde 50, zou
den voortaan boodschappen, het liefde
werk betreffende, kunnen worden afge
geven.
Met frisschen ijver ging men thans aan
bet werk. En met welk resultaat?
Aan drie personen konden' wij werk
verschaffen en omstreeks 20.000 K.G. oud
papier hadden wij tot 31 December ont
vangen.
In 1910 zouden wij het gaarne tot
ilOO.OOO K.G. brengen en daardoor aan
.meerdere werkloozen geregeld werk ver
schaffen. Met eenige medewerking is dit
niet moeilijk.
Blijde brengen wij hier hulde aan den
Hoogeerwaarden Deken te Warmond, die
door zijn hoogstgewaardeerden steun, het
ens mogelijk en gemakkelijk maakte, al
daar maandelijks eene belangrijke hoe
veelheid te komen afhalen.
Hoeveel goeds zou nog kunnen ver
richt worden, indien allen het voor hen
.waardeloos papier zorgvuldig zouden be
waren.
Wij mogen niet ontkennen, dat, na af
trek der onkosten, niet zoo heel veel
overschiet, maar de groote massa moet
het doen.
Vol vertrouwen durven wij dan ook
teen beroep doen op uwe medewerking,
daarom'roepen wij allen toe: Helpt ons,
tiwe kleine moeite zal heerlijk gezegend
(Wordem
En nu de verhouding van het liefde
werk tot de Zita-vereeniging.
Wij meenden, dat het billijk was, dat
daar, waar gewerkt wordt, ook van de
[vruchten mag genoten worden; dat die
plaatsen, welke met ons het liefdewerk
behartigen, ook door het liefdewerk ge
steund worden.
In Leiden en omstreken wordt het oud
papier verzameld, in het gebouw der Zita
[vereeniging, wordt het geborgen en ver
werkt.
Het hoofdbestuur verklaarde zich dan
ook gaarne bereid een zeker 'bedrag van
1de winst ,als pakhuishuur af te staan.
De grootere bloei van het liefdewerk
komt dus ons aller Vader den Paus ruim-
ischoots ten goede en een klein bedrag
blijft nog over voor de Zita-vereeniging
;die wet in de stad, maar toch voorna
melijk in het belang der buitengemeenten
te opgericht, die met volle recht mag
genoemd worden -eepe liefdadige jnsjtel-
ling van algemeen Nederlandsch belang.
Over deze vereeniging eens een volgen
de keer.
PATER BOUTERS.
Uit de Pers.
De zelfmoord der Openbare School.
„De Standaard" zet in een artikel uit
een, dat de anti-nationale rede van den
heer Ossendorp te Leiden t '.[gesproken
de vrucht is van een v. etgerijpte en wel
gevestigde overtuiging.
We hebben niet te doen met een inci
dent, met een overdrijving, met een on
voorzichtigheid, maar we staan hier voor
een wel gevestigde overtuiging, die niet
nu pas opkomt, maar sinds jaren reeds
onze Openbare School reeds bewerkt
heeft, en die, komt er geen keer, steeds
meer den geest van onze Openbare
School zal gaan beheerschen. Het was
geen incident, maar een logisch uitvloei
set van den opkomenden geest.
Ongetwijfeld heeft het protest dat van
Schoolhoofden tegen deze proclamatie uit
ging, hooge waarde, maar die zoo spra
ken zijn de vertegenwoordigers van een
op de Openbare School wegstervend ver
leden. Zoo als de indieners van dit pro
test der Hoofden nu nog denken, zoo
dacht, een kwart eeuw geleden, heel het
onderwijzerscorps. "Maar de Sociaal-de
mocratie is de Openbare School binnen
gedrongen, en heeft er de republikein-
sche gevoelens bij de jongere onderwij
zers veld doen winnen. Die nieuwe
stroom klimt, de vroegere daalt En
nu reeds is het te voorspellen, dat wel
haast de mannen van het betere verle
den uitsterven, en de mannen der nieu
we richting steeds beslister den toon
zullen aangeven. Doch juist hierdoor zul
len de mannen der Openbare School
steeds meer in conflict met den geest
der natie komen. Natie en Openbare
School zullen van elkander vervreem -
den. Zoo zal de zelfmoord van de Open
bare School doorgaan, en het valsche
uitgangspunt van den weg dat men koos,
zal zich ten slotte wreken.
Dit valsche uitgangspunt lag in haar
negatief karakter De Bijzondere
School ging van het p o s i t i e v e uit, het
zij van een Protestantsche Belijdenis, het
zij van die der Roomsch-Katholieke kerk.
De Openbare School had daarenteg-en
niets dan het .anti-clericalisine, om van
uit te gaan. Dat anti-clericalisme hulde
zich in het kleed der neutraliteit. Dit
neutrale kleed liet alle kleuren toe voor
de stof waaruit het geweven werd. Eerst
een dor supranaturalisme, toen een Chris
tendom boven geloofsverdeeldheid, daar
na de Humaniteit, al voorts het Indiffe
rentisme, en steeds op die kleurenlijn
voortgaande, ging het allengs over in de
vaalheid en vaagheid, waarin thans de
Openbare School voor den dag kwam.
Het is zoo, men had bedoeld, dat „de
Christelijke en Maatschappelijke deug
den, tegenwicht zouden bieden. Maar
dat was pure illusie. .Wrik den grondslag
van alle religie los, en tegelijk begint
ook de voorgevel van het gebouw der
moraal' te waggelen. Wat Christelijke en
wat Maatschappelijke deugd zal zijn,
wordt dan een puzzle. De wet op het
Lager Onderwijs heeft zelfs geen en
kele poging gewaagd, om liet begrip er
van vast te stellen, of de eerbiediging
er van te verzekeren. Het is al aan het
goedvinden der onderwijzers overgelaten.
Eu gaat men cemnaat voor het verschil
op godsdienstig en voor het verschil op
moreel gebied uit den weg, dan, 't spreekt
van zelf, komt ook al spoedig het na
tionaal, het politiek, het sociaal verschil
van inzicht oin eerbiediging vragen.
Waarom zou men wel neutraal zijn tegen
over God en de Deugd, en niet ook
tegenover den Staat? Ook op dit terrein
moeten de onderscheidene gevoelens ge
ëerbiedigd worden. Voor Oranje! roept
de een. Voor de Republiek! roept de
ander. Én in de Openbare School mag
immers geen particuliere leer tegenover
die van andersdenkenden in eere gesteld
worden.
De wet heeft 't nooit zóó bedoeld, maar
dit neemt niet weg dat de Wet de zaad
korrel opnam, waaruit dit stelsel van zelf
moest ontkiemen.
En verder schrijft liet anti-rev. hoofd
orgaan over de zgn. neutraliteit der Open
bare School:
Uit den wortel der negatie kan nooit
een positieve vrucht opkomen. De Open
bare School was nooit positief in haar
wortel, ze is het niet, 'en ze kan het niet
worden. Neutraliteit is paedagogisch
klare onzinnigheid. Neutraal kunt ge zijn
op allerlei terrein, waaruit straks een.
ieder zich op ziju eigen terrein terugtrekt,
maar bij alle onderwijs, bij alle opvoe
ding, bij alle vorming van het kind tot
inan en burger is neutraliteit niet anders
dan een chloroform, die tijdelijk ongevoe
lig maakt, en daardoor de kracht der
opvoeding breekt.
Eu denk nu niet, dat de Openbare
School dit allengs zelve zal gaan inzien,
en ijlings op haar weg terug zal komen,
om het bloedvergif dat ze indronk, weer
uit te spuwen, en zich aan te gorden tot
krachtiger leven. Immers al poogde ze
dit ,-cn al kwam er een tijdlang zekere
reactie, die reactie gaat toch voorbij, en
straks herneemt de drijfkracht van het
beginsel toch weer haar beheerschende
kracht Aan een grondfout in den wortel
is geen ontkomen. Uit een negatieven
boom komt geen positieve vrucht. Men
kan die wel tijdelijk aan haar takken
yasthèch^en, jen fcp a\dqs (een yais_qhe£
schijn vertoonen, maar de yen ba re
Schoot zelve groeit inmiddels uit haar
eigen wortet door. In zulk een groei ligt
een onweerstaanbare logica. Die logica
leidt van inconsequentie tot consequen
tie. En het eind kan niet anders zijn, dan
dat een school, die opzettelijk het pri-
mum verum (eerst ware) van alle p a e -
da go giek, dat is het positieve uit
gangspunt uitsloot, ten slotte aan haar
eigen leven de hand slaat, zoodat ge haar
niet eens meer behoeft te bestrijden,
en de groefbidders rich reeds aanmelden
om haar uit te dragen naar de plaats
der zelfverkwijning, waar ze niemand
meer deert
Duitschland.
Zelfmoord te Borlijn.
Uit een Berlijnsche correspondentie in
„De Telegraaf":
Men spreekt van een „epidemie" van
zelfmoord, die Berlijn bespookt, en in
derdaad, het lijkt er naar. De oude Ham-
letvraag schijnt aan beteekenis te heb
ben verloren, 't Is of 't leven wordt
weggeworpen, zoodra 't niet wil, zooals
men wel wenséht als 'n schoen, die
knelt; uit, weg er mee! De meeste bla
den sommen de gevallen nog maar even
op. De revolver hier en 't glas daar,
en 't water ook één kort achter el
kaar, alsof ze de gasten noemen van een
hofpartij niet de moeite er al te yeel
inkt aan te versmeren.
België.
Niet eerlijk.
Het H. v. A. schrijft:
Onze lezers zullen gezien hebben dat
de stad Luik alweer een gelukske heeft
gehad en het groot lot heeft gewonnen
bij de trekking van hare eigene leening.
Een blad beoordeelt dit feit als volgt:
De kleine luitjes, die „lotjes" van ste
den koopen met de hoop, toch eens het
groot lot te winnen, moesten alweer ont
goocheld geweest zijn te vernemen dat de
stad Luik zelve in de trekking van 15
Januari, den grooten prijs bij de uitloting
der premiën heeft gewonnen.
Het is nu reeds de vierde of vijfde maal
dat zulks gebeurt.
Op 15 Januari won de stad Luik het
lot van 50,000 fr. een lot van 1000 fr.,
een van 150 en negen van 125 fr. 'tZij
omstreeks 53.000 fr.
Twee of drie maal won de siad het
lot van 100,000 fr.
Dit komt hierbij dat de stad veel meer
geleend had dan zij noodig had en een
groot gedeelte der schuldbrieven nog in
haar bezit heeft.
In den regel zou eene stad niet mogen
deelnemen aan de uitlotingen der premies
van hare eigene schuld. De bezitters van
loten hebben reeds zoo weinig kans op
winst, dat hun de eenige premies van
belang niet moeten betwist worden door
de stad zelve, die duizenden en duizenden
schuldbrieven voor zich houdt.
Een bijzondere, die zoo moest han
delen, zou openbaar aan de kaak worden
gesteld.
Fortuin van Leopold II.
Het „Handelsblad van Antw." dee^t
nog de volgende bijzonderheden mede
omtrent he.t veelbesproken fortuin van
tien overleden koning.
„Het is stellig, zegtf het blad, dat men
sommige daden van den overleden ko
ning beoordeeld heeft zonder voldoende
ingelicht te zijn over de drijfveereti, die
den vorst leidden.
„Zoo oa. de beschikking over zijne
fortuin.
„Leopold II heeft aan zijne dochters
elk iets meer dan 6 miliioen nagelaten
en, voor prinses Louise, die omringd is
door een gezelschap, waarvan zij het be
klagenswaardig slachtoffer is, zullen die
6 miliioen nog niet volstaan om de helft
harer schulden te betalen.
„Wat de koning bezat was toch niet
bestemd om de zakken van woekeraars
en rastas te vullen?
„Het „Journal de Bruxelles" deelt nu
een document mee om te toonen, waar
aan de koning een deel zijner fortuin
besteedde, namelijk Leopold II's instruc
ties aan den schatbewaarder-beheerder
der fondatie van Nieder-Fülbach.
„De fortuin van Nieder-Fülbach' be
staat uit titels ter waarde van 5 miliioen
mark en titels ter waarde van 26.430.000
francs.
„Die 26.430.000 fr. moeten dienen,
schrijft Leopold II in dit s(tuk, gedag-
teekend 21 Aug. 1909, voor de uitvoe-
ring der werken, hieronder vermeld, en
dit speciaal door overeenkomsten melt
de „Société des Sites" en de „Société de
la Cöte d'Azur."
„De „Société des Sites" zal gemiddeld
per jaar 1.400.000 fr. trekken om de
volgende werkenaankoop buitengoed te
Ronge (45 hectaren), aankoop van 9
hectaren voor het maken van een boule
vard met fonteinen te Meysse, afbraak
van de teerlinghuizen tusschen de Kert-
en Quatrebrasstrateiï, gedaanteverwisse
ling van het observatorium, bouw der af
hankelijkheden van het paleis, aanleg van
een openbaar plein te Elsene, deelne
ming aan den aanleg van een groot park
tq Oostende.
„Deze werken voltooid: 200.000 fr.
's jaars voor de groote banen! Brussel -
Oostende, Brussel-Antwerpen, Brussel-
NAmqn, N,a^en,-Spa^;
„Dan 200.000 fr. voor de koopvaar
dijvloot.
„Indien de afstammelingen van Leo
pold II niet meer kwamen te regeeren
in België, zou het program van werken
in België ophouden en de „Société,des
Sites" in de voordeeligste voorwaarden
voor de aandeelhouders gtelikwideerd
worden."
Italië.
De martelaren van Oeganda.
De H. .congregatie der Riten zal dit
jaar een aanvang maken met het pro
ces ter zaligverklaring van de heldhaf
tige geloof belijders, die met hun bloed
de jonge opkomende Kerk van Oeganda
bevruchtten
Nauwelijks 25 jaren geleden begon
de koning van Oeganda, in Midden-Afri-
ka, eene hevige vervolging tegen de
Christenen. „De geschiedenis der Kerk
vervolgingen uit de eerste eeuwen
schreef destijds kard. Lavigerie, de groo
te Apostel van Afrika biedit niefts
treffenders dan de gebeurtenissen in de
ze vervolging."
Een der aanzienlijkste personen van
Oeganda, die het katholiek geloof om
helsd had, werd nadat zijn handen en
voeten wreedaardig waren afgehouwen,
bij de haren boven een brandend kolen
vuur opgehangen, in de drie dagen, dat
zijn vreeselijke doodstrijd duurde, liet
hij geen enkele klacht hooren, en uifite
alleen tegen het einde de woorden van
Christus aan het kruis „ik heb dorsit."
Twintig anderen, die nauwelijks de
kinderschoenen ontwassen waren stier
ven een langzamen vuurdood. Gelijk de
levende fakkels van Nero werden zij in
takkenbosschen gebonden, en vervolgens
in een kring met hunne voeteneinde in
een groot vuur gelegd. Allen ondergin
gen blijmoedig dezen wreeden dood, en
herhaalden meermalen gezamenlijk deze
woorden. „Wij zullen bidden, zoolang
wij nog adem kunnen halen." Het getal
van hen, die tijdens deze vervolging met
hun bloed voor het Geloof getuigden
bedroeg meer dan honderd.
Op dat tijdsftip was er slechts een
duizendtal Christenen in dart: rijk, nu,
in minder dan een geslacht, is dit ge(tal
gestegen tot 93.000 Neophieten en
112.500i Catechumenen; zoodat ook in
onze dagen nog altijd het woord waar
is, dat het bloed der martelaren het zaad
van Christenen is.
Engeland.
M. Lloyd George.
Indien M. Asquith de minister-voor
zitter en dus de hoofdleider der liberale
partij in Engeland is, de voornaamste
tiguur, de meest onvermoeibare werker
in die partij, is ongetwijfeld de Chancel
lor of the Exchequer, de kanselier van
het schaakbord, of minister van geld
wezen, M. Lloyd George.
't Is zijne begrooting die door de Lords
is verworpen en die nu een kiesstrijd
heeft uitgelokt, zooals Engeland er sedert
1832 zulk een hevige niet meer heeft bij
gewoond; 'tis tegen hem, vooral, dat de
unionisten storm loopen en 'tis hij die
door hen als door socialisme besmet
wordt afgeschilderd.
Twee bijzonderheden omtrent den heer
Lloyd George trekken de aandacht.
Ten eerste dat hij, Welshman van ge
boorte, een vurig Kelt is, die zijne Gal
lische moedertaal hartstochtelijk bemint,
haar eert in zijnen huiskring en tot zijne
kiezers spreelrt, niet in het Engelsch,
maar in de oude landstaal van Wallis
de taal, die nagenoeg gelijk is in Ierland.
Schotland en Wallis.
Ten tweede, dat hij is: een Vlaming
van oorsprong.
Op het E i s t e d f o d d het Kel-
tisch-feest, dat wij het best met onze
oude landjuweelen kunnen vergelijken
dat de minister bijwoonde, werd die bij
zonderheid openbaar gemaakt door M.
John de Courcy Mac Donnell, voorzitter
van de Keltische Unie te Brussel.
De „Westminster Gazete" maakt mel
ding van het incident en deelde mede,
dat M. Lloyd George Vlaamsch bloed in
de aderen had: zijn voorouders stamden
af van eene Vlaamsche familie, die zich
in Pembrokeshire kwam vestigen, ten
tijde der Vlaamsche immigratie in het
graafschap Pembroke.
En de bisschop van Saint Asaph
merkte op, dat, aan de versmelting van
Vlaamsch en Keltisch bloed, M. Lloyd
George het verschuldigd was, dat hij aan
de schitterende inbeeldingskracht en de
zeldzame welsprekendheid van den Kelt,
het gezond en zeker oordeel van den
Vlaming paarde. (H. v. A.)
Rusland.
Doodvonnissen.
Volgens de statistieke opgaven wer
den in Rusland in 1908 uitgesproken
1959 doodvonnissen, voltrokken 782; en
in 1909 uitgesproken 1435 doodvonnis
sen, voltrokken 543. Behalve de geval
len, die nog niet beslist zijn, werden de
niet gedoode veroordeelden „begena
digd" tot dwangarbeid, levenslang of voor
een bepaalden tijd, in Siberië, en in
sommige gevallen tot levenslange ver
banning naar de meest verwijderde ge
bieden in Siberië. Slecht de moordenaars
van 'Herzenstein, die door de Fiusche
rechters tort langdurige opsluiting wa
ren veroordeeld, zijn door den Tsaar
werkelijk begenadigd en in vrijheid ge
steld. Maar dat gebeurt niet met de po
litieke gevangen en veroordeelden, zoo-
SU «t .bovenstaand staatjq feljjkt.
Amerika.
Dure huizen in New-York.
Het duurste huis in New York is da$
der Metropolitan Life Assurance Co., het
is ten minste voor 12,360,000 p.st. dooi?
de ambtenaren van de belasting aange-4
slagen. Daarna komt het huizenblok dei?
Mutual Levensverzekering Mij., ge
taxeerd op 12,250,000, en vervolgens!
dat der Equitable me|t een bedrag van!
12,000,000 p.st. De twee reusachftige [teril
minal-kantoorgebouwen der Hudson 8c
Manhattan R.R. worden op 10,460,000'
p.St. geschat. Onmiddellijk daarop volgrt!
het Singer gebouw met" 6j650,000 p.S£
en daarna de New Yorksche beurs met
5,100,000 p.St.
Van de hotels staat de Waldorf-As.to-,
ria met 12,330,000 p.St boven aan 'dé,
lijst, daarna komt de Plaza met 7.600.000.
p.St. en vervolgens Musschenheimer's
Hotel Astor melt 5,275,000. i
Van de particuliere huizen wordt Car-ij
negie's huis aan Fifth Avenue en deij
90ste straat, het hoogste t. w. met
2,280,000 p.St. aangeslagen'. J. P. Mow!
gan's huis volgt daarpp met 1,530,000.;
p.St.
Een engagement.
Mej. Marjorie Gould is geëngageerd,
en mej. Marjorie Gould is heel rijk. Dq
a.s. echtgenoot van het meisje is eeu!<
mijnheer Anthony Drexell, en is ookfl
fabelachtig rijk, of zal het worden. Dus;
publiceer en de Amerikaansche en de En-;
gelsche couranten over dit engagement'
groote stukken, met 'foto's van mej.
Gould, haar lustverblijven enz. Ook ovef;|
de engagementspartij, die heel mooi en.
duur is geweest, en over de presenten;
voor de gasten, schrijven de Amerikaan
sche couranten kolommen vol.
Een Amerikaansche dame, mevr. Tho
mas Foote, heeft mqt goed gevolg hejt
examen voor scheepskapitein afgelegd.'
Zij is de eerste vrouw, die een dergelijk};
diploma verworven heeft. Reeds dezen^
zomer zal zij in de praktijk proevten van!
haar bekwaamheid kunnen 'afleggen
want een bekend milioenair heeft haai?
indienstgenomen als bestuurderes van
zijn stoomjacht. Haar man zal op diezei f-;
de boot varen als hoofd-machinist.
Kinderarbeid in de Vereenigde-Staten.
Over het algemeen is de arbeidswet
geving in de Vereenigde Staten, nog van,
weinig beteekenis. Elke staat heeft zijn'
afzonderlijke wetgeving op dit gebied
en al zijn er nu wel staten, die zeeq
vooruitstrevende arbeidswetten hebben,1
daarnaast staan apdere, waar aan de ar-i
beidswetgeving nog zoo goed als niejt is;
gedaan. Zoo bloeit er nog in verschillen-t
de industriestreken de vrouwen- en kin
deren-exploitatie op groqte schaal en'
diep treurig zijn dikwijls de bijzonderhe
den die omtrent de exploitatie vooral'
van kinderen, van zeer jeugdige kinde
ren ook, in de groote republiek bekend;
worden. In de laatste jaren hebben die
feiten in de Unie meer en kmeer de aam
dacht getrokken, ;tal van vereenigingen
stelden zich aan de spits van de pro
paganda voor een betere, meer algemee-
ne bescherming van het kind, en een bij
zonder National Child Labor Committee;
werd gevormd om regeering en openbarej
meening te overtuigen van de groofte
misstanden, welke op dit gebied be
staan.
De propaganda had dit gevolg, dat dé
regeering haar aandacht aan de quaestie
wijdde en zoo verscheen het vorige jaar,
een statisttiek over den kinderarbeid in
de Vereenigde Staten, waarbij van nog
ongeplubliceerde gegevens van de volks
telling van 1900 was gebruik gemaakt.
Aan de volkstellers van 1900 was n.L
opgedragen ook gegevens te verzamelen
omtrent den arbeid van kinderen tusr
schen 10 en 16 jaren, waardoor bijge-
dragen werd in het onderhoud van het
gezin of in belangrijke mate aan den
arbeid van het gezin werd bijgedragen.
Er werden nu ruim 1,750,000 van zulke
kinderen geteld, van welke alleen meer
dan oen miliioen in den landbouw. Het
cijfer is al groot, maar geeft toch nog
niet den werkefijken toestand weer,-
want behalve dat natuurlijk na 1900 h^t
cijfer een vermeerdering moet hebben
ondergaan, dient men ook in aanmerking
te nemen, dat alleen gerteld zijn de kin
deren boven de 10 jaren, terwijl het
vaststaait, dat bijv. in de katoenindus
trie in de zuidelijke stagen veel jonger®!
kinderen al worden gebezigd. Boven
dien is de opvatting of een kind in be
langrijke mate bijdraagt toit den arbeid
van het gezin (appreciably assisting) al
zeer rekbaar.
Van de ruim 1,750,000 kinderen, wel
ke geteld werden, werden er 8.2 pCt.
in den ouderdom van 10 jaren, 10 pCt.
in dien van 12 jaren, 17,3 pCt. in dien,
van 13, 25,9 pCt. in tiien van 14,
36,1 pCt. in dien van 15 jaren.
Dat de oudere kinderen grooter in
aantal zijn, is natuurlijk een gevolg van
de wetgeving in eenige staten, die door
strenger toepassing van den leerplichlt
althans den kinderarbeid tegenwerken.
Het Bureau of the Census heeft dej
gegevens in verschillende tabellen ver-j
werkt, zoodat men een inzichit krijgt in
de grootte der gezinnen, waaruit de ar-!
beidende kinderen stammen, en een ant
woord op de vraag tot welk ras zij be-
hooren, en of zij Amerikaansche of ge-!
iinmigrecrde ouders hebben. Het lijkt
da( py,§r algemeen de Amerikaapsché