Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 20 |anuari.
Een Rede van Dr. von Hertling.
De bekende Katholieke leider in
Duitschland, Dr. Freiherr von Hertling
heeft te München eene rede gehouden,
die ook voor onze streken mag gehoord
.worden.
In eene vergadering zette Dr. von
iHertling nog eens duidelijk uiteen
aldus lezen we in het „Centrum"
dat er tusschen 's menschen levensbe
schouwing en zijn houding in politieke
vraagstukken een nauw verband bestaat.
,Het was goed, vooreerst om het verwijt
nog eens flink af te slaan, dat wij Ka
tholieken met kunstmatigheid en met be
paalde natuurlijk valsche bedoelin
gen, de politiek met den Godsdienst zou
den vermengen. Maar dan ook wijl er
immers in Katholieke kringen nog maar
al te velen zijn, die zeiven scheiding ma
ken tusschen hun overtuiging a!s Katholie
ken en hun gedrag in politieke zaken,
daardoor aan hun eigen beginselen meer
schade toebrengend, dan ze ook maar
kunnen vermoeden of denken.
Zeer juist begon prof. Hertling me(t
eerst te wijzen op wat aan den overkant
jgeschiedt. Is niet de socialistische poli
tiek ten slotte niets dan de toepassing
van materialistische denkbeelden op de
verhoudingen in de samenleving?
Een feit, dat vast staat voor ieder,
onverschillig of hij links staat of rechts
mits hij ietwat dieper dan de oppervlak
ke schouwt.
Maar m o e t er dan niet omgekeerd ook
een christelijke politiek bes,taan, die de
eischen der christelijke levensbeschou
wing in de samenleving tot daden om
zet
Alleen reeds het feit, dai zijn ^geloof
en wat daarmee samenhangt voor den
Christen het hoogs|te goed is, zal hem
ertoe dringen, dit in de maatschappij
tegen alle aanvallen en gevaren te be
veiligen, doet hem naar middelen zoe
ken om zijn zegenrijke werking ook voor
al op de jeugd zooveel mogelijk van
alle belemmeringen te bevrijden.
Voor den Katholiek, zoo verklaarde
spreker nadrukkelijk, kan enkel de Ka
tholieke waarheid de grondslag van zijn
politiek gedrag zijn.
Echter wees hij er terech,t op, dat
ook reeds volgens Aristoteles de poli
tiek de kunst van het mogelijk is, dat
dus in een Staat met gemengde bevol
king met deze verscheidenheid van over
tuiging rekening moet gehouden worden.
Ten slotte wees spreker de gedachte
af, „alsof elk indragen van godsdiensti
ge elementen in een openlijke bespre
king een verwerpelijke vermenging van
godsdienst en politiek zou zijn. Het Is
duidelijk geworden, hoe nauw de positie
tegenover de laatste en hoogste vraag
stukken (dus dat wa\t men .wereldbe
schouwing noemt) met hei politieke le
ven samenhangt. Zoolang er menschen
zijn, voor wie de godsdienst het meesjt
waardevolle bezit van het geestelijk le-
vep is, zullen zij niet nalaten, aan hun
gdosdienstig element invloed op hun po
litiek gedrag toe te staan".
Het ware te wenschen, dat zoowel de
mannen, die zich door het geloof, als
de partijen, die zich door het ongeloof
laten leiden, hun beginsel toonden^ie
politieke eerlijkheid en daardoor de vre
de, zouden er zeker bij winnen.
Uit de Pers.
Midden sta ndscij f er s.
De lieer R. Tutein Nolthenius vestigt
In het „Tijdschrift der Maatschappij" d„
laandacht op den ongunstigen toestand
van den Duitschen middenstand, welke
uit de middenstandscijfers blijkt. Het ar
tikel is opgesteld naar aanleiding van een
vergelijking, welke het Duitsche „Reichs-
FEUILLETON.
Het geheim van het Keizersslot.
22)
De Keizerin slaakt been luiden kreet
tn wenkte de beide op den drempel staan
de personen. De jonge officier voelde zicb
hu zonderling te moede, als hij aan het
sterfbed van zijn Keizer moest treden,
want voor hem was het al reeds eene
Zekerheid, dat de Keizer er niet meer van
poven op zoude komen.
toen de lijfarts zich over het doods-
pleeke aangezicht van den Keizer heen-
boog en diens pols voelde, opende Franz
1 andermaal de lippen. Zijne oogen wa-
Ten in het ledige gericht doch hadden
ieene starre uitdrukking aangenomen.
De witte Vrouw, mompelde hij
Daar staat ze, ziet ge haar niet wenken
piet de hand? Zij is ten derden male voor
piijn bed getreden en ik nam haar in een
Zwaren strijd de gelofte af heen te gaan
fen mijn nuis van veraere onneilen te ver-
schoonen. Mij zeiven roept de Heer tot
Zich, maar mijn zoon zal datgene, wat ik
begonnen ben, te voltooien.
Hevig ontsteld blikte de Keizerin naar
den hoek, waarin t,Q zien was. dan
Arbeitsblatt" tusschen den toestand van
den middenstand in 1895 en 19t>7 hecfi:
gemaakt en naar aanleiding van een arti-
keE van Kommeizienrat Hugo Lisaurr
den kamprechter voor den midden-Lnd
in „Der Tag". Wij nemen uit het Tijd -
schrift het volgende over:
„Terwijl de geheele bevolking van 52
miliioen tot 62 millioen is toegenomen,
derhalve met bijna 20 pet., is het aantal
zelfstandige personen, werkzaam in land
bouw, nijverheid, handel en verkeer
slechts van 5,186,593 op 5,242,518 geste
gen. De toeneming is dus onbeteekenend.
En ten opzichte van de vermeerdering
der bevolking, een betrekkelijk sterke af
neming. Feitelijk heeft er zelfs verminde
ring van het aantal zelfstandigen plaats
gehad in de nijverheid. Hier is het aantal
van 1,774,375 tot 1,729,467 gedaald. En
in den landbouw is hetzelfde verschijnsel
waar te nemen. In 1895 telde deze
2,568,666 zelfstandigen tegen 2,500,859 in
1907. Alleen bij handel en verkeer heeft
edn toeneming plaats gevonden. Hier is
het cijfer der zelfstandigen gestegen van
843,557 op 1,012,192.
„Ook uit andere gegevens blijkt het,
hoe moeilijk de strijd is vol te houden
tegen de groot-industrie, welke de groote
menschenmassa's opslokt. In 1907 waren
in Pruisen in nijverheid, handel en ver
keer 1,421,280 zelfstandigen werkzaam.
Van deze hadden 763,575 een inkomen
kleiner dan negen honderd gulden. Aan
nemende dat dezelfde verhouding
voor geheel Duitschland geldt, dan
zullen van de 2,742,000 zelfstandig
werkzame personen in nijverheid han
del en verkeer ongeveer 1,300,000
een inkomen van minder dan 900
gulden bezitten. En van de overigen
is het vier-vijfde deel in de laagste klasse
der bedrijfsbelasting aangeslagen, in wel
ke het gemiddeld inkomen 1080 gulden
bedraagt. In het geheel behooren derhalve
minstens negentig procent der zelfstan
digen iin handel, nijverheid en verkeer
tot de middenstanders, die een harden
strijd te voeren hebben om het bestaan."
Een ander veeg teeken, waarop de heer
Lisauer wees, is dit: „De ambachtsnij-
verc heeft zich wegens de hooge loonen
der knechten en de groote eischen van
zelfs onvoldoend geschoolde krachten ge
noodzaakt gezien zooveel mogelijk het
hulppersoneel af te schaffen en met eigen
huisgezin voort te werken. Ook in den
kleinhandel is hetzelfde op te merken.
In de kleinnijverheid is het aantal mede-
arbeidende leden van het huisgezin ge
stegen van 56.003 op 132.787; in handel
en verkeer van 109,933 op 260,517. In het
geheel derhalve een vermeerdering van
140 procent!
In den 'landbouw wordt hetzelfde ver
schijnsel waargenomen. Daar is het aan
tal der mede-arbeidende leden van het
huisgezin gestegen van 1,903,000 op
3,894,000 derhalve 100 pet. terwijl
het aantal andere arbeiders verminderd
is van 3,724,145 op 3,388,892. Vooral
vrouwen hebben onder de slechtere toe
standen te lijden. Van de 1,991,000 per
sonen van het huisgezin, die in 1907
meer dan in 1897 in den landbouw werk
zaam waren, behoorden er 1,820,000 tot 't
vrouwelijk geslacht."
„Uit dit alles blijkt wel, besluit de heer
Nolthenius, dat wil men den Middenstand
niet ten gronde zien gaan, maatregelen
zijn té nemen om haar te helpen; aller
eerst beginnende niet langer - gelijk in
de 19e eeuw te veel is geschied
maatregelen te nemen, welke het verdwij
nen van den middenstand indirect be
vorderen."
ïn verband met de waarschuwing van
den heer Nolthenius, wijst de redactie
van het Tijdschrift erop, dat onze Tweede
Kamer, zonder discussie en zonder stem
ming, den post van f 10.000 heeft goedge
keurd voor het nemen van een proef met
consulenten voor de klein-nijverheid,
waarmee een der wenschen van de maat
schappij vervuld is. De redactie hoopt,
dat de verwezenlijking de vruchten dragen
zal, welke zij daarvan meent te mogen
verwachten.
een donkere, oude eikenhouten kast.
George von Walden, uit wiens gelaat
iedere trek van jeugdige blijmoedigheid
verdwenen was, begreep het zwijgende
verzoek van de Keizerin. Onhoorbaar
schreed hij over het zachte tapijt, tot aan
dien verwijderden hoek en hief de hand
op even alsof hij het spook der witte
vrouw van deze plaats wilde verbannuen.
Voor hem in de eeuwenoude kast ont
stond een gekraak. En alhoewel George
niets vermocht te ontwaren, pakte hij
toch zonder zich lang te bedenken de me
talen kruk en trok de kastdeur open. In
het donker van de binnenruimte hing een
een lang, witzijden kleed. Iets levends
was echter niet te bemerken. De Kei
zerin was George met de blikken ge
volgd en ook zij ontwaarde nu dat witte
gewaad, waarvan zij vroeger geen ver
moeden had.
Hoe kwam het hier in de slaapkamer
des Keizers?
George van Walden nam zonder zich
te bedenken het kleed van den haak, waar
het ophing én verscheurde het van boven
tot onder, terwijl hij de stukken zijde op
den grond wierp. Daarop sloot hij ge-'
druischloos de deur en keerde langzaam
naar de sponde des Keizers terug, bij
wier voeteneinde hij zich zwijgend plaat
ste.
j Da Kcucr richtte nog ecmayl zijn,
BUITENLAND.
Duitschland.
Ridders-regen.
Ter gelegenheid van het „Ordensfest"
dat Zondag te Berlijn is gevierd zijn niet
minder dan 4220 onderscheidingen ver
leend of 1371 meer dan in 1906. Ten
paleize werden omsireeks duizend nieuw-
gcridderden onthaald; het geheele kei
zerlijke gezin was daarbij tegenwoordig.
België.
De ziekte van Leopold II.
Dr. Lepage Vraagt voor zijn operatie die
aan den dood van koning Leopold voor
afging het niet geringe bedrag van 100,000
frs. Zoo verhaalt tenminste een blad, dat
allerlei onbescheidenheden uit geheime
bronnen weet te vertellen. Men acht het
niet onmogelijk, dat de prinnsessen deze
rekening zullen betwisten en dat dus een
nieuw proces volgt
Volgens de „Etoile Beige" zal het hu
welijk van prinses Clementine met prins
Napoleon te Brussel voltrokken worden
zoodra de zware hofrouw voorbij is.
Waarschijnlijk in October of November.
De prins en de prinses zullen in Brussel
blijven wonen "in liet paleis, dat prins
Napoleon er sedert 1886 betrokken heeft.
Men weet, dat koning Leopold van deze
verbintenis zijner jongste dochter nooit
iets heeft willen weten, naar wordt ge
zegd om redenen van üiplomatieken aard.
Koning Albert, een neef van Clementine,
heeft geen enkel bezwaar tegen dit huwe
lijk en ook de koningin en de verdere ko
ninklijke familie stemmen er volkomen
mee in. Prinses Clementine is 30 Juli
1872 te Laken geboren, prins Napoleon
is tien jaar cruder. Hij is een zoon van
prins Napoleon Bonaparte en de prinses
weduwe Marie Clotilde, prinses van Sa-
voye. Een broeder van den aanstaanden
echtgenoot van prinses Clementine, prins
Lodewijk Napoleon, is generaal in het
Russische leger, zijn zuster is Marie Lae-
titia, weduwe van den hertog van Aosta.
Frankrijk.
't Zijn me Volksvertegenwoordigers!
Het „Journal des Débats" geeft het vol
gende staaltje van de luchthartigheid,
waarmede de Fransche volksvertegen
woordiging somwijlen met 's lands belan
gen omspringt.
Dezer dagen is aan de leden van den
Senaat een wetsontwerp ter inzage gege
ven, een definitieve' regeling bevattende
van de onkosten denexpeditie naar Mada
gaskar.
Dit ontwerp kwam 15 November 1897,
daarop 7 Juli '98 en 4?n slotte 19 Juli
1902 in de Kamer.
Daar het echter in de drie laatste zit
tingsperioden niet in discussie gebracht
was, werd het den 12en Juni 1906 we
derom ingediend. Pas den 27en Decem
ber 1909 werd het aangenomen en thans
is het in handen van den Senaat
Hoe wil men, vraagt het blad, nog eeni-
ge kritiek van beteekenis uitoefenen op
de aanwending van gelden na dertien
jaar? Blijkbaar is het parlement volmaakt
onverschillig voor een zijner voornaamste
rechten.
De misdadighid onder de soldaten
neemt onrustbarend toe.
Na den moord op mevrouw Gouin,
door twee jeugdige infanteristen ge
pleegd, werden in een dorpje in Savoye,
twee oude lieden vermoord gevonden. Zij
waren het slachtoffer geworden van twee
booswichten, aan wie zij gastvrijheid ver
leend hadden.
Als verdacht van deze misdaad werden
een gewezen politieagent Girard en een
zekere Passieux in hechtenis genomen.
De laatste bekende de daad. Girard
blijft pertinent ontkennen, maar deelde
mede, dat Passieux nog een andere mis
daad op zijn geweten had. Deze zou na
melijk in vereeniging met een soldaat, Jo-
zeph Lenardon geheeten, in 1908 een 80-
jarige weduwe hebben vermoord, om
magere gestalte op en strekte de armen
uit, even alsof h ij iets trachtte af te wen
den.
Maria Theresia sloeg hare armen om
hem heen en riep vol angst den lijfarts
toe, dat hij den naar lucht snakkenden
zieke zoude helpen. Wel maakte deze zoo
spoedig het kon, toebereidselen om eene
aderlating te doen, doch reeds kwam er
een zwaar gerochel uit de keel van Franz I.
Op dit oogenblik gingen als op com
mando de weinige lichten in de kamer
uit en er ontstond een diepe duisternis.
Duidelijk zag men een witte gestalte door
de kamer zweven en in de richting van
het voorvertrek verdwijnen. Het was het
laatste afscheid der Witte vrouw! Geen
der aanwezigen waagde het gedurende
eenige seconden om zich te verroeren.
Het was allen alsof er lood op de leden
lag en een ijskoude adem scheen er door
de kamer te gaan. Wellicht duurde deze
vreeselijke toestand slechts eene minuut
en toen ontstond er in de voorkamer een
dof gedruisch. De deur vloog open niet
tegenstaande zij vroeger toch van binnen
gesloten waren en op den drempel stond
Franz Jozef, de Kroonprins, slechts half
gekleed, want op bevel van zijne energie
ke moeder had hij zich reeds ter ruste
begeven en men had den dreigenden toe
stand van zijn vader nog voor hem ver
zwegen geh,o_udep4 w,a$t /Vlaija Theresia
haar te berooven. De misdaad zou in het
geheel 2 francs hebben opgebracht
Lenardon heeft reeds bekend
Italië.
Romeinsche berichten.
De „Köln. Volksztg." geeft Ivet volgen
de lijstje van benoemingen van hoog-ge-
plaatste kerkelijke personen.
Allereerst heeft de H. Vader den bis
schop van St, George, New-Foundland,
mgr. Mac Neil, tot aartsbisschop van Van
couver in Canada benoemd.
De aartsbisschopszetel van Vancouver
is eerst eenigen tijd geleden opgericht. De
vorige aartsbisschop was mgr. Douten-
wille, de tegenwoordige generaal-overste
van de Oblaten van de Onbevlekte Ont
vangenis, die kort na zijn benoeming tot
aartsbisschop door het generale kapittel
van zijn orde tot zijn tegenwoordige waar
digheid geroepen werd. De heilige Va
der keurde deze benoeming goed en ver
hief den prelaat tot titulair-aartsbisschop
van Ptolemais.
Aartsbisschop Mac Neil is 58 jaar oud
zi is sedert 1895 bisschop.
Tot bisschop van Brindisi is P. Valeri
O. F. M. benoemd. Daar het diocees
echter een koninklijke patronaatszetel is,
moet eerst Victor Emmanuel toestemming
geven.
Als opvolger van kardinaal Satolli, is
door het domkapittel van Frascati met
algemeene stemmen tot vicaris benoemd
mgr. Ceretti, die reeds vroeger als vicaris-
generaal optrad.
De commandant der pauselijke carabi
nieri, graaf Cecoppieri, is door Z. Ji.
tot geheim kamerheer benoemd.
Spanje.
De valsche munter.
De gevangeneming van den hertog van
Benavente onder beschuldiging van val
sche munten te vervaardigen en in om
loop te brengen, heeft in geheel Spanje,
en vooral in de aristocratische wereld,
natuurlijk groot opzien gebaard.
De meeningen over zijn schuld loopen
nogal uiteen; een aantal vrienden van
hem houden staande dat de hertog onmo
gelijk schuldig kan zijn aan het hem ten
laste gelegde, daar het landgoed waar
de fabriek gevonden is door de politie,
door hem in geen jaar is bezocht, aange
zien het zwaar belast is en door hem in
onderhuur werd afgestaan.
De hertog, die eigenlijk Emilio Bes-
sières heet en zijn titel voert tengevolge
van zijn huwelijk met de hertogin van
Benavente, heeft een avontuurlijk leven
gehad. In zijn jeugd toog hij naar Zuid-
Amerika, waar hij het tot majoor in het
Peruaansclie leger bracht. Hij verloofde
zich met een nicht van den president, tot
een huwelijk echter kwam het niet.
Na zijn terugkeer in het vaderland trad
hij in den echt met de dochter van den
hertog van Osuna, die dertienmaal mar
kies, vijftien maal graaf en vier maal
prins was en buitendien tallooze titels
voerde. Zijn dochter had den titel van
hertogin van Benavente.
Na een huwelijk van 18 jaar, begon
de hertog een proces tot echtscheiding,
terwijl hij eenigen tijd geleden om aan
geld te komen, daar hij geen eigen mid
delen bezat, een weekblad „Ideal", had
opgericht met het doel hierin geleidelijk
allerlei aristocratische schandalen te ont
hullen.
Aangezien hij geen gelden beschikbaar
stelde tot dekking der proceskosten,
werd beslag gelegd op het landgoed bij
Cadix, waarbij de valsche muntenfabriek
ontdekt werd.
De beklaagde beweert, dat hij on
schuldig is en dat zijn huurder de dader is.
Rusland.
In strijd met aile in de buitenlandsche
pers verschenen berichten omtrent een
ernstige ziekte der Tsarina, wordt van
bevoegde zijde te Petersburg verklaard,
dat de gezondheidstoestand der .Keize
rin tegenwoordig zeer bevredigend is.
Evenzoo zouden alle geruchten over een
zware ongesteldheid van den jongen
kroonprins ongegrond zijn. Deze heeft
wilde niet aan den dood van haren zoo
zeer geliefden gemaal denken. Hoe kwam
het, dat de toenmalige Kroonprins Franz
Jozef in zulk een zonderlingen toestand
hier verscheen.
Een aantal bedienden stonden achter
den Kroonprins. Een zeer helder licht
schijnsel stroomde de sterfkamer binnen,
waarin men nog alleen maar het doods
gerochel van den Keizer vernam.
George von Walden maakte eene be
weging even alsof hij den doodsbleeken
Kroonprins wilde tegenhouden.
Wat is er met mijn vader, den Kei
zer? en zijne blikken verrieden grooten
schrik.
Zijne Majesteit Franz I ligt op ster
ven, antwoordde George zachtjes.
De Kroonprins wankelde hem voorbij,
en wierp zich naast Maria Theresia voor
het bed des Keizers op de knieën. Lang
zaam, schuw, slopen de trouwe bedienden
naderbij en dikke tranen biggelden er
langs hunne wangen. Even onhoorbaar
had George von Walden zich uit het
slaapvertrek verwijderd. Niemand hield
hem tegen, want de Keizerin toch wist,
dat zijn persoonlijkheid ook niet meer in
staat was om het vreeselijke af te wenden.
Werktuigelijk, als ware hij afgestompt
tegen alle verschrikkingen en smart de
zer wereld, ging George de breede trap-
Ren v,an den keizerlijken Hof burg af en
zich onder het spelen het been licht ge
kneusd, maar de geneesheeren achten fi
geval niet van ernstigen aard.
Portugal,
Aanval op een klooster.
Een typisch geval van kloeke zelfverde
diging door kloosterlingen wordt uit Lis
sabon gemeld:
Een rooversbende had het plan opge
vat een eenzaam gelegen klooster, opj
acht kilometers afstand van Bocairente in
Portugal, te plunderen. De bandieten wa
ren nog slechts op korten afstand van het
klooster, toen de religieusen van hun;
plannen werden onderricht Onmiddellijk!
barricadeerden zij nu de vensters en de;
poorten van het klooster en wapenden;
zich met hooivorken en oude pistolen*
Toen de roovers het klooster wilden
aanvallen, stuitten zij op den dapperen
tegenstand der religieusen, die trachtten;
hen tegen te houden, tot de burgerwacht:
die men van den aanval onderricht hadf
ter hulp zou zijn gekomen.
Juist toen deze het klooster bereikte,:
hadden de roovers een der achterdeuren
geforceerd, waardoor zij nu poogden bin*'
nen te dringen.
De burgerwacht gaf onmiddellijk vuur*
doodde twee der aanvallers en verwondde
drie anderen, terwijl de overigen in het
gebergte ontvluchtten.
Van de monniken werden slechts drié
gewond
Kongo.
De slaapziekte richt in Belgisch Kon
go nog altijd groote verwoestingen aan*
Volgens een pas ontvangen verslag van,
den apostolischen vicaris van den Boven-
Kongo, is de helft van de bevolking van;
Bruges-Saint-Donnat uitgeroeid, en in de
streek van Mpala is de toestand niet beter,-
Van de vele dorpen, die daar vroeger,
waren, zijn er twee overgebleven, en in,
die twee dorpen zijn bijna alle inwoners
aangetast. De sterfte is onder de mannen
over het algemeen grooter dan onder de
vrouwen.
BINNENLAND.
Prins Hendrik naar Duitschland.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden'
zal van 21 dezer af tot 2 Februari in
het buitenland vertoeven, en wel van 21
tot 24 Jan. te Weimar, daarna tot 26 dezer
te Berlijn, vervolgens te Dobbin (Meck
lenburg) tot 30 dezer, om daarna we
der over Berlijn naar 's-Gravenhage terug
te keeren.
Het „vrije" woord.
Wij lezen in „De Voorhoede"
Ja, daar hebben de heeren sociaal^
democraten altijd den mond vol yan:
de vrijheid van het woord opander
mans vergaderingen.
Maar op hun eigen vergaderingen r
Of moest niet onlangs te Delft Mr,
Troelstra zelf door den sociaal-democra-
tischen voorzitter eener openbare ver
gadering tot de orde geroepen worden
om de onwaardige wijze, waarop hij een
debater afpoeierde?
En hoe ging 't in de sociaal-demo*
cratische Kerstvergadering te Amster
dam j
Een debate r (Wijnkoop) kon daar nau
welijks het woord voeren.
„Een golf van vrzet steeg uit de ver
gadering op, en "had de voorzitter mcü
zoo krachtig ingegrepen ongetwijfeld
ware op deze socialistische vergadering
het recht van vrije meeningsui;ting ver»
moord".
Aldus lezen wij in 't bijblad van „Het
Volk", „Het Weekblad" (7 Jan. 1910),
En dezelfde soc.-dem. schrijver ver
volgt:
„Laf was het van de vergadering van
één man. En niet minder dan schending
eenige duizenden, op tc staan en te tieren
tegen één man. En niet minder dan schen
ding mag het heeten, een onzer socialisti
sche liederen te gebruiken om dit misdrijf
het smoren van het vrije woord, te vol
voeren.
„En Troelstra, de man, die de macht
verliet het portaal.
Op hetzelfde oogenblik blies daarboven
in de vertrekken des Keizers, Franz I
den laatsten adein uit
Nog een half uur en toen ging de mare!
als een loopend vuurtje door het uit den
slaap wakker geschudde Weecen.
De Keizer was gestorven en in scha*
ren trok het getrouwe volk bleek en ont
steld naar den Hofburg, waar de officie
ren de onverwachte en verpletterende ge
beurtenis bevestigden.
De Kroonprins moest met geweld van
het sterfbed zijns vaders gescheiden wor
den.
Franz I was nog eenmaal zij het dan
ook maar voor enkele minuten tot be
wustzijn gekomen en had zegenend zijn
hand over het hoofd van zijn zoon ge
legd. Spreken kon hij niet meer. Zonder
ling genoeg echter was het, dat zijn laat
ste, brekende blik naar dien hoek ging,'
waar hij in zijne koortsphantasie de witte
Vrouw meende te zien. Ejij knikte even
en een glimlach gleed als een spelende
zonnestraal om zijne lippen.
Zij zal niet meer komen! Ik ben
haar laatste offer, scheen hij te willeri
zeggen.
De Kroonprins zoude te laat gekotnert
zijn, om den zegen van zijn stervenden
vader te ontvangen, als niet eene hand
hem uit den sla^ap wakker geschud had^