Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 12 Januari. BUITENLAND. Duitsctiland. De bestrijding van de tuberculose le vert in Pruisen bijzonder gunstige uit komsten op. De geduchte ziekte vermin dert van jaar tot jaar en professor B. Fraenkel voorspelt, op grond van sta tistieken, die hij meedeelt, da't in he jaar 1950 nog slechts enkele gevallen Van tuberculose füllen voorkomen. Van 1875 .tot 1886 kwamen er qp elke tienduizend inwoners 31 of 32 sterfgevallen van longtering voor. Van ;1887 af verminderde die verhouding en in 1900 telde men 21 gevallen op de (tienduizend inwoners. Tot 1905 bleef (dat cijfer nagenoeg onveranderd, maar |n 1906 werd het 17.26 en in 1908 6.46. Die verbetering wordt door professor Fraenkel toegeschreven aan het ontdek ken van de tuberculosebacil door prof. Koch, aan de invoering van verplichte [verzekering tegen tuberculose in Duitsch land en aan de inrichting (sinds 1906) ivan volkssanatoria voor longlijders. Frankrijk. Twee Fransche bisschoppen over den politieleen toestand en den plicht der Katholieken. In de „Aquitaine", het officieele or gaan van den aartsbisschop van Bor- jdeaux, vindt men den tekst van een rede over den tegenwoordigen toe stand van de Kerk in Frankrijk wel ke kardinaal Andrieu heeft uitgesproken jin tegenwoordigheid van vertegenwoor digers van de geestelijkheid. Sprekende lover de verplichtingen van de tegen woordige geestelijkheid, zeide hij, dat het plicht is de Katholieken uit) te noo- jdigen zich te vereenigen om vertegen woordigers te kiezen, die in staat zijn iaan de Kerk in Frankrijk de vrijheden terug te geven, welke zij heeft verloren. De geestelijkheid is, als prediker van "de burgerlijke moraal, geroepen de bur gers te herinneren, dat zij bij de uitoe fening van hun politieke rechten vóór piles, het hoogere belang vpn den gods dienst moeten behartigen. Maar de kar dinaal gelooft niet, dat het goed is, dat de geestelijkheid zich verder mengt in den verkiezingsstrijd. Haar tusschen- komst op dit gebied zou de zaak van den godsdienst in gevaar brengen. De omstandigheden eischen ook, dat de vaders van huisgezinnen zich vereeni gen. Men moet ze in ieder kanton saam- brengen, opdat zij zich kunnen verdedi gen tegen ondernemingen, die slechts strekken om hen te beletten hun rech ten uit te oefenen en hun plichten ten opzichte van de school te vervullen. Naast het werk van verdediging zullen zij een werk van verovering beginnen, jen beproeven van den Staat inderdaad onderwijs te verkrijgen met staatssubsi dies, evenredig verdeeld naar het aantal leerlingen tusschen de openbare en vrije scholen De evenredige verdeeling moet wor- Ideii opgenomen in de Fransche wet ïiaast de evenredige vertegenwoordi ging- Een ander gewichtig herderlijk woord is dat van Mgr. Delamaire, coadjutor van den aartsbisschop van Kamerijk. In ieen herderlijken brief, waarin gebeden worden uitgeschreven voor Frankrijk, ter (gelegenheid van de hervatting der Ka merzittingen, zet de bisschop zeer scherp 'de burgerplichten van de Katholieken uiteen. Mgr.. Delamaire laakt de han delwijze van die mannen, welke „be kend zijn om hun godsdienstige over tuiging", doch niettemin „godlooche naars tot hunne vertegenwoordigers kiezen in het parlement." Dat is tegen woordig de groote nationale zonde Van het Fransche volk. De bisschop spoort zijn geestelijkheid aan het volk op de hoogte te brengen van zijm burgerplich ten en vermaant ten slotte al zijn dio- cesanen zich op burgerlijk en politiek terrein onder elk opzicht te laten lei dein door hun katholieke beginselen. Italië. Oorzaak van de aardbeving. Prof. Omori, de directeur van het seis mologisch instituut te Tokio, die zich on middellijk na de aardbeving in Italië naar de verwoeste streek begaf om daar een onderzoek in te stellen, heeft thans een voorloopig rapport hierover doen verschijnen. Volgens de meening van Omori was de aardbeving te Messina geen op zich zelf staande gebeurtenis. Zij houdt ver band met een aantal andere bevingen,, die stukken van midden- en zuid-Italië hebben verwoest sinds 1638. Hij toont ,aan dat deze gebeurtenissen in haar op volging met elkander verband houden. Hier is geen toeval in 't spel. Zeer be paald heeft men hier te doen met een zwakke strook in de aardkost, met welke de aardbevingen, die in den loop van den tijd van midden-Italië, over Calabrië to[t buurt van Catania zich voortgezet heb ben, ten nauwste samenhangen. Messi na en Reggio hebben haar ramp gehad ze zijn nu, naar Omori's meening, veilig, terwijl die plaatsen in Zuid-Italië, die tot nog toe vrij bleven van de gevolgen van het natuurverschijnsel, de meeste kans hebben ér door te worden getrof fen. Amerika. Te Montreal heerscht in een hevige mate typhus. Men spreekt van 3500 ge- yallen. De „Daily Mail" beweert dat de hos pitalen de lijders bij tientallen moe|ten afwijzen wegens plaatsgebrek. De ziek te heerscht voornamelijk in de buiten wijken en xie voorstedende omvang der epidemie moet te wijten zijn aan slecht drinkwater. De overheid doet niets ter bestrijding van den geesel, zegt het Londensche bladalle initiatief moet komen van de kerkgenootschappen en van particulie ren. Lord Strathcona heeft 5000 pond St. gegeven om de ziekte te besftrijden, de gemeenteraad verleende, na veel wik ken en wegen, ten laatste een credie.t van 3000 p. St., maar weigert maatre gelen te nemen tot verschaffing van zui ver water. Naar verluidt heeft de com missie uit de burgerij, die belast is met het bestuur van de hospitalen, hejb ver leende crediet geweigerd, op grond, dat het te laat word(t gegeven. BINNENLAND. Ter herinnering. In verband met het geval van den ex-pater Celestrnus, die als betaald pro pagandist der S. D. A. P. te Maastricht zijn ontslag moest nemen, herinnert de „Nieuwe Koerier" aan het volgende „Het Volk" van 31 Juli 1901 geeft een verslag van een vergadering, waar op de bekende socialist Loopuit zeide „Wij kunnen niet dommer doen, dan nu in de eerste plaats de arbeiders wil len maken tot vrijdenkers (godlooche naars). Wij moeten ze sociaal-democra ten maken, en dan zullen zij vrijden kers worden". Van Vorst, zegt de „N. K.", bestreed het geloof te opentifk, te „dom", en daarom moest hij er uit. De Jachtwet. Het „Dagbl. v. N.-Brabant" heeft aan den minister van Landbouw een open brief gericht met betrekking tofc de Jachtwet. Na gezegd te hebben, dat het zoo niet langer kan, vervolgt het blad „Jawel, Excellentie, er is een jachtcommissie, wij weten het wel. Die zal de Jachtwet herzien. Die zal een voorontwerp samenstellen. Die zou, met uw welnemen, ook al onder uwen ambtvoorganger, den heer De Marez Oijens. Die zou ook onder Uwen onmiddellijken voor ganger, den heer Veegens. Die zou eveneens onder uw bestuur.... heeft ze het u niet doen verklaren tijdens de jongste begrootingsdiscussies Maar hetzelfde, Excellentie, heeft zij uwen voorganger ook al doen zeggen. Een jaar of zes is ze nu al aan den arbeid. Zes jaren om een jachtwet je te maken, waarvoor uw ambtgenoot, de heer Kolkman, in dertijd als het model heeft aange geven. Neen, op die Jagerscommissie kan de boer niet meer wachten. En gij, Excellentie, kunt met het getreuzel dier commissie ook niet meer volstaan. Er moet gehandeld worden, spoe dig en afdoend". Na het bekende geval besproken te hebben van Moergestel met zijin heer lijke" jacht, komt het „D. v. N.-Bri." tot het besluit, daft de permissies voor het dooden van schadelijk wild welke de commissarissen der Koningin kunnen geven den toestand niet kunnen ver- betere en dat er maar één middel is afschaffing van het heerlijk jachtrecht. De toepassing van dit' middel kan niet wachten... geen dag en geen nacht Koninklijke Besluiten. Benoemd zijn tot griffier bij het Kantongerecht te Ridderkerk mr. H. F. W. Jelten, te 's Gravenhage, werkzaam ter griffie van het Kantongerecht aldaar; en tot griffier bij het Kantongerecht te Sneek mr. S. Vellenga, advocaat en pro cureur te Leeuwarden. Aan H. J. Pot is op zijn verzoek met ingang van 15 Januari eervol ont slag verleend als burgemeester der ge meente Schagen. Dr. J. A. A. M. van Loon, is be noemd tot burgemeester der gemeente Steenbergen. Benoemd zijn bij het wapen der ar tillerie: le. bij den staf van het wapen tot 2e luit.-kwartiermeester ,en zulks met tij delijke afwijking in zooverre van de be staande organisatie van den staf der ar tillerie, met bestemming om te worden werkzaam gesteld bij het magazijn te Den Helder, de a dspirant-magazijnmeester der artillerie J. T. Lemaire, adj.-onderofficier- titulair bij het 4e reg. Veld-Art, tot le luitenant, de 2e luit. E. C. De Haan, van het korps. Aan den len luitenant K. W. De Bock van het 7e regiment Infanterie is op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst Verleend. Benoemd zijn tot ridder in de orde van Oranje-Nassau J. M. Kippelt en C. Smith Azn. beiden huis- en decoratie schilders, resp. te 's Gravenhage, en Am sterdam, en lid der bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 12 September 1903, no. 7216, afdee- ling Arbeid, ingestelde „Loodwit-Com- missie". Benoemd is tot griffier bij het kan tongerecht te Breukelen-NijenrodeJhr. M. O, J. Quintus, advocaat te Bennekom, gemeente Ede, thans kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Waggnin- gen en werkzaam ter griffie van het kan tongerecht te Wageningen, onder gelijk tijdige toekenning van eervol ontslag uit zijne betrekking van kantonrechterplaats vervanger in h et kanton Wageningen. Met ingang van 11 Jan. zijn bij het aan het Departement van Koloniën verbonden Technisch Bureau, bevorderd tot adjunct-commies de eerste klerken H. C. D. Den Hertog, en A. F. Ketjen. Onzuivere statistiek. Onder het opschrift: „Ongeoorloof de inmenging", bevat Het Volk een ar tikeltje, waarin beweerd wordt, dajt de volkstellers hunne bevoegdheid te bui ten gaan. Het blad schrijft: „Van verschillende zijden ontvin gen wij uit Amsterdam klachten over ongeoorloofde inmenging van volkstellers bij de invulling van den godsdienst op de telkaarten. Al die klachten komen oj> hetzefde neer. Bij afwezigheid van het hoofd van Anna sliep in elk geval al sinds gerui- men tijd, gelijk de vader aannam, want slechts een klein lampje brandde in den hoek van het voorhuis. Dominikus luisterde eenige minuten aan de deur van zijne dochter; toen echter alles stilbleef, knikte hij voldaan en trok zich in zijn kamer terug. Hij trachtte echter tevergeefs om in te slapen. Zijne zenuwen waren door het bezoek bij den Keizer te zeer overspannen. Hoelang hij daar in het donker had gelegen, zich on rustig van de eene zijde op de andere zijde werpend, dit wist hij zelf niet, toen plotseling een zeldzaam geluid zijn oor trof. Wel had het onweer opgehouden, gelijk men er gemakkelijk uit kon hoo- ren, doch nu klonk het, als kraakte er daar ginds in het slot een schot. De oude man richtte zich niet weinig verschrikt op en luisterde. Een donderslag viel kort daarop en toen hoorde hij een gillende stem, die echter weldra wegstierf. Door eerie vreeselijke ontsteltenis aangegrepen stormde hij naar de kamer zijner dochter en stiet met ge weld de deur open. Het bed was leeg, op de tafel brandde een klein lichtje. Van Anna was nergens een spoor te ont dekken, Mijn kind mijn arm kind! riep Dominikus jammerend en. stormde naar buiten..^ het gezin komt de volksteller de kaarten terughalen. Als hij ze na ziet en bespeurt, dat op de vraag naar de kerkelijke gezindte geant- v oord is „geene", vraagt de tel ler aan de vrouw, of haar man ge doopt is. Antwoordt zij bevestigend da i verandert de teller de invul ling van den man en schrijft in plaats van „geene" bijv. „Ned. Her vormd", of „Roomsch Katholiek". „Op deze wijze wordt het resultaait der volkstelling ten aanzien van deze kwestie op ergerlijke wijze vervalscht" zegt „Het Volk". Wanneer inderdaad waar is, wat "het blad meldt, dan gaan wij met de op merking, dat de volkstellers hunne be voegdheid te buiten gaan, accoord. Niemand kan dat wenschen en nie mand heeft daarbij belang. Integendeel. Wij als Katholieken kunnen er zelfs nadeel van ondervinden, wanneer men- schen, die niet Katholiek zijn, of niet meer zijn, worden vermeld als tot de Katholieke Kerk te behooren. Deze vermelding kan compromittee- rend voor ons worden, en de statistiek zeer onzuiver maken tot onze schade. „Het Volk" dat in deze dagen juist bezig is, op grond der statistiek „com- promitteerende cijfers" tegen de Room- schen te verzamelen, kan thans een keer te meer ervaren, hoe voorzichtig men met statistische gegevens moet zijn. (Centr.) Kerknieuws, Negermartelaren in Oeganda. De ijverige Congregatie der Witte Paters, ziet reeds den dag glorenl, waarop het haar zal gegeven zijn op hare altaren te vereeren de eerstelingen der volkeren, die zij kinderen Gods gemaakt heeft, ondanks onoverkomelijk schijnen de hinderpalen. De zaak der negermartelaren in Oe ganda houdt nu de congregatie der Riten bezig. Volgens d,e gewone procedure heeft de Congregatie in een harer laat ste zittingen onderzocht, of de Chris tenen van Oeganda, die ter zaligverkla ring waren voorgesteld, geen geschrif ten hadden nagelaten. Daar dit een der meest sympathieke zaken is, en het proces over martela ren zeer kort is, kan men verwachten dat de Kerk binnen twee of drie jaren openbare vereering toestaat der jonge negers die in 1885 in Midden-Afrikia stierven voor het Geloof, met een moed en een heilige opgewektheid, als uit de eerste eeuwen der Christenheid. Het bericht van die groote eerbewij- zingen die hen zullen worden toegestaan door de Roomsche Kerk heeft diepe ont roering gewekt bij hunne Iandgenooten in Oeganda. De meest gefortuneerden, onder anderen de ministers en opperhoof den hebben hun verlangen te kennen gegeven, te Rome de feesten der Zalig verklaring te gaan bijwonen. Zij gaan nu reeds sparen om de hooge kosten te dekken. Land- en Tuinbouw. De nieuwe Boterwet. Met een enkel woord wenschen wij de aandacht te vestigen op de invoering van de nieuwe Boterwet op 1 Januari jl. Die wet toch legt aan degenen, die margarine produceeren of boter onder elkaar men gen voor den verkoop zekere verplich tingen op. Zoo moet iemand, die mar garine fabriceert, of boter met riiargari- ne mengt, daarvan aangifte doen bij den burgemeester zijner woonplaats onder overlegging van plattegronden der be reid- en bewaarplaatsen. Dergelijke aan gifte moet vóór 15 Januari geschieden. Aangifte-biljetten zijn aan het ministerie van Landbouw te verkrijgen. Iemand, die boter bereidt, waaronder •ook verstaan wordt verschillende soor ten boter onder elkaar mengen, mag in die bereidplaats en evenmin in de ruim ten, die daarmede gemeenschap hebben, Lang zat de Keizer bewegingloos in den stoel. Zijne lippen bewogen zich en nu waren enkele woorden te verstaan De Witte vrouw ik heb haar ge zien bij het hofbal, toen zij mij met de hand wenkte. Door gangen en geheime deuren ben ik haar gevolgd tot in mijn slaapvertrek, wijl ik zien wilde of ik hier te doen had met een wezen van vleesch en bloed, dan wel met een gestalte uit de geestenwereld. Wat kon het anders be duiden, toen de Witte vrouw in het slaap vertrek andermaal eene waarschuwende beweging met de rechterhand maakte, toen ik haar met geweld wilde vasthou den ,en toch het witte gewaad zich tus - schen de handen als een grijze nevel - streep oploste, wat anders dan dat ik zal sterven De Keizer streek zich bij deze woorden langzaam met de hand over het voor hoofd. Ik hield mij slechts slapende, toen Maria Theresia de kamer binnentrad, want ik hoorde daarbuiten een deur open gaan, en wist nu, dat mijne gemalin mij volgde. Zoude ik haar vertellen, wat mij overkomen was? Zij mag niet ongerust worden en wanneer het Gods wil is, dat ik in de groeve mijner vaderen afdalen mfiet ,dan ,wil ik tc.n minste tot het Jaat- margarine of andere vetten, die voor ver- valsching van boter geschikt zijn, in - voorraad hebben. Ook moge men wel oppassen met de lr samenstelling dier waren. Boter moet nu minstens 80 procent botervet bevatten, zoodat het watergehalte zeker niet hoo- ger dan 16 a 17 procent kan stijgen. Margarine mag maar een zeker procent botervet bevatten, dat zonder scheikundig onderzoek niet precies is aan te geven. Men mag aannemen dat het 20 k 30 pro cent bedraagt Zij die boter en margarine onder elkaar mengen, „mélanges ma ken" zooals men (kit in het vak noemfy mogen wel zeer voorzichtig zijn, aange zien het geheel van de samenstelling der gebruikte boter en margarine afhangt, hoeveel van eerstgenoemde waar menbij laatstgenoemde kan voegen om niet met den strafrechter in aanraking te komen* Wij raden onzen lezers, die zich met boter en margarine bezig houden, aan, nauwkeurig na te gaan, wat de nieuwe Boterwet met de daaruit voortgevloeide besluiten en voorschriften inhoudt, daar de straffen op overtreding dier voor schriften gesteld, niet malsch zijn. Deze bepalen zich niet alleen tot grootere of kleinere boete, doch ook gevangenisstraf of hechtenis kan en moet in sommige ge vallen opgelegd worden. Wij kunnen thans mededeelen, dat door omstandigheden de verplaatsing van de Nederlandsche afdeeling der Rijks Mid delbare Landbouwschool te Wageningen gen naar Groningen zal plaats hebben in 1911. In dat jaar zal ook eerst de over plaatsing van de Indische afdeeling naar Deventer kunnen geschieden. (N. R. Ct.) Gemengd Nieuws. Droevig ongeval. Men meldt uit Hansweert, d.d. 10 Jan.: Aan boord van het aakschip „Dankbaarheid", schip per v. d. Griend had dezen morgen een treurig ongeval plaats. Er was een tobbe met water klaar ge zet om de wasch te doen. Het 2-jarig kind is in een onbewaakt oogenblik daarin gevallen. Toen de moeder eenigen tijd daarna het ongeval bemerkte, waren de levensgeesten reeds geweken. Eengoedkoope reismetho de. Te Meppel kwam dezer dagen ze kere H. K. op de gedachte verschillende streken en merkwaardigheden van zijn vaderland door eigen oogen te leeren kennen. Bij een rijwielhandelaar in zijn woonplaats huurde hij tot dat doel een goede fiets en ging toen fle wereld in, zonder echter aan iemand iets daarvan te vertellen. Het eerst begaf hij zich naar Leeuwar den. Hij bracht daar het rijwiel in de „Bank van Leening" en sleet toen met het daarop verkregen geld een prettigen avond. Na zijn nachtrust in Frieslands hoofd stad genoten te hebben ,stapte hij den volgenden morgen wederom een fiets winkel binnen en huurde andermaal een goed karretje. Daarmede trok hij naar Sneek. Andermaal werd nu de fiets te gel de gemaakt en ging vervolgens alles het zelfde als te Leeuwarden. Den volgenden dag trok zijn hart naar de streek der Veenkoloniën, naar Veen- dam, alwaar hij weer de „Bank van Lee ning" met hetzelfde doel bezocht en zich den volgenden morgen voor de vierde maal van een nieuwgehuurde fiets voor zag. Daarmede bracht hij nu een bezoek! aan Groningen en vervolgens aan As sen, alwaar hij wederom een rijwiel huur de, om via Zwolle een tochtje te maken naar Gelderland. Vóór zijn vertrek uit Assen veranderde hij echter van voornemen en bood hij aan een anderen koopman zijn fiets te koop aan, omdat hij het volgende wel wat groote traject toch maar liever per spoor wilde afleggen. Deze koopman' kreeg echter eenig wantrouwen en hij waarschuwde de politie. Nu werd de reiziger opeens in zijn goedkoope reismethode gestoord. Na confrontatie enz. werd hij ter beschikking ste oogenblik toe den angst van haar ver wijderd houden. Drie malen moet de Wit te vrouw verschijnen. Ik wacht, tot zij te rugkomt, dan wil ik haar aanspreken om te weten, wat zij mij te zeggen heeft De eerste maal werd zij verjaagd door de Keizerin. Wederom heerschte er een diepe stilte in de kamer. De gele kaarsen flikkerden en op >h et Burgplein klonk de doffe slag van het middernachtelijk uur. Frans I trachtte van den stoel op te 'staan .Hij wilde zijn lijfdienaar het bevel geven, om hem wijn te brengen opdat de Keizer voor het overige van den nacht slaap zoude kunnen vinden. Maar als lood lag het op zijne leden en slechts met moeite vermocht hij de armen te bewegen, Door de kamer scheen plotseling een kou de luchtstroom te gaan, niettegenstaan de de Keizer niet vermocht te doorgron den, vanwaar deze kwam. Het licht van dg waskaarsen werd bijna geheel uitge doofd, ofschoon er dichte gordijnen voor de ramen hingen, zoodat er van buiten af geen licht i n de kamr dringen kon, zoo ontstond er toch een zekere lichte glan% even alsof het maanlicht door de zolde ring drong. (Wordt vervolgd), FEUILLETON. Het geheim van het Keizersslot. 18) Dat, Uwe Majesteit, is de oudste ge schiedenis van de Witte vrouw, die ve len zelfs tot het rijk der verdichtingen willen terugwijzen en beweren, dat de gravin Katharina von Jloheneck een na tuurlijken dood is gestorven. De groote meerderheid houdt echter vast aan de ou de sage van de Witte vrouw. Ook hier in den Keizerlijken Hofburg moet het spook zich meermalen vertoond hebben en tel kens volgde een sterfgeval. De hofarchivaris zweeg wederom len keek naar den keizer heen. Deze lag met gesloten oogen in den leuningstoel en scheen over het gehoor de na te denken. In de pauze die nu ont stond, vernam men het rollen van den donder en het inslaan van een bliksem straal. Zacht rinkelden de vensters en nu richtte de Keizer zich een weinig op. Genoeg, zeide hij, met een ietwat be drukte stem, terwijl zijn oogen een star re uitdrukking aannamen. Het looopt te gen middernacht, weldra zal de klok daar buiten beginnen te slaan. Nog ééne .vraag ,eer ge heengaat, archivarisJJoe heette de vreemde ridder, die deze burg gravin Von Hoheneck, zij het dan ook indirect, tot haar wreede misdaad aan dreef? De hofarchivaris was reeds opgestaan en had zijn boek toegeslagen. Hij draalde met een antwoord, toen een bevelende blik van den keizer hem trof. .Wordt de naam van dezen ridder nergens vermeld, Dominikus? Gij zet een gezicht, alsof gij dien zeer wel kendet. Uwe Majesteit, zeide de archivaris langzaam en met een zekere vrees, het was Theo van Vlaanderen, genaamd de „IJzeren spoor." Eensklaps teekende het gelaat van den Keizer een hevigen schrik. Zijne handen tegen de tafel steunend, staarde Frans I den archivaris aan, als had hij dezen niet goed verstaan. Theo van Vlaanderen? De broeder van mijn grootvader?. Vergist ge u niet, Dominikus? Majesteit, aldus staat In de oude kro nieken te lezen. De Keizer kreeg weder zijn zonderlinge kalmte terug en maakte met de rechter hand een gebaar, ten teeken dat Domi nikus gaan kon. Deze boog en verliet de kamer. Juist toen Dominikus bij den in gang van zijne woning van den kamerdie naar afscheid nam, sloeg het midder nacht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5