Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 12 Januari.
BUITENLAND.
Duitsctiland.
De bestrijding van de tuberculose le
vert in Pruisen bijzonder gunstige uit
komsten op. De geduchte ziekte vermin
dert van jaar tot jaar en professor B.
Fraenkel voorspelt, op grond van sta
tistieken, die hij meedeelt, da't in he
jaar 1950 nog slechts enkele gevallen
Van tuberculose füllen voorkomen.
Van 1875 .tot 1886 kwamen er qp
elke tienduizend inwoners 31 of 32
sterfgevallen van longtering voor. Van
;1887 af verminderde die verhouding en
in 1900 telde men 21 gevallen op de
(tienduizend inwoners. Tot 1905 bleef
(dat cijfer nagenoeg onveranderd, maar
|n 1906 werd het 17.26 en in 1908
6.46.
Die verbetering wordt door professor
Fraenkel toegeschreven aan het ontdek
ken van de tuberculosebacil door prof.
Koch, aan de invoering van verplichte
[verzekering tegen tuberculose in Duitsch
land en aan de inrichting (sinds 1906)
ivan volkssanatoria voor longlijders.
Frankrijk.
Twee Fransche bisschoppen over den
politieleen toestand en den plicht der
Katholieken.
In de „Aquitaine", het officieele or
gaan van den aartsbisschop van Bor-
jdeaux, vindt men den tekst van een
rede over den tegenwoordigen toe
stand van de Kerk in Frankrijk wel
ke kardinaal Andrieu heeft uitgesproken
jin tegenwoordigheid van vertegenwoor
digers van de geestelijkheid. Sprekende
lover de verplichtingen van de tegen
woordige geestelijkheid, zeide hij, dat
het plicht is de Katholieken uit) te noo-
jdigen zich te vereenigen om vertegen
woordigers te kiezen, die in staat zijn
iaan de Kerk in Frankrijk de vrijheden
terug te geven, welke zij heeft verloren.
De geestelijkheid is, als prediker van
"de burgerlijke moraal, geroepen de bur
gers te herinneren, dat zij bij de uitoe
fening van hun politieke rechten vóór
piles, het hoogere belang vpn den gods
dienst moeten behartigen. Maar de kar
dinaal gelooft niet, dat het goed is, dat
de geestelijkheid zich verder mengt in
den verkiezingsstrijd. Haar tusschen-
komst op dit gebied zou de zaak van
den godsdienst in gevaar brengen.
De omstandigheden eischen ook, dat
de vaders van huisgezinnen zich vereeni
gen. Men moet ze in ieder kanton saam-
brengen, opdat zij zich kunnen verdedi
gen tegen ondernemingen, die slechts
strekken om hen te beletten hun rech
ten uit te oefenen en hun plichten ten
opzichte van de school te vervullen.
Naast het werk van verdediging zullen
zij een werk van verovering beginnen,
jen beproeven van den Staat inderdaad
onderwijs te verkrijgen met staatssubsi
dies, evenredig verdeeld naar het aantal
leerlingen tusschen de openbare en vrije
scholen
De evenredige verdeeling moet wor-
Ideii opgenomen in de Fransche wet
ïiaast de evenredige vertegenwoordi
ging-
Een ander gewichtig herderlijk woord
is dat van Mgr. Delamaire, coadjutor
van den aartsbisschop van Kamerijk. In
ieen herderlijken brief, waarin gebeden
worden uitgeschreven voor Frankrijk, ter
(gelegenheid van de hervatting der Ka
merzittingen, zet de bisschop zeer scherp
'de burgerplichten van de Katholieken
uiteen. Mgr.. Delamaire laakt de han
delwijze van die mannen, welke „be
kend zijn om hun godsdienstige over
tuiging", doch niettemin „godlooche
naars tot hunne vertegenwoordigers
kiezen in het parlement." Dat is tegen
woordig de groote nationale zonde Van
het Fransche volk. De bisschop spoort
zijn geestelijkheid aan het volk op de
hoogte te brengen van zijm burgerplich
ten en vermaant ten slotte al zijn dio-
cesanen zich op burgerlijk en politiek
terrein onder elk opzicht te laten lei
dein door hun katholieke beginselen.
Italië.
Oorzaak van de aardbeving.
Prof. Omori, de directeur van het seis
mologisch instituut te Tokio, die zich on
middellijk na de aardbeving in Italië
naar de verwoeste streek begaf om daar
een onderzoek in te stellen, heeft thans
een voorloopig rapport hierover doen
verschijnen.
Volgens de meening van Omori was
de aardbeving te Messina geen op zich
zelf staande gebeurtenis. Zij houdt ver
band met een aantal andere bevingen,,
die stukken van midden- en zuid-Italië
hebben verwoest sinds 1638. Hij toont
,aan dat deze gebeurtenissen in haar op
volging met elkander verband houden.
Hier is geen toeval in 't spel. Zeer be
paald heeft men hier te doen met een
zwakke strook in de aardkost, met welke
de aardbevingen, die in den loop van den
tijd van midden-Italië, over Calabrië to[t
buurt van Catania zich voortgezet heb
ben, ten nauwste samenhangen. Messi
na en Reggio hebben haar ramp gehad
ze zijn nu, naar Omori's meening, veilig,
terwijl die plaatsen in Zuid-Italië, die
tot nog toe vrij bleven van de gevolgen
van het natuurverschijnsel, de meeste
kans hebben ér door te worden getrof
fen.
Amerika.
Te Montreal heerscht in een hevige
mate typhus. Men spreekt van 3500 ge-
yallen.
De „Daily Mail" beweert dat de hos
pitalen de lijders bij tientallen moe|ten
afwijzen wegens plaatsgebrek. De ziek
te heerscht voornamelijk in de buiten
wijken en xie voorstedende omvang
der epidemie moet te wijten zijn aan
slecht drinkwater.
De overheid doet niets ter bestrijding
van den geesel, zegt het Londensche
bladalle initiatief moet komen van de
kerkgenootschappen en van particulie
ren. Lord Strathcona heeft 5000 pond
St. gegeven om de ziekte te besftrijden,
de gemeenteraad verleende, na veel wik
ken en wegen, ten laatste een credie.t
van 3000 p. St., maar weigert maatre
gelen te nemen tot verschaffing van zui
ver water. Naar verluidt heeft de com
missie uit de burgerij, die belast is met
het bestuur van de hospitalen, hejb ver
leende crediet geweigerd, op grond, dat
het te laat word(t gegeven.
BINNENLAND.
Ter herinnering.
In verband met het geval van den
ex-pater Celestrnus, die als betaald pro
pagandist der S. D. A. P. te Maastricht
zijn ontslag moest nemen, herinnert de
„Nieuwe Koerier" aan het volgende
„Het Volk" van 31 Juli 1901 geeft
een verslag van een vergadering, waar
op de bekende socialist Loopuit zeide
„Wij kunnen niet dommer doen, dan
nu in de eerste plaats de arbeiders wil
len maken tot vrijdenkers (godlooche
naars). Wij moeten ze sociaal-democra
ten maken, en dan zullen zij vrijden
kers worden".
Van Vorst, zegt de „N. K.", bestreed
het geloof te opentifk, te „dom", en
daarom moest hij er uit.
De Jachtwet.
Het „Dagbl. v. N.-Brabant" heeft aan
den minister van Landbouw een open
brief gericht met betrekking tofc de
Jachtwet.
Na gezegd te hebben, dat het zoo
niet langer kan, vervolgt het blad
„Jawel, Excellentie, er is een
jachtcommissie, wij weten het wel.
Die zal de Jachtwet herzien. Die
zal een voorontwerp samenstellen.
Die zou, met uw welnemen, ook al
onder uwen ambtvoorganger, den
heer De Marez Oijens. Die zou ook
onder Uwen onmiddellijken voor
ganger, den heer Veegens. Die zou
eveneens onder uw bestuur.... heeft
ze het u niet doen verklaren tijdens
de jongste begrootingsdiscussies
Maar hetzelfde, Excellentie, heeft
zij uwen voorganger ook al doen
zeggen. Een jaar of zes is ze nu al
aan den arbeid. Zes jaren om een
jachtwet je te maken, waarvoor uw
ambtgenoot, de heer Kolkman, in
dertijd als het model heeft aange
geven.
Neen, op die Jagerscommissie kan
de boer niet meer wachten.
En gij, Excellentie, kunt met het
getreuzel dier commissie ook niet
meer volstaan.
Er moet gehandeld worden, spoe
dig en afdoend".
Na het bekende geval besproken te
hebben van Moergestel met zijin heer
lijke" jacht, komt het „D. v. N.-Bri."
tot het besluit, daft de permissies voor
het dooden van schadelijk wild welke
de commissarissen der Koningin kunnen
geven den toestand niet kunnen ver-
betere en dat er maar één middel is
afschaffing van het heerlijk jachtrecht.
De toepassing van dit' middel kan niet
wachten... geen dag en geen nacht
Koninklijke Besluiten.
Benoemd zijn tot griffier bij het
Kantongerecht te Ridderkerk mr. H. F.
W. Jelten, te 's Gravenhage, werkzaam
ter griffie van het Kantongerecht aldaar;
en tot griffier bij het Kantongerecht te
Sneek mr. S. Vellenga, advocaat en pro
cureur te Leeuwarden.
Aan H. J. Pot is op zijn verzoek
met ingang van 15 Januari eervol ont
slag verleend als burgemeester der ge
meente Schagen.
Dr. J. A. A. M. van Loon, is be
noemd tot burgemeester der gemeente
Steenbergen.
Benoemd zijn bij het wapen der ar
tillerie: le. bij den staf van het wapen tot
2e luit.-kwartiermeester ,en zulks met tij
delijke afwijking in zooverre van de be
staande organisatie van den staf der ar
tillerie, met bestemming om te worden
werkzaam gesteld bij het magazijn te Den
Helder, de a dspirant-magazijnmeester der
artillerie J. T. Lemaire, adj.-onderofficier-
titulair bij het 4e reg. Veld-Art, tot le
luitenant, de 2e luit. E. C. De Haan, van
het korps.
Aan den len luitenant K. W. De
Bock van het 7e regiment Infanterie is
op het daartoe door hem gedaan verzoek,
een eervol ontslag uit den militairen
dienst Verleend.
Benoemd zijn tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau J. M. Kippelt en C.
Smith Azn. beiden huis- en decoratie
schilders, resp. te 's Gravenhage, en Am
sterdam, en lid der bij beschikking van
den Minister van Binnenlandsche Zaken
van 12 September 1903, no. 7216, afdee-
ling Arbeid, ingestelde „Loodwit-Com-
missie".
Benoemd is tot griffier bij het kan
tongerecht te Breukelen-NijenrodeJhr.
M. O, J. Quintus, advocaat te Bennekom,
gemeente Ede, thans kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Waggnin-
gen en werkzaam ter griffie van het kan
tongerecht te Wageningen, onder gelijk
tijdige toekenning van eervol ontslag uit
zijne betrekking van kantonrechterplaats
vervanger in h et kanton Wageningen.
Met ingang van 11 Jan. zijn bij
het aan het Departement van Koloniën
verbonden Technisch Bureau, bevorderd
tot adjunct-commies de eerste klerken H.
C. D. Den Hertog, en A. F. Ketjen.
Onzuivere statistiek.
Onder het opschrift: „Ongeoorloof
de inmenging", bevat Het Volk een ar
tikeltje, waarin beweerd wordt, dajt de
volkstellers hunne bevoegdheid te bui
ten gaan.
Het blad schrijft:
„Van verschillende zijden ontvin
gen wij uit Amsterdam klachten
over ongeoorloofde inmenging van
volkstellers bij de invulling van den
godsdienst op de telkaarten. Al die
klachten komen oj> hetzefde neer.
Bij afwezigheid van het hoofd van
Anna sliep in elk geval al sinds gerui-
men tijd, gelijk de vader aannam, want
slechts een klein lampje brandde in den
hoek van het voorhuis.
Dominikus luisterde eenige minuten
aan de deur van zijne dochter; toen
echter alles stilbleef, knikte hij voldaan en
trok zich in zijn kamer terug. Hij trachtte
echter tevergeefs om in te slapen. Zijne
zenuwen waren door het bezoek bij den
Keizer te zeer overspannen. Hoelang hij
daar in het donker had gelegen, zich on
rustig van de eene zijde op de andere
zijde werpend, dit wist hij zelf niet, toen
plotseling een zeldzaam geluid zijn oor
trof. Wel had het onweer opgehouden,
gelijk men er gemakkelijk uit kon hoo-
ren, doch nu klonk het, als kraakte er
daar ginds in het slot een schot.
De oude man richtte zich niet weinig
verschrikt op en luisterde.
Een donderslag viel kort daarop en toen
hoorde hij een gillende stem, die echter
weldra wegstierf. Door eerie vreeselijke
ontsteltenis aangegrepen stormde hij naar
de kamer zijner dochter en stiet met ge
weld de deur open. Het bed was leeg,
op de tafel brandde een klein lichtje.
Van Anna was nergens een spoor te ont
dekken,
Mijn kind mijn arm kind! riep
Dominikus jammerend en. stormde naar
buiten..^
het gezin komt de volksteller de
kaarten terughalen. Als hij ze na
ziet en bespeurt, dat op de vraag
naar de kerkelijke gezindte geant-
v oord is „geene", vraagt de tel
ler aan de vrouw, of haar man ge
doopt is. Antwoordt zij bevestigend
da i verandert de teller de invul
ling van den man en schrijft in
plaats van „geene" bijv. „Ned. Her
vormd", of „Roomsch Katholiek".
„Op deze wijze wordt het resultaait
der volkstelling ten aanzien van deze
kwestie op ergerlijke wijze vervalscht"
zegt „Het Volk".
Wanneer inderdaad waar is, wat "het
blad meldt, dan gaan wij met de op
merking, dat de volkstellers hunne be
voegdheid te buiten gaan, accoord.
Niemand kan dat wenschen en nie
mand heeft daarbij belang.
Integendeel.
Wij als Katholieken kunnen er zelfs
nadeel van ondervinden, wanneer men-
schen, die niet Katholiek zijn, of niet
meer zijn, worden vermeld als tot de
Katholieke Kerk te behooren.
Deze vermelding kan compromittee-
rend voor ons worden, en de statistiek
zeer onzuiver maken tot onze schade.
„Het Volk" dat in deze dagen juist
bezig is, op grond der statistiek „com-
promitteerende cijfers" tegen de Room-
schen te verzamelen, kan thans een keer
te meer ervaren, hoe voorzichtig men
met statistische gegevens moet zijn.
(Centr.)
Kerknieuws,
Negermartelaren in Oeganda.
De ijverige Congregatie der Witte
Paters, ziet reeds den dag glorenl,
waarop het haar zal gegeven zijn op hare
altaren te vereeren de eerstelingen der
volkeren, die zij kinderen Gods gemaakt
heeft, ondanks onoverkomelijk schijnen
de hinderpalen.
De zaak der negermartelaren in Oe
ganda houdt nu de congregatie der Riten
bezig. Volgens d,e gewone procedure
heeft de Congregatie in een harer laat
ste zittingen onderzocht, of de Chris
tenen van Oeganda, die ter zaligverkla
ring waren voorgesteld, geen geschrif
ten hadden nagelaten.
Daar dit een der meest sympathieke
zaken is, en het proces over martela
ren zeer kort is, kan men verwachten
dat de Kerk binnen twee of drie jaren
openbare vereering toestaat der jonge
negers die in 1885 in Midden-Afrikia
stierven voor het Geloof, met een moed
en een heilige opgewektheid, als uit de
eerste eeuwen der Christenheid.
Het bericht van die groote eerbewij-
zingen die hen zullen worden toegestaan
door de Roomsche Kerk heeft diepe ont
roering gewekt bij hunne Iandgenooten
in Oeganda. De meest gefortuneerden,
onder anderen de ministers en opperhoof
den hebben hun verlangen te kennen
gegeven, te Rome de feesten der Zalig
verklaring te gaan bijwonen. Zij gaan
nu reeds sparen om de hooge kosten te
dekken.
Land- en Tuinbouw.
De nieuwe Boterwet.
Met een enkel woord wenschen wij de
aandacht te vestigen op de invoering van
de nieuwe Boterwet op 1 Januari jl. Die
wet toch legt aan degenen, die margarine
produceeren of boter onder elkaar men
gen voor den verkoop zekere verplich
tingen op. Zoo moet iemand, die mar
garine fabriceert, of boter met riiargari-
ne mengt, daarvan aangifte doen bij den
burgemeester zijner woonplaats onder
overlegging van plattegronden der be
reid- en bewaarplaatsen. Dergelijke aan
gifte moet vóór 15 Januari geschieden.
Aangifte-biljetten zijn aan het ministerie
van Landbouw te verkrijgen.
Iemand, die boter bereidt, waaronder
•ook verstaan wordt verschillende soor
ten boter onder elkaar mengen, mag in
die bereidplaats en evenmin in de ruim
ten, die daarmede gemeenschap hebben,
Lang zat de Keizer bewegingloos in den
stoel. Zijne lippen bewogen zich en nu
waren enkele woorden te verstaan
De Witte vrouw ik heb haar ge
zien bij het hofbal, toen zij mij met de
hand wenkte. Door gangen en geheime
deuren ben ik haar gevolgd tot in mijn
slaapvertrek, wijl ik zien wilde of ik hier
te doen had met een wezen van vleesch
en bloed, dan wel met een gestalte uit de
geestenwereld. Wat kon het anders be
duiden, toen de Witte vrouw in het slaap
vertrek andermaal eene waarschuwende
beweging met de rechterhand maakte,
toen ik haar met geweld wilde vasthou
den ,en toch het witte gewaad zich tus -
schen de handen als een grijze nevel -
streep oploste, wat anders dan dat ik zal
sterven
De Keizer streek zich bij deze woorden
langzaam met de hand over het voor
hoofd.
Ik hield mij slechts slapende, toen
Maria Theresia de kamer binnentrad,
want ik hoorde daarbuiten een deur open
gaan, en wist nu, dat mijne gemalin mij
volgde. Zoude ik haar vertellen, wat mij
overkomen was? Zij mag niet ongerust
worden en wanneer het Gods wil is, dat
ik in de groeve mijner vaderen afdalen
mfiet ,dan ,wil ik tc.n minste tot het Jaat-
margarine of andere vetten, die voor ver-
valsching van boter geschikt zijn, in -
voorraad hebben.
Ook moge men wel oppassen met de lr
samenstelling dier waren. Boter moet nu
minstens 80 procent botervet bevatten,
zoodat het watergehalte zeker niet hoo-
ger dan 16 a 17 procent kan stijgen.
Margarine mag maar een zeker procent
botervet bevatten, dat zonder scheikundig
onderzoek niet precies is aan te geven.
Men mag aannemen dat het 20 k 30 pro
cent bedraagt Zij die boter en margarine
onder elkaar mengen, „mélanges ma
ken" zooals men (kit in het vak noemfy
mogen wel zeer voorzichtig zijn, aange
zien het geheel van de samenstelling der
gebruikte boter en margarine afhangt,
hoeveel van eerstgenoemde waar menbij
laatstgenoemde kan voegen om niet met
den strafrechter in aanraking te komen*
Wij raden onzen lezers, die zich met
boter en margarine bezig houden, aan,
nauwkeurig na te gaan, wat de nieuwe
Boterwet met de daaruit voortgevloeide
besluiten en voorschriften inhoudt, daar
de straffen op overtreding dier voor
schriften gesteld, niet malsch zijn. Deze
bepalen zich niet alleen tot grootere of
kleinere boete, doch ook gevangenisstraf
of hechtenis kan en moet in sommige ge
vallen opgelegd worden.
Wij kunnen thans mededeelen, dat door
omstandigheden de verplaatsing van de
Nederlandsche afdeeling der Rijks Mid
delbare Landbouwschool te Wageningen
gen naar Groningen zal plaats hebben
in 1911. In dat jaar zal ook eerst de over
plaatsing van de Indische afdeeling naar
Deventer kunnen geschieden.
(N. R. Ct.)
Gemengd Nieuws.
Droevig ongeval. Men meldt
uit Hansweert, d.d. 10 Jan.: Aan boord
van het aakschip „Dankbaarheid", schip
per v. d. Griend had dezen morgen een
treurig ongeval plaats.
Er was een tobbe met water klaar ge
zet om de wasch te doen. Het 2-jarig
kind is in een onbewaakt oogenblik daarin
gevallen. Toen de moeder eenigen tijd
daarna het ongeval bemerkte, waren de
levensgeesten reeds geweken.
Eengoedkoope reismetho
de. Te Meppel kwam dezer dagen ze
kere H. K. op de gedachte verschillende
streken en merkwaardigheden van zijn
vaderland door eigen oogen te leeren
kennen. Bij een rijwielhandelaar in zijn
woonplaats huurde hij tot dat doel een
goede fiets en ging toen fle wereld in,
zonder echter aan iemand iets daarvan te
vertellen.
Het eerst begaf hij zich naar Leeuwar
den. Hij bracht daar het rijwiel in de
„Bank van Leening" en sleet toen met het
daarop verkregen geld een prettigen
avond.
Na zijn nachtrust in Frieslands hoofd
stad genoten te hebben ,stapte hij den
volgenden morgen wederom een fiets
winkel binnen en huurde andermaal een
goed karretje. Daarmede trok hij naar
Sneek. Andermaal werd nu de fiets te gel
de gemaakt en ging vervolgens alles het
zelfde als te Leeuwarden.
Den volgenden dag trok zijn hart naar
de streek der Veenkoloniën, naar Veen-
dam, alwaar hij weer de „Bank van Lee
ning" met hetzelfde doel bezocht en zich
den volgenden morgen voor de vierde
maal van een nieuwgehuurde fiets voor
zag. Daarmede bracht hij nu een bezoek!
aan Groningen en vervolgens aan As
sen, alwaar hij wederom een rijwiel huur
de, om via Zwolle een tochtje te maken
naar Gelderland.
Vóór zijn vertrek uit Assen veranderde
hij echter van voornemen en bood hij
aan een anderen koopman zijn fiets te
koop aan, omdat hij het volgende wel
wat groote traject toch maar liever per
spoor wilde afleggen. Deze koopman'
kreeg echter eenig wantrouwen en hij
waarschuwde de politie.
Nu werd de reiziger opeens in zijn
goedkoope reismethode gestoord. Na
confrontatie enz. werd hij ter beschikking
ste oogenblik toe den angst van haar ver
wijderd houden. Drie malen moet de Wit
te vrouw verschijnen. Ik wacht, tot zij te
rugkomt, dan wil ik haar aanspreken om
te weten, wat zij mij te zeggen heeft
De eerste maal werd zij verjaagd door de
Keizerin.
Wederom heerschte er een diepe stilte
in de kamer. De gele kaarsen flikkerden
en op >h et Burgplein klonk de doffe slag
van het middernachtelijk uur.
Frans I trachtte van den stoel op te
'staan .Hij wilde zijn lijfdienaar het bevel
geven, om hem wijn te brengen opdat de
Keizer voor het overige van den nacht
slaap zoude kunnen vinden. Maar als lood
lag het op zijne leden en slechts met
moeite vermocht hij de armen te bewegen,
Door de kamer scheen plotseling een kou
de luchtstroom te gaan, niettegenstaan
de de Keizer niet vermocht te doorgron
den, vanwaar deze kwam. Het licht van dg
waskaarsen werd bijna geheel uitge
doofd, ofschoon er dichte gordijnen voor
de ramen hingen, zoodat er van buiten af
geen licht i n de kamr dringen kon, zoo
ontstond er toch een zekere lichte glan%
even alsof het maanlicht door de zolde
ring drong.
(Wordt vervolgd),
FEUILLETON.
Het geheim van het Keizersslot.
18)
Dat, Uwe Majesteit, is de oudste ge
schiedenis van de Witte vrouw, die ve
len zelfs tot het rijk der verdichtingen
willen terugwijzen en beweren, dat de
gravin Katharina von Jloheneck een na
tuurlijken dood is gestorven. De groote
meerderheid houdt echter vast aan de ou
de sage van de Witte vrouw. Ook hier in
den Keizerlijken Hofburg moet het spook
zich meermalen vertoond hebben en tel
kens volgde een sterfgeval.
De hofarchivaris zweeg wederom len
keek naar den keizer heen.
Deze lag met gesloten oogen in den
leuningstoel en scheen over het gehoor
de na te denken. In de pauze die nu ont
stond, vernam men het rollen van den
donder en het inslaan van een bliksem
straal. Zacht rinkelden de vensters en nu
richtte de Keizer zich een weinig op.
Genoeg, zeide hij, met een ietwat be
drukte stem, terwijl zijn oogen een star
re uitdrukking aannamen. Het looopt te
gen middernacht, weldra zal de klok daar
buiten beginnen te slaan. Nog ééne
.vraag ,eer ge heengaat, archivarisJJoe
heette de vreemde ridder, die deze burg
gravin Von Hoheneck, zij het dan ook
indirect, tot haar wreede misdaad aan
dreef?
De hofarchivaris was reeds opgestaan
en had zijn boek toegeslagen. Hij draalde
met een antwoord, toen een bevelende
blik van den keizer hem trof.
.Wordt de naam van dezen ridder
nergens vermeld, Dominikus? Gij zet een
gezicht, alsof gij dien zeer wel kendet.
Uwe Majesteit, zeide de archivaris
langzaam en met een zekere vrees, het
was Theo van Vlaanderen, genaamd de
„IJzeren spoor."
Eensklaps teekende het gelaat van den
Keizer een hevigen schrik. Zijne handen
tegen de tafel steunend, staarde Frans I
den archivaris aan, als had hij dezen niet
goed verstaan.
Theo van Vlaanderen? De broeder
van mijn grootvader?. Vergist ge u niet,
Dominikus?
Majesteit, aldus staat In de oude kro
nieken te lezen.
De Keizer kreeg weder zijn zonderlinge
kalmte terug en maakte met de rechter
hand een gebaar, ten teeken dat Domi
nikus gaan kon. Deze boog en verliet de
kamer. Juist toen Dominikus bij den in
gang van zijne woning van den kamerdie
naar afscheid nam, sloeg het midder
nacht