stroomt nu de op nieuwe emoties beluste «monde® van Frankrijk, ja zelfs menig sportsman uit En geland of Amerika, om er een vliegtuig te koopert en onder de leiding van de meesters der nieuwe kunst vliegen te leeren als een vogel 1 Merkwaardig en teekenend is wel, dat die eerste leerschool voor luchtvliegers« alweer in Frankrijk verrijst, waar op dit gebied ook het meest wordt ge daan en uitgevonden. Is het een bewijs zooals wij daaruit zou den willen besluiten dat de vliegerij met aeroplanes en der gelijke zweeftoestellen, zwaarder dan de lucht, altijd meer luxe en pretmakerii zal blijven dan werkelijk van practische waarde zal zijn Hoe het zij «Louvercy-Aviation® de naam van de nieuwe lucht- waar. Latham en gebroeders Voisin hun hou- ateliers hebben geplaatst, en nu houtzagers, smeden en we met een goed woord zou- kunnen noemen stoffeerders, honderden aan het werk zijn m van allerlei vliegtoestellen te DE EERSTE ROLSCHAATSWEDSTRIJD IN ONS LAND dat de rolschaatssport ook hier te lande met groote schreden uooruitgaat, op buitenlandsch uoorbeeld, toont wel onze foto, die een alleraardigst kiekje geeft uan den eersten nationalen Rolschaatswedstrijd, door de Rotterdamsche Rolschaatsclub de uorige week aldaar georganiseerd. SCHOOL™», oolang de heeren geleerden nog babbelen over het goede woord voor den bestuurder van een aëroplaan, over de goede benaming voor luidjes als Blériot, als Lambert, als Wright of Latham, houden we ons maar aan t woord luchtvliegers. Want vliegen in de lucht, dat is toch eigenlijk wat ze doen en... wat zoo menigeen óók zoo gaarne hun zou willen nadoen Welnu, voor die laatsten is er nu gelegenheid, om de kunst te leeren op het groote veld bij Reims, daar waar mijlen in het rond de grond vlak is als een hei en onbewoond en droe- vig-eenzaam als de Sahara of als de steppenprairiën van Amerika, daar hebben ondernemende luchtvliegers hun werkplaatsen gebouwen om vlieg toestellen te maken, te verkoopen en te beproeven, en daarheen ook REUSACHTIGE BRAND TE AMSTERDAM: een, wat de Amsterdammers noemen „ouderwetsche'' brand heeft de1 uorige week de groote spiegelfabriek der firma Gebr. Koch in de Fransche laan geheel uernield. Onze foto geeft niet alleen de uerwoesting weer uan de groote gebouwen, die een gansch complex uitmaakten, maar ook de nawerking uan de schrikkelijke uuurzee. Deze foto, ruim 10 uur na den brand genomen, toont nóg den rook die uit de puinen slaat, hoewel het den heelen nacht geregend had. maken, om de krachtige, snelle mot( te bevestigen en te onderhouden, ook.... de telkens weer reparatie vende vliegmachines te herstellen en na te zien Na de z.g. groote weekt, toen Blé riot. Paulhan, Latham, Santos Dumont, Lambert en tal van anderen héél Parijs den ontzaglijken vooruitgang der vlieg techniek hebben getoond, is de lief hebberij voor het luchtvliegen opeens ontzaglijk vermeerderd. Had men zich tot nu tóe bepaald tot kijken, nu kwam de lust om ook zoo gemakkelijk en zoo schijnbaar zonder moeite te sche ren over en door de lucht, en zich het ietwat gevaarlijke maar toch interes sante aureool van luchtvlieger óok te verwerven. En zoo huizen er nu op de vlakte van Louvercy, naast de lompe, primi tieve werkplaatsen waar men de aëro- planen ineenzet, een vijftigtal adepten der luchtvliegkunst in even primitieve houten hutten, en eiken morgen gaan de meestersvan het vak met hun leerlingen uit voor een vlucht, om ze met de behandeling der stuurtoe- stellen, met wendingen en bewegingen vertrouwd te maken. Dit geschiedt met speciale zweeftuigen met twee plaatsen, waarvan de stuur- en andere toestellei? dubbel zijn HOE MEN VLIEGEN LEERT Latham, de bekende „ulieger", heeft in de buurt uan Reims een „uliegschool" in optima forma gesticht, waar hij zelf aan de leerlingen (die teuens koopers zijn natuurlijk^ onderricht geeft. Een aparte aëroplane, hierbouen afgebeeld, met twee zitplaatsen en alle bewegings- en stuurapparaten dubbel, dient uoor dit modernste uan alle onderricht. 11 „Dan kan je lang wachten." Magdalena wierp bij deze woorden haar moeder' een vreemden blik toe. Er ging haar iets door het hoofd, dat ze zelf niet recht verklaren kon. Na een poosje zei ze schreiend „En zou ik Leonard tegen den wil van vader trouwen Deze eenvoudige, natuurlijke vraag bracht haar moeder in ver legenheid. Zonder onmiddellijk daarop te antwoorden, jammerde zij: „Het is een ongeluk, tegenwoordig, nu ieder meisje blij moest zijn, als ze een man kan krijgen, en dan nog wel een arm ding zooals jij gaat de mooiste gelegenheid voorbij door de eigen zinnigheid en verblindheid van je vader." Leentjes blik viel in den kleinen spiegel en een zachte blos bedekte haar inderdaad sedert eenigen tijd wat verbleekte wangen. Wat zij dacht? Zou het werkelijk zoo moeielijk zijn een man te krijgen? Of maakte zij zich in stilte een verwijt over een opwel ling van ij delheid? Tegen den avond verscheen Leonard. Hij was bijzonder netjes gekleed, het knappe, ietwat te hoog gekleurd gelaat was glad geschoren, zoodat de donkere knevel zooveel te fraaier uitkwam. Nicodemus vas afwezig. Zijn vrouw was van vermoeienis inge slapen en Magdalena had wat in den tuin te doen. Plotseling stond Leonard voor haar. «Dag Leentjelc «Goeden avond! Hoe kom je zoo hier?® »Je moeder slaapt en je vader is er niet. Maar ik heb ze voor eerst ook niet noodig. Ik heb met jou te praten «Zoo? Wat heb je me te zeggen?« «Niets nieuws, Leentje Ik wou nu eens klaar komen in een zaak, die je ook bekend is.® «Hoe bedoel je dat: klaar komen «Loop heen, aisof je niet zoudt weten....® «Ik weet wel wat je wenscht. Maar. «Geen «maar®. Je moeder vindt het goed. Jij toch ook?® «Dat weet ik nu weer niet«, zei ze met een schalkschen lach. «jLeentje lief, maar ik weet het. Hou je maar niet dom. Je' houdt wel van me en ik nou, dat behoef ik je niet te zeggen. En al heb ik geen betrekking bij de spoor meer, mijn moeder heeft een huis en land en wij zullen best kunnen leven. Stem dus toe, Leentje.® «Heb je zoo'n haast, Leonard?® «Haast? Wanneer heeft een jonge man geen haast om te trouwen! En ik vooral, die voor mijn Leentje door het vuur zou gaan. Ben je daarvan niet overtuigd?® «En al was ik dat er is een groot, een onoverkomelijk be zwaar, Leonard 1« «Ja, je vader. Dat mag echter geen hinderpaal zijn. Het zou toch treurig zijn, als hij nog wat er tegen te zeggen had, als jij zelf en je moeder het willen.® «Hoii je me voor een ongehoorzame dochter, dat ik zulk een gewichtigen stap tegen den wil mijns vaders doen zou Dan ken je mij slecht.® Over Leonards gelaat kwam een toornig roodybij deze woorden van het meisje. Zijn oogen fonkelden en zijn mond vertrok krampachtig. Een oogenblik bekampte hij zijn -drift. Toen stiet hij een geluid uit, dat naar een verwensching geleek. De vroegere vriendelijkheid was verdwenen; er scheen een heel ander mensch voor Leentje te staan. Deze liet zich echter niet in de war brengen, maar zei vastbesloten «Leonard, ik behoef het je niet uitdrukkelijk te herhalen, dat ik van je houd, maar ik zou niet gelukkig kunnen worden, als ik den zegen van mijn goeden vader moest missen. Zoek hem daarom voor je te winnen, dan heb je alles bereikt Juist vernam zij de stem der moeder, die om haar riep Met een vluchtigen afscheidsgroet ijlde zij in huis, terwijl Leonard opgewonden den weg naar de stad insloeg. "Eenige dagen later,trad Leonard bij den baan wachter binnen, toen deze juist zijn maaltijd had geëindigd, en vroeg hem na eenige plichtplegin gen en informatie naar den toestand der zieke, om de hand zijner dochter. Nicodemus verklaarde hem echter zonder om wegen. dat hij, afgezien van de kwade geruchten, die omtrent zijn levensgedrag hem ter oore waren gekomen, zijn dochter niet kon geven aan iemand, die zijn plicht niet met nauwgezetheid vervuld had en daarom ontslagen was. «Ge bedoelt zeker die valsche beschuldiging, die men mij echter niet heeft kunnen bewijzen. Ik ben geheel onschuldig en gij gebruikt die onrecht vaardige beschuldiging maar als een voorwendsel, °ni mij de hand uwer dochter te weigeren, omdat ge mij vijandig gezind zijt.® »Ja, dat is waar®, riep de moeder van af haar bed. Zwijg, vrouw,® gebood Nicodemus nadrukkelijk. Toen wendde hij zich weer tot Leonard en zei -zeer beslist: »Nu gij daarvan spreekt wil ik u ook eerlijk mijn meening zeggen. Dat ge het signaal eerst na het ongeluk op onveilig steldet, zooals algemeen geloofd wordt, 'kan men niet bewijzen, dat is zoo. Ik ben echter overtuigd, dat het zoo was, want het is ongeloofelijk, dat de machinist het .niet zou gezien hebben, dan moest hij wel beschonken geweest zijn.® «Maar de mistl® «Ja, de mist, dat was zijn en veler onschuldigen ongeluk, en een geluk voor den ware schuldige. Het mag geweest zijn zooals het wil, wie op zulk een gewichtigen post zoo zorgeloos is, dien vertrouw ik niet.® „Wie in één ding zijn plicht niet doet, doet dit ook in andere niet en daarom kan ik voor God en mijn geweten niet verantwoorden toe te stemmen in een huwelijk, waarin mijn dochter slechts on gelukkig kon worden. Als vader gevoel ik mij verplicht mijn doch ter ook in dit opzicht te raden en als zij wil, te helpen. Wil zij echter niet, nu dwingen zal ik haar niet. Als zij, zooals tegen woordig mode is, meer den hartstocht dan het verstand wil vol gen, liever de verlokkende woorden van een vleier dan de woor den van een bezorgden vader wil hooren, goed, dan houd ik haar niet tegen. Wil zij met u gaan, ik heb geen schuld, als het haar later berouwen zal." „Waarom zal het haar berouwen, als zij goed verzorgd is", waagde de moeder nogmaals in te brengen. „Ik dank u, moeder," sprak Leonard met warmte. Gij begrijpt het beter, wat Leentje gelukkig zal maken." Daarop stak hij het meis;e de hand toe met de volgende woorden„Vertrouw op mij en stoor u niet aan onrechtvaardig wantrouwen. Als het u bij mij goed gaat, zal uw vader nog wel eens inzien, hoe verkeerd hij mij beoordeeld heeft u Magdalena, die doodsbleek de woordenwisseling der beide man nen aanhoord had, stond nu op en zonder de aangeboden hand aan te raken, legde zij haar arm op den schouder haars vaders en sprak bevend van ontroering: „Vader, bedenk, dat moeder het toch ook goed met mij meent zij wil slechts mijn geluk. Waarom verzet ge u daar zoo tegen „Is het werkelijk uw geluk, Leentje?Je moeder ziet in dit op zicht niet verder dan vrouwen gewoonlijk doen. Als het maar een bruigom is en het huwelijk maar tot stand komt. Ik* let eehter op den man, met wien ge u voor uw leven verbinden zult en dan zeg ik ik kan het niet helpen dat hij u niet waardig is." „Dus ge geeft uw toestemming niet, vader?" „Neen Het staat u echter vrij naar uw goedvinden te handelen". „Dan," zei Magdalena met tranen in de oogen tot Leonard, „kan ik uw vrouw niet worden. Vaarwel En zonder een antwoord af te wachten, ging zij naar buiten. Leonard keek haar na, zoolang hij kon. Toen stapte hij naar het bed van de zieke, die hem snikkend de magere handen toe stak en -/ei met een door woede verstikte stem „Dat zal hem heugen. Dat zal ik hem betaald zetten." En hij vei liet de woning. [Zie vervolg op pag. ió.) EEN HISTORISCHE ZITTING VAN DEN DUITSCHEN RIJKSDAG: de uijfde Duitsche Rijkskanselier, uon Bethmann Hollweg, heeft dezer dagen uoor het eerst na zijn optreden zijn politiek programma in den Rijksdag ontuouwd. Op de plaats u/aar men gewoon was de jouiale, lachende figuur uan uon Bülow te zien, stond nu op den hoek uan de Mimsterbank, rechts uan het uoorzittersgestoelte, de lange, ietwat houterige denkersfiguur uan den nieuwen Kanselier, die zich in zijn rede de nieuwe politieke constellatie bewust toonde en zich duidelijk tegen het drijuen naar een nieuw anticlericaal „bloc" uitsprak. Onze foto geeft, behalue den nieuwen kanse lier (1) nog eenige andere bekende Duitsche Rijksministers te zienden bekenden staats secretaris uan koloniën Dernburg (2), den minister uan buitenlandsche zaken, Freiherr uon Schön (3) en den minister uan marine, uon Tirpitz (4).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 9