BINNENLAND. Rusland. De moord op Karpof. Onze lezers weten van den op Kar pof, den cehf der Petersburgsche gehei me politie ,gepleegden moord. Men be schouwt het thans als zeker, dat de moordenaar Woskressenski tevens agent- provocateur en vertrouweling der revolu- tionnaire partij was, op de manier van Azef. De tijdelijke woning van Woskres senski in de Astrakanstraat was een plaats van bij eenkomst van samenzweerders. Kolonel Karpof was een man van 50 jaar. Hij was in het begin van dit jaar tot chef der politie benoemd. De aan leiding tot zijn benoeming was dat zijn voorganger, generaal Geresimof, iu het vorige jaar plotseling zijn ambt moest nederleggen daar hij beschuldigd was, evenals Lopoechin, in betrekking te heb ben gestaan tot een staatsgevaarlijke par tij. Die zaak baarde indertijd nog al op zien. Naar 't heette om gezondheidsrede nen werd aan .Gerasimof toegestaan een buitenlandsche reis te maken tot het on derzoek tegen hem geëindigd zou zijn. In zijn plaats werd Karpof benoemd. Kar pof was vroeger gendarmerie-officier. Hij kreeg in 1907 een aanstelling bij de geheime politie. Zijn taak was vooral po litieke misdadigers op te sporen. Dikwijls ,werd hij naar de provincies gezonden. Merkwaardigerwijze gelukte hem steeds i misdadigers te ontdekken. Hij kreeg wel- dra de bijzondere opdracht Doerna-leden ;die tot de oppositie behoorden, na te gaan. Karpof's politieke richting was zeer verwant aan die van het reactionnaire ver bond van het Russische volk. De bekende Doebrowin was dan ook zijn bescher mer. Zijn eerste werk als chef der ge heime politie was zich in verbinding te stellen met Azef. Deze genoot een ruime toelage en werkte met Karpof een nieuw program uit tot bestrijding der revolution- nairen. Tegelijkertijd verried Azef de plan nen van Karpof aan het centrale comité der revolutionnaire partij. Op aanstichting van Azef werden tal van spionnen naar het buitenland gezonden, die allen per soonlijk verslag moesten doen aan Kar pof. Karpof heeft het personeel der ge heime politie zeer uitgebreid. In het bij zonder maakte hij er zijn werk van gehei me agenten aan te stellen onder de stu denten. Door KarpoFs al te grooten ijver moeten heel wat onschuidigen achter slot en grendel zijn gestopt. Toen Azef ont maskerd werd, hield Karpof het voor zijn plicht den genialen spion onder zijne be scherming te nemen. Hij bezorgde Azef een schuilplaats in de hoofdstad. Een be richtgever beweert zelfs dat Azef op het oogenblik deel zou uitmaken van de lijf wacht in het winterpaleis! De Motie-Talma. De heer Marchant heeft in de Tweede Kamer een motie ingediend, gelijkluidend aan de destijds ingetrokken motie-Tal ma en dus van dezen inhoud: De Kamer, van oordeel, dat tot herstel van het vertrouwen van het volk in 's lands weer baarheid en tot bevestiging der over tuiging omtrent de noodzakelijkheid van de geldelijke en persoonlijke lasten voor de verdediging op het volk gelegd, een opzettelijk onderzoek dringend noodig is, dat dit onderzoek behoort te ge schieden door een Staatscommissie, gaat over tot de orde van den dag. De motie zal worden gedrukt en rond gedeeld, Troelstra „liegt in commissie"? Dinsdagavond zou mr. Troelstra te Delft als spreker optreden. Voor deze gelegenheid had de Propagandaclub „St. Paulus" eenige honderden strooibilletten laten drukken, getiteld: „De betrouw baarheid van den heer mr. P.J. Troelstra" en bevattende een overdruk van ons artikel over de Duinhof-quaestie. Van dit strooi- billet zijn op die vergadering, waar Troelstra sprak, een paar honderd exem plaren vliegensvlug verkocht. Dit had natuurlijk ten gevolge, dat Troelstra wel goedschiks kwaadschiks gedwongen was iets er over te zeggen. Veel was 't niet, maar wel teekenend! Hij zei, zoo meldt onze correspondent te Delft, alleen dit: „Als ik gelogen heb, dan deed ik dat in commissie, want ik heb 't gehoord van den Neder 1. Bond van Tram- en Spoorwegpersonee 1". (Tijd). Koninklijke Besluiten. Met ingang van 1 Januari 1910, is de heer J. Loopuyt benoemd tot vice-consul der Nederlanden te Kaap stad, buiten bezwaar van 't lands schat kist. Het vice-consulaat heeft de stad Kaapstad tot ressort. Aan den heer Loopyuit kan in het Nederlandsch ge schreven worden. Gemeenteraad van Leiden. Vergadering van Donderdagmiddag. (Vervolg). Aan de orde is; 11 e. Voorstel a. tot vaststelling van de concessie- Voorwaarden, waarbij aan de Noord-Zuid- Hollandsche Tramwegmaatschappij ver gunning wordt verleend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbinding met bovengrondsche electrische beweegkracht in deze gemeente; b. tot goedkeuring van de overdracht der aan de Rijnlandschc Sloom tram-Maat schappij verleende concessie voor den aan leg en de exploitatie van een stoomtram van Katwijk naar Leiden, aan de Noord- Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschappij c. tot goedkeuring van de overdracht der aan de Rotterdamsche Tram wegmaat- schappij verleende concessie tot den aan leg en de exploitatie van paardenspoor wegen te Leiden, aan de Noord-Zuid-Hol- landsche Tramweg-Maatschappij. B. en W. stellen voor aan de Noord- Zuid-Holl. Tramweg-Mij. de gevraagde concessies te verleenen, op de voor waarden, zooals die breedvoerig vroe ger door ons zijn medegedeeld. De heer Fo k ke r sluit zich gaarne aan bij de hulde, gebracht aan hen, die deze voordracht hebben voorbereid. Het spijt spr. evenwel, dat den leden van den Raad zoo weinig gelegenheid is gegeven, de stukken te bestudeeren, en spr. zou zich aansluiten bij hen, die uitstel zouden be pleiten. Spr. had gewenscht, dat B. en W. van te voren overleg hadden gepleegd met den Raad, dan hadden zij geweten, hoe de Raad er over dacht. Thans heeft de Raad eerst kennis kunnen nemen van de onderhandelingen, toen het dossier te zij ner beschikking werd gesteld. Spr. ontkent niet, dat cr aan deze con cessie voordeelen zijn verbonden. Maar hadden deze niet grooter kunnen zijn als de gemeente zelf de exploitatie had ter hand genomen. Spr. gelooft dat de Maat schappij voor haar buitenlijnen zeer zeker met de gemeente een overeenkomst zou hebber gesloten. Nu. men eenmaal den weg van con cessie opgaat, vraagt spr., waarom deze voor 40 jaar gegeven wordt. Is het noo dig de gemeente zoo lang te binden Men kan immers niet voorzien wat in de toe komst zal gebeuren en ;t zou wel eens kunnen gebeuren dat men over 25 jaar tegen de concessie zat te kijken. Men vergete trouwens niet, dat de de Maatschappij Leiden noodig heeft, om dat zij voor haar buitennet de lijnen door de stad moet leggen. Voor onze concessie krijgen wij ver betering in de tractie, een bijdrage van f50000 voor verbreeding van de Borstel- brug en wellicht f30000 voor het dempen van het Levendaal, welke laatste som evenwel in een verwijderde toekomst ligt, daar het Rijk niet voldoende medewerkt tot het leggen van een tramrail in den Rijksstraatweg naar Bodegraven. Spr. wenscht versterking van de positie der gemeente tegenover de maatschap pij en heeft een amendement ingediend om bij intrekking der concessie voor de tramlijn door de stad, ook de over dracht der concessie der N. Z. Holl. Tramweg-mij. en der Rijnlandsche Stoom tramweg Mij. in te trekken. Spr. wenscht ook voor de gemeente het recht te vindiceeren om de palen der tram geleiding voor electrische verlichting te gebruiken. De heer Reimeringer sluit zich aan bij de hulde aan B. en W. gebracht Spr. wil een geheel net van electrische trammen door Leiden. Door deze con cessie krijgt men één hoofdlijn, daarmede moeten verschillende andere lijnen zijn verbonden, hetgeen ook tot verbetering van de verbindingswegen zou leiden. De verbinding tusschen het noorden en het zuiden der stad is treurig. Spr. voelt veel voor de zijtak over het Levendaal en bepleit een lijn door Vree wijk. Zijn wij bij aanneming dezer voorwaar den absoluut gebonden aan de lijn over het Levendaal? De heer C o r t s wil B. en W. in nader overleg met deskundigen doen treden over de te bezigen spanning. Een van 600 volts gelijkstroom zou beter zijn dan de nu voorgestelde 1000 volts, gelijk spreker door een deskundige was verzekerd. Spr. wenscht plaatsing van wachthuis jes, de maatschappij te verplichten een sproeiwagen aan te schaffen,- een deskun dige ter controleering van de Maatschap pij te benoemen en het geven van sei nen bij hoeken. Een en ander zou hij nog nader geregeld wenschen. De heer Sijtsma meent, dat de Raad nu voor een fait-accompli staat, hetgeen vermeden had kunnen worden als de raad eerder geraadpleegd was. Konden B. en \V. de lijn niet strakker getrokken heb ben? Tot zekere hoogte stond de ge meente zeer sterk tegenover de Maat schappij, doordat de lijn een onmisbaar onderdeel van een geheel net is. Zoo vindt b.v. spreker de bijdrage van 50 mille voor verbreeding der Blauwpcorts- brug gering. S pr. wenschte ook een deel der winst aan de gemeente te doen uit betalen, terwijl de duur van het contract voor stroomlevering nog al kort is. Het aantal ritten is te klein, het tarief, nu vastgesteld op 7i/o ct., wit spr. op 5 ct. brengen, terwijl spr. gaarne arbeiders- of vroegritten zag ingevoerd, en bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-ar beidsduur niet gemist mogen. Spreker be pleit uitstel. De heer v. Hoeken meent eveneens dat de tijd te kort is geweest, om de zaak te kunnen overwegen. Spr. zal niet een voorstel tot verdaging doen, omdat dit wellicht tot moeilijkheden zou leiden. Het heeft spr.'s aandacht getrokken, dat met deze tram het station voorbijge- reden zal worden. Daardoor komt een groote vertraging in het verkeer. Waar deze concessie geheel in handen is der Holl. Spoor, had men verbetering kun nen bedingen van den desolaten toestand van het Stationsplein, waar plaats is om de trammen te stationeeren. .Wethouder K ore vaar dankt voor de gebrachte hulde. Veertien dagen fs een tamelijk lange tijd om de stukken na te zien. Het verge lijk van den heer Fokker, dat B. en W. twee jaar ter voorbereiding hadden, gaat niet op. Als de heer Fokker in de zaak gezeten had, zou hij deze opmerking niet hebben gemaakt Spr. ziet niet in hoe overleg had moeten geschieden met den Raad; ter anderer zijde stond de Holl. Spoor met hare des kundigen. Bovendien hebben de raads commissies a tête reposé, de zaak kun nen overewgen, zij hebben alle stukken ruimschoots kunnen napluizen. In deze commissie zitten veertien leden. Noemt men dit geen overleg? In eigen exploitatie ziet spreker geen voordeel. Een lijntje van 2000 M. kan niet rendabel door de gemeente worden geëxploiteerd. Spr. verdedigt den duur der concessie van 40 jaar. De concessionaris moet toch ook met zijne rekening uitkomen. Voorts wat de uitbreiding der elec trische fabriek aangaat, zijn de voorwaar den aldus gesteld, dat van koopmans - standpunt moeilijk iets meer gevorderd kan worden. Het electrisch bedrijf breidt zich sterk uit en zelfs indien de stroom levering na 10 jaar zou ophouden, zal de grootere capaciteit wel verbruikt wor den. De Holl. Spoor is ijverig bezig een centraal net van tramlijnen aan te leggen. De lijn Levendaal is als 't ware de twee ling van de lijn Hoogewoerd, noodig voor den aanleg van de lijn naar Bodegraven. Als spr.'s deskundige hier stond over den deskundige van den heer'Corts, zou den deze over de spanning kunnen rede neeren. Spr. belooft de opmerkingen van den heer Corts nader te overwegen. Wat de sproeiwagen aangaat, merkt spr. op, dat de Raad heeft uitgemaakt bij de laatste begrooting dat een nieuwe sproeiwagen niet noodig rs en nu zou men de Maatschappij willen dwingen te sproeien. Dat gaat z. r. niet op. 't Is onmogelijk voorwaarden te stel len over minimum-loon en maximum-ar beidsduur. Dit zou zeer zeker de Minis ter van Waterstaat niet goedkeuren. Zoo'n eisch kan Leiden voor het lijntje van 2 K. M. niet stellen, omdat het personeel dikwij.s op andere lijnen dienst zal doen. Doorrijden naar het Posthof kan op 't oogenblik niet, vanwege de moeilijkhe den bij den Rijnsburgerweg. Sommige detailpunten kunnen bij de artikelen ter sprake- komen. Voor uitstel is spreker niet; de electri sche centrale is bijna tot haar maximum gekomen en moet uitgebreid worden, het geen nu zeer goed gelijk kan gaan. Tegetl het amendement-Fokker heeft spreker geen bezwaap, ofschoon de juris ten het niet eens zijn en sommigen "het onnoodig achten. De heer Zwiers sluit zich aan bij den wethouder en verdedigt de spanning van 1000 volts; bij een lagere spanning kan de centrale niet meer rendabel werken, terwijl de energie tot. lagen prijs wordt geleverd. Op het gebied der tractie valt veel voor uitgang waar te nemen. Op 't oogenblik wordt daar nog gelijkstroom gebezigd, wie weet of over eenige jaren geen wis selstroom gebruikt wordt. Daarom is geen langer duur dan 10 jaren voor -stroomle vering te bedingen. De heer A a 1 b e r s e komt ter verga dering De heer v. Hoeken verduidelijkt zijn meening, daar hij door den wethouder verkeerd begrepen is. Spr. wenscht het eindpunt der lijn bij het station. De heer Fokker, repliceerend, hand haaft zijn bezwaren rtöpens den korten termijn van kennisname der stukken. In comité-generaal was de raad voorgelicht kunnen worden omtrent den stand der onderhandelingen. Als voor Rotterdam, waar veel grooter kapitaal in de tram ge stoken is, een convesieduur van 21 jaar voldoende is, waarom moet dan hier 40 jaar gegeven worden. Spr. wenschte de politie sleutels te geven, om in geval van gevaar secties te ontsluiten (d. w. z. de stroom op bepaalde gedeelten af te slui ten). Spr. dringt nader aan te bedingen dat de palen voor straatverlichting kunnen worden aangewend en verwacht de de siderata thans in de concessie op te ne men. Later komt hier toch niet veel van. Spr. wenscht, dat de Maatschappij door B. en W. verplicht kan worden verbete ringen in het belang van de veiligheid, die in den loop der jaren worden uitge vonden, aan te brengen. De heer Vergouwen brengt hulde aan den samenstetler van het preadvies, die alle argumenten klaar en duidelijk heeft saamgëvat, waardoor een volledig overzicht in dit stuk gegeven wordt, dat de bezwaren van den korten termijn op heft. (Teekenen van instemming.) Wethouder Kor eva ar dupliceert. Art. 9 geeft B. en W. de bevoegdheid die de heer Fokkcer nog nader in de voor waarden wenschte op te nemen. Spreker meent hiermede alle opmer- knigen te hebben beantwoord. De heer P e r a wijst er op dat de ont wikkeling der tram in Leiden van veel langer duur zal zijn dan in Rotterdam. Gaat het in de eerste jaren voor de maat schappij niet zoo voordeelig, dan kan men in de latere jaren bijpassen. Men zal dus hier meer tijd noodig heb ben om de onderneming tot succes te brengen Weth. I< ore va ar zegt, dat primitief een concessieduur van vijftig jaar is ge vraagd, Bedongen js toep veertig jaren welke termijn als basis van de onderhan delingen is genomen, en waarop niet weer kan worden teruggekomen. Het algemeen debat wordt gesloten. Bij art ,2 wordt tevens behandeld de overeenkomst betreffende levering van electrische stroom door de gemeente, ten behoeve van de Noord-Zuid-HoIIandsche Tramweg-Maatschappij. De heer Corts wenscht in het con tract nog eene bepaling op te nemen, dat de Maatschappij de stroom, die zij van de gemeente betrekt, niet aan derden mag afleveren. Wethouder Kor eva ar acht dit niet noodig. Bovendien is de prijs, welke de gemeente heeft bedongen, niet zoo laag als men wel bij de discussies heeft doen voorkomen. t fs een heel goed contract, dat de gemeente heeft gesloten. De heer Fockema Andreae wijst er op, dat volgens de bepalingen van het contract aan de Maatschappij de stroom alleen geleverd wordt ten behoeve ba rer lijnen. Zij mag dus geen stroom aan particulieren leveren. Daarna wordt de overeenkomst goed- gekeurd. Voortgegaan wordt met de behande ling van de concessievoorwaarden. Ingeiascht wordt op voorstel van den heer Fokker een nieuw artikel 7bis be palende, dat indien* de concessie wordt in getrokken, daardoor ook ophoudt te gel den de concessie Verleend aan de Rijn landsche Stoomtramweg Maatschappij. Volgens toelichting van den voorstel ler beoogt dit artikel alleen moeilijkheden in de toekomst te voorkomen. Door de heeren Fokker, Sijtsma, v. d. Eist en Roem is voorgesteld een art. 12bis luidende: De arbeids- en rusttijdeu van het bedienend personeel zijn aan de goedkeuring van B. en W. onderworpen. De heer Fokker acht deze bepaling in het belang van de publieke veiligheid. Het personeel moet niet oververmoeid zijn. Bovendien worden de belangen der arbeiders er door bevorderd. Wethouder Korevaar ziet geen op lossing dit uit te voeren. Het net te dezer stede is een onderdeel van een centraal net en voor Leiden alleen zal geen apart personeel worden aangesteld. Moeten de doorgaande treinen van machinisten ver wisselen? Het reservepersoneel boven dien doet dienst over alle lijnen en dit zou dan alleen te Leiden onder die clausule vallen. Na re- en dupliek wordt het amende ment door de voorstellers ingetrok ken. Bij art. 28 bepleit de heer Fokker beschikbaarstelling van couponboekjes van 20 kaartjes a 61/4 ct., zooals thans ook verkrijgbaar Wethouder Korevaar zegt dat de Maatschappij zich niet meer wiL binden dan in dit artikel is geschied. Bovendien is de prijs voor 2 ritten ad 10 ct. niet boog Bij art. 7 bepleit de heer Fokker op name van eene bepaling, dat de Maat schappij* verplicht is, bij overtreding de voorwaarden door overmacht hiervan bin nen drie dagen aan B. en W. kennis te geven, waarna de scheidsrechters beslis sing kunnen nemen. Weth. v. d. Lip acht het geheel over bodig. 't Lijkt spr. voldoende te bepa len dat bij overtreding der concessievoor waarden aan arbiters de beslissing ge laten wordt. De Maatschappij zou anders geneigd zijn elk geval met overmacht te betitelen. Na afhandeling der artikelen vraagt de heer v. d. Eist naar aanleiding der be merking voor de Huishoudelijke verorde ningen, of de toegang tot het stationsge bouw wordt verbeterd. Weth. Kor eva ar antwoordt dat aan dit punt B. en W. hunne volle aandacht, schenken. Er zijn werkplannen in bewer king. Punt A en B. der voordracht worden daarna g oe d ge k e u r d. Bij punt C. vraagt de heer Briët of bij de overdracht der concessie rekening is gehouden met de belangen van het personeel der Rott. Tramweg-Mij.,- thans te Leiden werkzaam. Weth. Korevaar kan hierop geen beslist antwoord geven. Het ligt evenwel in de bedoeling der Maatschappij naar spreker vernomen heeft, voor de men- schen te zorgen. Zij zit bovendien niet met het personeel verlegen, want ze heeft lijnën genoeg. Met vertrouwen kan dit aan de Maatschappij worden overgelaten. Punt C wordt daarna goedgekeurd. 12e. Voorstel tot aanvulling van het Uïtbreidïngs- en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek en vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. In verband met de voorgenomen overeenkomst met de N. Z. H. tram wegmaatschappij, ten behoeve der leve ring van electrischen stroom, ten behoe ve van het electrische trambedrijf in en om de gemeente, stellen B. en W. den raad voor te besluiten tot aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwings fonds der electriciteitsfabriek met een bedrag van f 300.000 onder bepaling dat jaarlijks door de fabriek aan de gemeente zal worden betaald dezelfde interest als .de gemeente voor het door haar geleende kapitaal verschuldigd is en dat jaarlijks te beginnen met het jaar 1912 5 pCt. zal worden bestemd tot af lossing van schuld en kapitaalbeleg- giflg- Goedgekeurd zonder discussie of hoof delijke stemming. 13e. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor dc overwulving van het Kort Rapenburg en de vernieuwing van de Blauwpoortsbriig, Door den aanleg van een electrische frarn door Leiden is overbrugging van' het kort Rapenburg en vervanging en( verbreedrrrg der Ranwpoortsbmg door, een rolbascutebrug ter breedte van l<f Meter noodrg. De kosten hiervan zijn, geraamd op f 180.000, in welke som ook begrepen is de bijdragen van; f 50000 van de N. Z. H. tramwegmaat-i schappij en de bijdrage eventueel van de provincie in de kosten van. de verwij» ding, van de doorvaart der brug. Een bedrag- van f 130.000, te vinden door geldleening, zal derhalve ten laste van cfe gemeente komen. Goedgekeurd zonder discussie of hoof delijke stemming. 14e. Verordening, regelende de voor waarden, waaronder aan bijzondere be waarscholen subsidie uit de gemeentekas kan worden verleend. B. en W. stellen voor aan de Jnj- zondlére bewaarscholen subsidie te ver leenen, op voorwaarden, zooals reeds vroeger in ons blad is medegedeeld. Hierbij komen in behandeling de door de heeren Sijtsma, v. d. Eist, Fokker in gediende amendementen. Dit voorstel wordt aangehouden, ter wijl de daarop ingediende amendementen worden gesteld in handen van B. en W, ter fine van praeadvies. RONDVRAAG. De Voorzitter zegt naar aanleiding van de vragen des heeren Sijtsma in de vorige raadszitting' dat B. en W. het be stuur der afdeeling Leiden van den Bond' van Ned. Onderwijzers voor zich hebben doen verschijnen en hen een terechtwij zing, niet een ernstige berisping, waar van de heer Sijtsma sprak, hebben toege diend. Zij hebben dat uit eigen meening gedaan, zonder van iemand daartoe op dracht te hebben verkregen, die zij boven dien niet hadden te aanvaarden. De aan leiding tot de terechtwijzing bestond in <?e algemeen verspreide circulaire, geda teerd 25 September. Niet rechtstreeks is aan die berisping eene waarschuwing ver- bonden, maar een goed paedagoog, zoo als ieder onderwijzer behoort te zijn, be grijpt, wanneer iemand een terechtwij zing is toegediend, daarin ligt opgesloten dat vertrouwd wordt, dat hetgeen waar over men U ntr heeft onderhouden, zich' niet zal herhalen. Spr, wil gaarne voorlezen, hetgeen door. den burgemeester te dier gelegenheid is gezegd. De heer Fockema Andreae zou het onpaedagogisch vinden deze terecht wijzing in openbatre vergadering voor te lezen. De heer Sijtsma wil het stuk r» de leeskamer ter visie leggen- ©f in comité- generaal voorlezen. De Voorzitter meent, dat het bes te is, dat de Raad zich hierover uitspreekt. De heer Sijtsma verklaart door het antwoord eenrgszins te zijn teleurgesteld. Toch gelooft spreker dat de inhoud van, de circulaire niet van dien aardi is, dat een tereebtwijziging noodig was. Wij leven in een vrij Nederland, waarin ieder zijn, meening gerustelijk kan uiten. Spr: pro testeert tegen hetgeen B. cn W. hebben gedaan. Spr. zou het B. en W. niet zoo kwalijk genomen hebben, als zij de onder wijzers ter verantwoording hadden ge roepen. Deze hadden 2ich dan kunnen verdedigen. Spr. hoopt dat een herhaling van het gebeurde niet zal voorvallen. De .Voorzitter zegt, als de heer Sijtsma bij zijn meening blijft; moet hij. een motie van afkeuring voorstellen. Dan, kunnen B. en W. de opinie van van den Raad zien. Stemmen: Zeer juist. Als de onderwijzers er weer aanleiding toegeven, vervolgt de Voorzitter, zullen B. en W. op dezelfde wijze handelen en.' waarschijnlijk strenger optreden dan nu'. (Applaus.) De heer Sijtsma volhardt bij zijn protest, hij zal geen motie van afkeuring, voorstellen, nu uit het applaus de opinie van den Raad: reeds blijkt. De heer Pera heeft met leedwezen, kennis genomen, van de vragen. Is bij' den heer Sijtsma alle gevoel van billijk heid weg. Spr. haalt twee zinnen uit de circulaire in kwestie aan en vraagt of de hoofden krasser beleedigd konden wor- den? Was er dan, voor B. en W. geen' rede om er een stokje voor te steken. Spr. brengt hulde aan B. en W. voor de wijzej waarop zij zijn opgetreden. (Teek en en van instemming). De heer Fockema Andreae sluit zich bij den heer Pera aan. Men zou! zoo zeggen dat uit de geheele circulaire zelfoverschatting en een gevoel van mis kenning spreekt, die een medicus een1 ziekelijk verschijnsel zou noemen. Hst spijt spr. dat de heer Sijtsma aldus heeft' gesproken. Niet het minst de voorstan ders der openbare school moeten beken nen, dat het zich verzetten der onderwij zers tegen het gezag, afbreuk doet aan het openbaar onderwijs. Spr. gelooft dat de onderwijzers het glad mis hebbens als zij denken,, dat zij geringschat wor den. Aan een gegrond advies zal een hoofd altijd aandacht schenken. B .en W* hebben in het belang der gemeente ge handeld door te doen, gelijk zij deden; (Applaus.) De heer Vergo uwen wil door het stemmen tegen de publicatie van de rede des burgemeesters daaraan een votum; van goedkeuring aan het beleid van en W. hechten. De heer Sijtsma zegt bij de beant«v woording der verschillende sprekersj dat de heer Vergouwen zeer bevoorooideeta, is in zijn houding. De onderwijzers heb- I ben in hun, circulaire geen, Leid.sehd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 6