Kerstmis.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 24 December.
In Zoete! rust; omfloerst yan jiacht'lijk'
duister
Ligt d'aard. De Moedermaagd verbeidt
het uur#
[Terwijl Haar ziele brandt van zalig
liefdevuur
En Satan beeft van woede# schudt zijn
kluister.
De tijd is daar... Door Engelen zacht
gedragen,
Komt afgedaald van 's Hemelsch gouden
woon,
!Des eeuwigen .Vaders teer geliefde Zoon#
In Wjen Hij heeft zijn eeuwig
welbehagen.
En 't Kindje kwam...Zoo lief,- zoo rein
en teer!
(Maria lei 't zoo zacht in 't kribje neer
Op slechts een handvol stroo, in d'arme
woning.
Op Christen,- thans naar Bethlehem's
armen stal#
[Mengt blij uw stem in 't Engelen feest
geschal,
Kniel neer in 't stof# aanbid ,u\v Ood en
Koning.
25 Dec. 1909. H.W.S.
BUITENLAND.
Belélë.
Koning Albrecht I.
Gistermorgen heeft de nieuwe koning
iden eed afgelegd op de grondwet.
De plechtigheid werd aangekondigd
[door klokgelui en 101 kanonschoten.
Pveral wapperden de nationale en
.Congo-vlaggen ten teeken van vreugde.
[De geheele stad was in feestdos.
Vanaf negen uur des morgens werden
)de straten van de voorstad Laeken, waar
1de Koninklijke stoet moest passeeren#
letterlijk stormenderhand ingenomen. De
Vensters waren zwart van een nieuws
gierige menigte, ook de daken waren be
zet. De burgerwacht en de troepen wer
den „en liaie" opgesteld langs de weg
Op sommige plaatsen werd de burger
wacht overmand en moesten de troe
pen en de gendarmerie haar te hulp
komen.
Te 10 uur werden onder het gedon
der van het geschut de hekken van het
■kasteel te Laeken geopend en verscheen
(koning Albert I te paard, in groot
generaalsuniform, met het grootkruis der
Leopoldsorde versierd1.
De eerewacht werd gevormd d'oor een
jeskadron Guides en een eskadron van
'de burgerwacht.
'De stoet reed af van de grens van"het
koninklijk slot, waar de burgemeester
van Laeken, Bokstael, eerst der Konin-
gin de heilwenschen voor haar en haar
kinderen en de eerbiedige hulde en toe
wijding van den gemeenteraad vertolkte
en daarna eveneens den Koning, wiens
.troonsbestijging hij met vreugde be
groette zeggende dat h'ij er trots op is
ide eerste te mogen zijn, die hem geluk
mag wenschen en dat hij vertrouwt,- dat
koning Albert ertoe zal bijdragen in.
even groote mate belang te stellen In
zijn residentie als koning Leopold deed.
De Koning antwoordde dat h'ij voort
zal gaan de gemeente te verfraaien en
)de stoet trok onder het gejuich der me-
FEUILLETON.
liet geheim van het Keizersslot.
9)
De oude hofarchivaris glimlachte even.
[Hij keek naar zijn kind, dat zijn alles was,
de zonneschijn van zijn levensavond.
Met den luiden uitroep: Vadertje, waar
om laat ge me zoo lang in angst en zorg?
Ik weet toch immers te goed, dat ge het
niet over uw hart kunt verkrijgen, om
uw kind ongelukkig te maken, wierp het
meisje zich aan den hals van haar vader.
De oude man streek met de magere
hand over de bruine lokken van Anna en
kuste haar rein voorhoofd.
Kan ik nu wel een "barbaar zijn,
luitenant? zeide hij opkijkende. Neemt
jelkander en tracht met alle krachten ge
lukkig te worden.
George von Walden greep de aange
boden rechterhand van den hofarchiva
ris en drukte haar hartelijk. Anna was
[opgesprongen om In de armen van'den
officier te vliegen# doch nu trad dej vader
'tusschenbeiden en hield beiden met een
welwillenden maar ernstigen blik terug.
Niet zoo onstuimig, kinderen, zoo
jsnel gaat dat niet, als jelui in je jeugdig
Vuur wel wenscht, zeide hij. Wij willen
de zaak eens verstandig bepraten# ,want
dat is hoogs| noodzakelijk.
nigte, verder naar de stad'. Overal wer
den er bloemen gestrooid.
Koningin Elisabeth was even voor den
Koning uit het paleis vertrokken, met
de gravin van Vlaanderen en 'd'e beide
andere kinderen, gezeten in een gala
rijtuig bespannen mét zes paarden en
voorafgegaan door piqueurs en een esca-
dron Guides zij waren in zwaren rouw.
In de volgende rijtuigen zaten prin
ses Stephanie, de hertogin van Vendome
en de prinses van Hohenzollern.
In het volgende bevonden zich verder
de hertog Vendome, de hof dignitarissen,
de hofdames en cle ordonnansofficieren.
De wethouder van openbaar onderwijs
Van Molenbeek Netteure verving burge
meester Hallvoet, die ongesteld is. Om
ringd van den gemeenteraad ontving hij
aan den grens der gemeente den Koning
en heette hem welkom.
De Troonrede.
De Koning deed zijn intocht in de
Kamer onder een stormachtige uitbar
sting van toejuichingen, waaraan geen
einde kwam. Iedereen stond op, men
wuifde met hoeden, handschoenen en zak
doeken. Het was een onvergetelijk1
schouwspel. De toejuichingen hielden
niet op. Men zegt dat de socialisten er
door schreeuwden. Maar zij werden over
stemd door de toéjuichingen, welke op
nieuw nog luider werden aangeheven.
Dit tooneel werd wel tienmaal her
haald. Een schuchter fluiten, waarvan
men niet wist van waar het kwam lokt
een nieuwe uibarsting van toejuichingen
en bravo's uit.
In de troonrede na de inhuldiging
zeide de Koning ontroerd, dat hij de
grondleggers van de onafhankelijkheid
dankbaar was. Hij herinnerde aan de
roemrijke rol, die Leopold I heeft ge
speeld en het werk door Leopold II
volbracht, door het wonder in Afrika
tot stand te brengen. Het was voorts
durend diens streven ervoor te zorgen
dat de rijkdom van het volk toenam en
de economische kracht van het land ver
meerderde.
De Koning dankte de buitenlandsclie
regeeringen, die door de zending van
vertegenwoordigers toonden groote be
wondering te hebben gekoesterd voor
de buitengewone hoedanigheden van
Leopold II.
Het oogenblik is voor België geko
men om zich rekenschap te geven van
zjijn toekomst en de behoeften welke
de toekomst schept onder het oog te
zien. Het land is rijk, gelukkig, maar
rijkdom scherpt plichten voor de volke
ren zoowel als voor de personen.
De intellectueele en zedelijke krach
ten der natie bevorderen haar voorspoed.
W;ij moeten voortgaan onwrikbaar vast
te houden aan de grondwettige vrijheden
des volks, aan de liefde voor de onaf
hankelijkheid, aan de verstandige lei
ding der staatszaken om het vaderlijk
erfdeel ongeschonden te bewaren en
vreedzame veroveringen van den arbeid
en wetenschap te bevechten.
De natie wil in den Congo een staat
kunde van menschelijkheid en vooruit
gang voeren. Haar kolonisalie kan
slechts een zending zijn van hooge be
schaving.
België wordt bestuurd door instellin
gen waartoe andere Staten het de be
ginselen hebben verschafthet houdt al
tijd zijn beloften en wanneer het de
verplichting op zich neemt in den Con
go een programma ten uitvoer te leg
gen, zijner waardig, heeft niemand het
recht aan zijn woorden te twijfelen.
Wat betreft zijn praerogatieven en zijn
plichten, moet de vorst in dienst staan van
het recht en den socialen vrede bewaren.
„Ik heb mijn land lief, zeide de Ko
ning ,en de Koningin deelt in deze ge
voelens van onveranderlijke trouw aan
België. Wij zullen er onze kinderen van
doordringen.
Uw ontvangst hier treft mij diep en ik
zal mij inspannen mij uw vertrouwen
waardig te inaken. Ik neem voor mijzelf
en tegenover mijn land de verplichting
op mij om mijn taak nauwgezet te vervul
len en al mijn krachten, mijn geheele
Anna vertrok pruilend haar mondje,
doch het baatte weinig. Op bevel van den
archivaris moest het paar behoorlijk aan
de tafel gaan zitten, om naar de woorden
van den ouden vader te luisteren. Het
venster stond open, en uit den kleinen
tuin, dien Anna verzorgde, drong het
schelle gekweel der vogels naar binnen.
De woning van den archivaris lag geheel
buiten het luidruchtige verkeersleven van
den Hofburg en men moest zelfs een
Kleinen omweg maken om deze te berei
ken, wanneer men door het hoofdportaal
den Burghof binnentrad. Daardoor
heerschte op dit zonnige plekje bijna
steeds een stille vrede, die weldadig voor
den ouden archivaris was.
In de eerste plaats is het noodig,
zeide Dominikus nadenkend, om voorloo-
pig nog liet strengste stilzwijgen omtrent
jelui verbond te bewaren. Het is je be
kend, dat de Keizerin over Anna's toe
komst denkt. Wel is waar heeft zij nog
geen bepaalden man op het oog, doch
dit kan eiken dag gebeuren, en wij mo
gen het misnoegen van Maria, Theresia
niet uitlokken. Er blijft niets anders over
dan dat je nog meer dan vroeger al het
mogelijke doet om je de gunst en welwil
lendheid van het Keizerlijke paar te ver
werven. Wanneer dan het gunstige oogen
blik gekomen is, wil ik jelui gaarne ter
zijde staan om mijn verzoek met dat van
tös» te 'ere^nigeii. JfessaJ ft «jteteg
leven te wijden in dienst van het vader
land."
Deze redevoering van den koning werd
met talrijke en herhaalde toejuichingen
ontvangen, voornamelijk de gedeelten, die
betrekking hadden op de rol van koning
Leopold II in Afrika, de dankbetuiging
aan de vreemde vorsten, de plichten die
rijkdom aan de volkeren oplegt, de con-
stitutioneele vrijheden en de liefde voor
de onafhankelijkheid.
Maar de mejest geestdriftige toejuiching
volgde op de zinsnede: dat niemand het
recht heeft te iwijtelen aan het woord van
België, dat altoos zijn woord heeft gehou
den, en het gedeelte, waarin de Koning
sprak over de opvoeding zijner kinderen.
Een indrukwekkende betooging had er
plaats, toen de Koning geëindigd had. Van
alle zijden weerklonken de kreten: Leve
de Koning! Leve de Koningin!
De geheele zaal was overeind gekomen,
behalve in de rijen der socialisten, die
trachtten andere kreten te uiten, doch on
middellijk door de ontzaggelijke toejui
chingen tot zwijgen werden gebracht.
Te half twaalf was de plechtigheid ge
ëindigd. De koning en de koningin verlie
ten het paleis der natie en keerden naar
het koninklijk paleis terug.
In de Ruj de la Science en de Rue de
la Régence strooiden de socialisten een
manifest uit, waarin zij hun wensch uit
spreken voor de vestiging der democra
tische Republiek, tegen alle reactionnaire
elementen.
Te midden der meest geestdriftige ova
ties bereikte de stoet het paleis.
Het volk juichte zoolang totdat de ko
ningin en de koning op het balcon ver
schenen, waar zij nogmaals met een ont
zaggelijke ovatie werden ontvangen.
Uit de Vlaamsche Gazet van Brussel
Eene goede prinses, eene goede ko-
ninginne. Prinses Elisabeth was eene;
goede prinses, en zal eene uitstekende
Koninginne zijn. Te Bruésel, vooral in
de volkswijken, draagt men haar de in
nigste genegenheid toe. Want niet al
leen zond zij hulp in geld daar waar
werd geleden, maar ging er zelve ter
plaats. -Ongeveer 200,000 frank werden
jaarlijks besteed tot leniging der smarten
van de noodlijdenden, in het paleis der
Wetenschapstraat ,de som groeide jaar-
lijksch aan.
Eiken dag werden zeer ernstige som
men hier en daar heen verzonden in
postmandaten, en personen gingen In
de arme huizen, soms om huishuur te be
talen, of levensvoorraad, of dekens en
kleeren te koopen.
Dan heeft mee de talrijke liefdadig
heidswerken, beschermd door de prin
ses, en waaraan soms toelagen van vijf
a tien duizend frank werden toegekend.
Wij zegden hooger dat de prinses zel
ve de noodlijdenden opzoekt.
Ziehier een geval dat algemeen wordt
verteld
In het paleis had men, eenige jaren ge
leden, eene jonge vrouw aangestipt wier
geval waarlijk deerniswaardig was. De
prinses ging in het kamerken der onge
lukkige, Steenstraat, en zag een tooneel
van aangrijpende, maar schamele armoe
de. De ongelukkige vrouw lag ziek te
bed. De prinses herinnerde zich dadelijk
de dochter van hertog Karl-Theodoor
te wezen en begon zelve de arme vrouw
te verplegen en te troosten. Ontroerd,
kreeg zij genegenheid voor de verlatene
en door het lot onterfde, en keerde de
volgende dagen weer. Hoe dat kwam
Wel de prinses had vernomen dat de on
gelukkige de muziek aanbad. In deni
nanoen had een persoon een doos aan
gebracht in het kamerken, en toen de
medicamenten genomen waren, nam de
prinses eene viool uit de doos en begon,
uitstekende muzikante zijnde, te spelen.
En lang speelde zij....
En vele dagen kwam de aanstaande
Koningin daar terug en ging bij de on
gelukkige en speelde. En de vrouwe
genas.
In deze dagen is ook bekend geworden
dat Prins Albert en zijn gemalin met
hun inkomen van 400.000 frank jaar
lijks, stipt in het geheim ,soms wel
80.000 frank voor liefdadige doeleinden
den garde-luitenant, geef ik den raad, de
bijzondere opmerkzaamheid van de Kei
zerin, die nu eenmaal in den Hofburg den
doorslag geeft, op te wekken, zoodat ge in
hare hooge gunst komt te staan. Hoe dat
geschieden kan, dat weet ik op dit oogen
blik echter zelf niet. Het geluk denk ik,
is al zoo vaak twee minnenden gunstig
geweest, en zal jelui ook niet verlaten.
Terwijl de hofarchivaris sprak, had
George von Walden ernstig voor zich uit
gekeken. Hij vond de raadgevingen van
den ouden man zeer juist,' want ondanks
zijn vurigen moed, zag hij in, dat hij moei
lijk zijn doel zoude bereiken, indien Maria
Theresia terstond hare toestemming wei-
gerd. Men mocht daarom niet met de
(deur in huis vallen en hoe ^waar het
George ook viel# pm zijn geluk in den
eigen boezem te verbergen en op den
dag te wachten# die hem de vereeniging
met Anna brengen zoude, het hielp wer
kelijk niets, hij moest geduld oefenen.
Eene lichte droevigheid speelde zich
op het bekoorlijke gelaat van Anna af.
Toen zij echter zag, "dat haar [beminde
den vader gelijk gaf# waagde zij het niet
meer iets tegen te werpen.
Thans gold het meer eene goede gele
genheid te vinden om de gunst yan de
Keizerlijke Majesteit te verwerven.
Dit was nu zeker wel het moeilijkste
van de zaak. Voorloopig bestond er geen
xgaaMAt pc sa fltataea figriog. »§8£-
hebben besteed.
Uit Boedapest wordt gemeld, dat de
behandeling van het verzoek om prin
ses Louise failliet te verklaren tot 10
Januari uitgesteld is. De schuldeischers
van de prinses hebben beslag laten leg
gen op haar bezittingen in Oostenrijk,
die zouden bestaan uit.... een automo
biel
Men zegt, dat de schulden van prin
ses Louise 5 millioen bedragen. Een
Parijsch dameskleermaker moet alleen
700.000 frank hebben.
Bij gelegenheid van de troonsbestij
ging zal Koning Albert aan verscheidene
veroordeelden kwijtschelding ven straf
verleenen. Te Brussel wordt er thans
voor gewerkt, dat ook Leo Peltzer, die
sedert 1882 in de gevangenis te Leuven
zit, in vrijheid gesteld wordt. Peltzer
moet'zich in de gevangenis al die jaren
voorbeeldig gedragen hebben. Verschil
lende malen is aan Leopold II gevraagd1
hem zijn straf kwijt te schelden, maar
de Koning heeft dat steeds geweigerd.
Vele onzer lezers zullen zich nog de
zooveel geruchtmakende moordzaak
Peltzer herinneren, waarin zoo hoogge
plaatste menschen gemoeid waren, dat
men hen aanvankelijk in de zaak niet
durfde betrekken.
In de koninklijke lijkkist moest Woens
dag een opening worden gemaakt tenein
de aan de gassen, die uit het lijk op
stegen, gelegenheid te geven zich een
uitweg te banen, daar er anders gevaar
bastaat, dat de looden kist springen!
zou. Een der knoopen van de uniform
van den overleden vorst had1 zich reeds
in het lood vastgehecht. Zoo sterk was
het niet-gebalsemd lijk, hetwelk een zes
tal dagen in verwarmde vertrekken ge
staan had, opgezet.
Frankrijk.
Een bewezen wonder.
Het is vier jaar geleden, meldt het
„Centr.", dat te Lourdes een feit plaats
vond, dat op alle ooggetuigen een zeer
diepen indruk maakte, de genezing van
mejuffrouw Cécile de Fransen.
Thans is over de echtheid van dat
wonder door den bisschop van Versail
les, na zorgvuldig onderzoek een kano-
inieke uitspraak gedaan.
Den 20 November van het vorig jaar
werd door Z. D. H. een canonieke com
missie ingesteld, en ruim een jaar later,
den 4 Dec. 1909 verklaarde deze haar
werk geëindigd er waren geen gëtuigen
meert e hooren, geen stukken meer in te
brengen.
Uit deze documenten en getuigenissen
blijkt dat mej. Cecile Douville de Frans-
su in 1899 een gezwel aan de knie kreeg
van tuberculeuzen aard, teweeg gebracht
odor een val, maar die haar oorzaak vond1
in den algemeenen toestand barer ge
zondheid.
Niettegenstaande de verstandigste en
meest toewijdende zorgen konden de
dokters haar niet genezen, zoodat zij tot
een operatie moesten overgaan, welke
dan ook in Juni 1904 op het feest van
het H. Hart plaats vond.
In September constateerde de genees
heer De Mor eau een chronische perito
nitis, nadat dr. [Baltus, ook een tuber-
culeuse peritonitis, had ontdekt met da-
gel ijksche koorts en hevige pijnen, zoo
dat voortdurend .ijs moest worden aan
gebracht.
Zelfs melk en bouillon kon de paj
tiënte niet meer gebruiken, zoodat alle
voeding bestond is aspergewater. In Ja
nuari 1905 werd door een veïkoudheid
de toestand nog erger en In Maart werd
haar het H. Oliesel toegediend. Een
der getuigen verklaart: dat hij nooit
iemand zóó nabij den dood heeft ge
zien. Eu meermalen wetden in alle haast
des nachts de bewoners van het huis
gewekt om het sterven "der zieke bij te
wonen.
In Mei gaf de patiënte den wensch
te kennen naar Lourdes te gaan, maar
de behandelende geneesheer meende, dat
zij het zelfs wel niet tot aan het sta
tion zou brengen.
Toch bleef zij haar verlangen koeste
ren.
in George von Walden zich onderscheiden
kon, iets, waarover zich ook Anna innig
verheugde, want zij zoude het van angst
om het leven van den geliefde bestorven
zijn, wanneer deze zich soms op een slag
veld de grootste verdienste verwerven wil
de.
George von Walden dacht er echter
geheel anders over; alleen om zijnentwil
kon Keizer Franz toch geen nieuwen oor
log beginnen. Dan wat anders! Hoe men
zich daarover ook het hoofd brak, men
Vond niets goeds en moest alles aan het
toeval overlaten.
Daar schiet mij een gesprek te bin
nen, dat gisteren eenige soldaten van mij
ne afdeeling voerden. Ik was toevallig in
de nabijheid, toen zij praatten, ,en ving
enkele afzonderlijke woorden op.
En waarover liep dat? vroeg Domi
nikus, terwijl Anna vol nieuwsgerigheid
aan de lippen van George hing.
Over het spook van de Witte vrouw,
luidde het antwoord van den officier. Hij
was daarbij plotseling ernstig geworden.
De oude archivaris maakte met de hand
eene lichte afwerende beweging.
Ge weet toch wel# George, dat de
Keizerin evenmin als haar Gemaal aan
dat spook gelooft, en nog niet lang gele
den een streng verbod heeft .uitgevaar
digd om daarover te spreken. De soldaten
handelden dus hoogst onvoorzichtig.
Ik geef zulks toe, antwoordde Geor-
In September rieden de dokters de
reis als gevaarlijk af, maar tegen hun}
advies werd toch tot de bedevaart be
sloten. Haar moeder, haar zuster en'haa?
broeder gingen mee. De reis was zeep
pijnlijk, dikwijls en langen tijd was de
patiënte buiten kenniste Bordeaux gaf
de geneesheer van de bedevaart haar een
inspuiting met morphine. Te Lourdes
moest zij met de grootste voorzorgen!
naar het hospitaal worden gebracht
Den 21 September had de onderdom
peling plaats.
En plotseling werd zij genezen.
Zij kleedde zichzelve en gevoelde ter
stond grooten honger.
Des avonds werd ze door verschillen
de geneesheeren onderzocht die niet het
minste spoor van ziekte konden ont-f
dekken.
Sedert is rij ook volkomen gezon!d|
gebleven.
De bisschop besluit met er op te Wijk
zen, dat deze genezing de zeven kenmer
ken draagt die noodig zijn om onder de
wonderbare genezingen te worden ge
rangschikt: de ziekte was zwaar en on
mogelijk of moeilijk te genezen, ze was
niet bezig te verdwijnengeneesmid
delen hadden niet gebaat; de genezing}
geschiedde plotseling; zij was volledig;
de zieke was geen zenuwachtige hysteri
sche persoonen meer dan vier jaren'
heeft nu de beterschap voortgeduurd;
Deo Gratias.
Eenige tijd geleden is het stoffelijk
overschot van Bernadette Soubirous, het
meisje aan wie de H. Maagd te Lour
des verscheen, opgegraven en daarbij!
bevonden, dat het lichaam niet was ver
gaan.
D e„Croix heeft daaromtrent nog na
dere bijzonderheden meegedeeld. Over
het geheele lichaam zag de huid er uit
als perkamentgeen enkele vlek was
daarop te zien.
Wanneer men op den arm drukte?
week het vleesch terug en kwam dan;
weer in zijn eersten toestand.
Ook konden de armen worden bewo
gen, maar hernamen dan weer den ouden
stand.
De mond was een weinig geopend;
en liet de tanden zieneen oog was ge
sloten, het andere geopend, met een af
geplatte oogappel.
De aderen waren zichtbaar als bij een'
levend persoon en de nagëls van handen
en voeten 'waren gewoon.
Een wond, die Bernadette aan de dy
had, was nog open.
Bij de overplaatsing van het lichaam
in een nieuwe kist werd niets veranderd
of beschadigd; d'e kleederen echter wa
ren bijna tot stof vergaan.
Wel zeer wonderbaar is dit feit.
Engeland.
Op de zware sneeuwstormen van het
begin dezer week in Engeland is, naar
de Londensche bladen melden, een he
vige koude gevolgd. Het vriest op
sommige plaatsen twaalf tot 24 graden
Fahrenheitop slooien en vaarten zijn.
reeds ijsbanen aangelegd. Te Carlton
Scroop is een man van koude omgeko-4
men.
Aan de kusten heeft het Woensdag}
zwaar gestormd. Voor de haven van
Blyth werd een lichter op de rotsen
geworpen. Een reddingboot werd uitge
zonden, maar sloeg om de inzittenden;
konden slechts met moeite het lijf ber
gen. eD bemanning van den lichter werd
door een sleepboot gered.
Op verschillende plaatsen zijn schepen
gestrandvan een trawler uit Londen'
is te Withernsea een man verdronken#
in Kilbrannar Sound is een visschers-
pink met man en muis vergaan. Zij had
vijf menschen aan boord.
Bjj Biddulph op den North Staffords
hire spoorweg is een trein met reizigers
ingesneeuwd. De omtrek van Sidmouth'
in Devon is overstroomd het hulppost
kantoor, een paar hutten en eenige brug
gen zijn ingestort.
ge, doch ik denk er niet aan, om de arme
kerels daarvoor te straffen. Het voorval#'
dat zij bespraken, is toch hoogst zon'-r
derling genoeg. Ge weet, dat vóór drie
dagen de Keizerin haren Gemaal een'
feest in den Hofburg gaf. Ik had,
dienst en voerde een paar uur het be
vel over de wacht. In dezen nacht is
een der posten, die op de bovenste por
taalgang van den Burg stond, iets zon
derlings overkomen. Men moge over het
spook der witte vrouw denken, zooals
men wil, eigenaardig blijft de geschie
denis toch.
De hofarchivaris keek naar Anna en
het ware hem zeer zeker liever geweest
als George von Walden juist nu niet de
zaak ter sprake had gebracht, want ook
hij wist reeds van een schildwacht;'
wiens lijk men in een hoek van den
Hofburg had gevonden, nog terwijl het
feest in den tegenoverliggenden slotvleu-
gel in gang was. Het was ech-i
ter te laat, want de wangen van hef
jonge meisje gloeiden van verlangen, ont
het een en ander omtrent het élotspooW:
te hooren. George von Walden moest
wel, of h'ij wilde of niet, het voorvalj'
schilderen, gelijk hem dit békend1 werd.
Toen de aflossing in de zuilengang}
tevergeefs den uitgezetten post zocht;1,
werd in alle stilte het slot en later ookl
het burgplein doorgezocht
AW.ordt .Vgyolgdfr