Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 21 December. BUITENLAND. Rusland. Rnssische toestanden. Enkele berichten, zonder commentaar, idaar zij voldoende voor zich zelf spre ken, worden saamgelezen uit Russische bladen. De commandant der citadel te (Warchau deelde den magistraat mede, Jdat een groot deel der politieke ge hangenen in het fort Alexander onder gebracht, totaal gebrek heeft aan klee- Iding en schoenen, zoodat de gevangenen llniet in de gelegenheid zijn de dagelijk- sche wandeling op de binnenplaatst te jjdoen, of zich naar de badinrichting in het fort te begeven. Zij moeten maar •steeds in de cel blijven, en de koude .wordt daar bijna ondragelijk. De directeur van politie, tot wien de commandant zich gewend had1, kon niets doen, daar hij niet over geldmiddelen' beschikt. Daarom wendt de commandant zich thans tot den magistraat. Te Warchau werden in den laat- sten tijd herhaaldelijk schoolkinderen, zoowel jongens als meisje, gearresteerd. 'Zoo werd dezer dagen een 13-jarig meis je, de dochter van een vroegeren eige naar van een riddergoed', na voorafgaan de huiszoeking, midden in den nacht medegenomen naar het politie-bureau. ;De vader wilde het kind niet alleen laten gaan en vergezelde het, ondanks hte verbod van de politie-ajmbtenaren1, naar het bureau. Hier werden vader en kind opgesloten, tot 's morgens 10 uur, jtoen zij onder gewapend geleide, over .straat naar het raadhuis, naar het bu reau van de politieke politie werden) overgebracht. Hier moest het meisje weder twee uur wachten, voordat het ondervraagd werd. En het verhoor be stond alleen uit de vraagof het kindl geen lid was van eenige vereeni- ging? Op het ontkennend antwoord kon tien vader en kind, zonder eenige ver dere opheldering of" verontschuldiging heengaan. En daarvoor werd een dertienjarig! meisje, in het holst van den nacht, ge vangen genomen en uit het huis van haar vader naar het politie-bureau gebracht! In het gouvernement Mohilef heeft bij het dorp Mosyr een vreeselijk on geluk plaats gehad. Een veerboot, waar op zich 27 menschen en 2 paarden be vonden, ging bij ijsgang over de rivier Pripet. Midden in de rivier werd een der paarden wild en begon te steigeren. iDe menschen drongen zich naar één kant van het vaartuig, dat daardoor het even wicht verloor en omsloeg. Alle opvaren den raakten te water. Aan den oever stonden honderden landlieden, die de ongelukkige drenkelingen zagen worste stelen met het ijs, zonder in .staat te zijn hun hulp te bieden. De ijsgang was te sterk. Alle 27 opvarenden von den den dood in het water. Nicaragua. Volgens een telegram uit Bluefields, heeft de commandant van den Amerikaan- schen kruiser Desmoines aan beide strij dende partijen te kennen gegeven, dat hij hun niet zou toestaan elkaar in die streek slag te leveren, omdat de Amerikanen er 'nadeel van zouden kunnen ondervinden aan lijf en goed. Het is in Nicaragua nog allesbehalve vreedzaam en rustig. De Amerikanen te Managua hebben de bescherming van hun Iconsulaat ingeroepen en de Amerikaan- sche kruiser „Buffalo," die met 790 man voor Panama ligt, heeft bevel, zich ge reed te houden om op het eerste be richt naar Corinto te gaan. Ook de niet-militaire aanhangers van Zelaya te Managua zijn van wapenen FEUILLETON. Het geheim van het Keizersslot. V Wie is daar? ryroeg zij zacht, Siaar niet eene energieke stem. .Wanneer e Keizer soms ontwaakte, zoo wilde zij |hem gaarne bekennen, wat zij dezen nacht juitvoerde. Er volgde geen .antwoord, doch de /oogen van de keizerin ontwaarden nu iets 'heel zeldzaams. Het lichte punt van zooeven, dat zich heen en weer bewoog, breidde zich uit ien nam tastbare vormen aan. Een vrouw stond aan het bed van den Keizer, ge heel in een wit kleed gehuld, welks zoom over den grond sleepte. Maria Theresia stond verstomd,- doch eindelijk schoot haar de mededeeling. van den markies (iPoldier te binnen. De Franschman had tian toch de waarheid gesproken. De Keizerin ha<t slechts weinige schre iden te doen,- om den persoon te grijpen, tidoch niettegenstaande verroerde zij zich /Iniet. Het was niet goed aan te nemen Jdat de gestalte zich achter een van de /groole leuningstoelen of in de gebeeld houwde' wandkast verborgen hield, ter- (iwijl de Keizerin zich over het bed van liare;n gemaaj heen boog. In dit geval voorzien en de stemming onder hen is door den ophitsenden toon van Zelaya's brief van ontslag bedenkelijk vijandig tegen de Amerikanen geworden. BINNENLAND. Vervalsching van handelswaren. Hét weekblad „De Middenstands bond" bevat de volgende mededeelin- gen van het rijksbureau tot onderzoek van handelswaren, te Leiden. In den Iaatsten tijd werden aan het bureau nog al eens ter onderzoek aan geboden monsters van azijnzuur van 80 pet., doch herhaalde malen bleek, dat dit gehalte lang niet bereikt werd. Zoo werden o.a. monsters aangetroffen, die slechts even 70 pet. bevatten en zelfs die slechts 60 pet. hadden. Dat deze essences, na verdunning in de verhouding zooals die op de fles- schen was aangegeven, een voor ver schillende doeleinden veel te slappen azijn gevent Iaat zich begrijpen. Men tzij derhalve op zijn hoede, daar nie mand water als azijn-essence zal wil len betalen. Een haarkleurmiddel, dat onderzocht werd, daar d'e inzender wenschte te weten, of het schadelijk was, bleek een oplossing van een gekleurd zout in water te zijn, welke middel als on schadelijk was te beschouwen cn dat ook vrij algemeen bekend is. Het be langrijke van dit geval was center, dat de geheele inhoud van het flesch- je een waarde had van nog geen hal ven cent, terwijl het verkocht werd voor de som van fl .50. Inderdaad een aardige winst voor den fabrikant. Een meelsoort, die verkocht werd onder den schoonen naam van vanille- crêmepoeder, en die vooral voor ban ketbakkers van waarde zou zijn, daar de daarmede bereide lekkernijen lang goed zouden blijVen, bleek d'it con- serveerend vermogen te danken te heb ben a an een flinke hoveelheid boor- zuur. Verder zou dit poeder, volgens opgave aan de bakkers, eieren in ge- droogden toestand bevatten en nog al lerlei moois meer. Dat het duur be taald inoest worden, spreekt vanzelf. Het bleek echter niets anders te zijnl dan maismeel, dat vermegd1 was met gele teerkleursel en wat vanillereuk- stof, behalve het genoemde boorzuur. De eieren werden hierin voorgesteld door de gele teerkleursel, en het is wel bekend, dat maismeel behoort jot de goedkoopste meelsoorten Verder werden nog een paar meel soorten voor suikerziekten onderzocht, die niets anders dan gewoon tarwemeel bleken te zijnalleen werd het tegen abnormaal hoog eprijzen verkocht. Dat het met dergelijk meel gebakken brood voor lijders aan suikerziekte even na- deelig was als gewoon brood, behoeft wel niet gezegd te worden. Herhaalde malen werden monsters bijenwas ter onderzoek ingezonden, en herhaalde malen werd ook geconsta teerd dat deze met minderwaardige sur rogaten vervalscht was. Aan het uiter lijk der was, of door eenvoudig pro-< beren of het monster wel geheel in! terpentijn oplost, wat wel door som mige handelaren geschiedt, is volstrekt niet te consulteeren of vervalsching heeft plaats gevondendit eischt steeds een chemisch onderzoek. Ingetrokken. De „Standaard" schrijft: „Het voorstel om ons tarief met 30 IpiCt. te verhoogen, teneinde op het bud get de uitgaven'door evenredige inkom sten te diekken, is nu ingetrokken. Ook van liberale zijdie juicht men dit (toe, maar voegt bij die toejuiching een vrij scherp verwijt ten laste van den Minister van Financiën. Is d/it verwijt verdiend? Het zou dat zijn, zoo in Juli en Aug. toen het budget definitief moest worden opgemaakt, de stand van het accres op de inkomsten even gunstig ware geweest, als daarna. Maar juist dit was niet het zoude de persoon zeker hebben afge wacht, totdat Maria Theresia zich weder verwijderde. Het maanlicht was meer dan voldoende voor de Keizerin om de verschijning te onderscheiden. Onwillekeurig herinnerde Maria Theresia zich dat huiverigwek- kend gerucht, hetwelk de verschijning van de witte vrouw met een sterfgeval in den Hofburg in verband bracht. Angstig kromp haar hart ineen, niet om zichzelfs wil,- maar toen zij aan den slaper daar ginds dacht. De eerste sterke verrassing van de Kei zerin week nu en de oude energie keerde terug*. Wie het ook mocht zijn, Maria Theresia wilde zekerheid hebben, even als vóór jaren Keizer Franz, toen hij die vermomde hofdame neerschoot. Zij schud- do de verstijving van zich af etn deed «ene schrede voorwaarts jiaar het bed van haren gemaal toe. Maar toen bleef zij opnieuw weder staan, want de witte gestalte bewoog zich en zweefde lang zaam, zonder eenig gedruisch langs haar heen' naar de deur toe. Met wijdgeopende oogen volgde zij de onder do deur verdwijnende verschijning en eerst, nadat het slaapvertrek des Kei zers weder in volslagen duisternis ge huld was,- vermocht zij eveneens den uit gang te bereiken. ÖCopruig be,et zij zich op dc lippgiL Een geval. In Juli ou Augustus, toen het bud get in gereedheid moest wor-den gebracht stond het met de inkomsten nog vrij on gunstig, cn juist eerst daarna kwam de zwenking. Is het dan zoo onnatuurlijk, dat de Mi nister van Financiën, die zich niet ge rechtigd achtte een budget in te dienen dat niet sloot, in Juli en Aug. op extra- voorziening bedacht moest zijn, maar dat hij, nu de kans ten goede keerde, en hierdoor de noodzakelijkheid van nadere ■dekking wegviel, afzag van een ontwerp waarvan hij zelf de bezwaren geen oogen- blik verheeld had. Cessante causa cessat effectus, zegt een oud Latijnsch spreekwoord, wat zeggen wil: Als de oorzaak wegvalt, valt ook het gevolg weg. Er bleek nu geen nood meer te zijn: wat zin zou het dan gehad heb ben, om het noodmiddel toch halsstar rig vast te houden? Studiebeurzen. De „Miinch. med. Wochenschr." be vat in zijn Wiener brief een verhaal van een armen student, die wetenschap pelijk zeer hoog1 schijnt te staan, zijn tijd besteed had aan allerlei onderzoekingen, doch ten slotte niet aan geld wist te komen om zijn studiën te voltooien. Hij maakte daartoe valsche bankbiljetten. Aan dit gelukkig zeldzame feit knoopt de brievenschrijver eene waarschuwing, die waard is te worden opgevolgd. Hij verheft er namelijk zijn stem tegen, dat zoovele armen geholpen door kleine beurzen in de gelegenheid worden ge steld hunne medische studiën te begin nen en te voltooien. Van het armoedige leven van deze „studenten" hangt hij waarlijk schrikbarende tafereelen op. Als deze menschen zijn afgestudeerd, zoo zegt hij verder, gaan ze trachten zoo spoedig mogelijk geld te verdienen. Hun ontbreken gewoonlijk de ethische be- beginselen, die men bij medici slechts noode mist, zij hebben, doordat zij in hun studententijd geïsoleerd bleven, niet uit hun millieu werden opgeheven, de gelegenheid gemist zich beschaafde manieren cn andere denkbeelden te ver werven. Zij leenen zich dan tot allerlei min derwaardige han delingen, immers zij moeten eten, en drukken op deze wijze het aanzien van den artsenstand omlaag. Dat eens een enkele maal een zeer hoog begaafd, arm mensch studeert, daarte gen heeft de briefschrijver geen bezwa ren, doch dat allerlei middelmatigheden uit de armere klassen door klein en on voldoende subsidie, in staat gesteld wor den het artsdiploma te halen, daartegen verheft hij zijn stem. „Kan het brutaler"? We lezen in „Het Volk" volgend sma kelijk stukje proza: Kapelaans-tyrannie. "Men schrijft ons uit Alkmaar: Door den redacteur-uitgever van de „Nieuwe Langendijker Courant" was in zijn nummer van 16 October een beschouwing gegeven over den Ferrer-moorcl, waarin deze zin voor kwam „Maar de gordel is toch niet zco ondoordringbaar of er sluipen nieuwsmaren door, die te kennen ge ven, dat het Spaansche volk niet dof onverschillig is gebleken voor den ge- welddadigen (lood van een zijner bes te zonen." De kapelaan van Noord-Scharwou- de, de heer Ant J. Ratté, schreef den redacteur over dit artikel een brief, dato 8 Dec., welke niet gepu- bliceert mocht worden, maar waarin onder meer deze zin in voorkwam: „Daar wij onafgebroken zullen voortwerken met alle kracht en offers om uw blad uit alle katholieke gezin nen te verwijderen, wanneer in uwe kolommen nog eenmaal iets griev- vends voor onze meening staat op genomen." Kan het brutaler? Waant men zich niet, dit lezende, in het donkere Zui den. In Limburg kan het niet erger. Terecht heeft de redacteur-uitge- tweede maal had eeu onwillekeurige schrjk haar van hare beweging beroofd. Ten derden male zoude haar dat zeker niet meer gebeuren. .Hare hand rukte de gordijnen op zijde, waarbij 'n knetterend geruisch ontstond, zonderling,' dat zooeven toen de witte vrouw er doorzweefde, zich niets ver nemen liet. Maria Theresia betrad haastig de met zachte tapijten bedekte voorkamer. Hier brandde een zwak licht en de Keizerin zag in een hoogen leuning stoel den ouden kamerdienaar van ha ren gemaal liggen. Verschrikt sprong de ze echter op en keek de Keizerin ont steld aan. Deze trad haastig naar hem toe en vroeg op een half luiden en op gewonden toon Heb jc geslapen, Bernard? Zeg me de waarheid, ik moet haar kennen. i Majesteit, ik zweer u bij God den Alwetende, dat ik al sinds een half uur met open oogen hier lig. De Keizerin keek den ouden man nog meer verrast aan. Maar dat is toch onmogelijk. Weet je dan niet, dat je nieester, de Keizer zich reeds in zijn slaapvertrek bevindt? Schrik en onlstellenis teekenden zich af in de trekken van den ouden dienaar. Daar weet ik niets van stotterde hij. Hoe zou dan Zijne Majesteit de Kei zer hier doorgekomen ^ijn, da^ar ik het ver dit herderlijk schrijven aan de openbaarheid prijs gegeven. Bedreigen met broodeloosheid maar pas op dat je niet zegt wie het doet! Zoo zijn ze." Ja, inderdaad, zoo zijn ze! merl$t de „Resb.' 'op. Deze kapelaan, die zijn plicht verstaat, en ijvert voor de pets, die hij goed acht, had de welwillendheid te waarschuwen, dat 't bewuste blaadje zou tegengewerkt worden, wanneer nog eenmaal iets grie vends voor onze (zijne) meening staat op genomen." Een zeer onverplichte goedheid. Im mers, een blad, dat den anarchist Ferrer ophemelt, is geen lectuur voor Katholie ken en verdiende reeds daarom bestreden te worden in Katholieke gezinnen. Men zou zoo zeggen, dat de uitgever redacteur zijn voordeel zou doen niet dit particuliere schrijven en in 't vervolg grie vende voorstellingen zou vermijden. Maar neen, de brief moest aan de openbaarheid „prijs gegeven". Zulks prijst „Het Volk": 't was immers „bedreigen met broodc- loosheid". Zoo iets moest aan de kaak ge steld. En daarvoor mocht het briefgeheim wel geschonden! Immers bij zulk soort lieden geld het woord: „het doel heiligt de middelen." Kan het brutaler? Een pers bestrijden, die er maar op los schrijft en er niet om geeft, of ze haar lezers vergiftigd, dat is „bedreigen met broodeloosheid"! Of een intellectucele „broodek osheid" en vergiftiging van geest en gemoed duizenden lezers treft, daarover bekommert men zich niet. En dan nog een grooten mond durven opzetten. Zoo zijn ze! Kerknieuws. Uitvaart Mgr. Malingré. Gistermorgen had te Gouda in de parochiekerk van O. L. Vrouw Hemel vaart de plechtige uitvaart voor Mgr. Malingré en daarna de begrafenis plaats. Bij de Lauden officieerde de Zeer- eerw. deken Th. F. Ebbinkhuysen, van Alkmaar, met assistentie van de Weleerw. heeren W. Dessing en H. Bouters, beiden zoons der parochie. Na de Lauden begon de H. Mis van Requiem, waarbij de Zeer- eerw. deken J. A. Kupers celebreerde, terwijl als diaken en sub-diaken assisteer den de W.Eerw. heeren Th. v. d. Laar, oud-kapelaan der parochie, thans te Leiden, en H. J. Maas. Cantores waren de Wel eerw. heer P. v. d. Pavoort, kap. te Amsterdam en kap. W. J. Slenders. Deken Kupers sprak na de H. Mis de lijkrede uit, tot tekst nemend het woord van apostel Paulus: „Wat gij van mij geleerd, ontvangen, gezien en gehoord hebt, onderhoudt dit". Op de begraafplaats werd de plechtig heid der beaarding verricht door den oud-kapelaan der parochie, den Zeereerw. heer D. F. W. Pichot, pastoor te Haar lem, Kap. W. P. de Jong, van Amsterdam, en A. j. Melkert, uit den Haag (beiden geboortig van Gouda) fungeerden als assistenten. In den lijkstoet waren de besturen van onderscheidene R.-K. organisaties ver tegenwoordigd. Ruim 60 heeren geeste lijken gaven van hun belangstelling blijk door het bijwonen van uitvaart en be grafenis. Onder de aanwezigen op de R.-K. begraafplaats werd opge merkt den Burgemeester van Gouda, den heer Martens, vergezeld van den commissaris van politie. Rector A. J. F. J. Harm, f Zaterdag 1.1. overleed plotsteling in de R. K. Ziekenverpleging te Amsterdam den weleerw. heer A. J. F. J. Harm, de Rector der R. K. Doofstommen. Tenge volge eener hartziekte was Z.E. in de Ziekenverpleging opgenomen. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Amsterdam (Allerh. H Hart v. Jezus), den weleerw. heer J. Th. Jacobs; tot kapelaan te Naaldwijk, den weleerw. heer A. J. B. van Dieren en tot kapelaan te Kwaiden- damme, den weleerw. heer A. J. M. Hoogeveen, die kapelaan waste Assendelft. vertrek in 't geheel niet verlaten heb. Maria Theresia wilde dit punt niet ver der onderzoeken, doch vroeg haastig: Heb je voor eenige minuten eene vrouw gezien, die uit de deur daar ginds kwam en door dit vertrek gekomen moet zijn Vraag excuus, Uwe Majesteit, ant woordde de kamerdienaar, wiens verle genheid thans haar toppunt had bereikt. Heftig bewogen trad de Keizerin terug. Er lag een strenge terechtwijzing op hare lippen, doch bij den aanblik van djem ouden, trouwen dienaar, die stokstijf bleef volhouden, dat hij in het afgeloopcn half uur geen minuut had geslapen, onder drukte de Keizerin eene bemerking. Het is goed, zeide zij zacht. De Keizer schijnt zijn slaapvertrek langs den geheimen corridor binnengekomen te zijn. Eenigszins vermoeid heeft hij zich opzijn bed geworepn en slaapt nu vast. Blijf waakzaam en let op den minsten roep zijnerzijds. Zoo het kan, bewaar dan het stilzwijgen over mijne aanwezigheid al hier, van welke den Keizer niets be kend is. Met deze woorden verwijderde Maria Theresia zich, den ouden dienaar in gren- zenlooze ontsteltenis achterlatende. De Keizer, zijn meester, reeds hier en slapende in de aangrenzende kamer. Hoe was dat mogelijk, daar de kamerdienaar Land- en Tuinbouw. Duitsche landbouwcoöperatie. Bij het Reichsverband landwirthschaftli- cher Genossenschaften in Duitschland zija thans aangesloten 67 centrale bonden 8 12,584 kredietvereeUigingen, 2128 aan- en verkoopscoöperaties, 1960 zuivelcoöpera- ties en 1591 andere coöperaties tezamen 18,330 vereenigingen met rond 1,600,000 leden. Faillissementen. Uitgesproken: A. J. de Jonge, broodbakker te Vlissingen. Curator mr. P. J. van Bortel. De naaml. Venn. Friesche Suikerwerk- Pepermunt en Chocoladefabriek, voor heen Wielenga en Albers, te Sneek, in li quidatie. Curator mr. J. A. Stoop. A. Smit, schoenmaker te Meppel. Cura tor mr. J. J. Veurman. Gerehabiliteerd: H. van Mouritf voorheen koffiehuishouder te Utrecht. Verleend definitieve surséan- ce van betaling: A. J. van der Veen, pannenfabrikant en inanufacturier te Tiel. Vernietigd: C. W. Hoenkamp, boekhandelaar te 's Gravenhage. Uitgesproken: De nalatenschap van wijlen C. H. Pellekaan, in leven no taris te Klundert. Curator: mr. P. C. E. van Wijmen. Th. Beekers, aannemer te Prinsenhage. Curator: mr. P. C. E. van Wijmen. E. van den Bor, weduwe van G. AL Waalwijk, te Hilversum. Curator: mr. C, J. Heemskerk, te Hilversum. F. J. Kempeneers, fabrikant en winke lier in sigaren te Amsterdam. Curator: mr. L. S. G. de Hartog. Geëindigd: De naaml. vennootschap, Drukkerij en Uitgeversmaatschappij voor heen Schwartz 8c Co., te Amsterdam. J. de Ruiter Gzn., koopman ,te Middel- harnis. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag 17 Dec. (Avondzitting.) Een aanvang wordt gemaakt niet de at- gemeene beraadslagingen over de Oor- logsbegrooting Namens de Commissie van Rappor teurs verzocht den heer van V1 ij m e n den Min. ter bespoediging van de debat ten op de verschillende posten die óf ge wijzigd óf nieuw op de begrooting waren gebracht bij de memorie van antwoord na der bij de suppletoir.: begroeting terug te komen. Nadat de Minister van Oorlog verklaard liad morgen "schriftelijk op dit verzoek te zullen antwoorden, betoogde de heer v. d. Berch van Heemstede dat bij de aanschaffing van geschut z. i. een zekere sleur wordt gevolgd en de Franscbe industrie ten onrechte bij de Duitsche wordt achtergesteld. Met genoegen constateerde de heer v. Hoogstraten dat de Minister tegen stander van het instituut der viermaanders is en van de-derde herhalingsoefening erf dat hij eken en ruw optreden wil tegen gaan. Voorts bepleitte hij aigeheel verbod: van alcoholverstrekking in de cantines en eeni ge andere militair-technische kwesties. De heer Thomson de Jegerpolitiek! der Liberale Unie verdedigend, gericht op het verkrijgen van een volksleger, ont zegde de soc.-dem. het recht van critiek opl anderer verantwoordelijkheidsgevoel waar zij zeiven alle verantwoordelijkheid voor het leger afwijzen. Spreker was teleurgesteld omdat de Mi nister zich in hoofdzaak bij zijn conser vatieven voorganger aansloot. De plannen des Ministers besprekende voor de toekomst, vroeg spreker wat be doeld werd met een leger en daarnaast een weerbaar volk. Hij bestreed inkrim ping van de herhalingsoefeningen, als rc- ageerende tegen een volksleger en tegen een korten eersten oefentijd; bepleitte ver- tocli het binnentreden van zijn meester bemerkt moest hebben. Hoe zonderling ontsteld zagen de trek ken van Maria Theresia er uit. Met knikkende knieën wankelde de ka merdienaar naar den ingang tot de aan grenzende kamer, voorzichtig hief hij de zware stof op en ontstelde andermaal. Diepe duisternis heerschte er in het slaap vertrek. De Keizer sliep nog steeds hij een klein licht. De bediende stak een kaars aan, om er zich met eigen oogen van te overtuigen, dat zijn meester wer kelijk op het bed rustte. Toen hij ge- druischloos het vertrek binnentrad, zag hij den Keizer op den rand van zijn bed zitten, met een doodsbleek gelaat en ver warde haren. Majesteit, stotterde de oude man. Bijna ontviel de brandende kaars zijn handen. De keizer stond op en het scheen als of hij zichzelven met geweld beheerschte. Plaats het licht hier en laat mij al leen, beval Franz 1. Ik ben vermoeid en wil thans slapen. Uwe Majesteit, ik heb c—, stamelde de lijfdienaar, en wilde een belangrijke vraag doen. De Keizer liet hem echter niet uitspre ken ,doch zond hem met een beslist^ handbeweging weg. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 5