BUITENLAND.
Een verschrikkelijk ledikant.
3>
BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 4 December.
Engeland.
Asquith heeft in het Lagerhuis bekend
gemaakt,- dat hij den Koning heeft geadvi
seerd het parlement zoo spoedig mogelijk
te ontbinden en dat het Z. M. heeft be
haagd dat advies te aanvaarden.
Indien de tegenwoordige regeering aan
het bewind mocht blijven, zal de eerste
Üdaad van het nieuwe parlement zijn alle
tjn de middelenwet voorgeschreven belas
tingen opnieuw in te voeren van deze
week af en alle geïnde belasting te be
krachtigen.
Frankrijk.
De giftmenger.
Het blijkt, <lat de korporaal Faraco,
jdie getracht heeft een geheel eskadron
te Verdun te vergiftigen, waarschijnlijk
jtot dit besluit gekomen is, omdat hij
[financiëel volkomen „vastgeloopen" was.
Volgens de eerste berichten had hij
van een jong soldaat geld geleend, die
jhem tevergeefs maande. Deze voorstel
ling blijkt wel te euphemistisch te zijn.
Hij heeft van het overwicht, dat zijn
fang hem gaf, gebruik gemaakt om den
pas in dienst gestelden soldaat, zijnl
vrijwilligers premie afhandig te maken,
pnder voorgeven, dat het geld op de
chambrée niet veilig was en hij het zijn
vader ter bewaring zou geven.
Behalve van dezen soldaat, had hij on
geveer van alle manschappen geld ge
leend, zoodat hij zich niet meer roeren
Icon.
In arren moede had hij toen het plan
Opgevat, zich van al zijn schuldeischers
knet één slag te ontdoen.
Japan,
Het land der echtscheidingen.
Niet de V. S. van Amerika, zooals het
jyoor eenigen tijd heette, maar Japan is het
land, dat h et grootste aantal echtscheidin
gen aan te wijzen heeft. Volgens de ge
gevens van "het Keizerlijk Bureau van de
Statistiek te Tokio bedroeg het aantal
echtscheidingen in het jaar 1908 niet min
der dan 61.058 of rond 170 dagelijks. Dat
is echter nog iets minder dan in het vori
ge jaar,' toen men 65.398 echtscheidingen
gen op te teekenen had. Bij een bevol
king van nog geen 50 millioen inwoners
een zeer aanzienlijk percentage.
Italië.
Het dagblad „II. Resegone" te Lecce
vermeldt in een zijner laatste nummers
Imet naam en datum, niet minder dan
drie en dertig van de voornaamste las
terlijke beschuldigingen, uitgebracht te
gen geestelijken en kloosterlingen in
Italië gedurende de laatste twaalf maan
den.
In September 1908 werd de pastoor
*(van San Giovanni in Porto door de recht
bank vrijgesproken en openlijk in zijn
eer hersteld na eene lasterlijke, aantij
ging van diefstal en verduistering. Het
socialistische blad „II Lavoro" van Ge
nua werd veroordeeld door de recht
bank wegens valsche beschuldigingen
(uitgebracht tegen een priester van San
Giovanni in Persiceto. In October van
hetzelfde jaar werd het socialistische
blad „II Lovoro" te Prato veroordeeld
iwegens een laster tegen een priester van
Pvato en eenzelfde vonnis werd uitge
sproken tegen het socialistische orgaan
i,,L' Edera Eridano", wegens laster te
gen den pastoor van Vicomoscano. De
socialistische „Piacenza Nuova" werd
eveneens veroordeeld wegens valsche be
schuldigingen tegen den pastoor van Ri-
vergaro en in Januari 1909 onderging
hetzelfde blad nogmaals een vonnis we
gens eerroof van den pastoor van Casal-
tnaggiore.
In dezelfde maand Januari werd de
FEUILLETON.
Juist toen de ex-dappere zijn toespraak
op teemenden toon had uitgebracht,
kwam de koffie binnen, ingeschonken in
twee koppen. Mijn oplettende vriend
bood mij'eeii van de koppen aan met een
beleefde buiging. Ik smachtte van dorst
en dronk den kop in één teug ledig. Bijna
onmiddellijk daarop werd ik door een
duizeling bevangen, en voelde mij vol
komen beschonkener dan ooit. De kamer
draaide en draaide woest met mij in het
rond, de oude soldaat scheen als een zui
ger van een stoommachine op en neer
te gaan. Ik hoorde niets dan een hevig
isuizen in mijn ooien en een akelig ge
voel van machteloosheid, van verstands
verbijstering, maakte zich van mij mees
ter. Ik stond op en hield mij aan de ta-'
fel vast, om niet te vallen; ik stotterde
dat ik mij onwel voeide: zóó onwel, dat
ik geen kans zag om naar huis te gaan.
„Mijn waarde vriend", antwoordde de
Oude soldaat, en zelfs zijn stem scheen
mij op en neer te gaan, terwijl hij sprak;
^mijn waarde yri§n,d4 het zou krankzin-
pasioor van San Giacomo di Quistello
aangeklaagd wegens misdrijf tegen de
zeden maar door het gerecht werd op
schitterende wijze zijn onschuld vast*
gesteld. Twee priesters van Treviglo die
vatschelijk beschuldigd waren van bedrog
werden zonder schuld bevonden. Een
priester te Cannetello werd beschuldigt
van verduistering van gelden bestemd
voor de slachtoffers der aardbevingen
in het Zuiden van Italië; maar dooi
de rechterlijke macht werd klaar en dui
delijk aan het licht gebracht dat hij het
slachtoffer was van lasteraars.
Het blad ,,Provincia di Treviso", dat
voor het gerecht geroepen werd wegens
verregaanden laster tegen (den pastoor van
Ponto d'Asolo, weid veroordeeld tot
openlijke herroeping van \al zijn valsche
beschuldigingen en tot 'betaling van alle
kosten van het proces. De „Roma" van
Napels die van het socialistische blad „La
Luce" van Caserta een afschuwelijk las-
terbericht overnam betreffende den Secre
taris van den Kardinaal-Aartsbisschop van
Napels,- moest voor het gerecht een zwaar
vonnis tegen zich hooien uitspreken.
En zoo gaat deze onverkwikkelijke lijst
door met haar reeks van veroordeelingen,
uitgesproken over socialistische bladenII
Lavoro, L' Edera Eridano, La Luce, II
nostro Mulo, Pantaleone, La Versilia Nuo-
va, La Spinta, Le Lotte Nuove, L' Eco
del Popoio, Romagna Socialista, Provin-
cia di Mantova, enz.
In Maart 1908 drukte het genoemde
orgaan „II Resegone" een andere lijst
af van 72 soortgelijke gevallen, die slechts
een klein gedeelte vormden van de schan
delijke lastercampagneaangevangen
door de vrijmetselaars en socialisten in
den zomer van het jaar 1907. Eenige
maanden later, in September, gaf II. Re
segone nogmaals een zorgvuldig gede
tailleerde lijst van dertig nieuwe lasterge-
vallen in de maanden van Maart tot Sep
tember 1908,- zijnde meerendeels beschul
digingen van onzedelijken aard.
Zoo hebben wij dus in 2i/2 jaar niet
minder dan 135 gevallen van publieken
eereroof, gepleegd op leden van de gees
telijkheid van beide geslachten in Italië,
en afwisselend tusschen gewonen dief
stal en de schandelijkste misdrijven tegen
de zeden.
Op deze wijze wordt het ongelukkige
Italië door een troep gewetenloozen be
werkt, en voorbereid op het lot van het
ongelukkige Frankrijk, op een bitteren
oorlog tegen den godsdienst en tegen
allen, die dezen vertegenwoordigen.
Het portret van Koningin en Prinses.
Van welingelichte zijde meldt men ons
dat de fotografiën van H. M. de Koningin
"en van de Kroonprinses, zijn genomen
door de lectrice van H. M., terwijl zij
zijn uitgewerkt door de firma Guy de
Coral, hoffoto-handel te Amsterdam en
Den Haag.
Deze firma is dus niet zelve op het
Loo ontboden, om de foto's te nemen,
zooals onlangs onjuist in bijna alle bla
den is gemeld.
Voor Amerika zijn bij deze firma tach
tig'duizend van deze foto's besteld.
Wel een bewijs hoe populair H. M.
onze geliefde Koningin in dat werelddeel
is. (Utr. Ct.)
De vraag naar de nieuwe portretten
van de Koningin en Prinses Juliana over
treft verre de gereed gemaakte oplage.
Blijkbaar hebben de uitgevers er niet op
gerekend, dat deze portretten bij het volk
zouden inslaan en hebben ook de winke
liers daarvan geen besef gehad, daar zij
anders wel meer zouden besteld hebben.
Er wordt nu dag en nacht gewerkt om
aan de navraag te voldoen, maar het pu
bliek is niet bij te houden. Reeds zijn
er portretten door vreemdelingen van par
ticulieren opgekocht tegen den dubbelen
prijs.
Hofbericht.
Maandagmorgen begeeft Z. K. H. Prins
Hendrik zich naar Nijkerk, waar hij, uit-
genoodigd door Jhr. Van Weede, zal deel-
nigheid zijn, als gij in uw toestand naar
huis gingt, gij zoudt stellig uw geld kwijt
raken, gij zoudt bestolen en waar
schijnlijk vermoord worden. Ik blijf hier
slapen; doe gij dat ook; ze hebben uit
stekende bedden hier; bestel er een,
slaap de uitwerking van den wijn weg
en ga morgen in veiligheid met uw winst
naar huis, morgen, op klaarlichten dag!"
Ik was mij nog slechts twee zaken be
wust: vooreerst dat ik mijn zakdoek
waarin ik het geld had gebonden, niet
moest loslaten en ten tweede dat ik on
middellijk ergens moest gaan liggen om
heerlijk te kunnen slapen. Ik bewilligde
dus i n zijn voorstel van het bed, nam den
arm aan, dien de oude soldaat mij aan
bood, en droeg mijn geld in de hand,
welke ik vrij hield. Voorafgegaan door
den croupier, liepen wij eenige gangen
door, een trap op en een slaapkamer
in die voor mij bestemd was. De ex-dap
pere schudde mij hartelijk de hand, stelde
mij voor den volgenden ochtend samen te
ontbijten, en verliet mij, gevolgd door
den croupier.
Ik liep naar de waschtafel, dronk wat
van het water dat er in de kan was,
schonk het overige in de kom, dompel
de er mijn gezicht in, en ging toen op
een stoel zitten oin tot bedaren te ko
men. Weldra voelde ik mij beter. Het
verscliij y,a,n dg ben^wde atinoslegr jin
nemen aan een jacht op het landgoed
Salantin.
Dinsdag en Woensdag houdt het Gor-
telsche jachtgezelschap jachten in de om
geving van Apeldoorn. Ook daaraan za!
de Prins deelnemen, die Dinsdagavond
met de andere deelnemers zal dineeren
in het hotel Keizerskroon op Het Loo.
Koninklijke besluiten.
Aan H. W.- Sannes is .op zijn ver
zoek met ingarig van 1 Januari 1910, eer
vol ontslag vej-leend uit zijn betrekking
van notaris te Hoorn.
Voor het tijdvak van 1 Januari tot
en met 31 Aug. 1910 is benoemd tot leer-
aar aan de R. H. B. S. te Utrecht S.
Engers te Venlo.
Voor den tijd van vijf jaren, gerekend
van 11 November is benoemd bij het per
soneel van den Geneeskundigen dienst
der landmacht tot reserve-officier van ge
zondheid der 2e klasse, de. heer J. A.
Duffels, arts.
Aan Mr. Dr. H. H. Boas is op zijn*
verzoek, met ingang van 4 Dec. eervol
ontslag verleend als adjunct-commies bij
het Departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel.
Bij beschikking van den Minister
van Marine zijn de navolgende plaatsin
gen, enz. gelast: de luitenant ter zee der
2e kl. bij de Kon. Marine-Reserve C.
W. Koendeiink, en adelborst der le kl.
bij de reserve H. Vos, beide dienende
aan boord va» Hr. Ms. Reinier Claeszen
resp. 20 Dec. en 1 Januari 1910 van hun
ne plaatsing ontheven; luitenant ter zee
der 2e kl. bij die reserve B. W. Braun
20 December geplaatst aan boord van Hr.
Ms. Monitor R«u. Claeszen; adelborsten
der le kl. bij die reserve J. G. Dekker
en W. Rauwerda 3 Januari 1910 geplaatst
resp. aan boord van Hr. Ms. monitor Rei
nier Claeszen en instructieschip Atjeh.
Kiesrechtmotie.
Gelijk men weet, heeft de heer Goe
man Borgesius een motie aangekondigd
waarin zou worden aangedrongen op
spoedige Grondwetsherziening met name
met het oog op het kiesrecht.
„De Standaard" betoogt hiertegenover
in een driestar, dat het Kabinet zich nu
eenmaal voor 'ri generale herziening heeft
uitgesproken, dat de verzekeringswetten
voorgaan, invaiiditeits- en ziekteverzeke
ring bovenaan, benevens de daarbij bej
hooiende financiëele ontwerpen en de
herziening der Ongevallenwet, waarop de
verdere uitbreiding dezer verzekering
wacht.
Zoo ,-,Iost dan1 ook de Grondwetskwes
tie zich op in een kwestie van tijd",
zegt „De Standaard". En dus lijkt het
blad, „een motie als men in 't zin had,
geen proeve van-goed beleid. De Kamer
moet de leiding niet overnemen; de lei
ding moet blijvèn aan het Kabinet".
„De Tijd" is het hiermede eens.
„Dwingen laat zich op die wijs geen Re
geering, die na rijp overleg en zooveel
mogelijk in overeenstemming met de de
siderata der rechtsche partijen, de vaste
lijnen van hare politiek bij zich zelf heeft
vastgesteld en naar buiten reeds van hare
inzichten deed blijken", zegt het blad.
Verbod van absinth.
Ook de Eerste Kamer heeft het wets
ontwerp tot verbod van invoer en ver
vaardiging van absinth zonder hoofde
lijk stemming aangenomen.
100 per week!
In het zittingsverslag der Tweede Ka
mer van 2 December j.l., over het hoofd
stuk Justitie voor het jaar 1910, komt
eene mededeeling voor van zoo groot ge
wicht en zoo verontrustend, dat 't plicht
schijnt haar, opzettelijk, onder de alge-
meene aandacht te brengen.
De oud-minister van justitie, Loeff
namelijk, verklaart, dat
„toen hij Minister was, een hoog
geplaatst rechterlijk ambtenaar uit
„Amsterdam bij hem kwam aandrin
gen op uitbreiding der politie, orn
aat er zooveel zaken onvervolgd
„bleven waarvan de daders niet be
kend waren. Die ambtenaar gaf
de speelzaal met de koele lucht van het
vertrek waarin ik mij bevondde ver
kwikkende verandering daarvan voor mijn
oogen, ook nu ik in plaats van het flikke
rende gaslicht slechts het flauwe licht
had eener enkele kaars, dat alles waar
deerde i k nog meer dan de herstellende
uitwerking van bet frissche water. De
duizeling verdween en ik begon mij
weer e enigszins een redelijk wezen te
gevoelen. Mijn eerste gedachte was aan
het gevaar van den geheelen nacht in
zulk een speelhuis door te brengen; mijn
tweede aan het nog grooter gevaar van
er uit te willen ontkomen, na'dat alles ge:
sloten was, en, met een groote som geld
bij mij 's nachts alleen door de straten
van Parijs te loopen. Ik had op mijne rei
zen wel i n erger verblijven geslopen dan
dit: ik besloot dus mijn deur te sluiten,
te baricadeeren en mijn lot af te wach
ten tot den volgenden morgen.
Zoo waarborgde ik mij tegen mogelijk
verraad, keek onder mijn ledikant,
schoof een daaronder staande kist voor
de deur, onderzocht de sluiting van het
venster en trok, eindelijk voldaan over
al mijn voorzorgen, mijn bovenkleeren
uit, zette de dunne kaars in den haard,
waarin nog eenig asch lag, en ging te
bed, met mijn zakdoek vol geld onder
mijn kussen.
Ik yoeld£ spoedig, jjjiejt slechts d,at ik
„hem daarvan een -statistiek over de
„laatste 6 maanden, waaruit bleek,
„dat het aantal dier feiten, die niet
„bereikt konden worden, omdat de
„daders onbekend bleven, 100 per
„week bedroeg of 5000 per jaar. En
„daaronder zijn zeer gewichtige tei-
„ten. Amsterdam staat immers bo
venaan wat möorden en diefstallen
„betreft."
Geeft men zich rekenschap van hetgeen
hier, door een .uitjerst bevoegd en des
kundig man, in het openbaar, van zijne
verantwoordelijkheid ten volle bewust,
wordt verklaard? Of is men geneigd
het niet, misschien wel, er over heen te
lezen
100 strafbare feiten, waaronder zeer
gewichtige, per week, of 5000 per jaar,
kunnen niet berecht worden, blijven dus
onvervolgdontdat de daders onbekend
bleven.
Dat wil zeggen
lo. Voor het aangewezen deel heeft
de misdaad in Amsterdam vrij spel.
2o. Voor het aangewezen deel blijft
het rechtsgevoel, dat onrecht gekeerd
wil zien, geschokt.
3o. Voor het aangewezen deel is Am
sterdam, feitelijk, onbeschermd.
4o. Voor meer dan het aangewezen
deel is Amsterdam eene oefenschool ter
hanteering der misdaad. Immers, het:
„onbekend blijven" werkt als premie en
aansporing. «H."
In verband met de vele wijzigingen
in de arbeidswet heeft de Commissaris
van politie te Delft aan belanghebben
den aldaar een uittreksel van de be
langrijkste bepalingen doen toekomen.
Het zou aanbeveling verdienen, dit
voorbeeld elders te volgen.
LEIDEN, 4 December.
Bij Beschikking van den Minister
van Oorlog i s de levering van gerookt- en
pekelspek ten dienste van de soldaten-
menages van de korpsen alhier in garni
zoen toegewezen aan de firma J. J. Ta
verne alhier.
Op Maandag 6 Dec. a.s. zal het lijk
van den in het Militair Invalidenhuis over
leden invalide Kophoven met militaire eer
worden ter aarde besteld om half negen.
Hiertoe zal een detachement van het 4e
Regiment Infanterie onder bevel van een
officier, worden aangewezen.
Van 13 tot 16 December a.s. zal
bij de firma Burgersdijk en Niermans
„Templum Salomonis" een zeer belang
rijke boekverkooping plaats hebbeno. a.
zullen verkocht worden de boekerijen van
dr. L. Verlinden, te 's Bosch, dr. J. van
Nes, te Noord wijk, dr. W. F. Koppe-
schaar, oud-directeur der H. B. S. te
's Gravenhagedr. E. van der Ven, na
tuurkundige, te Haarlem en F. A. H.
Modderman, ingenieur bij de Rijkscom
missie voor graadmetingen en waterpas
sing. De catalogus die ongeveer 2300
nummers bevat, vermeldt vele standaard
werken, zeldzame h andboeken, seriën van
wetenschappelijke tijdschriften, en ver
schillende curiosa over geschiedenis der
geneeskunde, geneeskundige literatuur
der 16e en 18e eeuw, anatomie, physio-
Jogie, darwinisme, chirurgie, obstetrie,
gynaecologie, oog- en oorheelkunde, psy
chiatrie, interne ziekten, huidziekten, bo
tanie, geologie, enz., benevens een groote
collectie medische instrumenten.
In Maart 1910 zullen door haar ook
onder den hamer worden gebracht, de
boeken van wijlen prof. Boneval Faure,
die van Jhr. Schorer, vice-president van de
rechtbank te Middelburg en die van wij
len dr. J. J. Doesburgh, te Zwolle.
HOOGMADE. In. het notarieel archief
van Hoogmade uit het begin der 18de
eeuw is een aardig briefje aanwezig, dat
aangeeft het loon der dienstboden in dat
tijdperk.
Het briefje was van ^,baas" Frans IJs-
brandsz. Doesburg, weduwnaar van
Kniertie Leenders (dochter) Zwetsloot
deze woonde op de tweede hofstede van
niet slapen kon, maar dat ik zelfs mijn
oogen niet kon dichthouden. Iedere ze
nuw in mijn lichaam trilde, al mijne zin
tuigen schenen bovennatuurlijk scherp te
zijn. Ik woelde, nam allerlei houdingen
aan, zocht telkens de koelste hoekjes
van het ledikant, niets hielp! Nu eens
stak ik mijn armen onder de dekens,
dan weer haalde ik ze er onder vandaan
het eene oogenblik strekte ik mijne bee-
nen zoo recht uit als ik konen een
oogenblik later haalde ik ze zoo dicht
bij mijn kin als mogelijk wasnu eens
schudde ik mijn kussen, keerde het om,
klopte het plat en ging stil op mijn
rug liggen ,en dan weer vouwde ik het,
woedend, dubbel, zette het overeind te
gen den rug van het ledikant en be
proefde een zittende houding. Alles te
vergeefsik kreunde van ergernis en
begreep dat ik een slapeloozen nacht
tegemoetging.
Wat zou ik doenik had geen boek
bij mijen toch begreep ik dat ik, indien
ik geen afleiding voor mijn geest zocht,
in een toestand verkeerde om mij alle
mogelijke gruweldaden door het hoofd
te halen, mijn hersens te kwellen met
alle mogelijke en onmogelijke teekenen
van gevaar, kortom dat ik den nacht io
alle mogelijke variatiën van zenuwachti-
gen anget zou doorbrengen.
Ik richjte mij oj), l^ide oj> mijn die-
af de „suijdsijdervaart," thans in de
term van d e Hoogmadenaars te sprekenj
naast Piet van 't ent.
Het briefje van „baas" Doesburg luid
de: ,-,De dienstbode competeren ijder een
;,jaar huyr verschenen 1ste Mejyte dezes
,-,jaers 1718, nemente (namelijk) de knegt
„Pieter Dircke 87 gulden en 3 stuyvers,-
,,'d eerste meijt Marijtie 90 gulden, de
„tweede meijt Geertie 66 gulden, aent
„kleijne meijsie 7 gulden."
De woning van „baas" Doesburg
wordt thans bewoond door de wed. Hil-
lenaar. Het gebouw dagteekent uit het
begin der 16de eeuw,- daarin is nog aan
wezig, de groote schoorsteen met kroon
lijst voor de blauw porceleinen borden,-
alsmede de ijzeren vuurplaat, eiken wen
teltrap, kinderbalkjes enz. enz. Kortom
een interieur zoo rijk dat een oudheid
kundige er met genot een bezoek brengt;
Daarbij "had het gebouw nog een goed
bewaarde middeleeuwsche voorgevel, de
photo daarvan prijkte dezen zomer op
de oudheidkundige tentoonstelling te Al
phen en wordt bewaard in het stedelijk!
archief der s tad Leiden.
Als een curiosum kan van dien gevel
gemeld worden, dat boven den fraai uit-
gewerkten benedendorpel der deur, één
steen was uitgemetseld, blijkbaar dat bij
den bouw op die steen een beeldje is
geplaatst. En die steen was ondanks het
ragen en zuiveren van spinnen en rag
door „Marijtie en Geertie" en zooveel
andere boerendeerns, a! die eeuwen onbe
schadigd gebleven.
Jammer, dat die gevel niet is gerestau
reerd, het zou tot een sieraad gestrekt
hebben voor Hoogmade, doch in plaats
van dat, werd een paar jaar geleden die
schoone arbeid onzer vaderen meedoo-
genloos gesloopt, de oude toegang ge
dicht, en er een nietszeggend modern ge
veltje voor in de plaats gesteld.
Het is te hopen, dat er wat meer ge
voel voor het schoone uït de oudheid
komt en wat ons voorgeslacht heeft nage
laten niet zoo geminacht wordt, immers
dat kan niet getuigen van smaak en histori-
schen zin. Er zijn hier nog een paar ge
bouwen uit de 17de eeuw en wenschelijk
is, dat die door een kundige hand tot
hun recht komen en niet zooals thans
worden verminkt door er 'n houten portaal
tegen te plaatsen.
LEIMUIDEN. In den Wassenaarscheu
Polder (Vriesekoop) bleek een vierroe-
denhooiberg niet tegen den wind be
stand. De hooiberg woei omver en de
inhoud werd verspreid. Hij behoorde aan
den landbouwer W. Roest Kzn.
TER AAR. Voor eenige weken maak
ten wij melding van de stichting der so
ciëteit „Amicitia" in het café van der Laan
te Langeraar. Thans wordt getracht naast
deze nog een tweede soos op te richten
in ï,'t Wapen van Ter Aar". Door den
kastelein werden een zestigtal uitnoodi-
gingen verzonden tot eene vergadering
op Woensdag 1 December. Omdat de op
komst niet talrijk genoeg was, kon ech
ter van de stichting niets komen. Over
het algemeen schijnt men te Langeraar
meer te gevoelen voor kaartclubjes in
huiselijken kring, wat naar onze beschei
den meening pleit voor de inwoners onzer
gemeente.
WOU BRUGGE. De raad dezer ge
meente vergadert op Woensdag 8 Decem
ber a.s., des voorm. 10 uur.
Punten van behandeling:
1. Mededeelingen.
2. Benoeming brugwachter voor onbe-'
paalden tijd.
3. Schoolgaan van kinderen uit deze
gemeente te Roelofarendsveen.
4. Verplichten aankoop inschrijving
grootboek.
5. Hetgeen verder ter tafel zal worden
gebracht.
Kerknieuws.
Een Prinses die den sluier aanneemt,
Prinses Marie Adelaïda van Bourbon,-
dochter van wijlen den hertog van Parma
is in het klooster der Benedictinessen op
het eiland Wight (Engeland) getreden,
boogen keek de kamer rond, die aan
genaam door de maan verlicht werd
om te zien of er geen schilderijen of
ornamenten in waren, welke ik duide
lijk zou kunnen onderscheiden. Terwijl
mijne oogen de vier muren langs zwier
ven, dacht ik aan dat aardige boekje Le-
maitre, „Voyage autour de ma cham-
bre." Ik besloot den Franschen schrijver
natevolgen, en afleiding en bezigheid ge
noeg te zoeken om de verveling van mijn
nachtwaken te verminderen. Ik begon1
bij mijzelf den inventaris optemaken van
ieder meubelstuk dat ik zien kon, en te
beproeven welke denkbeelden zelfs een
stoel, een tafel, of een waschtafel, bij mij
konden opwekken, door tot hun eersten
oorsprong terug te gaan.
Ik merkte dat het mij in den zenuw-
achtigen toestand van mijn geest veel ge
makkelijker viel een inventaris op te ma
ken dan na te denken over den oorsprong
dér dingen, en moest weldra de hoop op
geven van het voetspoor van Lemaitre te
volgen, en zelfs van te denken. Ik keek!
naar de verschillende voorwerpen in het
vertrek meer niet,
(Wordt vervolgd).