1000 ts-3» 600 J00 "JSSr 150 aSbs 100rsr 6015 "jsz.'szr jdoor de bevolking in groote onrust ver beert. Er hebben zich nieuwe kraters gevormd. De lavastroom die uit vier ope ningen gevoed wordt, heeft reeds het dal van Santiago bij Bilma en Manchas bereikt; hij had in 48 uur zes K.M. afgelegdgroote holen zijn door de la va gevuld. Een andere lavastroom be dreigt Tanque. Het moet een overwel digend schouwspel zijn. De bewoners Santiago kampeeren op den Araffaberg in de buurt van Buenarut. Een Weensche jury heeft Za terdag' een medisch student vrijgespro ken, hoewel zijn schuld aan het misdrijf .waarvan men hem beticht had, overtui gend gebleken was, en hij nog boven- dien volledig had bekend. De student had bankbiljetten gefotografeerd en de ze foto's zoodanig chemisch bewerkt, dat ze bijna niet van echte biljetten te 'onderscheiden waren. Bovendien had hij reeds eenige dier valsche biljetten uit gegeven. Bij het verhoor bleken echter de vol gende verzachtende omstandigheden te bestaan, die ten slotte zijn vrijspraak- ten gevolge hebben gehad. De student had namelijk z'n eerste examens schitte- terend te hebben afgelegd, zijn laatste examen uitgesteld om zich geheel en al te kunnen wijden aan de malarialeiders op een der Donaueilanden bij Weenen. Tiij ontdekte het bestaan van fde echt- tropische, dus hoogst gevaarlijke mala ria, en bleef deze ziekte bekampen lót- dat zij volkomen geweken was. Zijn philantropisch werk had echter zijn laatste hulpmiddelen uitgeput, en doen hij geen hulp meer kon verkrijgen tot het voltooien zijner studiën, ging hij in een vlaag van wanhoop, over tot de bovengenoemde vervalsching. Op het bericht van zijn gevangenne ming gaven zich echter velen der door :hem verpleegde zieken als getuigen op, en eenparig prezen ^ij zijn liefdevolle behandeling en onvermoeiden ijver en (erkenden dat hij nooit een cent ervoor had ontvangen. Met het oog op deze buitengewone omstandigheden sprak de jury hem met 11 tegen 1 vrij, welk vonnis overal de grootste voldoening heeft gewekt. Eeni ge Weener aristocraten hebben tevens een fonds gevormd waaruit Hosek's stu diën zullen betaald worden en waardoor hem tevens de gelegenheid zal gegeven .worden zijn onderzoekingen der malaria ,te vervolgen. Drie mijninspecteurs hebben 't Donderdag gewaagd, zich in de bran dende kolenmijn te Cherry te begeven, om te onderzoeken hoe het in de ramp spoedige tweede mijngang was gesteld. Toen de toegang open werd gemaakt, rook men lucht van verbrand, menschen- vleesch, een treurig teeken van hetgeen daar beneden moest zijn gebeurd, en be neden hebben de drie onverschrokken on derzoekers ook een groot aantal doode arbeiders gezien. Nader wordt gemeld, dat veertig mijn werkers, die verleden week Zaterdag bij de ramp in de St. Paulmijn levend be graven werden, levend gevonden zijn. Negen werden reeds naar boven gebracht. De overlevenden verklaren, dat toen zij zich het ongeluk bewust werden, zij zich verschansten. Zij leden ontzettend van den honger. Men gelooft dat er in de ooste lijke schacht nog 71 man leven. De wan hoop der vrouwen, die aan de plaats van het onheil bijeengedrongen zijn, is ver anderd in hoop. Nog meldt men dat Zaterdagmiddag ©m vijf uur acht en zeventig mijnwerkers gered warm. Voortdurend komen er nieu we guitenstreken uit van het viertal Ber- lijnsche oplichters, dat zich in de toga's der heeren van het gerecht stak en later deurwaarder!je ging spelen. Een booze poets bakten ze een ouden heer, dien zij in Unter den Linden tegen het lijf liepen. Zij gingen om hem dansen, uit bundige vreugde veinzende, en vertel den hem dat zij zoo juist op de renbaan een groote winst hadden gemaakt. Zij wilden het nu eens er goed van nemen en de oude heer moest medezij had den afgesproken, dat de eerste persoon, dien zij ontmoetten en die een prettig gezicht had, mede zou profiteeren van het verkregen buitenkansje. De meneer liet zich door de joviale klanten inpak ken. Men ging een zeer voorname restau ratie in en weldra zat men voor een rij ken maaltijd. Ieder van het viertal at en dronk met onbeschrijfelijken lustde oude heer kon, om zijn maag niet al te hard meedoentoen hij wat doezelig werd, wisten de vier uilenspiegels zich onder eenig voorwendsel successievelijk te verwijderen en de oude heer werd weldra weer volkomen wakker, toen de hellner hem mededeelde, dat de reke ning honderd mark bedroeg. In het Posensche dorpje Bo- guslawiec bleef het Vrijdagochtend stel en doodsch op een hoeve, die het gezin van den landbouwer Waschilewski be woonde. Een buurman ging op het erf kijken en deed de deur open. Toen hij de deur van de huiskamer opende, zag hij overal bloedplassen en lijken liggen en ook e en bijl, waarmede het misdrijf blijk baar gepleegd was. De wachtmeester van de gendarmerie werd ijlings gehaald en nu ontdekte men, dat in het geheel acht menschen vermoord waren: de man, de vrouw, de vader van de vrouw en vijf kinderen. Zaterdag ontbood de justitie ijlings twee politiehonden met een speur der uit Graudenz. De eene politiehond werd vastgehouden, de andere liep da delijk het veld in, maar verloor het spoor weer, daar het veld pas was omgeploegd. Bij een ploeg, met welken een van de twee broeders Soltysiak, zwagers van den vermoorden boer, gewerkt had, vond de hond het spoor terug, en daarna liep hij op een van de Soltysiaks toe. De ande re Soltysiak was in de naburige stad Pleschen. Beiden zijn als de vermoedelij ke moordenaars van hun eigen vader, hun zwager, hun zuster en vijf neefjes en nichtjes in hechtenis genomen. Men had dadelijk gemeend, dat de moordenaars goede bekenden waren ge weest, omdat geen van de buren den bandrekel hadden hooren aanslaan. De twee broers Soltysiak hadden tegen hun vader en hun zwager een proces gevoerd en verforen. Uit wraak daarover hebben zij het geheele gezin in zijn slaap verrast en omgebracht De kinderen, die van 4 tot 14 jaar oud waren, moeten de boos wichten eerst met de bijl bewusteloos geslagen en daarna het hoofd afgehou wen hebben. Ongeveer veertien dagen ge- leden, zoo wordt uit Breslau aan de „Lo- kal-Anzeiger" bericht, ontvingen baron v. Rotschild te Weenen en tie „Rothschild- sche Güterdirektion" te Beneschau, een brief uit Boven-Silezië, waarin de baron werd bedreigd met den dood, wanneer hij niet 25000 Mk. aan een sociaakdemo- cratischen leider te Rybuik, wiens naam in het schrijven genoemd werd, zou zen den. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de man, die in den brief als de ont vanger werd aangewezen, niets met de zaak te maken had. Zaterdag was de onderwijzer Strachetta uit Ludgersthal, op weg naar Schillers- dorf, waar baron Rotschild op jacht was, toen een in livrei gekleede jongeman hem verzocht een brief persoonlijk aan baron Rothschild ier hand te willen stellen. De onderwijzer verklaarde zich daartoe be reid. Onder weg echter ontplofte de brief met een hevigen knal en Strachetta werd ernstig gewond. Men vermoedt nu, dat er tusschen de zen aanslag op baron Rotschild en de po ging tot afpersing verband bestaat. Slim. M. d. R. en zijn vrouw te Benschop (ptov. Utrecht) moesten een dagje op reis naar familie. Maar waar het geld zoo lang te laten, je hoorde iede- ren dag van inbraak en diefstal. Lieten ze het geld in de kast achter slot lig gen, dan was je er nog lang niet zeker van. Vrouwlief had echter een idéé: als we het geld eens in de kachel stopten, daar zal zeker geen enkele inbreker hei zoeken. De man, vol bewondering voor de grenzelooze slimheid zijner betere helft, volgde haar raad op, waarna het echtpaar gerust op reis trok. Des avonds terugkomend, vonden zij het knapjes kil in de huiskamer, zoodat de vrouw be sloot maar gauw de kachel aan te maken. Maar nauw knapte het vuur lustig of.... een luide gil. Daar lagen de duiten en- der de vlammen. Onmiddellijk werd het vuur uit de kachel geschept en gelukkig het geld, hoewel reeds aanzienlijk ge schonden, weergevonden. Echter de bank te Utrecht heelt er nieuw geld voor in de plaats gegeven, zoodat de 's morgens slimme doch 's avonds domme vrouw toch geen schade leed. Een onverwachte erfenis. Een eenvoudige boerenfamilie viel dezer da gen een groote erfenis ten deel. De fa milie, Hale genaamd, houdt in de nabij heid van Ballina een kleine boerderij. Onder haar voorvaders telt zij ook een man, dien de lust naar avonturen aanzette, in het jaar 1830 naar Mexico te verhui zen, waar hij zich door zijn ijzersterken wil, zijn energie en zijn onverschrokken heid een aanzienlijk vermogen verwierf. Toen de Mexicaansche regeering zich in het jaar 1844 in financieele moeilijk heden bevond, leende de Ier Hale haar anderhalf millioen dollar, die hem ech ter niet terugbetaald werden, zoodat de schukl mei den interest nu tot circa 5 mil lioen aangegroeid is. De Mexicaansche regeering wenscht nu eindelijk de schuld te vereffenen, en liet de familie Hale, die de eenige rechthebbende is, weten, dat het geld binnen eenige weken aan de Mexicaansche legatie te Londen kan afgehaald worden. Op aanstichting van senator Garin is tegen bijna alle beambten van de commissie van onlvangsten van het Moskousche financieele beheer, te zamen 66 personen die sedert 1904 in dienst zijn, een gerechtelijke vervolging ingesteld. Kunst en Wetenschappen. Concert Mevr. Marchant-Rambonnet. Het is gisterenavond geen succes ge weest voor de concertgeefster. Een wei nig menschen en kille leegte, dat gezicht Van a 1 die onbezette plaatsen. En we moeten het dadelijk zeggen, de zangeres vermocht niet dit alles om ons heen te doen vergeten. Wat een stemmateriaal is hier aanwezig! Een goed ontwikkelde klankvolle stem. Echter niet in den zin van ontwikkeling die wij* ons denken, alleen door studie verkregen. Deze zan geres mist totaal wat men zelfs bij menig midelmatig ontwikkelde zangeres vaak vindt: de macht om de stem te beheer- schen en het gebruik te leiden in die ba nen, welke voor zangeres en publiek eenige resultaten leveren. En wat ontbreekt haar dan wel? We misten van het begin tot het einde de zoo noodig zuivere intonatie: bij de minste uitzetting der stem, zweefden de tonen en zelfs in de eenvoudigste passages. Ons lijkt het toe, dat hier de slechte adem- verzorging de groote factor is; wat ook bij de uitspraak die slecht verzorgd is, vooral naar voren dringt, getuige de tel kens kort afgebroken slot woorden, waar dit geen zin heeft Over het geheele op treden ligt zoo iets gewoons, zoo iets onbeholpen, dat we vele jonge dames kennen in onze omgeving, die hoewel geen concertzangeres, ons meer ge not gaven bij het luisteren naar hun zang. Mij dunkt dat waar nog zooveel ontbreekt aan 'tgeen men van iemand, die voor 't publiek tegen hooge entree optreedt, mag verwachten, deze zangeres gerust de mu- ziektasch mag opnemen en eens een paar jaar gaan studeeren onder degelijke lei ding. Hoeveel beter kwam hier het groote talent tegen uit, van de pianobegeleider, de nog jeugdige Willem Andriessen. Wat een grootsche verwachtingen geeft hij. Hoe warm speelt hij de D dur Sonate van Mozart. Hoe diep is hij ingedrongen in het wezen van den grooten componist en met welke schoone uitdrukking volgt hij Mozart voet voor voet langs den zoo moeilijken weg dien hijjsaanduidt. Een openbaring waren ook de „Va riations Symphoniques" van Schuman. De beide werken voor piano-solo door dezen jeugdigen man vertolkt wierpen het volle licht op zijn groot talent. De warmte in voordracht, het resolute in aanslag, de fijnheid der zangdeelen, het diep doordringen in het wezen der compositie verrad-en den kunstenaar en de rijpheid van zijn talent. Als begeleider is hij zeker en volg zaam en dit laatste werd veel van hem vereischt Andriessen is een jonge man die zeker een schitterende toekomst te gemoet gaat en eens een eereplaats zal innemen onder de Nederlandsche pia nisten. Het publiek was zeer dankbaar voor het genotene en riep hem door warm applaus tot driemaal terug. S. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zeer uitvoerig behandelde de Minister de beginselen van zijn kabinet. Erken nende dat het begrip christelijke rechts beginselen een niet volkomen goede uit drukking is voor wat er bedoeld wordt, wees spr. op de ontzettende moeilijkheid om een goede en juiste omschrijving te geven van een zaak van zulk een diepte en hoogte, lengte en breedte als 't hier geldt. Overigens is het vragen naar den bekenden weg en spreker heeft reeds in 1908 herhaaldelijk het standpunt in deze doen uitkomen, gelijk ook reeds herhaaldelijk is gebleken dat niet de ethische, doch de juridische zijde over wicht heeft in het begrip christelijke rechtsbeginselen. En dat deze reeds op verschillend gebied toepassing hebben gevonden, betoogde spreker met een beroep op hetgeen is neergelegd b.v. in het wetsontwerp betreffende het vader schap. De Minister betoogde verder dat krachtens den eisch der christelijke rechtsbeginselen men elkander in de neu trale Zóne behoort te ontmoeten en te trachten de verschillende maatschappelij ke belangen met elkander te verzoenen en zich te kanten tegen de sociaal-demo craten die de klassen niet tot verzoening brengt. De Overheid moet het tot elkan der brengen der maatschappelijke belan gen steunen. Enkele speciale punten behandelende verklaarde de Minister dat de Regeering sympathiek gezind is den wensch van den heer Kujper naar stichting van Cen trale internationale bureaux in de omge ving van het vredespaleis. Het denkbeeld van den heer Hugen- holbz om verbetering te brengen in slechte landbouwtoestanden in het Noor den, door kwijtschelding door den eige naar, van de pacht aan pachters die niet betalen kunnen, beval de Minister dien pachters warm aan. Principieel heeft de Regeering geen bezwaar tegen steun aan particuliere vereenigihgen d ieondersteu- ning beoogen van werkeloozen, indien die steun dan ook inderdaad aan de} werkloozen te goede komt. Ten aanzien van den aandrang van den heer Hugen- holtz om tot dwingend recht te maken de bepalingen van het Burgerlijk wet boek omtrent schadeloosstelling van den huurder van landerijen, verklaarde de Minister dat de Staatscommissie van den landbouw daaromtrent eerst nog van haar gevoelens moet doen blijken. Een wetsontwerp is in overweging waarbij van inenting zullen kunnen worden vrij gesteld kinderen wier geneesheer de vac cinatie schadelijk acht voor het gestel. Drooglegging der Zuiderzee eischt nog te zeer studie om zich hier omtrent nader uit te latenevenzeer het zede- vraagst., waartoe de reg. nog veelzijdige voorlichting zal behoeven. Met aandrang naar beperking van den ambtseed stemt de Regeering in, maar vooral op rechts gebied, waar de beëedigde getuigenver klaring bijna uitsluitend richtsnoer voor 't rechterlijk oordeel is, kan zij niet ge mist. Ondubbelzinnig en duidelijk staan de voornemens der Regeering in de troon rede: financieele voorziening, sociale hervorming kustverdedigingenkele hervormingen in zake onderwijs en grondwetsherziening. Is dat geen Re- geeringsprogram ,dan wanhoopt de Mi nister er ooit een te maken. Bij de begrooting is de grootst moge lijke zuinigheid betracht. Mocht het nu nog mogelijk zijn een millioen te bezui- n»gen> gelijk dr. Kuyper aannam, dan zal dit spr. verheugen. Gaarne zou de Re geering leniging bieden in den financiee- len nood der gemeentenhij heeft Am sterdam niet vergeten gelijk wel eens wordt beweerd. Maar de soc.-democraten drijven de gemeente-uitgaven op en daar mee de belastingen. In Amsterdam wil de men zelfs de inkomstenbelasting op voeren tot een maximum, na progressie tot 8i/2 procent Spr. gevoelt voor een ruimere uitkeering van het Rijk, maar daartegen bestaan vele bezwaren bij an deren en het zal dus wel niet te verwe zenlijken zijn. Het wetsontwerp tot ver ruiming van het belastinggebied der ge meenten zal gelegenheid bieden tot na der overleg met de regeering, ook over de vraag of de uitkeering kan worden verhoogd. Maar het wetsontwerp ligt er nog, men heeft er niet aan gewerkt. De Regeering kan in deze omstandigheden niets doen voordat het sectie-onderzoek »er over is afgeloopen. Met alle kracht bespoedigt de Regee ring de indiening der sociale verzeke- ringsontwerpen. Wat kan zij meer dóen De klachten van verschillende algevaar digden over traagheid zijn dan ook ver bijsterend. De invaliditeitsverzekering is een der moeilijkste onderwerpen, het Ka binet wenscht die tot stand te brengen, maar het zal tijd vorderen het in het Staatsblad te brengen. Hoe innig ook de Regeering de totstandkoming begeert men kan niet over de toekomst disponee- ren. Men kan slechts zijn best doen. Voorspellen is vermetelOp het verband met het armwezen, dat bij invaliditeits verzekering aanwezig is, kan spr. niet ingaan. Nu moet óf de invaliditeitsverze kering óf het kiesrecht vooropgesteld worden. De Regeering koos het eerste en daarvan kan men haar geen grief maken van haar houding in zake grond wetsherziening. Bovendien wees de Uit slag der verkiezingen in die richting. Noode heeft het ministerie generaal Sabron zien vertrekken uit zijn midden om gezondheidsredenen. Maar generaal Cool zal den arbeid in den geest zijns voorgangers voortzetten en daarmee zoo veel mogelijk spoed maken. Op onderwijsgebied zal veel gedaan moeten worden, wanneer het rapport der ineenschakelingscommissie verschenen zal zijn. Spr. heeft in de openingsrede dier commissie geen enkel verwijt willen maken over het feit dat haar rapport nog niet verschenen is. Spr. neemt niet aan dat behalve de socialisten een partij de prioriteit van kiesrechtherziening boven sociale wet geving toekomt. De Regeering kan geen termijn vaststellen voor de indiening der ontwerpen in zake grondwetswijziging. De Minister heeft zoo iets juist afge keurd in het vorig Kabinet. Is kiesrechtherziening op dit oogen- blik rijp? In 1905 stond men nog pas voor een blanco grondwetsartikel. Wa re het liberaal Kabinet aan het bewind gebleven, zoo zou men nu een blanco artikel gekregen hebben, maar dan eerst zou men tot wijziging van het kiesrecht kunnen overgaan. De arbeid der vorige commissie in zake grondwetsherziening was beperkt en niet voldoende als voorbereiding yoor een wetsontwerp. Het is beter wat later uit te varen en in behouden haven te kernen. Thans is het oogenblik nog niet gunstig. Zoo bestaat er nog onzekerheid of het Unie-rapport inzake bijz. onderwijs uitvoerbaar is met onze constitutie. Nog andere punten zijn er: justitie, recht van amendement Twzedc Kamer snellere le gislatieve werkwijze enz. Dit Kabinet is het eerste dat de feies- rechthervorming op haar program heeft gesteld. Spr. begrijpt niet hoe door een' motie waarbij de Kamer uitspreekt, dat uitsluitend in zake kiesrecht grondwets herziening moet plaats vinden, de spoed bevorderd zou kunnen worden. Niet mo ties doch samenwerking is noodig. Had de Regeering gemeend een ander als gouverneur-generaal te kunnen aan wijzen, zoo zou zij ongetwijfeld den heer Idenburg gaarne als minister hebben be houden, maar dat ging niet. Thans de vragen over hét Kuyper-in- cident. In dit geval is er gezegd kunnen de ministers de verantwoording| niet vreezen voor hunnen ambtsvoor ganger. Dit is dus een speciaal geval. In hoeverre kunnen de ministers zich nu aantrekken de persoonlijke critiek te gen dien ambtsvoorganger geoefend. Men kan toch niet zonder iemands op dracht zijn verantwoordelijkheid over nemen. Het was niet gepast de Regeej ring daarin te mengen. De Kamer intusschen had aiets ge vraagd: de leden der Kamer waren hef die informaties vroegen. Bij interpllaties machtigt toch volgens. Buys dë Kamer den interpellant om vragen te doen. Ten volle is spr. dus gerechiigld te zeggen dat hij geen recht der Kamer schond. Er bestaat geen vaste regel dat men nooit inlichtingen zou kunnen ge ven over de daden van een ambtsvoor ganger, maar om het te doen moeten; er goede redenen zijn, bijv. zoo de Kamer een beslissing heeft te nemen, wat hier het geval niet is. Het betreft een geïso leerde zaak sommige vragen waren op zettelijk zóó gesteld, dat elk antwoord een appreciatie zou inhouden, ja, dat een afkeurend oordeel gesuggereerd werd. Welke minister zal over een abso luut onbewezen feit zijn oordeel ge ven? Er was niet de geringste aanlekiing om van de Regeering gerusttelling te vragen voor de "toekomst, men wilde slechts steunpunten erlangen voor de be schuldiging tegen dr. Kuyper. Hadde de Kamer gevraag~d naar het motief der riddering van den h^er Leh- mann, dan zou spr. de Koningin mach- tiging gevraagd hebben het motief over te leggen. Daarna komt aan het woord mr. Kolkman, minister van financiën. De minister zegt, dat hij zooveel doen lijk heeft geschrapt, maar zelf toch van de begrootingscijfers is geschrokken. Er is nu eenmaal in sommige zaken een achterstand in te halen, zoo bijv. op het gebied van het Hooger Onderwijs, van publieke werken. Over bezuiniging op militair gebied moet men toch niet zooveel spreken. Spr. wijst in dit ver band op hetgeen het verkiezingsmani fest der Liberale Unie ten deze in 1905 aan de kiezers beloofde en hoe weinig is er van terechtgekomen! Spr. maakt hiervan geen grief aan het vorige Kabi net, maar dan roepe men dok niet al tijd, zooals de heer Patijn deed, om be zuiniging op deze uitgaven. Wat er méé* gevraagd wordt, is grootendeels het ge volg van de bestaande organisatie en aangenomen wetten. Spr. kan toch zijn ambtgenoot van Marine de gelden niet weigeren, die hij noodzakelijk acht voor onze defensiehij volgde trouwens het voorbeeld van zijn liberale voorgangers. Men verwijt bijv. de Minister van Land bouw, die heusch niet op een paar dub beltjes ziet, dat hij zoo karig is. tn dan verwijt men den redenaar, dat de uitgaven toenemen! Het is niet juist, dat de Minister de schrale beurzen wil belasten, evenmin als hij ooit gezegd heeft, 8 millioen uit de inkomsten- en successiebelasting te wil len halen. Spr. komt op tegen de onder scheiding in directe en indirecte belas tingen een zuivere definitie van beide is niet te geven. Men vergete niet, dat zij, die door directe belastingen getroffens worden, ook in de indirecte bijdragen. Spr. gevoelt veer voor het beginsel be lasting naar draagkracht; dit zal ook' blijken uit zijn inkomstenbelasting. Die het meest heeft, zal ook het meest be lasting betalen. Maar er zijn grenzen, die men niet overschrijden mag. Hij heeft bezwaar tegen belasting op de goederen in de doode hand, wijl het hier grootendeels liefdadigheidsinstel lingen en instellingen van openbaar nut geldt en zonderde de Minister deze uit, dan bleef er haast niets over. Spr. wil overwegen bij de successiebelasting re kening te houden met het vermogen, dat degeen, die erft, reeds bezat. Van de verhooging van den gedistilleerd-accijns verwacht die Minister wel eenige ver mindering en deze zal spr. verheugen, omdat zij de welvaart en het geluk varf het volk ten goede komt. Maar daaront is het ook noodig, den suiker-accijns nog niet te verlagen. Het overschot van den gedistilleerd-accijns blijft in de toekomst echter voor de verlaging van den suiker-» accijns bestemd. Alle betalende abonné's op dit blad zija volgens de bepalingen, vermeld op de uit te reiken polissen, tegen ongelukken verzekerd voor De uitkeering dezer bedragen is gewaarborgd door de Nederlandsche ONuuVALLEN-Veriekeiing-Maatschappij „FATUM" te 's-Giavenüage, Buitenhof 5.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 6