BUITENLAND. De Erfgenamen van Judas. BINNENLAND. Ie Jaargang. No. 38. Bureau OUDE SINGEL 34, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27* cent. Maandag IS November 1909. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels t 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uit de Pers. Onderzoek vaderschap. Het Centrum" acht de aanneming Jfloor de Eerste Kamer van het .wetsont werp in zake het onderzoek naar het va derschap een principieel goede daad. Toch valt van den anderen kant zeer goed te begrijpen, dat het ont werp veel tegenkanting vond. Zal van deze wet geen misbruik worden gemaakt dóór op chantage beluste personen? Zal zij geen on- schuldigen treffen, een middel wor den tot afdreiging en afpersing? Zal zij zelfs niet tot immoraliteit kunnen nen aanzetten, de onverschilligheid bevorderen, ten aanzien van een ver boden verkeer? Deze en meer andere vragen wer den gesteld en toegegeven moet wor den, dat daarvoor reden bestaat. Intusschen ook hier heeft men ten slotte het zwaarst laten wegen wat het zwaarst is. De omstandigheid, dat van een wet misbruik kan worden gemaakt en vermoedelijk ook wel zal worden ge maakt, mag den doorslag niet geven, wanneer "het recht en de zedelijkheid zulk- een wet eischen. Echter worde er dan voor gezorgd, dat bij de toepassing der wet groote voorzichtigheid het oordeel leide en pogingen tot oplichting of chantage met groote gestrengheid worden on derdrukt. Vooral in onzen tijd met zijn teu- gellooze schandaalzucht wordt dit ge biedend vereischt" Frankrijk. Wat we in ons jongste nummer als vermoeden uitspraken, is waarheid ge- Worden: mevr. Steinheil is vrijgesproken van de beschuldiging haar man en haar moeder te hebben vermoord. De jury bleef Zaterdag tot na mid dernacht in de raadkamer. Zij liet twee maal den president van het hof van assi ses en eenmaal den verdediger roepen. Ten slotte beantwoordde de Jury de vragen ontkennend. Dus is mevrouw Steinheil vrijgespro ken. Na een beraadslaging, welke 2 uur eD 20 minuten duurde, sprak de jury om 12 uur 50 het „onschuldig" uit. Men beweert dat dit met algemeene stemmen geschied de. De uitspraak werd met daverend ap plaus ontvangen. De e m o t i e t e P a r ij s. Slechts eenige minuten, nadat het vrij spraak-verdict in de gerechtszaal was uit gesproken, werd het resultaat op de bou levards bekend. Weldra kwamen de spe ciale edities der bladen de bijzonderhe den brengen. Hier en daar werd met gioote geestdrift de vrijspraak vernomen, op andere plaatsen weer manifesteerde men tegen mevr. Steinheil. De belangstelling was overigens den ganschen avond enorm. Om 2 uur waren FEUILLETON. alle café's nog geheel gevuld met nieuws gierigen, die de uitspraak wenschte te ver nemen, alvorens zij zich huiswaarts keer den. Voor de krantenbureaux moest de politie een speciale dienst organiseeren. Duizenden stonden buiten het paleis van justitie uren lang de uitspraak af te wach ten. Toen mr. Aubin verscheen, werd hij luide toegejuicht. In een interview ver klaarde deze zich overgelukkig met het behaalde resultaat, dat hij, weliswaar ver wacht had, overtuigd als hij persoonlijk was van de onschuld zijner cliënte. Na de uitspraak. Nadat de zitting van het Hof van Assi ses opgeheven was, werd mevrouw Stein heil naar de kamer van den gevangenis directeur gebracht. Zij was volkomen af gemat. Besloten werd, dat zij, nadat zij weer wat bijgekomen zou wezen, per automobiel naar de woning van haar vriend, den graveur Desmoutin, vervoerd zou worden, waar zij verder den nacht zou doorbrengen. Toen de volksmenigte, die buiten het paleis van justitie op den uitslag wachtte, de vrijspraak vernam, ging er een luid ge juich op. Velen riepen: „Leve madame Steinheil!", maar nog veel meer riepen: „Leve de Valles! Leve de Valles!" (de president van het Hof van Assises). Dat mevr. Steinheil de algemeene sym pathie niet meer heeft nergens is de veranderlijke volksgunst veranderlijker dan te Parijs blijkt o.a. uit het feit dat in verschillende straten in de nabijheid van de villa Steinheil met mishandeling gedreigd werd, indien zij, na eventueele vrijspraak het zou wagen, zich weer in het kwartier te vertoonen. Op verzoek van verscheidene eigenaars van huizen in deze wijk, die ernstige rustverstoringen vreesden, beloofde de politie maatre gelen te nemen ter voorkoming van op stootjes. In het klein-seminarie van Amiens is een geweldige brand uitgebroken. Bijna het geheele gebouw, ook de kapel met haar beroemde vensterschilderingen, werd in asch gelegd. Dank zij 't flinke optre den der oversten, bekwam niemand eenig letsel. Italië. Do H. Vader oordeelt de tijden niet geschikt om den 25sten verjaardag zijner Bisschopswijding morgen plechtig te vieren. Ofschoon er op het Vatican geen en kele plechtigheid zal plaats hebben, zal deze dag te Rome toch worden gevierd. Kardinaal Parocchi wijdde 16 Novem ber 1884 den nieuwen Bisschop van Mantua in de St. Appolinaris-kerk van het Romeinsche seminarie. Rusland. Volgens bericht aan een Zweedsch blad uit St. Petersburg is uit het pensioen fonds van de Russische officieren, dat be stuurd werd door den in Februari over leden grootvorst Wlaaimir, 150 millioen roebel verdwenen. Men heeft gepoogd de zaak geheim te houden, maar het is 38) Och ja, gij hebt mij reeds zooveel liefdediensten bewezen. We zullen eurst het werk eens gaan verrichten, zeide Germaine, we willen met vegen beginnen. En dan Dan zullen wij een ledikant plaatsen met een helder frisch matras. Germaine zette zich aan het werk en twee uur later stond er reeds een bed in de kamer, de meubelen, die overgebleven .waren, glansden van helderheid. Toen Rosalie ook helder gekleed met haar kinderen aan tafel zat, zeide Ger maine tot haar: Als mijn man naar het werk is, zit ik niet met mijn armen over elkaar. Ik bezit vlygge vingers en maak groote lampenrozen, of ballen van afknip- sels. Wij zouden ons best voor dezen han del kunnen vereenigengij kunt goed pra ten en zoudt u wel met den verkoop kun nen belasten en g kinderen van de tucnt genieten, ik ver dien er aldus aardig wat bij en breng het geld naar de spaarbank, want men moet ook denken aan werkeloosheid en ziekte. Gij kunt evenveel verdienen als ik; ik zal u alles wel leeren. Germaine liet Rosalie al haar meubel tjes zien, die zij van haar bijverdiensten gekocht had. Plotseling deed zich een klagend ge luid achter de gordijnen hooren. Moeder, zeide Gobain, het is de hond, de arme hond. De jonge student, die hem gisteren verbond, heeft wel beloofd terug te ko men, zeide vrouw Parasol, maar indien ik wist waar hij woonde, zou ik naar hem toegaan.... Arm beest, voegde zij er bij, op den grond knielend en den grootep kop van Morse opheffend, om hem te drinken te geven; hij schijnt veel te lij den. De verwachte trad binnen. Laat mij den gewonde zienniet slecht, niet slecht.... de ongelukkige, die hem heeft willen dooden, is niet sterk geweest, zijn hand heeft gebeefd. De hond zal hieraan het leven verschuldigd zijn. Rosalie maakte van de gelegenheid ge bruik en gaf aan Lionel Aubertin te ken nen dat zij pijn in de borst had en sedert gisteren b opgaf. Laat my uw pols eens yoelep..^ uitgelekt bij de pogingen om het tekort aan te vullen. Zweden. De Zweedsche bond van werkgevers besloot over te gaan tot uitsluiting in de ijzermijnen. De bemiddeling in andere geschillen is afgebroken naar aanleiding van ver schil in opvattingen van formaliteiten. West-Iradië. Volgens een telegram aan de New-York Herald uit Port-au-Prince hebben .wer velstormen en watervloeden öp Haiti en Sant Domingo groote verwoestingen aan gericht. Haiti heeft gedaverd van de aardschok ken Pcrt-de-Paix, Gonaives, Cap Hai- tiën en andere plaatsen liggen in puin. Reeeds zijn 19 dooden te Port-de-Paix gevonden. Omtrent Jamaica meldt men nader, dat aan het Londensche kantoor van de West- Indische en Panama-Telegraafmaatschap- pij een telegram van Holland Bay op Ja maica is ontvangen, meldende, dat sinds Zaterdag 6 November de kust van het eiland bij hevige N.W.-stcrmen, werd ge teisterd door stortzeeën en overstroo mingen. De landkabels naar Kingston zijn dientengevolge gestoord. Zoolang de landkabels niet hersteld zijn en dit kan eerst geschieden, nadat het weder verbeterd is, kan Holland Bay, waar de onderzeesche kabels ein digen, met Kingston en de andere steden op het eiland geen gemeenschap krijgen. Te New-York is een draadloos tele gram ontvangen van het stoomschip „Prinz August Wilhelm", dat zich op 't oogenblik in de haven van Kingston be vindt. Volgens deze mededeeling zijn tij dens den jongsten orkaan twee stoom schepen gestrand en is de Amerikaan- sche kanonneerboot „Eagle" tegen de pier geslingerd. Sedert Vrijdagavond voor 8 dagen stor ten zware wolkbreuken over Kingston en de omstreken neer en veroorzaken gewel dige overstroomingen. Talrijke personen zijn verdronken. De materieele schade is nog niet te overzien. Het spoorwegverkeer is geheel verbro ken, spoorlijnen en bruggen zijn wegge slagen en bijna overal, voornamelijk in het Noorden van Jamaica, hebben aardschui- vingen de lijnen over groote lengten ver nield. De Associated Press heeft een tele gram ontvangen, dat reeds Dinsdag j.l. van Kingston over Holland-bay werd ver zonden en waarin medegedeeld wordt dat een aantal sloepen gezonken zijn en dat het Noorweegsche stoomschip „Aman da" en de „Bradford" toebehoorende aan de United Fruit Company schipbreuk hebben geleden bij Port-Antonio. De „Avalon", dat aan de Atlantic Fruit Company behoorde, werd uiteengeslagen. Ook op New-Foundland heeft een or kaan gewoed. Zeven schepen zijn op het strand geslagen en de zee ingedreven. Men vreest dat een aantal menschenle- vens te betreuren zullen zijn. Hoest gij? Ja, mijnheer, sedert ik bloed opgaf. De jonge man onderzocht Rosalie. Het is vreemd, zeide hij, de longen zijn niet geraakt. Ik ben gevallen, zeide Rosalie. De student greep de hand van de arme vrouw. Men heeft u geslagen en gij wilt het niet zeggen. Rosalie liet het hoofd zakken. Na den zieke nogmaals onderzocht te hebben, zeide hij: Ik zal u medicijnen geven. Toen hij weg was, zeide Rosalie: Geef mij wat knipsels, dan begin ik een bal te maken. Hare kinderen speelden met die van Germaine. Des avonds legde zij de kinderen in het heldere bed neder. 's Avonds was Amadou tegen het uur van het eten gekomen. Rosalie bereidde het maal. Het vaatwerk was helder schoon Vleesch en aardappelen verspreidden een heerlijken geur. Twee flesschen bevonden zich op tafel. Joen Amadou deze toebe reidselen zag, lachte hij. Hebt gij geld gekregen? vroeg hij. Neen, maar ik heb arbeid gevonden. Ania.dou aade^rbij, pi oefde yan hef Mr. JB. baron Mackay. Een staatsman van beteekenis is den lande ontvallen. Mr. baron Mackay is eer gisteravond overleden in den ouderdom van bijna 71 jaar. Den 29 November 1838 te Nijmegen geboren, volbracht de heer Mackay zijn academische studiën aan de hoogeschool te Utrecht, waar hij ook pro moveerde. Zijn loopbaan liep aanvanke lijk door de rechterlijke macht. Al spoedig na zijn promotie trad hij op als substituut officier van justitie, later als rechter in de rechtbank aldaar. Maar Mackay was bestemd een rol te spelen in het politieke leven des lands. In 1876 vaardigde Amersfoort hem af naar de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal. Tien jaren later vestigde het district Utrecht zijne keuze op Mackay en na zijn aftreden als minister in 1891 kreeg hij voor Kampen zitting. Een gewichtige staatkundige werkkring was inmiddels voor hem geopend geworden. Reeds had de Tweede Kamer, in het overgangsjaar 1S84—85 onder het derde min.-Heems- kerk, hem een blijk van haar vertrouwen gegeven door hem voor den voorzitters- stoel voor te dragen. Toen de eerste verkiezingen na de Grondwetsherziening van 1887 de meer derheid naar rechts verplaatsten, belastte de Kroon dezen staatsman, hooggeëerd in zijn politieke omgeving, anti-revoluti onair van huis uit, met de vorming van een nieuw Kabinet. Mackay trad als hoofd van dat ministerie, hetwelk zijn naam droeg, op en aanvaardde daarin de por tefeuille van Binnenlandsche Zaken. Als hoofd van dat departement bracht Mackay die van voortreffelijke leidingskracht blijk gaf en tevens van groote bezadigdheid, de nieuwe Schoolwet tot stand, welke de „pacificatie" op onderwijsgebied zou brengen. Dit was in 1889, maar reeds een jaar later dwongen hem de politieke om standigheden, na de verwerping van Keu- chenius' begrooting door de Eerste Ka mer, zijn portefeuille te verruilen voor die van Koloniën, welke hij daarna be heerde, totdat in 1891 de meerderheid op nieuw verplaatst werd naar links. Spoe dig daarna werd Mackay de hooge titel verleend van Minister van Staat, op voor dracht van het liberale ministerie, op die wijze de Kroon in de gelegenheid stellen de de zeer belangrijke diensten te er kennen, door den nu ontslapenen aan het Vorstenhuis en den lande bewezen. Het waren immers, ook buiten de politiek, zeer moeilijke dagen, die het kabinet-Mac- kay doorleefde, waar de periode der ziek te van den Koning, 's Vorsten overlijden en de regeling van de Voogdij en 't Re gentschap een dubbel zware taak op de schouders van de toenmalige regeering had geiegd. En toen in 1901 opnieuw de rechterzijde aan het roer kwam, was we derom# de heer Mackay de aangewezen man, die door de meerderheid op den voorzittersstoel werd geplaatst, waar hij het onbepaald vertrouwen in zijn kundige, onpartijdige leiding, met vaste hand voerd, van alle partijen genoot. vleesch, vulde zijn glas tot den rand ^n ledigde het. Hij trok een leelijk gezicht Wat is dat voor vocht? Water en wijn, antwoordde Rosalie kalm. Ik wil wijn, zuiveren wijn. Dat is niet meer in huis! Ik wil niet de medeplichtige "worden van uw dron kenschap. Wat? Wilt ge mij een zedeles ge ven! Hebt ge gisteren misschien" n<g niet genoeg slaag gehad? Rosalie werd bleek. Maar ik zal niet meer geslagen wor den omdat ik wil leven om mijne !-: nëe- ren een goede opvoeding te geven. Wie heeft u zoo goed de les gele zen? Zeker mijnheer Parasol en zijn vrouw.... omdat ze mij Zondag thuis ge bracht hebben. Nu meent hij het recht te hebben mij voor te preeken. Toen den maaltijd geëindigd was, zei Amadou Geef mij een paar stuiver om tabak te koop en. Neen, zeide Rosalie, gij krijgt geen geld, want gij verdrinkt het toch maar. Ik zal de rekening wel met Pa rasol vereffenen. Hij bepaalde ot eene bedreiging en ging de kaurcr uit» Dr. A.- Kuyper treedt af. „De Tijd" meldt: Van eene zijde, welke wij als betrouw baar en uitmuntend ingelicht moeten be schouwen, ontvangen wij uit 's-Gravenha- ge een bericht, waarvan wij, om zijn hoo- gen ernst, niet dan met het noodige voor behoud meiding maken. Volgens onzen hoogst achtbaren zegs man, zou dr. Kuyper besloten hebben, binnenkort voor het lidmaatschap der Tweede Kamer te bedanken en zou hij zelf van dit besluit reeds aan enkele, po litieke en ambtelijke personen, ons met naam genoemd, hebben kennis gegeven. Als reden, welke tot zijn besluit zou ge leid hebben, wordt opgegeven: toenemen de doofheid. Stichting v. Marken. Wijlen mevrouw Van Marken te Delft beschikte dat een bedrag van f125.000 zal dienen voor eene stichting in het be lang der gezondheid van leden van het personeel van de fabrieken te Delft. Een avontuur van Prins Hendrik. Donderdag, 11 dezer, kwam Z. K. H.; de Prins der Nederlanden per automo biel door de gemeente Cothen om op 't goed van Baron d'Aumale van Harden- broek te jagen. Op den provincialen weg verzakte de auto bij het uitwijken voor een paar wagens, die langs den weg ston den, zoodanig, dat vrijkomen onmogelijk' scheen. Haastig steeg de Prins uit om te voet zijn weg naar het kasteel Harden- broek voort te zetten. Nu zijn de wegen in dit jaargetijde vaak ellendig slecht; zoo ook de provinciale. Een wandeling van een groot kwartier door dik en dun was voor Z. K. H. een alles behalve prettig uitstapje. Gelukkig bracht een kruidenierswagen, die voor een nabijzijnd huisje stond, uitkomst. Onmiddellijk ging de Prins op den venter af en vroeg den man of deze hem niet even naar Harden- broek kon brengen. De voerman werd bereidwillig gevonden en aanstonds klom de hem onbekende heer in. het eenvou dige voertuig en nam plaats op het bank je onder de bruingele huif. Zonder ver dere incidenten werd nu de weg tot aan de kasteellaan afgelegd, 't Oprijden dezer laan ging echter met eenige moeilijkhe den gepaard. De op post zijnde politie achtte het ongeoorloofd met zoo'n koopmanswagen die allée te berijden en dat te meer nu Z. K. H. de Prins der Nederlanden elk oogenblik kon verwacht worden. Hij ver bood dan ook den kruidenier ten streng ste het verder gaan en gelastte onzen koopman onmiddellijk om te këeren. Toen de politieman echter zag, dat een deftig heer in jachtcostuum van onder de huif de leidsels uit de handen van den voer man nam en het paard tot voortgaan noopte, week hij eerbiedig ter zijde, als of hij voelde het hoöger gezag van den on bekende. En zoo kwam Z. K. H. de Prins der Nederlanden in plaats van per automobiel, met een zwaren venterswa- gen, gedekt door een bruingele huif en bespannen met een mager paard, in suk keldraf voor het kasteel van zijn gastheer Baron d'Aumale van Hardenbroek tot Har lenbrce!;. Een oogenblik later trad Germaine bin nen. Heeft uw man nog wat gezegd? Hij heeft wijn gevraagd en tabakk en is vertrokken zenier mij te slaan. Als de kleine slaapt kom dan van avond nog een paar uren bij mij, dan kunnen wij misschien nog wel een paar stuiver verdienen. Dank u, Rosalie, voor al hetgeen gij doet. Des avonds gaf zij aan de uitnoodiging gehoor en bracht eenigen tijd bij Ger maine door. Gedurende acht dagen was het leven van Rosalie dragelijker geworden; haar kwam bijna geregeld eten en er had den geen verschrikkelijke toongelen meer plaats. Ünóertusschen beterde Morse langza- merhand. Hij kon eten wat de kinderen hem brachten. De dag waarop hij zich kon oprich ten was een groot feest voor de fami lie. Hij was nog wel zwak, en zocht spoedig zijn hoekje weer op, maar iederen dag was er vooruitgang te constateeren, Na veertien dagen scheen hij zich d« wonde niet meer te herinneren. (Wordt .vervolgd),,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 1