Gemengd Nieuws.
huizen der zich steeds uitbreidende resi
dentie.
Na deze belangrijke voordracht volg
de eene rede van Mr. S. Gratama, van
's Gravenhage, Raadheer in den Hoogen
Raad der Nederlanden.
Zich aan den vorigen spreker aanslui
tende, behandelde mr. Gratama de vraag
wat men in vroegeren tijd omtrent de Ro-
meinsche nederzetting onder Voorburg
meende te weten en wat er thans op
wetenschappelijke gronden dienaangaan
de nog mag worden verondersteld, daar
bij in enkele opzichten verder gaande,
dan Mr. Hohverda.
Alvorens het eerste gedeelte der vraag
te bespreken, gaf mr. Gratama een
beschrijving van het terrein, waar de ne
derzetting moet hebben gelegen, en ver
der eenige bijzonderheden omtrent de
gronden zelf, met name omtrent de bui
tenplaats Ai entsburg, welke het bedoel
de terrein thans vormen.
Daarna ging hij de berichten na, welke
blijkbaar als een Utrechtsche overlevering
tot ons zijn gekomen en welke worden
gevonden in de Kroniek van Beka (pl.m.
1340) en in die van de Kerklusen laghen
landen (1350). Zij verhalen van een groot
kasteel door den koning Aurundilius of
Ezelsoor onder Voorburg gesticht, dat in
856 door de Noormannen na een heftigen
strijd met de bewoners des lands zou
zijn verwoest. De herkomst dezer berich
ten is tot nu toe niet gebleken. Door ge
schiedschrijvers uit het laatst der 15de
en het begin der 16de eeuw is dit verhaal
opgesmukt en zijn er allerlei dwaze fa
beltjes aan toegevoegd, maar het merk
waardige hunner berichten is, dat zij de
overblijfsels van den burg zelf hebben
aanschouwd. Waaruit valt o. a. af te lei
den, dat zij toen over een oppervlakte
van H.A. zich uitstrekten.
Omstreeks dien zelfden tijd wordt reeds
ingezien, o. a. door Keda, de schrijver
van de bekende kroniek der Utrechtsche
bisschoppen, dat men hier te doen had,
met een werk der Romeinen. Een stand
punt, dat door latere schrijvers, die hef
tig te velden trekken tegen de bovenbe
doelde verzinsels, niet meer verlaten
wordt. Simon van Leeuwen maakt voor
het eerst de veronderstelling dat de Ro-
meinsche nederzetting, welke het hier
géldt, zoude zijn het Forum Hadriani,
voorkomende op de bekende kaart van
Peutinger, en gebouwd op terrein, op
gehoogd met grond uit de vaart door Cor-
bulo, na zijn onderwerping van de Frie
zen, in 48 na C. gegraven.
Op dit standpunt staat men tegenwoor
dig vrijwel nog, zooals in de rede van den
vorigen spreker is gebleken, al is de be
naming der nederzetting niet wetenschap
pelijk gerechtvaardigd.
Wij hebben er thans bij verkregen de
zekerheid, dat.de nederzetting was ver
sterkt, dus een militaire vestiging, en van
grooter omvang, bijv. grooter dan de Saai
burg in den Taunus, die slechts 31/2
JH.A. beslaat.
Het is gebleken uit de vondsten en door
den vorigen spr. uitvoerig aangetoond,
dat het ontstaan der nederzetting in de 2e
helft der eerste eeuw is te brengen. De
vondsten geven omtrent het eind al even
zeer eenige, zij het dan tot nu toe eenigs-
zins vage, inlichting.
Immers mag opgrond daarvan worden
aangenomen, dat op het einde der 3e
eeuw aan het bestaan dezer Romeinsche
versterking, plotseling een einde is ge
maakt, dus naar alle waarschijnlijkheid
bij een inval der naburige Germaansche
stammen, of bij een opstand der in den
omtrek wonenden is nedergebrand, en met
den grond gelijk gemaakt. Van latere
bewoning toch is geen spoor gevonden.
Spr. gaat ten slotte na het tijdsge
wricht, waarna de verwoesting zoude
moeten hebben plaats gevonden, en wijst
op omstandigheden, die met haar in ver
band zouden kunnen worden gebracht.
Hij staat meer bijzonder nog stil bij
den grooten inval der Germanen in Gal-
lie, van het vertrek van den keizer Gal-
Jicius van Italië, en ontblooting der gren
zen dientengevolge van troepenplm.
260 en bij den opstand van Carari-
sius in Brittannie (plm. 290).
Intusschen, voorloopig moeten wij ons
nog met veronderstellingen behelpen
Waar naar alle waarschijnlijkheid, zullen
de opgravingen die, in verband met den
toegezegden steun van verschillende au
toriteiten en van enkele particulieren,
van wege de Vereeniging Arentsburg
zullen plaats vinden, de op deze en an
dere punten te verwachten inlichtingen
verschaffen.
Na dankzegging aan de sprekers
voor hunne wetenswaardige bijdragen
sloot de voorzitter de bijeenkomst.
HILLEGOM. Bij zijn vertrek naar
Haarlem hebben de leden van de R. K.
Debating-Club aan hun geestelijk-advi
seur, den WelEerw. heer S. A. de Boer
een fraai koperen inktstel met toepasse
lijke inscriptie als herinneringsblijk gege
ven.
HAZERSWOUDE. Donderdagmorgen
werd van het kerkgebouw, de Zuster
school en eenige particuliere woningen
de driekleur uitgestoken, daar de Zeer
Eerwaarde Heer J. Verhoeven, Pastoor aan
't Zwaantje, die in het St. Elisabefhsge-
sticht te Leiden een operatie heeft onder
gaan, na hersteld te zijn weer in zijn
Parochie terugkeerde.
NOORDWIJKERHOUT. Bij besluit
van Ged. Staten van Zuid-Holland d.d. 1
Nov. 1909 no. 65 is het aandeel van
elke gemeente in te leveren manschap
pen voor de. lichting I Q IJ) bepaald.
Voor deze gemeente is het aandeel
bepaald op 9 manschappen, waarvan 6
tot volledige en 3 tot korte oefening!
zijn bestemd.
Daar nos. 3, 8 en 10 zijn vrijgesteld'
wegens broederdienst, is nummer 12 het
hoogste dienstplichtige nummer voor de
ze gemeente.
Tegen a.s. Woensdag is door het
bestuur der R. K. Kiesvereeniging een
vergadering uitgeschreven in de zaal van
café Brama alhier. Punten van behan
deling: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Be
handeling van het Reglement. 4. Be
stuursverkiezing. 5. Rondvraag.
Daar deze vergadering zeer belang
rijk is, heeft het bestuur van voormelde
vereeniging verzocht, deze vergadering
zooveel mogelijk te bezoeken.
SASSENHEIM. Tot onderwijzer aan
de Christ. Nationale school alhier is be
noemd de heer J. Wlepkema te Oost-
wold in het Oldambt.
VOORSCHOTEN. De burgemeester
heeft benoemd tot agent van politie al
hier C. W. Hoogteijling, gemeente-veld
wachter te Wadenoyen. Tot buitenge
woon agent is benoemd de gemeente
bode P. A. v. Leeuwen.
WOU BRUGGE. Het aantal af te le
veren manschappen der Nationale Mi
litie lichting 1910 is voor deze gemeen-
bepaald op 5, waarvan 3 voor volledige
en 2 voor korte oefeningen zullen wor
den ingelijfd, zoodat lotingsnummers 2,
4, 5, 6 en 7 zullen moeten dienen.
Door de lotelingen de Graaf en van
Beijeren is bij den heer burgemeester
dezer gemeente een verzoek gedaan om
bij een der bereden wapens te mogen
worden ingedeeld. Het liefst bij den rij
dende artillerie te Arnhem.
Dat schoone uniform der „rijers"
trekt hun zeker nog al aan, trouwens
dat wapen heeft nog meer, ook een
schoon verleden in onze landshistorie.
STATEN-GENERAAL.
Begrooting van Landbouw, Nijverheid
en Handel.
Aan het voorloopig verslag ontleenen
wij het volgende
Beleid des Ministers. Eeni
ge leden waren zeer teleurgesteld, dat
nog geen voorstellen ter voorziening in
de gevolgen van ouderdom, ziekte en
invaliditeit zijn ingediend en dat aan
de toezegging tot herziening der Onge-
lenwet nog niet is voldaan. Ook scheen
het van eenige zëlfoverschatting te ge
tuigen, dat de Minister de verdediging
ven het wetsontwerp tot herziening der
Boterwet niet overliet aan den heer Lo-
vink ,die de aangewezen man was om als
regeringscommissaris den Minister ter
zijde te staan.
Andere leden konden zich met deze
opmerkingen niet vereenigen. Zij meen
den, dat het met het oog op de zeer
groote moeilijkheden aan belangrijke so
ciale hervormingen verbonden geen ver
wondering behoeft te wekken, dat des
wege nog geen voorstellen zijn ingeko
men.
Opnieuw werd door sommige leden
geklaagd over gemis van zuinigheid bij
dit departement. Terwijl de uitgaven
van het departement in 1908 ongeveer
f6.900.000 bedroegen, wordt voor 1910
een totaal bedrag van meer dan
f8.100.000 gevraagd.
Ontslag van den heer Lovink.
Vele leden betreurden het heengaan
van den heer Lovink. Men prees de wij
ze, waarop deze hoofdambtenaar zich
ten opzichte van den landbouw verdien
stelijk had gemaakt. Omtrent de reden
van zijn heengaan zou men gaarne inlich
tingen ontvangen. Was zij van persoon
lijken aard Liet de verhouding tusschen
den Minister en den directeur-generaal
te wenschen over? Er werd op gewezen^
dat voor den landbouw, den voornaam-
sten tak van nationaal bedrijf, slechts
1 pCt. van de totale uitgaven der Staats-
begrooting wordt besteed en d^t, terwijl
de uitgaven voor dit hoofdstuk telkens
klimmen, voor de afdeeling Landbouw
telkens een lager bedrag wordt uitge
trokken. Werden den heer Lovink wel de
noodige gelden bewilligd voor "de verbe
teringen, die hij beoogde, en is het
wellicht aan te groote karigheid van de
zijde des Ministers toe te schrijven, dat
hij aan de roepstem van den minister
toe te schrijven, dat hij aan de roep
stem van den minister van Koloniën ge
volg gaf? Of waren het de voordeelige
aanbiedingen, hem gedaan, die hem tot
heengaan bewogen? Zoo ja, waarom
heeft de Minister dan niet getracht hem
door verbetering van zijn financieele po
sitie voor den dienst aan het departe
ment te behouden Naar aanleiding van
de laatste vraag merkten anderen op, dat
tegen de Indische traktementen moeilijk
kan worden opgeboden, en dan, na alles
wat de heer Lovink gedaan had, zijn
aanblijven niet meer zoo noodig is, dat
daarvoor een zeer sterke verhooging van
wedde gewettigd ware.
Door enkele leden werd het vermoe
den geuit, dat er tusschen dén Minister
en den heer Lovink verschil van meening
bestond omtrent de landbouw-ongeval-
lenverzekering. Vernomen was, dat, ter
wijl de Minister het wetsontwerp tot
invoering van verplichte verzekering
handhaafde, de heer Lovink het initiatief
nam een vrijwillige verzekering te orga-
organiseeren. is dit zoo, dan konden
sommigen niet annemen, dat de Minister
zulks zou hebben goedgekeurd en zouden
zij de houding van den heer Lovink in
deze zaak allerminst kunnen billijken.
Ook hieromtrent zou men gaarne inlich
ting ontvangen.
Voorts werd gevraagd, of spoedig de
benoeming van een nieuwen directeur-
generaal is te wachten en werd er op
aangedrongen ,dat aan deze een groote
mate van zelfstandigheid zou worden
verzekerd.
Staatscommissie voor den
landbouw. Gevraagd werd, waar
om de publicatie van het verslag der
commissie, dat, voor zoover betreft het
onderzoek naar den toestand der land
arbeiders, naar men meende, reeds lang
gereed is, zoozeer vertraagd is
Wetgeving betreffende den
landbouw. Opnieuw werd aange
drongen op herziening en vaststelling
van wettelijke regelingen in het belang
van den landbouw.
Herziening der bepalingen betreffen
de het pachtcontract werd wenschelijk
geacht teneinde een grooter deel van
het risico van het bedrijf op den eige
naar van den grond over te dragen.
Voorts werd door sommige leden de
wenschelijkhèid betoogd van het ter be
schikking stellen van kleine stukken
grond aan arbeiders.
Ook werd nader aangedrongen op
wettelijke bepalingen betreffende ruil
verkaveling.
Bepleit werd opleiding van practische
veeverloskundigen, wier bevoegdheid
zich zou bepalen tot het verleenen van
verloskundige hulp.
Wordt bij de slachtplaatsen, inzonder
heid voor export bestemd, wel voldoen
de gezorgd voor de noodige reinheid?
Sommige leden meenden, dat bij de
bestrijding der rundertuberculose niet de
goede weg wordt gevolgd. Beter scheen
het hun ter bestrijding van de ziekte,
subsidie te geven aan de landbouwver-
eenigingen.
Gevraagd werd, wanneer de wet tot
herziening der Boterwet in werking zal
treden.
Men drong verder op verbetering der
kaascontróle aan.
Boerenleenbanken. Opnieuw
werd op de bekende gronden tegen de
zen post bezwaar geopperd. Aangevoerd
werd, dat het exclusief karakter der
Christelijke boerenleenbanken meer en
meer op den voorgrond treedt.
Sommige leden ontkenden, dat de
Christelijke leenbanken een exclusief ka
rakter zouden hebben.
Tienurige arbeidsdag. Ge
vraagd werd, welk gevolg de Minister
denkt te geven aan de m o t i e-A a I b e r-
s e c.s. Het had bevreemding ^gewekt,
dat hieromtrent in de rede tot opening
der zitting niets is medegedeeld. Naar
aaneiding hiervan werd door anderen
aangevoerd, dat aan een algemeeneTege-
ling van den arbeidstijd van volwassen
mannen een onderzoek naar de toestan
den in de verschillende bedrijven zal
moeten voorafgaan.
Arbeidsinspectie. Vernomen
was, dat de Minister aan de ambtenaren
der Arbeidsinspectie had medegedeeld,
dat hij bezwaar had hun te vergunnen
het lidmaatschap van een gemeenteraad
te bekleeden. Sommige leden waren van
oordeel, dat deze maatregel in zijn alge
meenheid te ver gaat.
Geklaagd werd, dat, wanneer ind'us-
trieelen voldaan hebben aan de opmer
kingen van een inspecteur of inspectrice
die hun fabriek of werkplaats heeft be
zocht, vaak eenigen tijd later door een
anderen inspecteur of inspectrice geheel
nieuwe en somtijds tegenovergestelde
eischen worden gesteld. Op die wijze
zijn de industrieelen nooit zeker, dat
zij met rust gelaten worden.
Arbeidersverzekering. Ver
scheidene leden klaagden over het uit
blijven van de door deft Min. toegezegde
voorstellen betreffende de arbeidersver
zekering. Terwijl sommigen meenden,
dat de arbeiders vóór alles behoefte
hebben aan voorziening in de gevolgen
van den ouderdom en aan verzekering
tegen de gevolgen van invaliditeit, be
toogden anderen, dat uitbreiding der on
gevallenverzekering minstens even noo
dig is. Waar met de herziening der On
gevallenwet schijnt gewacht te worden,
totdat een regeling der ziekteverzeke
ring gereed is, werd ook spoedige in
diening van een voorstel betreffende
laatstgenoemde verzekering noodig ge
acht.
B: partieelc wijzigingen der O11-
geva.-.wet, welke de Minister voor
stelde ,was naar het inzien van eenige
leden meer gelet op het belang der
werkgevers, dan op dat der werklieden.
Kunst en Wetenschappen.
Een kanker=serurn
Volgens de Amerikaansche Tribune
heeft men in het laboratorium vaii de
Columbia University een serum ontdekt,
dat reeds in acht ernstige en minder
ernstige gevallen van kanker een vol
ledige genezing zou hebben bewerkt.
Land- en Tuinbouw.
Bloembollen.
In het bloembollendistrict is men al
lerwegen nog druk bezig met het plan
ten der bollen. De oorzaak dat men hier
mee zoo laat is, ligt in de natheid van
den gepasseerden zomer. De bollen zijn
laat binnen gekomen, de pakkerij was
later dan gewoonlijk en zoo is men ook
met het planten ten achter geraakt.
De hyacinthen, althans de groote par
tijen zitten in den grond en worden nu
in der haast van dek voorzien, om ze
tegen mogelijke nachtvorsten te beschut
ten. Deze planten zijn hiervoor veel ge
voeliger dan de tulpen en daar we al
bijna half November schrijven, en dus
vorst verwacht kan worden, dienden ze
al van het volle dek voorzien te zijn.
Het planten der tulpen is bij vele bloe
misten nog. niet tot'de helft gevorderd.
De teerste soortenProserpine, Mon
Tresor, verschillende Due van Thol's
zijn zooveel mogelijk in den grond ge
bracht, maar overigens moet nog veel
worden uitgeplant. Het plantgoed is,
mede door den natten zomer, grooter
dan gewoonlijk, zoodat men niet als an
dere jaren met een mud bollen 5 bedden
kan beplanten, doch slechts ruim vier.
Over 't algemeen denkt men nog voor
den winter klaar te zijn, zoo de vorst
niet te vroeg invalt.
De Duitsche tuinbouw.
De Köln. Ztg. merkt op, dat de invoer
van versche groenten in Duitschland in
dit jaar nog niet den omvang van 1908
heeft bereikt. De rijke groentenoogst in
Duitschland zal den invoer wat beperkt
hebben. Maar er zal nog veel gedaan
moeten worden, voor de Duitsche tuin
bouw op de hoogte van dien in het bui
tenland staat. De Duitsche tuinbouwers
moeten in de eerste plaats leeren, hoe
groenten 's winters bewaard kunnen
worden. Groentenschuren, zooals in Ne
derland voor het overwinteren van kool
gebruikt worden, zijn in Duitschland zoo
goed als onbekend.
In de 9 eerste maanden van dit jaar
zijn 372.397.700 K.G. groenten ter waar
de van 38.7 millioen inark in Duitsch
land ingevoerd. Van dezen invoer ko
men alleen op rekening van Nederland
166.382.800 K.G., d. i. ongeveer 45
pCt. van den heelen invoer. De opper
vlakte van Nederland bedraagt, zegt de
Kölnische Ztg., ongeveer 3.255.300 H.A.
waarvan ongeveer 72.300 hUA., dus 2.22
pCt. voor tuinbouw gebruikt worden.
Maar dit tuinland wordt zeer intensief
bewerkt, zoodat het mogelijk is van zulk
een betrekkelijk kleine oppervlakte zoo
veel te halen. De ontzaglijke invoer
van Nederiandsche groenten moet een
aansporing zijn, om ook in Duitschland
niet stil te zitten. Er dienen modelinrich
tingen en nieuwe methoden te komen,
nieuwe soorten beproefd te worden, om
de mededinging met het buitenland vol
te kunnen houden.
Rechtzaken
Kantongerecht te Alfen.
De gebr. D. te Koudekerk die voor
het vervoeren van een gestorven koe, lij
dende aan miltvuur reeds te voren te
recht stonden werden na het hooren van
nog een getuige veroordeeld ieder tot
f6 of 3 d.
Voor het rietsnijden te kort aan 'de
kant, op de Werda, langs de kade der
Oudendijksche polder, hadden zich te
verantwoorden de gebr. de Graaf wonen
de te W o u b r u g g e. Een der beklaag
den was verschenen, de ander was door
ziekte verhinderd. De beklaagde ver
klaarde dat hij, op last van zijn patroon
gehandeld heeft niet wetende dat hij
daardoor in overtreding is geweest. Te
gen beide bekl. werd vrijspraak ge
vraagd.
A. v. G. te Al f en, had geloopen met
een geweer in jagende houding, zonder
acte en vergunning in den Zuidpolder
onder de gem. Aarlanderveen. Tegen
hem werd geeischt twee maal f4 of
2d. Het geweer dat gedeponeerd was
ter Griffie van het Kantongerecht werd
geschat op f3.
H. P. A. wonende te Hazers-
w o u d e stond terecht voor het voor het
fleuren zonder vergunning in den Ge-
meenewegsche polder aldaar. Na het
hooren der getuigen A. C en M. Kok
hoorde v. A. f10 boete of 2 d. tegen
zich eischen.
Voor visscherij overtreding stond te
recht S. O., wonende te Alfen, eisch
f2 of fl d.
'Op den 14 October j.l. werd E. R.
gezeten op een wagen bespannen met
een paard te Koudekerk gevolgd
door een auto. Daar deze wilde passee-
ren haalde eerstgenoemde uit, terwijl de
chauffeur W. J. C. wonende te Lei
den bij het voorbijgaan het paard een
klap tegen den kop gaf met een signaal
hoorn b waardoor het beest 'hevig ver
schrikte en kwam te vallen.
Tegen den baldadigen chauffeur werd
f 6 of 3 d. geeischt.
Drie personen van ter Aar waarvan
J. H. de K. was verschenen, hadden op
voor de nachtrust bestemden tijd loo-
pen zingen. Tegen hen werd f 2 of 2
dagen geëisc'nt.
Mej. N. v. IJ.t e Boskoop had zich
te verantwoorden voor het rijden op de
fiets zonder licht onder de gemeente
Hazerswoude. Eisch f2 of 1 d.
P. K. te R ij s w ij k had zonder ver
gunning van B. en \V. met een vracht
wagen gereden op den Achterkade on
der de gemeente Boskoop. Eisch f 0.50
boete.
Voor het in voorraad hebben van 9
gewichten, waaraan het goedkeurirgs-
merk ontbrak, stond terecht H. J. L.,
bloemist te Aarlanderveen. Eisch
9 geldboeten van 50 cent, met verbeurd
verklaring der gewichten.
Wegens overtreding der leerplichtwet
van zijn zoon, werd G. B., te A a r 1 a
derveen veroordeeld tot f 3 of 3 dj
Mej. C. B. stond terecht voor het in voor-
raad hebben van ongeëikte gewichteii
Eisch 50 cent met verbeurdverklaring de^
zer gewichten.
J. de M., herbergier teOudshoorq
hoorde f 1 boete tegen zich eischen',
voor het in voorraad hebben van eenige
maten waaraan het goedkeurïngsmerk
ontbrak.
Lelies geplukt.
Op den 4den Juli stond de automobiel
van den heer de G. van Amsterdam vooi
een bloembollenveld aan den straatweg
onder HilJ eg om. De auto was eenigs-
zins defect en moest gerepareerd worden,
Mevr. de G., die in de auto zat, is
daaruit gekomen en heeft van het bollen
veld, 't eigendom van den heer R. van
Til, twee lelies geplukt of afgerukt. Al
thans, zoo wordt het haar ten laste gelegd.
Zij zelf beweert, dat de eene lelie geknakt
neerlag, en dat ze de andere werkelijk
heeft geplukt.
't Mevrouwtje is door een paar voorbij
gangers, toen ze door het hek gaande, op
hei bollenveld stond, gezegd, dat ze de
lelies niet mocht wegnemen. Gisteren
diende deze zaak voor de Haarlemsche
rechtbank.
De heer van Til, als getuige gehoord,
verklaart dat de eene der lelies een zeer
bijzondere was. Van deze is de bol ool<
uitgetrokken en daardoor waardeloos ge
worden. Hij schat dc waarde van dezen
bol op f50. Hij heeft met den heer De
G. over een schadeloosstelling gesproken
maar deze wilde niet meer dan f 10 scha
devergoeding geven.
Na het verhoor der getuigen zegt de
subs.-officier van justitie, bij het nemen
van zijn requisitoir, dat hij het betreurt,
dat hij niet een hooger boete kan eischen
dan f60. Vooral zou hij meer willen;
eischen, omdat de geleden schade aanzien-t
lijk is, en de heer de G., iemand die het
kan betalen in een automobiel te rij
den, tot de betaling van een behoorlijke
schadevergoeding niet kon bewegen.
De eisch luidt f60 subs. 12 dagen hech-
etnis.
Mr. J. N. de Vries, van Amsterdam,;
die als verdediger van beklaagde op -
treedt, doet uitkomen, dat de heer De G.
agent is voör een automobielenfabriek, en
dat dus zijn rijden niet uit luxe geschied
de. Hij noemt het gepleegde feit van ge
ringe bcteekenis, en dringt aan op vrij
spraak, omdat het ten laste gelegde niet
is bewezen, subs, oplegging eez»er min
der hooge straf.
Uitspraken.
De rechtbank te Haarlem veroordeelde
A. J. E., arbeider te Hillegoiii, we
gens mishandeling, to*t f 7 boete off 1 week
tuchtschool; E. v. d. B., schipper, en W^
v. d. B., arbeider, beiden te Noordw ij;
kerhout, wegens beleediging van eet
ambtenaar tot 7 dagen gevangenisstraf
ieder; T. de J., tuindersknecht te Nieu
we w e t e r i n g, gemeente Alkemade, we
gens verduistering tot 1 maand gevange
nisstraf en A. D., schippersknecht tt
Haarlemmermeer wegens mishan*
ling tot f 15 boete subs. 15 dagen hechte
nis.
ONGELUK OF MISDAAD?
Omtrent het geheimzinnige geval aart
den Kweekerijweg, waar zooals wij reeds
mededeelden, Vrijdagavond 1.1. de grond
werker v. d. N. uit Scheveningen doode-
lijk gewond door een schot in de borst
werd aangetroffen, zijn wij in staat nog
de volgende bijzonderheden te vermelden
v. d. N., volgens het zeggen zijner ver
wanten en bekenden, een zeer oppassend
huisvader^ zou op den bewusten avond
met een vriend gaan zien naar eenige
„klemmen", welke zij daags te voren in
de omgeving van den Kweekerijweg had
den uitgezet.
„Stroopers", in de volle en vrij ongun
stige beteekenis van het woord, waren v.
d. N., en zijn vriend niet, daar zoo
vertelde men ons "bijna alle grond
werkers, die in de aan de duinen gren-
zende buitenwijken, werkzaam zijn, af en
toe een kansje wagen om voor „moeder
de vrouw" een konijn te verschalken.
Toen v. d. N.'s kameraad op de van te
voren afgesproken plaats van samen-
komst kwam, vond hij er v. d. N. niet*
In de meening verkeerende, dat laatste
genoemde, van zijn voornemen had afge-
zien om naar de klemmen te gaan kij
ken, begaf hij zich huiswaarts, waar hij
naar bed ging.
Inderdaad had v. d. N. zich wat ver
laat en men vermoedt nu, dat hij, den
kende zijn kameraad wel bij de klemmen
te vinden, den Kweekerijweg opgegaan
is. Hier vond men 's avonds laat den ver-
slagene liggen. Hij was nog in staat te
zeggen: „Ze hebben mij geschoten" en
„Ben jij het Dorus?", zoo heette zijn
kameraad, maar .weldra verloor hij het
bewustzijn.
Het feit, dat de verslagene gedeelte
lijk nat-was, schijnt als volgt verklaard te
moeten worden.
Langs den Kweekerijweg loopt een klei
ne sloot en vlak bij de plaats, waar v,
d. N. werd gevonden, maakt deze weg
een kromming. Men vermoedt nu, dat de
verslagene vlak bij die kromming werd
aangeschoten, in zijn verwarring van den
weg raakte en langs den berm afglijdende^
in het slootje stapte. Hij moet toen nog
tegen den berm opgekrabbeld en een
stuk .w.e.egs doprgeloopen zijn, totdat hij,-