Gemengd Nieuws. huizen der zich steeds uitbreidende resi dentie. Na deze belangrijke voordracht volg de eene rede van Mr. S. Gratama, van 's Gravenhage, Raadheer in den Hoogen Raad der Nederlanden. Zich aan den vorigen spreker aanslui tende, behandelde mr. Gratama de vraag wat men in vroegeren tijd omtrent de Ro- meinsche nederzetting onder Voorburg meende te weten en wat er thans op wetenschappelijke gronden dienaangaan de nog mag worden verondersteld, daar bij in enkele opzichten verder gaande, dan Mr. Hohverda. Alvorens het eerste gedeelte der vraag te bespreken, gaf mr. Gratama een beschrijving van het terrein, waar de ne derzetting moet hebben gelegen, en ver der eenige bijzonderheden omtrent de gronden zelf, met name omtrent de bui tenplaats Ai entsburg, welke het bedoel de terrein thans vormen. Daarna ging hij de berichten na, welke blijkbaar als een Utrechtsche overlevering tot ons zijn gekomen en welke worden gevonden in de Kroniek van Beka (pl.m. 1340) en in die van de Kerklusen laghen landen (1350). Zij verhalen van een groot kasteel door den koning Aurundilius of Ezelsoor onder Voorburg gesticht, dat in 856 door de Noormannen na een heftigen strijd met de bewoners des lands zou zijn verwoest. De herkomst dezer berich ten is tot nu toe niet gebleken. Door ge schiedschrijvers uit het laatst der 15de en het begin der 16de eeuw is dit verhaal opgesmukt en zijn er allerlei dwaze fa beltjes aan toegevoegd, maar het merk waardige hunner berichten is, dat zij de overblijfsels van den burg zelf hebben aanschouwd. Waaruit valt o. a. af te lei den, dat zij toen over een oppervlakte van H.A. zich uitstrekten. Omstreeks dien zelfden tijd wordt reeds ingezien, o. a. door Keda, de schrijver van de bekende kroniek der Utrechtsche bisschoppen, dat men hier te doen had, met een werk der Romeinen. Een stand punt, dat door latere schrijvers, die hef tig te velden trekken tegen de bovenbe doelde verzinsels, niet meer verlaten wordt. Simon van Leeuwen maakt voor het eerst de veronderstelling dat de Ro- meinsche nederzetting, welke het hier géldt, zoude zijn het Forum Hadriani, voorkomende op de bekende kaart van Peutinger, en gebouwd op terrein, op gehoogd met grond uit de vaart door Cor- bulo, na zijn onderwerping van de Frie zen, in 48 na C. gegraven. Op dit standpunt staat men tegenwoor dig vrijwel nog, zooals in de rede van den vorigen spreker is gebleken, al is de be naming der nederzetting niet wetenschap pelijk gerechtvaardigd. Wij hebben er thans bij verkregen de zekerheid, dat.de nederzetting was ver sterkt, dus een militaire vestiging, en van grooter omvang, bijv. grooter dan de Saai burg in den Taunus, die slechts 31/2 JH.A. beslaat. Het is gebleken uit de vondsten en door den vorigen spr. uitvoerig aangetoond, dat het ontstaan der nederzetting in de 2e helft der eerste eeuw is te brengen. De vondsten geven omtrent het eind al even zeer eenige, zij het dan tot nu toe eenigs- zins vage, inlichting. Immers mag opgrond daarvan worden aangenomen, dat op het einde der 3e eeuw aan het bestaan dezer Romeinsche versterking, plotseling een einde is ge maakt, dus naar alle waarschijnlijkheid bij een inval der naburige Germaansche stammen, of bij een opstand der in den omtrek wonenden is nedergebrand, en met den grond gelijk gemaakt. Van latere bewoning toch is geen spoor gevonden. Spr. gaat ten slotte na het tijdsge wricht, waarna de verwoesting zoude moeten hebben plaats gevonden, en wijst op omstandigheden, die met haar in ver band zouden kunnen worden gebracht. Hij staat meer bijzonder nog stil bij den grooten inval der Germanen in Gal- lie, van het vertrek van den keizer Gal- Jicius van Italië, en ontblooting der gren zen dientengevolge van troepenplm. 260 en bij den opstand van Carari- sius in Brittannie (plm. 290). Intusschen, voorloopig moeten wij ons nog met veronderstellingen behelpen Waar naar alle waarschijnlijkheid, zullen de opgravingen die, in verband met den toegezegden steun van verschillende au toriteiten en van enkele particulieren, van wege de Vereeniging Arentsburg zullen plaats vinden, de op deze en an dere punten te verwachten inlichtingen verschaffen. Na dankzegging aan de sprekers voor hunne wetenswaardige bijdragen sloot de voorzitter de bijeenkomst. HILLEGOM. Bij zijn vertrek naar Haarlem hebben de leden van de R. K. Debating-Club aan hun geestelijk-advi seur, den WelEerw. heer S. A. de Boer een fraai koperen inktstel met toepasse lijke inscriptie als herinneringsblijk gege ven. HAZERSWOUDE. Donderdagmorgen werd van het kerkgebouw, de Zuster school en eenige particuliere woningen de driekleur uitgestoken, daar de Zeer Eerwaarde Heer J. Verhoeven, Pastoor aan 't Zwaantje, die in het St. Elisabefhsge- sticht te Leiden een operatie heeft onder gaan, na hersteld te zijn weer in zijn Parochie terugkeerde. NOORDWIJKERHOUT. Bij besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland d.d. 1 Nov. 1909 no. 65 is het aandeel van elke gemeente in te leveren manschap pen voor de. lichting I Q IJ) bepaald. Voor deze gemeente is het aandeel bepaald op 9 manschappen, waarvan 6 tot volledige en 3 tot korte oefening! zijn bestemd. Daar nos. 3, 8 en 10 zijn vrijgesteld' wegens broederdienst, is nummer 12 het hoogste dienstplichtige nummer voor de ze gemeente. Tegen a.s. Woensdag is door het bestuur der R. K. Kiesvereeniging een vergadering uitgeschreven in de zaal van café Brama alhier. Punten van behan deling: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Be handeling van het Reglement. 4. Be stuursverkiezing. 5. Rondvraag. Daar deze vergadering zeer belang rijk is, heeft het bestuur van voormelde vereeniging verzocht, deze vergadering zooveel mogelijk te bezoeken. SASSENHEIM. Tot onderwijzer aan de Christ. Nationale school alhier is be noemd de heer J. Wlepkema te Oost- wold in het Oldambt. VOORSCHOTEN. De burgemeester heeft benoemd tot agent van politie al hier C. W. Hoogteijling, gemeente-veld wachter te Wadenoyen. Tot buitenge woon agent is benoemd de gemeente bode P. A. v. Leeuwen. WOU BRUGGE. Het aantal af te le veren manschappen der Nationale Mi litie lichting 1910 is voor deze gemeen- bepaald op 5, waarvan 3 voor volledige en 2 voor korte oefeningen zullen wor den ingelijfd, zoodat lotingsnummers 2, 4, 5, 6 en 7 zullen moeten dienen. Door de lotelingen de Graaf en van Beijeren is bij den heer burgemeester dezer gemeente een verzoek gedaan om bij een der bereden wapens te mogen worden ingedeeld. Het liefst bij den rij dende artillerie te Arnhem. Dat schoone uniform der „rijers" trekt hun zeker nog al aan, trouwens dat wapen heeft nog meer, ook een schoon verleden in onze landshistorie. STATEN-GENERAAL. Begrooting van Landbouw, Nijverheid en Handel. Aan het voorloopig verslag ontleenen wij het volgende Beleid des Ministers. Eeni ge leden waren zeer teleurgesteld, dat nog geen voorstellen ter voorziening in de gevolgen van ouderdom, ziekte en invaliditeit zijn ingediend en dat aan de toezegging tot herziening der Onge- lenwet nog niet is voldaan. Ook scheen het van eenige zëlfoverschatting te ge tuigen, dat de Minister de verdediging ven het wetsontwerp tot herziening der Boterwet niet overliet aan den heer Lo- vink ,die de aangewezen man was om als regeringscommissaris den Minister ter zijde te staan. Andere leden konden zich met deze opmerkingen niet vereenigen. Zij meen den, dat het met het oog op de zeer groote moeilijkheden aan belangrijke so ciale hervormingen verbonden geen ver wondering behoeft te wekken, dat des wege nog geen voorstellen zijn ingeko men. Opnieuw werd door sommige leden geklaagd over gemis van zuinigheid bij dit departement. Terwijl de uitgaven van het departement in 1908 ongeveer f6.900.000 bedroegen, wordt voor 1910 een totaal bedrag van meer dan f8.100.000 gevraagd. Ontslag van den heer Lovink. Vele leden betreurden het heengaan van den heer Lovink. Men prees de wij ze, waarop deze hoofdambtenaar zich ten opzichte van den landbouw verdien stelijk had gemaakt. Omtrent de reden van zijn heengaan zou men gaarne inlich tingen ontvangen. Was zij van persoon lijken aard Liet de verhouding tusschen den Minister en den directeur-generaal te wenschen over? Er werd op gewezen^ dat voor den landbouw, den voornaam- sten tak van nationaal bedrijf, slechts 1 pCt. van de totale uitgaven der Staats- begrooting wordt besteed en d^t, terwijl de uitgaven voor dit hoofdstuk telkens klimmen, voor de afdeeling Landbouw telkens een lager bedrag wordt uitge trokken. Werden den heer Lovink wel de noodige gelden bewilligd voor "de verbe teringen, die hij beoogde, en is het wellicht aan te groote karigheid van de zijde des Ministers toe te schrijven, dat hij aan de roepstem van den minister toe te schrijven, dat hij aan de roep stem van den minister van Koloniën ge volg gaf? Of waren het de voordeelige aanbiedingen, hem gedaan, die hem tot heengaan bewogen? Zoo ja, waarom heeft de Minister dan niet getracht hem door verbetering van zijn financieele po sitie voor den dienst aan het departe ment te behouden Naar aanleiding van de laatste vraag merkten anderen op, dat tegen de Indische traktementen moeilijk kan worden opgeboden, en dan, na alles wat de heer Lovink gedaan had, zijn aanblijven niet meer zoo noodig is, dat daarvoor een zeer sterke verhooging van wedde gewettigd ware. Door enkele leden werd het vermoe den geuit, dat er tusschen dén Minister en den heer Lovink verschil van meening bestond omtrent de landbouw-ongeval- lenverzekering. Vernomen was, dat, ter wijl de Minister het wetsontwerp tot invoering van verplichte verzekering handhaafde, de heer Lovink het initiatief nam een vrijwillige verzekering te orga- organiseeren. is dit zoo, dan konden sommigen niet annemen, dat de Minister zulks zou hebben goedgekeurd en zouden zij de houding van den heer Lovink in deze zaak allerminst kunnen billijken. Ook hieromtrent zou men gaarne inlich ting ontvangen. Voorts werd gevraagd, of spoedig de benoeming van een nieuwen directeur- generaal is te wachten en werd er op aangedrongen ,dat aan deze een groote mate van zelfstandigheid zou worden verzekerd. Staatscommissie voor den landbouw. Gevraagd werd, waar om de publicatie van het verslag der commissie, dat, voor zoover betreft het onderzoek naar den toestand der land arbeiders, naar men meende, reeds lang gereed is, zoozeer vertraagd is Wetgeving betreffende den landbouw. Opnieuw werd aange drongen op herziening en vaststelling van wettelijke regelingen in het belang van den landbouw. Herziening der bepalingen betreffen de het pachtcontract werd wenschelijk geacht teneinde een grooter deel van het risico van het bedrijf op den eige naar van den grond over te dragen. Voorts werd door sommige leden de wenschelijkhèid betoogd van het ter be schikking stellen van kleine stukken grond aan arbeiders. Ook werd nader aangedrongen op wettelijke bepalingen betreffende ruil verkaveling. Bepleit werd opleiding van practische veeverloskundigen, wier bevoegdheid zich zou bepalen tot het verleenen van verloskundige hulp. Wordt bij de slachtplaatsen, inzonder heid voor export bestemd, wel voldoen de gezorgd voor de noodige reinheid? Sommige leden meenden, dat bij de bestrijding der rundertuberculose niet de goede weg wordt gevolgd. Beter scheen het hun ter bestrijding van de ziekte, subsidie te geven aan de landbouwver- eenigingen. Gevraagd werd, wanneer de wet tot herziening der Boterwet in werking zal treden. Men drong verder op verbetering der kaascontróle aan. Boerenleenbanken. Opnieuw werd op de bekende gronden tegen de zen post bezwaar geopperd. Aangevoerd werd, dat het exclusief karakter der Christelijke boerenleenbanken meer en meer op den voorgrond treedt. Sommige leden ontkenden, dat de Christelijke leenbanken een exclusief ka rakter zouden hebben. Tienurige arbeidsdag. Ge vraagd werd, welk gevolg de Minister denkt te geven aan de m o t i e-A a I b e r- s e c.s. Het had bevreemding ^gewekt, dat hieromtrent in de rede tot opening der zitting niets is medegedeeld. Naar aaneiding hiervan werd door anderen aangevoerd, dat aan een algemeeneTege- ling van den arbeidstijd van volwassen mannen een onderzoek naar de toestan den in de verschillende bedrijven zal moeten voorafgaan. Arbeidsinspectie. Vernomen was, dat de Minister aan de ambtenaren der Arbeidsinspectie had medegedeeld, dat hij bezwaar had hun te vergunnen het lidmaatschap van een gemeenteraad te bekleeden. Sommige leden waren van oordeel, dat deze maatregel in zijn alge meenheid te ver gaat. Geklaagd werd, dat, wanneer ind'us- trieelen voldaan hebben aan de opmer kingen van een inspecteur of inspectrice die hun fabriek of werkplaats heeft be zocht, vaak eenigen tijd later door een anderen inspecteur of inspectrice geheel nieuwe en somtijds tegenovergestelde eischen worden gesteld. Op die wijze zijn de industrieelen nooit zeker, dat zij met rust gelaten worden. Arbeidersverzekering. Ver scheidene leden klaagden over het uit blijven van de door deft Min. toegezegde voorstellen betreffende de arbeidersver zekering. Terwijl sommigen meenden, dat de arbeiders vóór alles behoefte hebben aan voorziening in de gevolgen van den ouderdom en aan verzekering tegen de gevolgen van invaliditeit, be toogden anderen, dat uitbreiding der on gevallenverzekering minstens even noo dig is. Waar met de herziening der On gevallenwet schijnt gewacht te worden, totdat een regeling der ziekteverzeke ring gereed is, werd ook spoedige in diening van een voorstel betreffende laatstgenoemde verzekering noodig ge acht. B: partieelc wijzigingen der O11- geva.-.wet, welke de Minister voor stelde ,was naar het inzien van eenige leden meer gelet op het belang der werkgevers, dan op dat der werklieden. Kunst en Wetenschappen. Een kanker=serurn Volgens de Amerikaansche Tribune heeft men in het laboratorium vaii de Columbia University een serum ontdekt, dat reeds in acht ernstige en minder ernstige gevallen van kanker een vol ledige genezing zou hebben bewerkt. Land- en Tuinbouw. Bloembollen. In het bloembollendistrict is men al lerwegen nog druk bezig met het plan ten der bollen. De oorzaak dat men hier mee zoo laat is, ligt in de natheid van den gepasseerden zomer. De bollen zijn laat binnen gekomen, de pakkerij was later dan gewoonlijk en zoo is men ook met het planten ten achter geraakt. De hyacinthen, althans de groote par tijen zitten in den grond en worden nu in der haast van dek voorzien, om ze tegen mogelijke nachtvorsten te beschut ten. Deze planten zijn hiervoor veel ge voeliger dan de tulpen en daar we al bijna half November schrijven, en dus vorst verwacht kan worden, dienden ze al van het volle dek voorzien te zijn. Het planten der tulpen is bij vele bloe misten nog. niet tot'de helft gevorderd. De teerste soortenProserpine, Mon Tresor, verschillende Due van Thol's zijn zooveel mogelijk in den grond ge bracht, maar overigens moet nog veel worden uitgeplant. Het plantgoed is, mede door den natten zomer, grooter dan gewoonlijk, zoodat men niet als an dere jaren met een mud bollen 5 bedden kan beplanten, doch slechts ruim vier. Over 't algemeen denkt men nog voor den winter klaar te zijn, zoo de vorst niet te vroeg invalt. De Duitsche tuinbouw. De Köln. Ztg. merkt op, dat de invoer van versche groenten in Duitschland in dit jaar nog niet den omvang van 1908 heeft bereikt. De rijke groentenoogst in Duitschland zal den invoer wat beperkt hebben. Maar er zal nog veel gedaan moeten worden, voor de Duitsche tuin bouw op de hoogte van dien in het bui tenland staat. De Duitsche tuinbouwers moeten in de eerste plaats leeren, hoe groenten 's winters bewaard kunnen worden. Groentenschuren, zooals in Ne derland voor het overwinteren van kool gebruikt worden, zijn in Duitschland zoo goed als onbekend. In de 9 eerste maanden van dit jaar zijn 372.397.700 K.G. groenten ter waar de van 38.7 millioen inark in Duitsch land ingevoerd. Van dezen invoer ko men alleen op rekening van Nederland 166.382.800 K.G., d. i. ongeveer 45 pCt. van den heelen invoer. De opper vlakte van Nederland bedraagt, zegt de Kölnische Ztg., ongeveer 3.255.300 H.A. waarvan ongeveer 72.300 hUA., dus 2.22 pCt. voor tuinbouw gebruikt worden. Maar dit tuinland wordt zeer intensief bewerkt, zoodat het mogelijk is van zulk een betrekkelijk kleine oppervlakte zoo veel te halen. De ontzaglijke invoer van Nederiandsche groenten moet een aansporing zijn, om ook in Duitschland niet stil te zitten. Er dienen modelinrich tingen en nieuwe methoden te komen, nieuwe soorten beproefd te worden, om de mededinging met het buitenland vol te kunnen houden. Rechtzaken Kantongerecht te Alfen. De gebr. D. te Koudekerk die voor het vervoeren van een gestorven koe, lij dende aan miltvuur reeds te voren te recht stonden werden na het hooren van nog een getuige veroordeeld ieder tot f6 of 3 d. Voor het rietsnijden te kort aan 'de kant, op de Werda, langs de kade der Oudendijksche polder, hadden zich te verantwoorden de gebr. de Graaf wonen de te W o u b r u g g e. Een der beklaag den was verschenen, de ander was door ziekte verhinderd. De beklaagde ver klaarde dat hij, op last van zijn patroon gehandeld heeft niet wetende dat hij daardoor in overtreding is geweest. Te gen beide bekl. werd vrijspraak ge vraagd. A. v. G. te Al f en, had geloopen met een geweer in jagende houding, zonder acte en vergunning in den Zuidpolder onder de gem. Aarlanderveen. Tegen hem werd geeischt twee maal f4 of 2d. Het geweer dat gedeponeerd was ter Griffie van het Kantongerecht werd geschat op f3. H. P. A. wonende te Hazers- w o u d e stond terecht voor het voor het fleuren zonder vergunning in den Ge- meenewegsche polder aldaar. Na het hooren der getuigen A. C en M. Kok hoorde v. A. f10 boete of 2 d. tegen zich eischen. Voor visscherij overtreding stond te recht S. O., wonende te Alfen, eisch f2 of fl d. 'Op den 14 October j.l. werd E. R. gezeten op een wagen bespannen met een paard te Koudekerk gevolgd door een auto. Daar deze wilde passee- ren haalde eerstgenoemde uit, terwijl de chauffeur W. J. C. wonende te Lei den bij het voorbijgaan het paard een klap tegen den kop gaf met een signaal hoorn b waardoor het beest 'hevig ver schrikte en kwam te vallen. Tegen den baldadigen chauffeur werd f 6 of 3 d. geeischt. Drie personen van ter Aar waarvan J. H. de K. was verschenen, hadden op voor de nachtrust bestemden tijd loo- pen zingen. Tegen hen werd f 2 of 2 dagen geëisc'nt. Mej. N. v. IJ.t e Boskoop had zich te verantwoorden voor het rijden op de fiets zonder licht onder de gemeente Hazerswoude. Eisch f2 of 1 d. P. K. te R ij s w ij k had zonder ver gunning van B. en \V. met een vracht wagen gereden op den Achterkade on der de gemeente Boskoop. Eisch f 0.50 boete. Voor het in voorraad hebben van 9 gewichten, waaraan het goedkeurirgs- merk ontbrak, stond terecht H. J. L., bloemist te Aarlanderveen. Eisch 9 geldboeten van 50 cent, met verbeurd verklaring der gewichten. Wegens overtreding der leerplichtwet van zijn zoon, werd G. B., te A a r 1 a derveen veroordeeld tot f 3 of 3 dj Mej. C. B. stond terecht voor het in voor- raad hebben van ongeëikte gewichteii Eisch 50 cent met verbeurdverklaring de^ zer gewichten. J. de M., herbergier teOudshoorq hoorde f 1 boete tegen zich eischen', voor het in voorraad hebben van eenige maten waaraan het goedkeurïngsmerk ontbrak. Lelies geplukt. Op den 4den Juli stond de automobiel van den heer de G. van Amsterdam vooi een bloembollenveld aan den straatweg onder HilJ eg om. De auto was eenigs- zins defect en moest gerepareerd worden, Mevr. de G., die in de auto zat, is daaruit gekomen en heeft van het bollen veld, 't eigendom van den heer R. van Til, twee lelies geplukt of afgerukt. Al thans, zoo wordt het haar ten laste gelegd. Zij zelf beweert, dat de eene lelie geknakt neerlag, en dat ze de andere werkelijk heeft geplukt. 't Mevrouwtje is door een paar voorbij gangers, toen ze door het hek gaande, op hei bollenveld stond, gezegd, dat ze de lelies niet mocht wegnemen. Gisteren diende deze zaak voor de Haarlemsche rechtbank. De heer van Til, als getuige gehoord, verklaart dat de eene der lelies een zeer bijzondere was. Van deze is de bol ool< uitgetrokken en daardoor waardeloos ge worden. Hij schat dc waarde van dezen bol op f50. Hij heeft met den heer De G. over een schadeloosstelling gesproken maar deze wilde niet meer dan f 10 scha devergoeding geven. Na het verhoor der getuigen zegt de subs.-officier van justitie, bij het nemen van zijn requisitoir, dat hij het betreurt, dat hij niet een hooger boete kan eischen dan f60. Vooral zou hij meer willen; eischen, omdat de geleden schade aanzien-t lijk is, en de heer de G., iemand die het kan betalen in een automobiel te rij den, tot de betaling van een behoorlijke schadevergoeding niet kon bewegen. De eisch luidt f60 subs. 12 dagen hech- etnis. Mr. J. N. de Vries, van Amsterdam,; die als verdediger van beklaagde op - treedt, doet uitkomen, dat de heer De G. agent is voör een automobielenfabriek, en dat dus zijn rijden niet uit luxe geschied de. Hij noemt het gepleegde feit van ge ringe bcteekenis, en dringt aan op vrij spraak, omdat het ten laste gelegde niet is bewezen, subs, oplegging eez»er min der hooge straf. Uitspraken. De rechtbank te Haarlem veroordeelde A. J. E., arbeider te Hillegoiii, we gens mishandeling, to*t f 7 boete off 1 week tuchtschool; E. v. d. B., schipper, en W^ v. d. B., arbeider, beiden te Noordw ij; kerhout, wegens beleediging van eet ambtenaar tot 7 dagen gevangenisstraf ieder; T. de J., tuindersknecht te Nieu we w e t e r i n g, gemeente Alkemade, we gens verduistering tot 1 maand gevange nisstraf en A. D., schippersknecht tt Haarlemmermeer wegens mishan* ling tot f 15 boete subs. 15 dagen hechte nis. ONGELUK OF MISDAAD? Omtrent het geheimzinnige geval aart den Kweekerijweg, waar zooals wij reeds mededeelden, Vrijdagavond 1.1. de grond werker v. d. N. uit Scheveningen doode- lijk gewond door een schot in de borst werd aangetroffen, zijn wij in staat nog de volgende bijzonderheden te vermelden v. d. N., volgens het zeggen zijner ver wanten en bekenden, een zeer oppassend huisvader^ zou op den bewusten avond met een vriend gaan zien naar eenige „klemmen", welke zij daags te voren in de omgeving van den Kweekerijweg had den uitgezet. „Stroopers", in de volle en vrij ongun stige beteekenis van het woord, waren v. d. N., en zijn vriend niet, daar zoo vertelde men ons "bijna alle grond werkers, die in de aan de duinen gren- zende buitenwijken, werkzaam zijn, af en toe een kansje wagen om voor „moeder de vrouw" een konijn te verschalken. Toen v. d. N.'s kameraad op de van te voren afgesproken plaats van samen- komst kwam, vond hij er v. d. N. niet* In de meening verkeerende, dat laatste genoemde, van zijn voornemen had afge- zien om naar de klemmen te gaan kij ken, begaf hij zich huiswaarts, waar hij naar bed ging. Inderdaad had v. d. N. zich wat ver laat en men vermoedt nu, dat hij, den kende zijn kameraad wel bij de klemmen te vinden, den Kweekerijweg opgegaan is. Hier vond men 's avonds laat den ver- slagene liggen. Hij was nog in staat te zeggen: „Ze hebben mij geschoten" en „Ben jij het Dorus?", zoo heette zijn kameraad, maar .weldra verloor hij het bewustzijn. Het feit, dat de verslagene gedeelte lijk nat-was, schijnt als volgt verklaard te moeten worden. Langs den Kweekerijweg loopt een klei ne sloot en vlak bij de plaats, waar v, d. N. werd gevonden, maakt deze weg een kromming. Men vermoedt nu, dat de verslagene vlak bij die kromming werd aangeschoten, in zijn verwarring van den weg raakte en langs den berm afglijdende^ in het slootje stapte. Hij moet toen nog tegen den berm opgekrabbeld en een stuk .w.e.egs doprgeloopen zijn, totdat hij,-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 6