BINNENLAND.
De Erfgenamen van Judas.
Uit Stad en Omgeving.
Gemengd Nieuws.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 10 November.
De hoofdzaak.
Dr. Nolens laat in de „N. Venl. Ct."
een ontwikkeld arbeider als volgt be-
toogen welke van de sociale verzeke
ringen het meest dringend is
Och heeren, de hoofdzaak voor óns
is de invaliditeitsverzekering.
Dit blijkt ook uit het feit dat op 1
Juii het aantal rentetrekkenden wegens
invaliditeit bijna negen maal grooter is
dan dat van de rentetrekkenden wegens
ouderdom.
De ongevallenwet eischt herziening.
Zeker, maar van ons arbeidersstandpunt
voelen we meer voor uitbreiding dei* on
gevallenverzekering; op die kringen van
.werklieden, waarvoor ze nog niet geldt.
De ziekteverzekering is zonder twijfel
van veel gewicht. Maar voor ons niet
van zooveel belang als de invaliditeits
verzekering waarin de ouderdomsverze-
keriug ligt opgesloten.
Het heeft ook ons, werklieden, ge
troffen dat het getal der rentetrekken
den wegens ziekte in Duitschland zeer
gering is.
Overigens zijn in ons land reeds vele
arbeiders vrijwillig tegen ziekte verze
kerd en in menig grootbedrijf heeft men
ziektefondsen.
En het valt niet te ontkennen dat eene
.wettelijke regeling wel wat storend zal
werken op verhoudingen, die nu een
maal langzamerhand zijn ontstaan.
Mij en andere werklieden komt het
voor dat het denkbeeld ,dat in het Voor-
loopig Verslag wordt uitgesproken, nl.
om art. 1638c. van het Burgerlijk Wet
boek waarover toch reeds zooveel te
doen is, van aanvullend, wat het nu is,
verplichtend te maken, wel eens over
wogen mag worden.
Als dat verwezenlijkt kon worden wa
ren we op eenvoudiger Wijze evengoed
geholpen.
Maar de hoofdzaak, het kan niet ge
noeg herhaald worden, is voor ons de
verzorging der invalieden.
Nu wil het ongeluk dat er te veel
stelsels worden aangeprezen.
En steeds meer wordt over die stel
sels getwist.
Wat men noemt de staatspensionnee-
ring schijnt voorgoed van de baan te
zijn.
Als er nu maar niet te lang meer
geredeneerd wordt over de nog resten
de stelsels.
Gelukkig heeft de regeering eene keu
ze gedaan en is zij dus niet meer aan
het zoeken.
Dat geeft ons wel hoop dat in deze
vierjarige wetg\syende periode datge
ne, wat op het oogenblik voor ons, ar
beiders, van het meeste gewicht is, n.l.
verzorging van de invalieden met in
begrip* van de ouden van dagen, nu eens
eindelijk tot stand zal worden gebracht.
Temeer omdat dit kabinet zich in
1913 niet zal kunnen verontschuldigen
met een beroep op den korten tijd, ge
durende welken het aan het bewind is
geweest."
Tegen deze redeneering van een ont
wikkeld werkman zou, meentdr. No-
lens, niet veel in te brengen zijn.
Koninklijke besluiten.
Met ingang voor 16 November is be
noemd tot leeraar in de phytopathologie
aan de Rijks hoogere land-, tuin- en
boschbouwschool te Wageningen, en be
last met het verrichten van die werkzaam
heden, als assistent, welke hem door den
directeur van het Instituut voor Phytopa
thologie, hoofd van den phytopathologi-
schen dienst worden opgedragen: dr. H.
M. Quanjer te Wageningen, thans assis
tent aan de Rijks hoogere land-, tuin- en
boschbouwschool.
FEUILLETON.
34)
De neger keek Cyrillus nog lang na,
terwijl hij, gehoorzamend aan het bevel
van de klok, naar de klas ging, waar zijn
ïnedeleerlingen hem reeds voorgegaan
.waren.
Terwijl Cyrillus aan den arbeid was,
legde Pampy te voet den weg af naar de
rue Moncey.
Na twee uren was hij weder thuis.
Toen hij in de keuken kwam, vond hij
er niemand.
Pampy klopte aan de deur van zijn
meester om hem te vertellen, hoe het
bezoek was afgeloopen, maar hij kreeg
geen antwoord. Hij ging toen dc trap op
om andere kleederen aan te trekken.
Boven hoorde hij levenhij ging er
heendaar vond hij alle bewoners van
het huis met mijnheer Maloeuvre ver
een igd.
Gij weet, mijnheer, zeide de keuken
meid Josephine, wannéér men zulks zegt
dan moet men het bewijzen. Er is iets
weg, onderzoek het huis. Mijn deur is
jopen, stel een onderzoek in, ik heb een
goed geweten.
l Zij heeft gelijk, zeide de koetsier,
Tegen waterverontreiniging.
Maandag werd te Amsterdam een pro-
paganda-bijeenkomst gehouden van het
vooloopig comité tot oprichting eener
„Nederlandsche vereemging tegen wa
terverontreiniging", onder leiding van
den heer B. J. Gelder, redacteur van
„De Visschenj-Courant."
Met hem bestond het voorloopig comi
té uit de volgende heeren: H. A. Aalde-
rink, te GroningenJ. C. H. Visser,
gep. majoor der genie O.-I. L., te Apel
doorn mr. J. E. Hillesum, A. Kropveld
jr., arts, A. J. van Laar, allen te Am
sterdam, en dr. j. Romijn, inspecteur
van de Volksgezondheid te 's-Herto-
genbosch.
De bijeenkomst werd o.m. bijgewoond
door den heer H. A. van IJselsteijn,
directeur-generaal van den Arbeid, als
vertegenwoordiger van den Minister van
Landbouw, en tal van belangstellenden.
Door mr. I. A. Levy, werden eenige
critische beschouwingen ten beste ge
geven over het aanhanging wetsontwerp
ter bestrijding van de waterverontreini
ging-
Wat het ontwerp nalaat, meende Spr.,
dat de openbare meening moest verrich
ten door aan het Nederlandsche volk het
bewustzijn te brengen, dat de waterver
ontreiniging is een noodzakelijk kwaad,
dat zoowel door de gemeenten als door
de industrie kan worden teweeggebracht
en dat alleen bezworen kan worden door
de samenwerking van allen.
Daarna werden Statuten en huishou
delijk reglement behandeld en vastge
steld.
De heeren die het comité hadden uit
gemaakt werden bij acclamatie tot le
den van het hoofdbestuur benoemd.
Nog vier leden werden aan het hoofd
bestuur toegevoegd, nl. de heeren dr.
P. M._J. M. E. Woltering, hoofdinsepc-
teur van de Volksgezondheid te 's-Her-
togenbosch, F. 's Jacob1, ingen. bij P. W.
en G. S. Vlieger, lid van het hoofd
bestuur van „Schuttevaer", beiden te
Amsterdam, en J. E. Scholten, lid van
de Eerste Kamer, te Groningen.
Uit deze heeren werd de heer Wolte
ring tot voorzitter gekozen.
Nadat was besloten, dat de vereeni-
ging lid zal worden van het „Congres
voor sociale hygiëne", sloot de voor
zitter de vergadering, nadat hij nog eens
den heer Van IJsselsteijn had dank ge
bracht voor diens tegenwoordigheid en
een beroep had gedaan op zijn hulp
en steun voor 'de toekomst.
Wijziging Kinderwetten.
Eenigeu tijd geleden werd mededee-
ling gedaan dat het in de bedoeling zou
de liggen de invoering der wet tot wijzi
ging der civiele kinderwetten op 1 Nov.
j.l. te bevorderen. Wij vernemen thans,
dat de noodige uitvoeringsmaatregelen
de invoering op evengemeld tijdstip heb
ben onmogelijk gemeekt, doch dat het
in het voornemen van den minister van
justitie ligt te bevorderen, dat die wet
op 1 December in werking trede.
LEGER EN VLOOT.
Het ligt in de bedoeling voor de 2e
en 3e opkomst voor herhalingsoefenin
gen eene gewijzigde regeling te treffen
in dien zin, dat dit voor het jaar 1910 ten
gevolge heeft, dat er in dit jaar geen en
kele lichting zal wezen, die voor de 2e
de maal moet opkomen, doch dat er daar-
rentegen twee lichtingen zullen zijn, die
hare derde herhalingsoefening hebben te
houden.
LEIDEN, 10 November.
De korporaals Tooneel-, Gymnas
tiek- en Schermvereeniging „De Drie
kleur", in garnizoen alhier, zal op Za
terdag 13' November a.s. des avonds om
half 9 uur in de concertzaal van het Ho
tel du Nord eene uitvoering geven.
De generale repetitie welke daags te
voren plaats heeft, zal worden bijgewoond
door de manschappen van het garnizoen.
er zijn zakkenrollers hier.
Ik zal een onderzoek instellen, zeide
Maloeuvre. Het horloge van Coelio is
gisteren opgehangen bij den schoorsteen,
geen vreemdeling is in huis geweest, het
moet teruggevonden worden.
De keukenmeid ging in haar kamer,
opende haar kast en haar koffer en dreef
haar ijver zoo ver, dat zij haar matras om
keerde.
Onderzoekend vroeg Pampy aan het
keukenmeisje:
Is het horloge van Coelio gestolen?
Ja, hebt gij het niet op de boulevard
gevonden
Pampy haalde de schouders op en ging
naast "Josephine staan.
Wat zou ik met dat horloge moeten
doen? zeide deze laatste.
Zij wascht zich schoon, zeide dc
noodhulp uit de keuken.
John, de koetsier, opende ook zijn ka
mer. Hij liet het een en ander aan Ma
loeuvre zien en bleef ernstig gedurende
het onderzoek.
De volgende kamer was dfe van den
kamerknecht. Ook hier had het onder
zoek geen resultaat.
Na het onderzoek van de kamer van
Irma, de kamerjuffrouw, bleef alleen de
kamer van Pampy over.
Maloeuvre richtte zich tot den zwarte.
De sleutel, zeide hij.
Met Staaiscourant no. 262 zijn ver
zonden de gewijzigde statuten van de
Naaml. Venn. Broodfabriek Ceres alhier.
-. Gistermiddag circa vier uur be
vond de 17-jarige zoon van 'den motor
schipper G. zich op de boot, van zijn
vader, liggende aan het Utrechtsch Veer,
alhier, toen een zijner bekenden, zekere
de J., met hem een praatje aanknoop
te. Van woorden kwam het tot stoeien,
waarbij G. ongelukkigerwijze van de
boot afgleed en te water geraakte. Of
schoon hij onder dook, was hij toch
binnen enkele minuten weer op het dro
ge en kwam alzoo met een nat pak vrij.
ALFEN AAN DEN RIJN. Bij offici-
eele publicatie heeft de burgemeester
ter algemeene kennis gebracht, dat in
de politieverordening bepalingen zijn
opgenomen, houdende verbod van
le het uitoefenen van het voetbalspel
op den openbaren weg;
2e. voor het uitoefenen van het be
drijf van Melkventer, van Groentenven-
ter, van Slager of van Bakker, het in-
gebruik hebben van een gebouw dat
niet is aangesloten aan de gemeentelijke
hoogdruk-bronwaterleiding, of voorzien
is van door Burgemeester en "Wethou
ders schriftelijk goedgekeurde water
voorziening
3e. voor het reinigen van vaatwerk,
gereedschappen of van andere voorwer
pen welke voor de uitoefening dier be
drijven gebruikt worden, ander water
te gebruiken dan sub 2o voorschreven.
4e. Het wasschen van groenten door
groentenventers in rivierwater ,in sloo-
ten welke met rivieren in verbinding
staan, of in water dat door B. en W.
voor de gezondheid schadelijk wordt
geacht.
Overtreding wordt gestraft met
geldboete van ten hoogste f 25 of hech
tenis van ten hoogste 6 dagen.
AARLANDERVEEN. Bij de gehouden
aanbesteding tot bouw eener nieuwe
openbare school met woning voor het
hoofd was de laagste inschrijver de heer
J. Haring, voor een som van f 11886.
Gunning nog aangehouden.
Op Donderdag 11 Nov. 1909 des
middags te 10 uren, zal de Gemeenteraad
zitting houden.
Onderwerpen ter behandeling zijn:
1. Een adres van J. v. Vliet, om leve
rantie van schoolbehoeften.
2. Uitslag publieke aanbesteding en
gunning van het werk.
3. Voorstel ai- en overschrijving be-
grooting 1909.
HAARLEMMERMEER. In den avond
van Dinsdag is een ernstige brand ont
staan bij den landbouwer Groenenberg,
aan den Aalsmeerderweg, sectie 7.7. Een
groote houten wagenschuur en een hooi
berg, geheel gevuld met ongedorschte
granen, brandden tot aan den grond af.
De bouwmanswoning, alsmede nog een
hooiberg, bleven gespaard, waartoe ook
de inmiddels aangerukte brandweer ijve
rig heeft medegewerkt.
Een groote partij landbouwgereed
schappen werd eene prooi der vlammen.
Het vee werd gered, uitgezonderd eenige
kippen.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Alles was verzekerd. De vlammengloed
was duidelijk in Leiden waarneembaar.
KATWIJK. Van <Je haringvisscherij
zijn o.a. te IJmuiden teruggekomen de
loggers K.W. 4 Adriana en Cornelia
met 20 last, K.W. 47 Marinus Basti-
aan met 18 last en de bomschuit K.W.
67 de vrouw Neeltje met 20 last. Te
Vlaardingen liep binnen de bom K.W.
75 met 24 last.
NIEUWKOOP. De milicien C. N. Riet
veld aan wien dit jaar uitstel van op
komst voor herhalingsoefeningen werd
verleend, zal zich daartoe op 13 Dec. a.s.
bij zijn korps onder de wapenen hebben
te melden.
ZOETERWOUDE (Hoigen Rijndijk)
Maandagavond was het de tweede uit^
voering in het Patronaat. Het program
ma was gelijk aan den vorigen avond
alleen de schoone rede van dr. van
Dillen moesten wij missen, alhoewel de
Ik heb hem in het slot gelaten, ant
woordde de neger.
Hij zit er niet in! riep Josephine uit.
De sleutel, de sleutel! herhaalde de
kamerknecht.
Pampy betastte zijn zakken.
Ik heb hem niet! zeide Pampy op
kalmen toon.
Dat is vreemd, hernam "Maloeuvre.
En gij erkent dat gij den sleutel in het
slot gelaten hebt.
Ziet gij kans om de deur in te trap-
peen, zeide Maloeuvre tot John.
Deze gaf een flinken trap tegen de
deur en zij sprong open.
Mijnheer Maloeuvre ging voor.
Alles werd onderzocht. Het onderzoek
bleef zonder resultaat, totdat Maloeuvre
met eene ruwe beweging de matras op
lichtte en een voorwerp op den grond
viel.
De kamerknecht kroop onder het ledi
kant en haalde er een prachtig horloge
met ketting te voorschijn.
Een gemompel van verontwaardiging
deed zich hooren.
Dat is niet waar! zeide Pampy,
dat is niet waarDe zwarte is een eerlijk
man, h ij heeft niets gestolen.
Gij zijt getuigen, zeide Maloeuvre,
zich tot de omstanders richtend.
Ja, mijnheer, zeide de kamerjuffer,
het is een schande. „Wie had hem voor
Z.Eerw. Pastoor in zijn openingsrede
in korte woorden doel en strekking de
zer rede heeft herhaald. Het geheel liep
nog beter van stapel dan de eerste
avond; het werd nog aangevuld door
eenige voordrachten van den Heer A.
Vlasveld waarvan vooral in den smaak
viel „de Jood." Een woord van lof komt
ook toe aan den grimmeur den heer K.
C. G. Staats van Leiden. Nadat de
Z.Eerw. Heer Pastoor aan allen die
hebben meegewerkt tot het welslagen
van deze feestavonden dank had ge
bracht, gingen allen, welvoldaan huis
waarts daarmede behoorde deze feest
viering weer tot het verleden. Voor de
vastenavond wacht ons een mooi drama.
Kunst en Wetenschappen.
Maatsch. der Ned. Letterkunde.
De „Levensberichten der afgestorven
medeleden van de Maatschappij der Ne
derlandsche Letterkunde te Leiden" vor
men dit jaar een boekdeel van 478 bladzij
den, bevattende biographieën van de vol
gende personen:
L. Overman, door M. A. Perk; Bo Ti-
deman door Jo. de Vries; P. Louewrse
door L. J. J. Hageraats; J. H. Gallée,
door dr. J. C. Volgraff; J. F. B. Baert
door mr. H. P. G. Quack; A. C. Vreede
door dr. A. E. J. Holwerda; A. Winkler
Prins, door dr. J. Dyserinck; E. F. van
Dissel, door dr. J. H. C. Kern; B. F.
Matthes door dr. J. C. G. Jonker; B.
J. M. de Bont, door J. F. M. Sterck; E.
Laurillard door P. H. Ritter; D. C. Meijer
Jr. door R. W. P. de Vries; J. H. de
Stoppelaar door mr. W. Polman Kruse-
man; N. A. Cramer door dr. A. Kluyver;
P. F. Feith door A. P. T'h. Eyssell; A.
Tel ting, door dr. C. P. Burger Jr.
EEN HOENDERMYSTERIE.
Het „Rotterd. Nieuwsblad" vertelt:
Tien mooie kippen en een haan mocht
buurman zijn eigendom noemen. Met hét
nieuwe hok was het zijn trots en zijn
glorie.
Lang, lang had hij gepeeinsd van welk
nut hem het kleine lapje grond kon zijn,
dat hij achter zijn bescheiden woning in
een bescheiden straat in het westelijk
stadsdeel bezat. Voor koren-, rogge- en
haveraanplant was het veel te klein;
evenals voor aardappelbouw of boonen
teelt.
Toen had hij het wijs besluit genomen
zich te gaan toeleggen op de hoender
teelt.
De helft van het tuintje werd ingeno
men door eeen prachthok, van eigen vin
ding. Geen deurtje, dat klemde en dat
de risico gaf de bewoonsters te doen
ontglippen, als men het met een ruk open
had, neen, er was heelemaal geen deur
in. Het lage dak was voorzien van een
vierkant gat, waardoor niet alleen de kip
pen ingebracht of uitgehaald konden wor
den, maar dat tevens dienst deed als voe
dergat.
Geen denken aan, dat een vlieglustige
kip de opening op eigen wieken uit kon
daartoe zou zij de vleugels moeten uit
spreiden en dan was het gat te klein.
Buurman verlustigde zich eiken dag in
den aanblik van zijn mooie kippetjes en
zijn mooie hok en hoopte spoedig van de
lekkere eitjes te kunnen smullen, die zijn
gevleugeld bezit hem zou verschaffen.
Zoowat een week na de installatie der
hoenders, kwam buur als naar gewoonte
voor het ontbijt zijn kippetjes begroeten,
toen hij tot zijn ontsteltenis bemerkte,
dat er één aan het getal ontbrak.
Hoe was dat mogelijk? De eenige op
lossing was een kippendief, hetzij mensch
of dier en, in verband met die supposi
tie, werd 's avonds listiglijk een val op
gesteld.
Maar tot buur's grooien schrik ontbrak
den volgenden morgen weer een hoen.
En er was geen spoor te zien van een roo-
ver.
Dan maar een deel van den nacht ge
waagd. Mogelijk was het een roofvogel,
en als het zoo was, dan zou hij er van
lusten.
zoo slecht kunnen houden.
Laten wij hem bij den commissaris
brengen, zeide Josephine.
in het eerste oogenblik kon de onge
lukkige niets antwoorden. Hij zag zich
van zijn eer beroofd, hij, die gedurende
lange jaren, zonder loon, zijn meester ge
diend had. Op zijn beweringen werd geen
acht geslageen. Maloeuvre moest verhin
deren dat John Pampy in zijn hals greep.
Gij zijt een ellendeling, zeide hem
de voogd van Cyrillus, gij hebt een laf
hartige, schandelijke daad begaan.... Ik
zou u aan de justitie kunnen overleve
ren en u gevangen laten nemen. Maar
ik herinner mij, dat gij eertijds het le
ven van Cyrillus en Marie-Angelina ge-
hebf. Ik stel mij tevreden met u weg te
jagen
Den armen zwarte wegjagen zeide
Pampy.
Ik verbied u een voet in dit huis
te zetten, en mijn pupil te bezoeken
Indien gij dit toch doet, dan zult gij on
middellijk gestraft worden
Ik ben onschuldig! zeide Pampy,
ik ben onschuldig
Hij wees naar het kruis, dat bij zijn bed
hing.
Hij is rechtvaardig! zeide hij. Hij
kent de waarheid. Hu zal ae leuge
naars straffen.
Tot twee uur hield buur het uit; de kip
pen waren niet van stok geweest en geen
enkel verdacht geluid had de stilte ver
stoord.
Toen buur 's morgens om zeven uur
met slaperig gezicht in den ren keek,-
zag hij nog maar zeven kippetjes.
OO Dat was te erg
Dan maar een heelen nacht er aan ge
waagd.
Er werd 's avonds een verdekte op
stelling geemaakt in de serre, vanwaar,
uit het hok kon worden waargenomen^
Het was een zenuwoverspannend cor-
vée, dat muisstil turen naar een plek, en
meermalen betrapte buur zichzelf er opt-
dat hij zat te knikkebollen.
Met blijdschap begroette hij den da
geraad en kwam toen tevens tot de ge
lukkige ervaring, dat het getal kippen van
den vorigen dag nog compleet was.
Nu was het uitkijken
En hij deed het, totdat zijn oogen ef
pijnlijk van aangedaan werden.
Sapperloot! Wat was dat?
Een der kippen sprong eensklaps op
naar iets dat bij het voedergat zweefde4'
Een worm of rupsje zeker. Slok! 't was
naar binnen.
Maar de kip kwam niet op den grond
terug; het dier zweefde door het gat
heen
Met één sprong was buur de serredeu
ren uit en kreeg nog juist zijn eigendom
te pakken.
Een ruk en met de kip vielen een lijn
en een daaraan verbonden hengel in het
tuintje
Het hoendermysterie was opgelost: de.
buren van de eerste étage waren liefheb
bers van een kippenbout
Inbrekers betrapt. De
reeks der in den laatsten tijd met meer
der of minder succes doorgevoerde in
braken te Rotterdam is steeds vermeer
derende. Gelukkig zijn gisternacht in de
Weenastraat een paar bekende leden van
het gilde aangehouden, en wel Th. L.
Bijnen uit Amsterdam, en C. Donker
uit Amsterdam, van wie eerstgenoemde
beslist herkend werd als betrokken bij
een door de politie verijdelde inbraak
in het café van het station der Zuidholl.
Electr. Spoorwegmaatschappij, bekend
onder den naam van café-restaurant Loos-
aan het Hofplein.
Dinsdagnacht circa 4 uur vermoedde
een surveilleerend politieagent aldaar-
onraad, waarom hij een collega opwacht
te die voor de deur op post werd ge
steld. Hij verschafte zich toegang, en
terwijl hij nog bezig was met 't instellen
van een onderzoek stormden twee per
sonen hem voorbij de deur uit. Zij lie
pen deen op post staanden agent omver
en kozen het hazenpad. De politieagen
ten gingen hen na, enkele revolverscho
ten lossende, die evenwel niet troffen.
Een nader in het café ingesteld on
derzoek bracht aan het licht dat de in
brekers zich toegang verschaften met
een valschen sleutel. Na de electrische
geleidingen te hebben doorgesneden,
drongen zij door in het kantoor van den
gerant, waar zij kennelijk voornemens
waren de brandkast te forceeren ,die
reeds op haar kant was gelegd.. In dien
arbeid zijn zij door "de politie gestoord.
Er wordt in het café niets vermist.
Zaterdagavond ontstond in
de N. Ebbingestraat ruzie tusschen twee
jongens. Een hunner trok zijn mes en
gaf den ander een steek in den boven
arm. De getroffene werd haar het Acad.
Ziekenhuis overgebracht, terwijl de da
der bleek te zijn een twaalfjarig ventje.
Te Tiel is gisternacht in de
gemeente-secretarie ingebroken. De
trouwbus, bevattende ongeveer f 100, is
gelicht.
Maandagavond naderde een
rijtuig van de Erven J. Maaskant te
Haarlemmermeer Hoofddorp, toen het
paard ter hoogte van de geniesluis!
schichtig werd en paard en wagen in
de Hoofdvaart terecht kwamen. Op het
hulpgeroep der inzittenden (de knecht
en een jongen) kwamen tal van men-
schen toesnellen om hulp te bieden, wat
hoog noodig was. Knecht en jongen
Zonder er een woord bij te voegen,-
ging hij de trap af.
Coelio en Marie-Angelina verlieten juist
de studiekamer.
De zwarte viel voor het jonge meisje
neer.
Men heeft mij belasterd, mij wegge
jaagd
De jonge Coelio ging naar Maloeuvre.
Vader! zeide hij.
Spreek er niet vanzeide Maloeuvre.
Door hém weg te zenden heb ik mij toe
geeflijk getoond.
Ik dank"hem mijn leven, zeide Ma
rie-Angelina nu.
Ik red hem uit het tuchthuis!
Pampy snikte aan de voeten van Ma
rie-Angelina.
Geloof het niet! zeide hij, geloof
het niet!
Neen, neen, zeide zij nu, ik kan niet
gelooven dat gij schuldig zijt.
De neger richtte zich op.
Vaarwel Coelio, zeide hij, waak over
de kleine meesteres.
Toen ging hij de trap af en verliet het
huis.
(Wordt Vervolgd).