BINNENLAND. De Erfgenamen van Judas. Uit Stad en Omgeving. Gemengd Nieuws. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 10 November. De hoofdzaak. Dr. Nolens laat in de „N. Venl. Ct." een ontwikkeld arbeider als volgt be- toogen welke van de sociale verzeke ringen het meest dringend is Och heeren, de hoofdzaak voor óns is de invaliditeitsverzekering. Dit blijkt ook uit het feit dat op 1 Juii het aantal rentetrekkenden wegens invaliditeit bijna negen maal grooter is dan dat van de rentetrekkenden wegens ouderdom. De ongevallenwet eischt herziening. Zeker, maar van ons arbeidersstandpunt voelen we meer voor uitbreiding dei* on gevallenverzekering; op die kringen van .werklieden, waarvoor ze nog niet geldt. De ziekteverzekering is zonder twijfel van veel gewicht. Maar voor ons niet van zooveel belang als de invaliditeits verzekering waarin de ouderdomsverze- keriug ligt opgesloten. Het heeft ook ons, werklieden, ge troffen dat het getal der rentetrekken den wegens ziekte in Duitschland zeer gering is. Overigens zijn in ons land reeds vele arbeiders vrijwillig tegen ziekte verze kerd en in menig grootbedrijf heeft men ziektefondsen. En het valt niet te ontkennen dat eene .wettelijke regeling wel wat storend zal werken op verhoudingen, die nu een maal langzamerhand zijn ontstaan. Mij en andere werklieden komt het voor dat het denkbeeld ,dat in het Voor- loopig Verslag wordt uitgesproken, nl. om art. 1638c. van het Burgerlijk Wet boek waarover toch reeds zooveel te doen is, van aanvullend, wat het nu is, verplichtend te maken, wel eens over wogen mag worden. Als dat verwezenlijkt kon worden wa ren we op eenvoudiger Wijze evengoed geholpen. Maar de hoofdzaak, het kan niet ge noeg herhaald worden, is voor ons de verzorging der invalieden. Nu wil het ongeluk dat er te veel stelsels worden aangeprezen. En steeds meer wordt over die stel sels getwist. Wat men noemt de staatspensionnee- ring schijnt voorgoed van de baan te zijn. Als er nu maar niet te lang meer geredeneerd wordt over de nog resten de stelsels. Gelukkig heeft de regeering eene keu ze gedaan en is zij dus niet meer aan het zoeken. Dat geeft ons wel hoop dat in deze vierjarige wetg\syende periode datge ne, wat op het oogenblik voor ons, ar beiders, van het meeste gewicht is, n.l. verzorging van de invalieden met in begrip* van de ouden van dagen, nu eens eindelijk tot stand zal worden gebracht. Temeer omdat dit kabinet zich in 1913 niet zal kunnen verontschuldigen met een beroep op den korten tijd, ge durende welken het aan het bewind is geweest." Tegen deze redeneering van een ont wikkeld werkman zou, meentdr. No- lens, niet veel in te brengen zijn. Koninklijke besluiten. Met ingang voor 16 November is be noemd tot leeraar in de phytopathologie aan de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool te Wageningen, en be last met het verrichten van die werkzaam heden, als assistent, welke hem door den directeur van het Instituut voor Phytopa thologie, hoofd van den phytopathologi- schen dienst worden opgedragen: dr. H. M. Quanjer te Wageningen, thans assis tent aan de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool. FEUILLETON. 34) De neger keek Cyrillus nog lang na, terwijl hij, gehoorzamend aan het bevel van de klok, naar de klas ging, waar zijn ïnedeleerlingen hem reeds voorgegaan .waren. Terwijl Cyrillus aan den arbeid was, legde Pampy te voet den weg af naar de rue Moncey. Na twee uren was hij weder thuis. Toen hij in de keuken kwam, vond hij er niemand. Pampy klopte aan de deur van zijn meester om hem te vertellen, hoe het bezoek was afgeloopen, maar hij kreeg geen antwoord. Hij ging toen dc trap op om andere kleederen aan te trekken. Boven hoorde hij levenhij ging er heendaar vond hij alle bewoners van het huis met mijnheer Maloeuvre ver een igd. Gij weet, mijnheer, zeide de keuken meid Josephine, wannéér men zulks zegt dan moet men het bewijzen. Er is iets weg, onderzoek het huis. Mijn deur is jopen, stel een onderzoek in, ik heb een goed geweten. l Zij heeft gelijk, zeide de koetsier, Tegen waterverontreiniging. Maandag werd te Amsterdam een pro- paganda-bijeenkomst gehouden van het vooloopig comité tot oprichting eener „Nederlandsche vereemging tegen wa terverontreiniging", onder leiding van den heer B. J. Gelder, redacteur van „De Visschenj-Courant." Met hem bestond het voorloopig comi té uit de volgende heeren: H. A. Aalde- rink, te GroningenJ. C. H. Visser, gep. majoor der genie O.-I. L., te Apel doorn mr. J. E. Hillesum, A. Kropveld jr., arts, A. J. van Laar, allen te Am sterdam, en dr. j. Romijn, inspecteur van de Volksgezondheid te 's-Herto- genbosch. De bijeenkomst werd o.m. bijgewoond door den heer H. A. van IJselsteijn, directeur-generaal van den Arbeid, als vertegenwoordiger van den Minister van Landbouw, en tal van belangstellenden. Door mr. I. A. Levy, werden eenige critische beschouwingen ten beste ge geven over het aanhanging wetsontwerp ter bestrijding van de waterverontreini ging- Wat het ontwerp nalaat, meende Spr., dat de openbare meening moest verrich ten door aan het Nederlandsche volk het bewustzijn te brengen, dat de waterver ontreiniging is een noodzakelijk kwaad, dat zoowel door de gemeenten als door de industrie kan worden teweeggebracht en dat alleen bezworen kan worden door de samenwerking van allen. Daarna werden Statuten en huishou delijk reglement behandeld en vastge steld. De heeren die het comité hadden uit gemaakt werden bij acclamatie tot le den van het hoofdbestuur benoemd. Nog vier leden werden aan het hoofd bestuur toegevoegd, nl. de heeren dr. P. M._J. M. E. Woltering, hoofdinsepc- teur van de Volksgezondheid te 's-Her- togenbosch, F. 's Jacob1, ingen. bij P. W. en G. S. Vlieger, lid van het hoofd bestuur van „Schuttevaer", beiden te Amsterdam, en J. E. Scholten, lid van de Eerste Kamer, te Groningen. Uit deze heeren werd de heer Wolte ring tot voorzitter gekozen. Nadat was besloten, dat de vereeni- ging lid zal worden van het „Congres voor sociale hygiëne", sloot de voor zitter de vergadering, nadat hij nog eens den heer Van IJsselsteijn had dank ge bracht voor diens tegenwoordigheid en een beroep had gedaan op zijn hulp en steun voor 'de toekomst. Wijziging Kinderwetten. Eenigeu tijd geleden werd mededee- ling gedaan dat het in de bedoeling zou de liggen de invoering der wet tot wijzi ging der civiele kinderwetten op 1 Nov. j.l. te bevorderen. Wij vernemen thans, dat de noodige uitvoeringsmaatregelen de invoering op evengemeld tijdstip heb ben onmogelijk gemeekt, doch dat het in het voornemen van den minister van justitie ligt te bevorderen, dat die wet op 1 December in werking trede. LEGER EN VLOOT. Het ligt in de bedoeling voor de 2e en 3e opkomst voor herhalingsoefenin gen eene gewijzigde regeling te treffen in dien zin, dat dit voor het jaar 1910 ten gevolge heeft, dat er in dit jaar geen en kele lichting zal wezen, die voor de 2e de maal moet opkomen, doch dat er daar- rentegen twee lichtingen zullen zijn, die hare derde herhalingsoefening hebben te houden. LEIDEN, 10 November. De korporaals Tooneel-, Gymnas tiek- en Schermvereeniging „De Drie kleur", in garnizoen alhier, zal op Za terdag 13' November a.s. des avonds om half 9 uur in de concertzaal van het Ho tel du Nord eene uitvoering geven. De generale repetitie welke daags te voren plaats heeft, zal worden bijgewoond door de manschappen van het garnizoen. er zijn zakkenrollers hier. Ik zal een onderzoek instellen, zeide Maloeuvre. Het horloge van Coelio is gisteren opgehangen bij den schoorsteen, geen vreemdeling is in huis geweest, het moet teruggevonden worden. De keukenmeid ging in haar kamer, opende haar kast en haar koffer en dreef haar ijver zoo ver, dat zij haar matras om keerde. Onderzoekend vroeg Pampy aan het keukenmeisje: Is het horloge van Coelio gestolen? Ja, hebt gij het niet op de boulevard gevonden Pampy haalde de schouders op en ging naast "Josephine staan. Wat zou ik met dat horloge moeten doen? zeide deze laatste. Zij wascht zich schoon, zeide dc noodhulp uit de keuken. John, de koetsier, opende ook zijn ka mer. Hij liet het een en ander aan Ma loeuvre zien en bleef ernstig gedurende het onderzoek. De volgende kamer was dfe van den kamerknecht. Ook hier had het onder zoek geen resultaat. Na het onderzoek van de kamer van Irma, de kamerjuffrouw, bleef alleen de kamer van Pampy over. Maloeuvre richtte zich tot den zwarte. De sleutel, zeide hij. Met Staaiscourant no. 262 zijn ver zonden de gewijzigde statuten van de Naaml. Venn. Broodfabriek Ceres alhier. -. Gistermiddag circa vier uur be vond de 17-jarige zoon van 'den motor schipper G. zich op de boot, van zijn vader, liggende aan het Utrechtsch Veer, alhier, toen een zijner bekenden, zekere de J., met hem een praatje aanknoop te. Van woorden kwam het tot stoeien, waarbij G. ongelukkigerwijze van de boot afgleed en te water geraakte. Of schoon hij onder dook, was hij toch binnen enkele minuten weer op het dro ge en kwam alzoo met een nat pak vrij. ALFEN AAN DEN RIJN. Bij offici- eele publicatie heeft de burgemeester ter algemeene kennis gebracht, dat in de politieverordening bepalingen zijn opgenomen, houdende verbod van le het uitoefenen van het voetbalspel op den openbaren weg; 2e. voor het uitoefenen van het be drijf van Melkventer, van Groentenven- ter, van Slager of van Bakker, het in- gebruik hebben van een gebouw dat niet is aangesloten aan de gemeentelijke hoogdruk-bronwaterleiding, of voorzien is van door Burgemeester en "Wethou ders schriftelijk goedgekeurde water voorziening 3e. voor het reinigen van vaatwerk, gereedschappen of van andere voorwer pen welke voor de uitoefening dier be drijven gebruikt worden, ander water te gebruiken dan sub 2o voorschreven. 4e. Het wasschen van groenten door groentenventers in rivierwater ,in sloo- ten welke met rivieren in verbinding staan, of in water dat door B. en W. voor de gezondheid schadelijk wordt geacht. Overtreding wordt gestraft met geldboete van ten hoogste f 25 of hech tenis van ten hoogste 6 dagen. AARLANDERVEEN. Bij de gehouden aanbesteding tot bouw eener nieuwe openbare school met woning voor het hoofd was de laagste inschrijver de heer J. Haring, voor een som van f 11886. Gunning nog aangehouden. Op Donderdag 11 Nov. 1909 des middags te 10 uren, zal de Gemeenteraad zitting houden. Onderwerpen ter behandeling zijn: 1. Een adres van J. v. Vliet, om leve rantie van schoolbehoeften. 2. Uitslag publieke aanbesteding en gunning van het werk. 3. Voorstel ai- en overschrijving be- grooting 1909. HAARLEMMERMEER. In den avond van Dinsdag is een ernstige brand ont staan bij den landbouwer Groenenberg, aan den Aalsmeerderweg, sectie 7.7. Een groote houten wagenschuur en een hooi berg, geheel gevuld met ongedorschte granen, brandden tot aan den grond af. De bouwmanswoning, alsmede nog een hooiberg, bleven gespaard, waartoe ook de inmiddels aangerukte brandweer ijve rig heeft medegewerkt. Een groote partij landbouwgereed schappen werd eene prooi der vlammen. Het vee werd gered, uitgezonderd eenige kippen. De oorzaak van den brand is onbekend. Alles was verzekerd. De vlammengloed was duidelijk in Leiden waarneembaar. KATWIJK. Van <Je haringvisscherij zijn o.a. te IJmuiden teruggekomen de loggers K.W. 4 Adriana en Cornelia met 20 last, K.W. 47 Marinus Basti- aan met 18 last en de bomschuit K.W. 67 de vrouw Neeltje met 20 last. Te Vlaardingen liep binnen de bom K.W. 75 met 24 last. NIEUWKOOP. De milicien C. N. Riet veld aan wien dit jaar uitstel van op komst voor herhalingsoefeningen werd verleend, zal zich daartoe op 13 Dec. a.s. bij zijn korps onder de wapenen hebben te melden. ZOETERWOUDE (Hoigen Rijndijk) Maandagavond was het de tweede uit^ voering in het Patronaat. Het program ma was gelijk aan den vorigen avond alleen de schoone rede van dr. van Dillen moesten wij missen, alhoewel de Ik heb hem in het slot gelaten, ant woordde de neger. Hij zit er niet in! riep Josephine uit. De sleutel, de sleutel! herhaalde de kamerknecht. Pampy betastte zijn zakken. Ik heb hem niet! zeide Pampy op kalmen toon. Dat is vreemd, hernam "Maloeuvre. En gij erkent dat gij den sleutel in het slot gelaten hebt. Ziet gij kans om de deur in te trap- peen, zeide Maloeuvre tot John. Deze gaf een flinken trap tegen de deur en zij sprong open. Mijnheer Maloeuvre ging voor. Alles werd onderzocht. Het onderzoek bleef zonder resultaat, totdat Maloeuvre met eene ruwe beweging de matras op lichtte en een voorwerp op den grond viel. De kamerknecht kroop onder het ledi kant en haalde er een prachtig horloge met ketting te voorschijn. Een gemompel van verontwaardiging deed zich hooren. Dat is niet waar! zeide Pampy, dat is niet waarDe zwarte is een eerlijk man, h ij heeft niets gestolen. Gij zijt getuigen, zeide Maloeuvre, zich tot de omstanders richtend. Ja, mijnheer, zeide de kamerjuffer, het is een schande. „Wie had hem voor Z.Eerw. Pastoor in zijn openingsrede in korte woorden doel en strekking de zer rede heeft herhaald. Het geheel liep nog beter van stapel dan de eerste avond; het werd nog aangevuld door eenige voordrachten van den Heer A. Vlasveld waarvan vooral in den smaak viel „de Jood." Een woord van lof komt ook toe aan den grimmeur den heer K. C. G. Staats van Leiden. Nadat de Z.Eerw. Heer Pastoor aan allen die hebben meegewerkt tot het welslagen van deze feestavonden dank had ge bracht, gingen allen, welvoldaan huis waarts daarmede behoorde deze feest viering weer tot het verleden. Voor de vastenavond wacht ons een mooi drama. Kunst en Wetenschappen. Maatsch. der Ned. Letterkunde. De „Levensberichten der afgestorven medeleden van de Maatschappij der Ne derlandsche Letterkunde te Leiden" vor men dit jaar een boekdeel van 478 bladzij den, bevattende biographieën van de vol gende personen: L. Overman, door M. A. Perk; Bo Ti- deman door Jo. de Vries; P. Louewrse door L. J. J. Hageraats; J. H. Gallée, door dr. J. C. Volgraff; J. F. B. Baert door mr. H. P. G. Quack; A. C. Vreede door dr. A. E. J. Holwerda; A. Winkler Prins, door dr. J. Dyserinck; E. F. van Dissel, door dr. J. H. C. Kern; B. F. Matthes door dr. J. C. G. Jonker; B. J. M. de Bont, door J. F. M. Sterck; E. Laurillard door P. H. Ritter; D. C. Meijer Jr. door R. W. P. de Vries; J. H. de Stoppelaar door mr. W. Polman Kruse- man; N. A. Cramer door dr. A. Kluyver; P. F. Feith door A. P. T'h. Eyssell; A. Tel ting, door dr. C. P. Burger Jr. EEN HOENDERMYSTERIE. Het „Rotterd. Nieuwsblad" vertelt: Tien mooie kippen en een haan mocht buurman zijn eigendom noemen. Met hét nieuwe hok was het zijn trots en zijn glorie. Lang, lang had hij gepeeinsd van welk nut hem het kleine lapje grond kon zijn, dat hij achter zijn bescheiden woning in een bescheiden straat in het westelijk stadsdeel bezat. Voor koren-, rogge- en haveraanplant was het veel te klein; evenals voor aardappelbouw of boonen teelt. Toen had hij het wijs besluit genomen zich te gaan toeleggen op de hoender teelt. De helft van het tuintje werd ingeno men door eeen prachthok, van eigen vin ding. Geen deurtje, dat klemde en dat de risico gaf de bewoonsters te doen ontglippen, als men het met een ruk open had, neen, er was heelemaal geen deur in. Het lage dak was voorzien van een vierkant gat, waardoor niet alleen de kip pen ingebracht of uitgehaald konden wor den, maar dat tevens dienst deed als voe dergat. Geen denken aan, dat een vlieglustige kip de opening op eigen wieken uit kon daartoe zou zij de vleugels moeten uit spreiden en dan was het gat te klein. Buurman verlustigde zich eiken dag in den aanblik van zijn mooie kippetjes en zijn mooie hok en hoopte spoedig van de lekkere eitjes te kunnen smullen, die zijn gevleugeld bezit hem zou verschaffen. Zoowat een week na de installatie der hoenders, kwam buur als naar gewoonte voor het ontbijt zijn kippetjes begroeten, toen hij tot zijn ontsteltenis bemerkte, dat er één aan het getal ontbrak. Hoe was dat mogelijk? De eenige op lossing was een kippendief, hetzij mensch of dier en, in verband met die supposi tie, werd 's avonds listiglijk een val op gesteld. Maar tot buur's grooien schrik ontbrak den volgenden morgen weer een hoen. En er was geen spoor te zien van een roo- ver. Dan maar een deel van den nacht ge waagd. Mogelijk was het een roofvogel, en als het zoo was, dan zou hij er van lusten. zoo slecht kunnen houden. Laten wij hem bij den commissaris brengen, zeide Josephine. in het eerste oogenblik kon de onge lukkige niets antwoorden. Hij zag zich van zijn eer beroofd, hij, die gedurende lange jaren, zonder loon, zijn meester ge diend had. Op zijn beweringen werd geen acht geslageen. Maloeuvre moest verhin deren dat John Pampy in zijn hals greep. Gij zijt een ellendeling, zeide hem de voogd van Cyrillus, gij hebt een laf hartige, schandelijke daad begaan.... Ik zou u aan de justitie kunnen overleve ren en u gevangen laten nemen. Maar ik herinner mij, dat gij eertijds het le ven van Cyrillus en Marie-Angelina ge- hebf. Ik stel mij tevreden met u weg te jagen Den armen zwarte wegjagen zeide Pampy. Ik verbied u een voet in dit huis te zetten, en mijn pupil te bezoeken Indien gij dit toch doet, dan zult gij on middellijk gestraft worden Ik ben onschuldig! zeide Pampy, ik ben onschuldig Hij wees naar het kruis, dat bij zijn bed hing. Hij is rechtvaardig! zeide hij. Hij kent de waarheid. Hu zal ae leuge naars straffen. Tot twee uur hield buur het uit; de kip pen waren niet van stok geweest en geen enkel verdacht geluid had de stilte ver stoord. Toen buur 's morgens om zeven uur met slaperig gezicht in den ren keek,- zag hij nog maar zeven kippetjes. OO Dat was te erg Dan maar een heelen nacht er aan ge waagd. Er werd 's avonds een verdekte op stelling geemaakt in de serre, vanwaar, uit het hok kon worden waargenomen^ Het was een zenuwoverspannend cor- vée, dat muisstil turen naar een plek, en meermalen betrapte buur zichzelf er opt- dat hij zat te knikkebollen. Met blijdschap begroette hij den da geraad en kwam toen tevens tot de ge lukkige ervaring, dat het getal kippen van den vorigen dag nog compleet was. Nu was het uitkijken En hij deed het, totdat zijn oogen ef pijnlijk van aangedaan werden. Sapperloot! Wat was dat? Een der kippen sprong eensklaps op naar iets dat bij het voedergat zweefde4' Een worm of rupsje zeker. Slok! 't was naar binnen. Maar de kip kwam niet op den grond terug; het dier zweefde door het gat heen Met één sprong was buur de serredeu ren uit en kreeg nog juist zijn eigendom te pakken. Een ruk en met de kip vielen een lijn en een daaraan verbonden hengel in het tuintje Het hoendermysterie was opgelost: de. buren van de eerste étage waren liefheb bers van een kippenbout Inbrekers betrapt. De reeks der in den laatsten tijd met meer der of minder succes doorgevoerde in braken te Rotterdam is steeds vermeer derende. Gelukkig zijn gisternacht in de Weenastraat een paar bekende leden van het gilde aangehouden, en wel Th. L. Bijnen uit Amsterdam, en C. Donker uit Amsterdam, van wie eerstgenoemde beslist herkend werd als betrokken bij een door de politie verijdelde inbraak in het café van het station der Zuidholl. Electr. Spoorwegmaatschappij, bekend onder den naam van café-restaurant Loos- aan het Hofplein. Dinsdagnacht circa 4 uur vermoedde een surveilleerend politieagent aldaar- onraad, waarom hij een collega opwacht te die voor de deur op post werd ge steld. Hij verschafte zich toegang, en terwijl hij nog bezig was met 't instellen van een onderzoek stormden twee per sonen hem voorbij de deur uit. Zij lie pen deen op post staanden agent omver en kozen het hazenpad. De politieagen ten gingen hen na, enkele revolverscho ten lossende, die evenwel niet troffen. Een nader in het café ingesteld on derzoek bracht aan het licht dat de in brekers zich toegang verschaften met een valschen sleutel. Na de electrische geleidingen te hebben doorgesneden, drongen zij door in het kantoor van den gerant, waar zij kennelijk voornemens waren de brandkast te forceeren ,die reeds op haar kant was gelegd.. In dien arbeid zijn zij door "de politie gestoord. Er wordt in het café niets vermist. Zaterdagavond ontstond in de N. Ebbingestraat ruzie tusschen twee jongens. Een hunner trok zijn mes en gaf den ander een steek in den boven arm. De getroffene werd haar het Acad. Ziekenhuis overgebracht, terwijl de da der bleek te zijn een twaalfjarig ventje. Te Tiel is gisternacht in de gemeente-secretarie ingebroken. De trouwbus, bevattende ongeveer f 100, is gelicht. Maandagavond naderde een rijtuig van de Erven J. Maaskant te Haarlemmermeer Hoofddorp, toen het paard ter hoogte van de geniesluis! schichtig werd en paard en wagen in de Hoofdvaart terecht kwamen. Op het hulpgeroep der inzittenden (de knecht en een jongen) kwamen tal van men- schen toesnellen om hulp te bieden, wat hoog noodig was. Knecht en jongen Zonder er een woord bij te voegen,- ging hij de trap af. Coelio en Marie-Angelina verlieten juist de studiekamer. De zwarte viel voor het jonge meisje neer. Men heeft mij belasterd, mij wegge jaagd De jonge Coelio ging naar Maloeuvre. Vader! zeide hij. Spreek er niet vanzeide Maloeuvre. Door hém weg te zenden heb ik mij toe geeflijk getoond. Ik dank"hem mijn leven, zeide Ma rie-Angelina nu. Ik red hem uit het tuchthuis! Pampy snikte aan de voeten van Ma rie-Angelina. Geloof het niet! zeide hij, geloof het niet! Neen, neen, zeide zij nu, ik kan niet gelooven dat gij schuldig zijt. De neger richtte zich op. Vaarwel Coelio, zeide hij, waak over de kleine meesteres. Toen ging hij de trap af en verliet het huis. (Wordt Vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 5