No 30. De Efffenanien van Judas. BUITENLAND. BINNENLAND. Ie Jaargang. Bureau OUDE2 SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post f 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/» cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 1—5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. V Minister en Zending. Namen we indertijd niet zonder eenige bevreemding kennis van het feit, dat de bekwame minister van koloniën, de heer Idenburg, door de aanvaarding zijner be noeming tot Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, zich ging stellen onder hef gezag van zijn opvolger, den heer De iWaal Malefijt, met nog meer verwonde ring vernamen we het regeeringsantwoord van den nieuwen minister van Koloniën, inzake steunverleening aan de Indische missies. Daarin toch lezen we o.a. „De zegenrijke werking van de zending erkennende, ligt het niet op den weg der regeering, haar te steu nen en te bevorderen, om hare werk zaamheid als zoodanig. Slechts daar waar zij zich op sociaal gebied be weegt en deelneemt aan de taak, wel ke anders in Indië de overheid op hare schouders zou moeten nemen, b. v. zorg voor onderwijs, voor zieken, ver waarloosden en weezen, heeft zij recht op tegemoetkoming op dezelfde Wijze als elk ander initiatief, dat zich met maatschappelijke werkzaamhe den wil belasten. .De vrijheid van ge weten moet ook voor de belijders van den Móhammedaanschen gods dienst worden geëerbiedigd en van het aannemen van een min of meer agressieve houding door de regeering mag of kan geen sprake zijn. In dien geest denkt de minister ook te han delen ten aanzien van het bijzonder onderwijssteun van scholen, ook Mobammedaansche, die verspreiding van onderwijs ten doel hebben en niet zijn aan te merken als eigen lijke godsdienstscholen." Nu hebben wij er niet 't minst op tegen, dat de Minister den Mahommedaan de vrijheid van godsdiénst wil laten. Daartegen handelen zou onberekenba re gevolgen na zich sleepen. Maar van een Qlyistelijk bewindsman, die zegt de zegenrijke werking der zen ding te erkennen, te moeren hooren, dat hij niet van plan is die zegenrijke zen ding „te steunen en te bevorderen" om hare werkzaamheid als zoodanig, is min stens genomen inconsequent en boven dien in flagranten strijd met de Koloniale paragrafen in de programma's der drie JRechtsche partijen. We zijn nu in 't gelukkig bezit eener regeering, die de Christelijke-beginselen voorstaat. Dan is ook met recht en reden te verwachten, dat door dit Kabinet de zegenrijke werking der Christelijke zen ding worde gesteund en bevorderd, zon der dat.deze steun aanleiding behoeft te geven tot de knotting van de gods dienstvrijheid in Indië, en zonder dat een (agressieve houding behoeft te worden aan genomen. Wij zouden de zending om de zen- [ding in de eerste plaats gesteund wil len zien. Daardoor werkt men dan van zelf in 'de hand het vele goede, door de zen ding op zoo heldhaftige wijze op so- ciaal gebied verricht. FEUILLETON. 30) Mijn rouw was gemengd met een bo- Venmenschelijke kalmte. Als bruid van [Christus gevoelde ik mij voor altijd gebon den. Hun christelijke dood was afgekocht door mijn gelofte. Mijn grootvader leed meer dan Ik, en ik wijdde mij aan zijne vertroosting. Tot heden toe heb ik iederen huwelijks kandidaat geantwoord, dat ik te jong was of dat ik mijn grootvader niet wilde ver laten: dezen keer heb ik de waarheid ge zegd. Wat! riep Ephraïm, zoudt gij u niet kunnen ontslagen achten van een gelofte, die gij in uw jeugd gedaan hebt?. Neen, antwoordde Juliana, want ik heb haar iederen dag van niijn leven her nieuwd. Wat ik ten koste van mijn gelofte gevraagd heb, heb ik verkregen... Gij zult het toch met mij eens zijn, dat een ge lofte, aan een mensch gedaan, bindend is? Zonder eenigen twijfel. Des te meer bindt een gelofte aan God gedaan. Distiiscïiltsïvcü. Bevatte voor enigen tijd de Duit- sche staatscourant een ernstige waar schuwing aan het adres van Duiische jonge meisjes, die briefwisseling onder hielden met zwarte „geliefden" in de klooniën, in Hamburg speelde zich de zer dagen een feit af, dat sterk aan die waarschuwing herinneren doet. Het geeft den Duitschen bladen reden tot ernstige beschouwingen en klachten. Heel den zomer was n.l. te Hamburg in den dierentuin van Hagenbeek een troep Ethiopiërs te zien geweest. Nu bleken verschillende jonge dames rela ties met de zwarten te hebben aange knoopt. Toen ten minste de Ethiopiërs met de „Skandia" van de Hamburg- Amerika-lijn, zouden vertrekken, hadden zich op de aanlegsteiger zeker wel een 20 dames verzameld, die zonder blikken of blozen of zonder eenig schaamte gevoel voor haar onwaardige houding openlijk van de zwarten afscheid ne men kwamen. Allerlei „lieve" afscheids- woordjes werden gewisseld, elkanders adressen opgegeven, enz. Zelfs gelukte het een troepje dames in een onbewaakt oogenblik aan boord van het schip te komen en in het tus- schendek, waar de zwarten waren, het afscheid voort te zetten. Allerlei ver snaperingen hadden zij medegebracht. Toen het schip wegvoer, kwam de hoofdman der zwarten op dek en hief een hoerra aan ter eere van de achter blijvende Frauleins. Het is te begrijpen, dat dergelijke tooneelen terecht in de bladen scherpe afkeuring vinden. Het eenige middel tot verbetering zal wel wezen al dergelijke menschcn-tentoonstellingen te verbie den. (Mb.) Spanje. Ferrer. In het (liberale) „Vaderland" maakt een Hagenaar, dr. Hoogvliet een par ticulier schrijven bekend omtrent de veroordeelirg van Francisco Ferrer Gu- ardia, ontvangen van een zijner Spaan- sche vrienden een jong hooglecraar, die tevens Kamerlid is, en die in den per soonlijken omgang den indruk maakt van groote oprechtheid en eerlijkheid. „Een brief als de uwe, waarin door straalt de wensch, om niet te oordeelen vóór men gehoord en geleerd heeft, is in onze dagen waarlijk een troost voor ieder weldenkend Spanjaard. Men heeft mijn vaderland geoordeeld met een over ijling en een onrechtvaardigheid, ons van vroeger welbekendOm u daarvan te overtuigen wil ik u, in plaats van eigene argumenten, die zich in grooten getale aan mij voordoen, liever authen tieke bewijsstukken zenden, d. w. z. af schriften en afdrukken van de verschil lende documenten, die bij het proces Uw ijver verleidt u, Juliana, zeide Ephraïm met trillende stem. Men doet nooit te veel voor God. Gij hebt u toch voor uw vader, voor uw moeder opgeofferd? Geheel vrijwillig. In uw ijver voor uw godsdienst meent gij dat God, het offer van u zelf zegent. Uw leven voor een verzoening, welk een prijs Ik zou er den marteldood voor heb ben ben willen ondergaan, Ephraïm. Wat zoudt gij doen, indien er sprake was om duizenden zielen te redden. Ik zou de vreeselijkste martelingen willen verduren, als zij maar gered wor den. Toen Ephraïm zulk een standvastigheid bij haar zag, gaf hij het op en ging heen. Zoodra Juliana zich alleen bevond, ontvLl haar plotseling de kracht, die haar ondersteund had. Spoedig kwam Marcotte haar waarschu wen mijnheer Gensenne ontbood haar. Wat scheelt er aan? vroeg deze bij het binnenkomen. Niets antwoordde zij zacht. Hebt gij mij zoo juist een offer ge bracht. Ik! riep Juliana uit. Ja, gij. JKelkZ tegen Ferrer hebben dienst gedaan, na weiker lezing u vrij en onbevangen zal kunnen oordeelen in hoever er recht vaardigheid is in de lasterlijke aantij gingen, die men tot ons richt. Van Ferrer zelf ken ik geen andere werken dan zijn autobiographiën en zijn revolutionnaire proclamaties, die geen van alle het karakter van litéraire stukken hebben. Niemand heeft dan ook ooit hier te lande Ferrer voor 'n schrij ver of voor een leeraar gehouden. Men zag in hem niets dan een zeer gevaar lijk opruier der volkshartstochten. Ik zelf ben zooals ge weet geen voor stander van de doodstraf en ook niet van een der andere straffen van lijfs dwang, die in alle wetgevingen der we reld zijn toegelaten. Ik heb echter de overtuiging, dat vol gens het nauwgezetste wettelijk inzicht het vonnis van het Gerechtshof dat Fer rer veroordeelde volkomen ge grond mag heeten. God vergeve aan Ferrer, zooals alle goede Christenen het hem vergeven, al het kwaad, dat hij aan zijn vaderland deed en Hij zende rechtsgevoel aan on ze afgedwaalde vrienden, die zulke on doordachte oordeelvellingen gevormd hebben omtrent dit land, dat heden ten dage zóóveel gewetens-, gedachte- en handelingsvrijheid geniet als geen ander land der wereld." Omtrent de bevoegde documenten schrijft dr. Hoogvliet dat hij deze stukken nog niet alle gelezen heeft en ze uit den aard der zaak ook niet vol ledig beoordeelen kan. Hij kreeg ech ter den indruk, dat het buiten eiken zweem van twijfel vast staat, dat Fer rer den Staat en zijn Instellingen met verderf en ondergang bedreigde njet al leen, maar die bedreiging zelf reeds gedeeltelijk ten uitvoer had gebracht. Over Ferrer's optreden laat de heer Hoogvliet zich in zeer scherpe bewoor dingen uit. Italië. Het republikeinsch-socialistische Bloc van het kapitool met zijn vrijmetselaar- burgemeester aan het hoofd heeft be werkt dat de naam van de in Traste- vere overbekende Piazza "Romana In Piazza Giuditha Tavani-Arquati omge doopt werd. Zondag j.l. had die plech tigheid plaats onder grooten toeloop van het gemeenste Janhagel. Wie was deze Judith? De voorvechters der vrije ge dachte hadden in de zestiger jaren der vorige eeuw door trawanten in Boven- Italie, wapenen munitie en bommen in verschillende huizen van Rome laten binnensmokkelen. Toen nu in het jaar 1867 Garibaldi met zijne muiters ver twijfelde pogingen deed om de eeuwige stad te naderen, vatten de samenzweer ders moed en maakten het plan zich heimelijk van wapenen te voorzien en de Pauselijken soldaten te overrompe- Jen. Aan de laatsten echter werd ver raden dat in de' Via Lungaretta Nr. 97 Gij hebt geweigerd Ephraïm te hu wen. Dat kan ik niet ontkennen, grootva der, dat is waar. Waarom? Ik wil bij u blijven. Maar wanneer ik er niet meer zal zijn? Dan zal ik God dienen. Als gij later maar geen spijt hebt over deze heldhaftige daad. Men kan geen spijt hebben over zijn plicht, grootvader. De gedachte Juliana,- gedurende zijne laatste levensdagen bij zich te hebben, verschafte hem groote vreugde, en hij be tuigde zijn kleindochtei meermalen zijn dank, terwijl zij op het bureau de boeken en papieren rangschikte. XIV. BLOEDIGE DOORNEN. De avond viel, maar het gaslicht ver drong nog niet de halve duisternis. In de omtrek van dë Saint-Sulpice bewoog zich een groote menigte. Allen begaven zich ter kerk om den be roemden pater Anselmus te hooren. Sedert twee jaren nam zijn reputatie toe Toch had hij vele tegenstanders. Som migen verweten hem dat hij van den kan sel eent ribune maakte en theoriën ver kondigde, waarvan de toekomst het ge- ygg| zou, doqn zien; fludejen,- dat Jiij zich ten huize van een zekeren wolwever Ajani zulk een arsenaal zich bevond. Het voornemen was op den 27 Augustus 1S67 betaalde overloopers te bewapenen en hun Orsinibommen te verstrekken om de Zouavenkazerne in Trastevere met hare 600 bewoners in de lucht te doen springen. De politie voorkwam de moor denaars Zouaven en Gendarmen omsin gelden de weverij uit welker vensters op de soldaten werd geschoten. Het huis werd stormenderhand genomen en ongeveer 40 man die tegenstand boden werden neergeschoten. De 47 jarige Ju dith Arquati die zich met het vervaar digen van patronen onledig hield werd eveneens door het lood der bestormers getroffen. Drie jaar later werd hij tot nationale heldin verheven, en in het huis in Trastevere heeft zich een republikein- sche vereeniging die haar naam draagt, genesteld. Daar hield Zondag j.l. de dochter van een Garibaldijnschen vrij denker, Anita Paglari een van gift en gal druipende rede over „T)e misdaden der Katholieke Kerk" voor eenige vrou wen en meisjes die slechts gekomen wa ren omdat zij meenden dat het om een verlaging der schapenvleeschprijzen ging- Uit den mond der volksredenaarster hoorde men dat eene emancipatie der vrouw ondenkbaar is zonder vernieti ging van den katholieken Godsdienst, die de vrouw overgave aan Gods wil, gehoorzaamheid en leidzaamheid ge biedt. Des namiddags vereenigden zich op het omgedoopte plein de leden van alle naar misdadigers en koningsmoor denaars genoemde vereenigingen onder aanvoering van den Grootmeester der Loge en der republikeinschen afgevaar digden Barzilai, die dapper op Paus en Koningschap schimpte. Onder de tonen der Marseillaise en onder Hoerageroep ter éere der republiek en de „slacht offers der Kerk" en met een vervloe king a'an het adres van het Vaticaan ging die, door de romeinsche Politie ong- moeid gelaten élite der kultuurmenschen uiteen. De genade van Ferrer. De „Corrière d'Italia", over de zoo genaamde tusschenkomst van den H. Stoel in het voordeel van Ferrer sprekend, deelt een telegram uit Madrid mede, volgens hetwelk de waarheid is dat kardinaal Merry del Val, op eigen initiatief aan den Paus die het aanvaardde voor stelde, langs diplomatischen weg Spanje te berichten, dat de H. Stoel zijn tusschen komst aanbood, om genade voor Ferrer te bekomen. In afwachting der oplossing van de onderhandelingen werd Ferrer terecht gesteld. De „Corrière d'Italia" staat.in voor de echtheid dezer inlichting en voegt er bij Dit zou een einde moeten maken aan eenen veldtocht van afschuwelijke be- leedigingen tegen Mgr. Merry del Val, die in deze zaak een bewijs gaf van zijne hoogheid van geest en zijne herder lijke liefdadigheid. meer met de philosofie dan met de theo logie bezig'hield. En toch in die oogen- blikken waarop hij in het vuur van zijn re de, zich het minst scheen te herinneren, dat de kansel inderdaad niet een po litieke tribune of een tribune van philoso phic was, behaalde hij zijn schoonste tri- omphen. Dezen avond zag pater Anselmus er bleek uitzijne brandende oogen schenen met moeite het vuur te verbergen, dat hem verteerde. Toen hij zijn hoofd op richtte en met zijn blik de geloovigen overzag, kwam er een rilling over zijne toehoorders. Aan den voet van den kansel verzamel den zich mannen van alle standen, van iederen leeftijd, grijsaards en jongelingen, kunstenaars en werklieden, magistraten en generaals zochten een plaats in het schip der kerk. De monnik richtte een blik op het kruis beeld en toen maakte hij het teeken des kruizes. Het was voor zijne toehoorders onmogelijk de tekst te hooren. Zijn stem was zwak, maar geleidelijk vond zij meer klank. .Hij sprak over het lijden. Sedert de dag waarop de Zaligmaker het woord gesproken heeft: „Zalig zij, die weenen," hebben welsprekende mon den het telkens en telkens herhaald van liet Mri tö&aiPP. Jezus weende ja den Rusland* De veiligheid van den Tsaar. We heb ben reeds onlangs reeds medegedeeld op welke wijze in het buitenland voor. de veiligheid van $en Tsaar wordt ge waakt. In Polen, dus in het Russische; rijk zelf, waren deze veilinjjheidsmaat- regelen niet minder sterk. De spoorlijn, was er over haar jjansche uitgestrekt heid als 't ware omzoomd met soldaten. Niemand mocht naderen binnen een ge- weerschotafstand. De huizen, die zich' bij de spoorlijn bevonden werden door, schildwachten bewaakt. Op den dag, waarop de Keizerlijke trein zou voorbij komen, mocht niemand zijn huis ver laten. De vensters moesten alle met blin den of planken gesloten zijn. Op enkele punten, waar een andere trein den Kei zerlijken trein passeeren moest, moe sten de raampjes van den passeerenden trein gesloten zijnde gordijntjes moe sten neergelaten worden en waren die er niet, dan moesten de ramen met plan ken worden dichtgetimmerd. In de laatste helft van October is de waakzaamheid der politie zoozeer tot in 't belachelijke verscherpt, dat er al leen te Warschau acht honderd perso nen in hechtenis zijn genomen. O, selig ein Czar doch zu sein 1 Venezuela. Volgens de Amigoe di Curasao is er eenige weken geleden in Venezuela in de provincie Tachira een revolutie uit gebroken ten gunste van Castro en in 't leven geroepen door mannen, die on tevreden waren, dat zij te weinig rijke baantjes hadden gekregen. Daar president Gomez nog juist bij tijds gewaarschuwd werd, kon de op stand echter onmiddellijk onderdrukt worden en bleef de binnenlandsche rust in Venezuela ongestoord. Het zelfde blad meldt nu verder, dat Gomez algemeen candidaat is gesteld voor 't presidentschap, waarvan de be noeming ingaat in April van het vol gend jaar. Grl. Ma tos is ook naar Caracas te ruggekeerd. Wel een bewijs schrijft de Amigoe di Curagao dat de partij van Castro heeft uitgediend. Misschien vol gen er nog een paar machtelooze stuip trekkingen, maar iets te vreezen van deze partij heeft Venezuela niet meer. Koninklijke besluiten. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau B. Frank, godsdienstleeraar bij de Israëlietische gemeente te Zutphen. Benoemd tot rechter in de Recht bank te Haarlem mr. H. Van Loghem de Josselin de Jong, thans rechter te Dordrecht Aan H. J. Lovink te 's Gravenhage is eervol ontslag verleend als lid en voor zitter der Staatscommissie voor den Land bouw. Benoemd zijn met ingang van 9 November, tot burgemeester der gem. hof van olijven, van het uur, waarop de zon zich in een sluier hulde, toen de Mes sias stierf, is de wet van het lijden niet alleen erkend als de wet van de mensch- heid, maar als de wet bij uitnemendheid van de christelijke godsdienst. Die wet heeft tot schild gediend voor de practijk van alle deugden. De oude godsdiensten vergoddelijkten het vleesch, de christelij ke godsdienst kruisigde het. Het Chris telijk geloof verwiep de oude offers, verachtte het bloed van bokken en vaar zen, maar vroeg vrije verzoening, het eerde het vrije martelaarschap. Pater Anselmus bracht in het geheugen wat een vreeselijk lijden de heiligen gele den hebben. Hij beschreef ook de vrijwil lige kwellingen, waartoe zij zich zelf ver oordeelden. Toen hij al dat lijden voorde oogen van zijne toehoorders had laten voorbijgaan, riep hij uit: Wat is dat physieke lijden echter ver geleken met de aanhoudende, verschrik kelijke proef der bekoring? Smaakten deze menschen, die door het lichamelij ke lijden aan Christus gebonden wa ren, de vrede? Neen, neen, gelooft het niet. De bekoring kwelde hun vleesch. Mannen, vermagerd door het vasten, za gen zich geplaatst voor weelderig aange legde tafels, de dorst verteerde hun inge wanden, maar ?ij keerden hun hoofd om* (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 1