BUITENLAND.
De Erfgenamen van Judas.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 27 October.
V De opheldering.
De Ferrer-zaak brengt de vrijzinnige
en socialistische pers in een lastig par-
<cet. De nieuwe Spaansche Minister van
oorlog toch, een liberaal, komt de verkla
ring afleggen, dat er eigenlijk geen zaak-
ferrer bestaat, en dat deze revolutionair
rechtvaardig veroordeeld is als de aanleg
ger der bloedige troebelen te Barcelona.
De verklaringen van dezen liberalen mi
nister hebben een gewicht, dat het noo-
deloos maakt ze te onderstreepen.
Ziehier wat deze minister o.a. heeft ver
klaard
„Ferrer werd wettig en bij geregelde
rechtspraak veroordeeld. Het dossier van
het proces toont dat de getuigenverkla
ringen bewezen hebben, dat Ferrer schul
dig was, niet wegens het verspreiden van
denkbeelden, maar als leider van het op
roer in Spanje. In tegenstelling met de
buitenlandsche berichten waren de de
batten openbaar.
Zij, die ter goeder trouw op de gevolg
de procedure kritiek uitoefenen, kennen
de Spaansche wetgeving niet. Behande
ling voor de burgerlijke rechtbank was
niet mogelijk, niet alleen volgens de wet
op de rechtspraak die aanslagen tegen het
leger naar den krijgsraad verwijst, maar
ook volgens de algemeene Spaansche wet
geving, die gevallen van opstand door de
militaire rechtbank laat behandelen.
Indien de vorige regeering tegen de ju
ridische regelen gezondigd heeft, dan is
het alleen hierdoor dat zij, door te veel
bewijzen te willen hebben, Ferrer onge
oorloofde verdedigingsmiddelen toe
stond".
Men behoeft hieraan weinig toe te voe
gen.
Alleen zijn we benieuwd naar de hou
ding, die de bladen zullen aannemen,
welke Ferrer door dik en dun verdedigd
hebben, en dezen anarchist als een mar
telaar der vrije gedachte hebben voorge
steld.
De verklaringen, komende van een lid
van her kabinet-dat Maura opvolgde, zijn
beslissend.
Verblindheid.
„De moord op Ferrer."
Eiken dag vindt men in „Het Volk"
er van gewaagd.
Een rijke anarchist wordt wettig ver-
oordeeld 't is een moorcf
De Russische grootvorst Sergius werd
op straat aangevallen en vermoord
dat was geen moord: „Het Volk" ver
heerlijkte dien aanslag.
En „Het Volk", dat met ons wel zal
gruwen van eiken oorlog, die de kinderen
des lands wegmaait, heeft zelfs geen
woordje van afkeuring, wanneer bij
onlusten, door terroristen, revolutionairen
en socialisten verwekt, proletariërs worden
gedood.
En het prijst de.n man, door wiens
onzalig toedoen vele dooden zijn gevallen!
De „proletarische moraal" laat het
stuivertje-wisselen met elk beginsel toe.
Sparaje.
Een blad in duitsch Zwitserland het
„Neues Winterhurer Tageblatt" heeft tal
rijke documenten op Ferrer betrekking
hebbende verzameld.
Zoo publiceert het een „catechismus"
in gebruik op zijne „Ecoles modemes"
waarin o.a. te lezen staat:
Zij die legers vormen en oefenen,
zijn beulen, moordenaars der mensch-
heid.
De vlag is een lap gekleurd doek
aan het einde van een stok, symbool
van tyrannie en ellende.
De oorlog ondernomen onder het
voorwendsel, de eer der natie te ver
dedigen, heeft slechts diefstal ten doel.
De soldaten moeten slechts ge-
FEUILLETON.
23)
Mijnheer Gensenne verliet de werkka-
taier het eerst en hij wachtte zijn nieu-
Wen vriend op aan den uitgang. Deze
scheen geenszins verrast. Ook hij scheen
VeUj ui naar vriehdschappel ijken om
gang et den grijsaard.
Na '-ogmaals naar den gezondheid
van tien jongen man geinformeerd te
hebben, zeide Mijnheer Gensenne:
Wat zijt gij gelukkig de Hebreeuw-
sche taal te kennen.
Daarvan komt niet mij alleen de eer toe;
hiijn vader kende niet alleen He-
breeuwsch maar ook Syrisch en chal-
deeuwsch. Houdt gij van het oude
Oosten
Sedert twintig jaar was slechts de
bijbel het voorwerp mijner studie.
Ik begrijp uw spijt het H_breeuwsch
niet te kennen. Maar waarom zijt gij, die
u getrokken voelde tot zoo groote en' zoo
schoone studiën, teruggeschrikt voor de
moeite, het Boek der boeken te leeren le
zen in de oorspronkelijke taal.
Ik gevoelde mij te oud.
t= Maar dan had gij jemand jnoeten
bruik maken van hunne wapenen, om
hen te dooden die ze hun in handen
gegeven hebben.
Bij de eerste oorlogsverklaring, bij
het het eerste kanonschot, moet de
staking der soldaten uitgeroepen
worden.
Ieder onheil, ieder lijden, ieder
onrecht is de consequentie van de
onzinnige en brutale idee: vaderland.
In een brief berustend in het dossier
der Ferrerzaak verkondigt hij zijn stel
regelen over de „schoolhervorming".
Wij kunnen niets anders doen dan
de kinderen laten nadenken over de
instellingen over de leugens verbon
den aan godsdienst, regeering, justitie,
politiek en militarisme. Zóó zullen
wij geschikte koppen maken om een
sociale omwenteling te bewerkstel
ligen.
Voor het oogenblik stellen wij ons
tevreden de revolutie in de hersenen
te zaaien.
Te Saragossa is een bom ontploft
in een huis dicht bij een klooster. Er
vielen geen slachtoffers. Een stuk van
de bom droeg den naam Ferrer.
Italië.
Meermalen is het voorgekomen dat
lieden van ander geloof uit pure nieuws
gierigheid trachtten toegelaten te worden
bij de openbare audiënties van Z. H. den
Paus, zich dan niet bekommerden om de
hofetiquette, maar zelfs in reiskostuum
in het Vaticaan verschenen. Ook geschiedde
het dan, wanneer de Paus in zijn vader
lijke goedheid, hun de hand toestak om
den ring te kussen, zij zich opzettelijk
afwendden en sommigen gingen zelfs zitten
tijdens den Pauselijken Zegen. Om die
voor Z. H. zeer pijnlijke dingen te voor
komen heeft de Pauselijke majordomus
Mgr. Bisleti een rondschrijven tot de
geestelijkheid gericht waarin wordt aan
gedrongen op goede informatie naar per
sonen die hun hulp inroepen om de
audiënties te kunnen bijwonen.
Omtrent de veiligheidsmaatregelen in
Italië genomen bij het bezoek van den
Tsaar worden nog de volgende bijzonder
heden medegedeeld. De tunnel van Frejus
is over haar geheele lengte bezet met
Russische, Fransche en Italiaansche politie.
Alle stations zijn bezet met militairen, op
alle treinen rijdt politie mede, ieder af
zonderlijke wagon heeft geleide van politie,
die alle reizigers, zelfs dames, gadeslaat
en eventueel onderzoekt of zij geen ge
vaarlijke voorwerpen bij zich dragen. Te
Racconigi werden twee verdachte Russen
gearresteerd.
De kunstenaars, die op het concert ten
hove zouden spelen, mochten geen muziek
medebrengen en in het kasteel niet van
toilet veranderen.
Marokko.
De zegelbewaarder van den Sultan, die
afgevaardigd was om met de Rif-bewo
ners te onderhandelen, is bij een storm
op zee verdronken.
„Het „Berl. Tageblatt" weet daarover
nog het volgende mede te deelen
Zaterdagnacht probeerde de kanonneer
boot „Alvaro Bazan", zwaar gehavend de
haven van Ceuta binnen te loopen. Aan
boord bevonden zich de afgevaardigden
van den sultan, die zich van Tanger naar
Melilla begaven, om daar te onderhande
len over het staken der vijandelijkheden.
Zware stormen beletten het schip de
plaats van bestemming te bereiken. Reus
achtige golven sloegen over het dek en
de boot liep elk oogenblik gevaar te ver
gaan. Wegens gebrek aan plaats in de
kajuiten waren de Marokkanen gedeelte
lijk op dek geinstalleerd.
Plotseling kwam nu een golf aanrollen
en sloeg den tweeden afgevaardigde, Add
Asalan Dendie over boord. Onmiddellijk
•werden reddingsgordels uitgeworpen,
doch daar het schip onmogelijk ankeren
kon, kwam hij jammerlijk in de golven
om.
De ongelukkige was niet alleen de ze
gelbewaarder, maar ook was hij de dra-
zoeken, die het Hebreeuwsch kent, hem
bij u laten komen en u de Bijbel vers voor
vers laten voorlezen.
Daaraan heb ik dikwijls gedacht,
maar voor een studie van dit soort, had
ik meer dan een geleerde, meer dan een
vertaler noodig. Om wetenschappelijke za
ken goed te kunnen bespreken, is
een weinig vriendschap of minstens sym
pathie noodig. Wanneer er sprake is van
een boek, van de Bijbel vooral, moet de
verbeelding van het hart een gelijken
richtsnoer hebbenzonder dat zal de ar
beid onvolmaakt blijven.
Indien gij mij met een weinig van
deze vriendschap zoudt willen vereeren,
zal ik zeer gelukkig zijn mij tot uwe dis
positie te kunnen stellen.
Wat! riep mijnheer Gensenne uit, gij
zoudt toestemmen? Gij zoudt bij mij uwe
avonden willen doorbrengen en Mozes
en David, Ezechiel en Salomon voor mij
vertalen
Volgaarne, mijnheer.
Hoe moet ik u danken voor zulk een
dienst? 4
Door het heel eenvoudig aan te ne
men.
Dat doe ik. Geef mij u\y hand, mijn
heer....
Ik heet Ephraïm.
De jonge man en de grijsaard drukten
elkaar de hand.
ger v;.n een groove som geids en van ge
wichtige doci'/r.nt :n.
De bemanning slaagde er slechts met
groote moeite in de echtgenoote van den
afgevaardigde, die den doodstrijd van haar
man aanschouwde, van een zelfden dood
tegen te houden! Tn hare vertwijfeling
wilde zij haar echtgenoot naspringen.
De afgevaardigden zijn, zoo meldt het
blad verder, van uitgebreide volmachten
voorzien. Indien hunne zending mislukt,
zal de sultan een leger van 5000 man in
fanterie èn '7000 ruiters met 4 kanon
nen uitrukten, om de Rifbewoners te on
derwerpen.
EsiggeSarad
Tegen het socialisme.
In Engeland bestaat sinds een jaar
een anti-socialistische bond, die inrich
tingen heeft gesticht voor het vormen van
sprekers, tot bestrijding der socialistische
leerstellingen. Deze bond beweert een
groot aantal aanüangers te hebben onder
vakvereenigingsleden, die het socialis
tische drijven moede zijn, en tracht nu
een fonds van een millioen shilling,
(zeshonderd-duizend gulden) bijeen te
brengen, om bij de komende verkiezin
gen werkliedenafgevaardigden naar het
parlement te zenden, die de belangen
der arbeiders willen behartigen, zonder
zich vierkant te stellen tegenover de be
staande orde.
Jtapara.
Markies ito..
B:j den reeds gemeideii moordaanslag
op den japanschen staatsman Ito te Chnr-
bin, heeft men blijkbaar te doen gehad
met een van te voren beraamd complot.
Reeds den vojrigen dag was aan het sta
tion Tsatsakau door de Russische poli
tie een niet drie revolvers gewapende, ver
dachte Koreaa'n in hechtenis genomen.
Het was onmogelijk geweest, den aan
slag op Ito te beletten, want op verzoek
van de;i consul-generaal, Kawakami, was
aan alle Japanners toegestaan het station
binnen te gaan. De moordenaar was naar
het uiterlijk niet van een Japanner te on
derscheiden. Alle personen, die zich in
Ito's nabijheid bevonden, hebben even
zeer als Ito zelf aan gevaar blootgestaan.
Kokoftsof stond vlak naast Ito, en was nog
dichter bij hem dan de overige gekwetste
Japanners.
De „N. R. Ct." meldt nog naar aan
leiding van dezen moordaanslag:
In Charbin is Ito vermoord. In dat
Mantsjoerije dus, op welks velden Rus
land en Japan hebben gestreden om het
bezit van Korea en om den voorrang in
Oost-Azië. Aan een spoorwegstation is
hij gedoodeen station van die lijn, welke
gedeeltelijk in Japansch en gedeeltelijk in
Russisch bezit is, een lijn die in de handen
van Japan en Rusland tot een militair en
economisch wapen is geworden tegen
China. Heengegaan is de staatsman op
het moment, dat hij door diplomatieke
onderhandelingen nieuwe diensten meen
de te gaan bewijzen aan zijn land. Van
dat land, van het moderne Japan, is Ito
een trouw, nuttig dienaar geweest. Er
zal oprechte droefheid zijn in het land
van den Mikado, om het heengaan van
69-jarige. In 1840 geboren, vertrok Ito met
vier andere jonge Japanners naar Enge
land, waar hij de Westersche wetenschap
pen en beschaving bestudeerde. Ook later
zette hij die studie voort op langdurige
reizen naar de Vereenigde Staten en naar
Europa. Hij vertoefde o. a. geruimen tijd
in Duitschland. Na in 1869 minister van
financiën, en in 1878 minister van binnen-
landsche zaken te zijn geweest, was hij
tot viermaal toe minister-president, n.l.
in 1886—'88, '92—'96' 189S en 1900—'01.
De invoering der moderne Japansche
grondwet, geinspireerd op Pruisisch mo
del, was vooral Ito's werk; en hij heet
dan ook wel „de vader van het moderne
Japan". In 1885 werd hem den titel ver
leend van graaf, in 1896 dien van mar
kies. Veel later werd hij tot prins verhe
ven wel een schitterende belooning voor
den man, die zich van eenvoudig boeren
zoon en zonder protectie had opgewerkt.
In 1901 ondernam Ito wederom een groo-
Maar ik bedenk, voegde mijnheer
Gensenne er aan toe, dat gij mij gezegd
hebt, dat gij een wees waart. Indien gij
voor dezen avond vrij zijt, ga dan met mij
mee. Ik zal u aan mijn kleindochter voor
stellen. Wij zullen dan samen dineeren.
De uitnoodiging is te vereerend, om
haar te weigeren.
Een kwartier later trad mijnheer Gen
senne met Ephraïm in de woning van de
rue Duphot.
Orgelklanken, gedempt door .den af
stand en het gezang van eene prachtige
altstem deden den grijsaard weten dat hij
zijn dochter in het muzieksalon zou vin
den.
Hij bracht Ephraïm erheen.
Deze was verrast door de schoonheid
van Juliana. Hij vond dat zij geleek op de
schoone figuren, die zich in de Bijbel
voordoen, onder de schaduw van de pal
men, of neerzittend op de rand van de put
ten, gereed om de kruik te reiken aan de
dorstige lippen van de reizigers.
Aan Rebecca, Lia, Rachel, Ruth, Esther,
aan ieder van deze typen scheen Juliana
een der deugden van haar hart, een der
bevalligheden van haar gelaat te ontlee-
nen. Zijn blik ging beurt om beurt van
den grijsaard met het witte hoofd,-naar
het jonge meisje, met blonde strengen ge
kroond en hij begreep dat hij gelukkig
zou zijn in deze jvoning, waar alles sprak
te reis naar Europa. Na de vesti
ging van de Japansche suzereiniteit over
Korea, werd dat rampspoedige rijk onder
knellend militair bestuur gebracht. De
moeilijke taak van het pacificeeren en tot
normaltoestanden terugbrengen-van Ko
rea werd echter opgedragen aan den aller-
bekwaamsten staatsman over welken Ja
pan beschikte, aan Ito.
Prins Ito heeft na de schoten, op hem
gelost, nog 20 minuten geleefd.
De Koreanen, die gisteren gevangen
zijn genomen, hebben bekend, dat zij in
Tsatsakau waren gekomen om den moord
op Ito voor te bereiden.
De moordenaar heeft in zijn verhoor
bekt.. I, dat hij te Charbin*was gekomen
om prins Ito te vermoorden. Hij had zijn
vaderland willen wreken. Ito had tijdens
zijn verblijf in Korea eenige personen, die
hem den moordenaar na stonden,
terecht laten stellen.
Ito's lijk wordt heden, gedekt met kran
sen van den Russischen minister Kokoft
sof en van het spoorwegbestuur Zuid
waarts vervoerd. Het spoorwegbestuur
laat hel lijk langs de geheele lijn pas
sende eer bewijzen. De Russische gezant
te Peking begeleidt het lijk tot Kwang-
tsjensky. Hij heeft er voor gezorgd, dat de
Russische diplomatieke vertegenwoordi
gers te Moekden en Dalny het lijk in ont
vangst zullen nemen.
Kokoitsoï heeft de Japansche regeering
door den Russischen gezant zijn deelne
ming- laten betuigen.
Behalve de reeds genoemde personen
is nog de particuliere secretaris van den
Japanschen hofminister licht gekwetst.
Koninklijke besluiten.
Met ingang van 1 November zijn be
noemd
lo. tot luitenant-generaal, comman
dant van het veldleger, de generaal-ma-
joor A. T. De Meester, tot commandant
der le, divisie, de generaal-majoor van
den staf der infanterie H. C. A. Neete-
son, tot generaal-majoor, commandant
der 3e divisie, de kolonel J. Briice, com
mandant van het le regiment infanterie.
2o. Bij den grooten staf: tot generaal-
majoor, commandant der Stelling van 't
Hollandsch Diep en het Volkerak, de ko
lonel L. De Bruijn, commandant van
het 2e regiment vesting-artillerietot
inspecteur van het militair onderwijs, de
kolonel A. Hoogeboom, commandant van
het 7e regiment infanterie
3o. Bij den general en staf, tot kolo
nel, de luit.-kolonel H. L. Van Oordt,
van dien staf, directeur der hoogere
krijgsschool; tot luitenant-kolonel de
majoor B. J. Land van dien staf, chef
van den staf der 2e divisie.
4o. Bij den plaatselijken staf, tot ko-
lenel, de luit.-kolonel F. H. Donner,
van dieri staf, plaatselijke commandant
te 's Gravenhage.
5o. Bij het wapen der infanterie, tot
kolonel, de luitenant-kolonel op non-ac
tiviteit A. W. Noorduijn, tot comman
dant van het instructie-bataljon, de luit.-
kolonel P. J. G. Schott, van het 9e regi
ment infanteriebij den staf van het
wapen, tot inspecteur van het wapen
de kolonel A. E. Roest van Limburg,
commandant van het 6e regiment infan
terie; tot kolonel, de luitenant-kolonel
R. H. Luber van dien staf, directeur van
den hoofdcursusbij het regiment gre
nadiers en jagers, tot luit.-kolonel de
majoor W. S. N. Van Bockom Maas van
het korps bij het le reg. tot kolonel
commandant van het korps de luit.-ko
lonel J. F. N. Van Bunge van het 7e
regiment; bij het 2e reg. tot militie
tweede-luitenant de sergeant H. T. M.
De Groof van het korpsbij het 3e
reg. tot majoor de kapitein jonkheer
A. F. Van Spengler van het korps tot
kapitein de eerste luitenant H. Polvliet,
adjudant bij het 7e regiment; bij het
4e regiment, tot majoor, de kapitein L.
E. Hinrichs, van het korps; bij het 5e
regiment, tot kolonel, commandant van
het korps, de luit.-kolonel F. H. W. H.
Spieringhs, van het wapen, commandant
van arbeid en deugd.
Er was dien avond geen sprake van ver
talen, maar toen Ephraïm mijnheer Gen
senne verliet, zeide hij hem
Morgen zullen wij met den He-
breeuwschen tekst beginnen.
Van dien dag dateerde de regelmatige
omgang van Ephraïm en zijn ouden
vriend. De jonge man kwam om zeven
uur. Hij vond mijnheer Gensenne aan
zijn werktafel. Dicht bij hem zat Juliana,
met een haakwerkje in de hand. Zij
groette Ephraïm met een enkel woord,-
'n zwak glimlachen, maar terwijl de twee
mannen studeerden, de oorspronkelijke
tekst bespraken, hield zij op, liet haar
werk op haar knieën vallen en volgde de
verwonderlijke hooge vlucht der gedach
ten van den grijsaard en z'n vriend, beiden
meegesleept door de wonderlijke poëzie
der Heilige Boeken. Dan veranderde het
gezicht van Juliana, straalde haar bleek
gelaat onder de kroon van gulden vlech
ten, trilden hare lippen en schouwden ha
re oogen in een andere wereld.
De jonge vertaler werd spoedig de on
afscheidelijke gezel van mijnheer Gensen
ne.
Hij voelde zich aangetrokken door deze
ernstige en heilige familie. Wanneer mijn
heer Gensenne verlangde hem over dag
bij zich te hebben, yvelgerde hij nooit te
komen.
van het instrucue-baialjon tut ïuri.-ko-
lonel, de majoor H. J. Indewcij, van
het korpstot kapitein de eerste luit.
C. C. De Gelder, van het korps bij het
6e regiment, tot kolonel, commandant
van het korps, de luit.-kolonel P. G.
Weuringh, van het 8e regiment infante
rie tot luit.-kolonel de majoors W. F.
Johannes en D. Makkink, beiden van
het korpsbij het 7e regiment, tot ko
lonel-commandant van het korps, de
luit.-kolonel R. Froger, van het reg.
grenadiers en jagers; tot maj. de ka
pitein J. C. H. Verschoor, adjudant van
het korpstot kapitein de eerste luite
nant jonkheer A. G. Van Nispen van
het regiment grenadiers en jagers bij
het 8e reg. tot majoor de kapilein H.
C. A. De Block van het regiment grena
diers en jagers
Bij het 10de regiment, tot kapitein,
de le luitenant J. P. J. Verberne, van
het regiment grenadiers en jagers. Bij
het 11de regiment, tot luitenant-kolonel,
de majoor R. J. Van de Pol, van het
2de regiment; en de majoor W. H. B.
Stoof, van het korps
6o. Bij het wapen der artillerie tot
majoor, de kapitein op non-activiteit C.
G. Previjf, van dat wapen.
Bij den staf van het wapen, tot gene
raal-majoor, inspecteur der vesting-ar
tillerie, de kolonel T. C. De Bordes,
commandant van het 4de regiment ves
ting-artillerie tot generaal-majoor, de
kolonel A. Van Seters, van dien staf,
inspecteur der bereden artillerietot
kolonel hoofd der IVe afd. van het Dep.
v. Oorl., tevens directeur der artillerie
inrichtingen de luitenant-kol. L. J. Schel-
tema, van het 4e regiment vesting-artil
lerie; tot luitenant-kolonel de majoor
L. C. van Kuijk van dien staf, hoofd der
munitiefabriek; tot majoor, hoofd der
werkplaatsen voor draagbare wapenen,
de kapitein J. H. A. Mijsberg, van dien
staf, werkzaam bij de munitiefabriek.
Bij het 2e regiment vesting-artillerie,
tot kolonel, commandant van het korps
de luit.-kolonel A. R. Ophorst, van het
korpé.
Bij het 4e regiment vesting-artillerie,
tot kolonel, commandant van het korps
de luitenant-kolonel G. A. Van der Brug-
ghen, van den staf van het wapen, toe
gevoegd aan den inspecteur der vesting-
art. tot majoor, de kapitein C. J. M.
Collette, van het 1ste regiment vesting
artillerie
is
B. de majoor M. J. A. Masthoff, van
den staf der artillerie op het daartoe
door hem gedaan verzoek, eervol ont
heven uit de betrekking van hoofd der
werkplaatsen voor draagbare wapenen
in verband daarmede in zijn rang over
geplaatst bij het 2de regt. vesting-ar
tillerie.
Benoemd zijn tot vice-president
der Rechtbank te 's-Gravenhage, mr. A.
O. H. Tellegen Bz., thans vice-president
der Rechtbank te Rotterdam en mr. H.
A. Van Rees, thans rechter in de Recht
bank te 's-Gravenhagetot vice-presi
dent der Rechtbank te Rotterdam, mr.
G. W. baron Van der Feltz en mr. L.
R. Telting, beiden thans rechter in ge
meld college en tot vice-president der
Rechtbank te Amsterdam jhr. mr. W.
C. Quarles van Ufford, thans rechter
in gemeld college.
Requesten aan de Tweede Kamer.
Dat het Nederlandsche volk een vrrij
ruim gebruik maakt van zijn recht om
zich per request tot de volksvertegen
woordiging te wenden, kan blijken uit
de volgende cijfersIn het zittingsjaar
1908/1909 kwamen bij de Tweede Kamer
in 335 adressen, waarvan 18 werden ter
zijde gelegd als ongeteekend, ongezegeld
of ingediend door een niet wettig erkend
lichaam.
Omtrent 82 werd geen verslag uitge
bracht (meerendeels omdat zij wetsont
werpen betroffen,-welke in dat zittings
jaar onafgedaan bleven).
De conclusie van het rapport, uitge
bracht over adressen, strekte in 160
gevallen tot nederlegging ter griffiein
48 gevallen tot overgaan tot de orde van
den dag; in 22 gevallen tot verzending
Ik beroof u van uw kostbaren tijd,
zeide de grijsaard.
Gij weet dat ik dien bij u gebruik.
Ik heb eene verontschuldiging, beste
Ephraïm, mijne beenen worden hoe lan
ger hoe zwaarder. Ik wil het verbergen
voor mijn kleindochter, wie dit teeken van
toenemende zwakheid zou verontrusten.
Mij tluiis ziende werken, denkt zij dat gij
alleen mij er houdt. Door te helpen Ju
liana om den tuin te leiden, doet gij een
goede daad.
Heb geen zorg, dierbare meester,'
ik kom hier als egoïst.
Neem mij de vraag niet kwalijk, die
mijn genegenheid mij naar de lippen;
dringt. Beschikt gij vrijelijk over uw tïjdrf
hebt gij geen geregelde bezigheid?
Neen, antwoordde Ephraïm, ik heb
mij altijd bezig gehouden met de studie
van de Oostersche talen en nooit heb ik
iets anders gedaan.
Zijt gij rijk?
Ik weet het niet, antwoordde de jon
ge -man lachend.
Hoe, weet gij niet, hoe groot ir e in-
konwie' ':n?
(Wordt vervolgd)".