No. 20. BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. ie Jaargang. 3>c £cicbohc Soma/nt Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 93S. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Lelden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/1 cent. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. Installatie Staatscommissie werkloosheid. De Staatscommissie voor de Werkloos heid is heden, Zaterdag 23 October door Z.E. den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel geïnstalleerd in de Trèveszaal met de volgende rede door 'den heer Talma gehouden: Mijne heer en. Het heeft Hare Majesteit de Konin gin behaagd, bij Haar besluit van 30 Juli 1909 eene Staatscommissie in te stellen aan wie de tweeledige taak is opgedragen: vooreerst na te gaan, in hoeverre de Regeering over middelen beschikt om snel en voldoende ingelicht te worden over den stand van de bin- nenlandsche arbeidsgelegenheid en den omvang en den aard van werkloosheid in de verschillende vakken en welke aanvulling deze middelen behoeven en dan te onderzoeken wat de Regeering kan doen, hetzij door steun van perso nen of corporaties, hetzij zelfstandig zoowel tot voorkoming of bestrijding van werkloosheid, als tot leniging van de gevolgen daarvan. Waar het Hare Majesteit heeft be haagd U Mijne Heeren, tot Voorzitter, Leden en Secretaris dezer Commissie te benoemen, acht ik het mij een voor- recht, U als zoodanig hier welkom te mogen heeten. Dat deze Staatscommissie uit een zoo groot aantal leden bestaat vindt zijn oorzaak in den wensch der Regeering!, dat bij hare beraadslagingen de moei lijke vragen, waarvoor zij zich zal ge steld zien zoo veelzijdig mogelijk be licht zullen worden en het verheugt mij, dat zoovelen bereid werden gevonden, tot het aanvaarden dezer gewichtige taak. De uitgebreidheid der Commissie zal wellicht eenig bezwaar opleveren, waar zij samen zal moeten komen ter vast stelling harer conclusiesik vlei mij, dat het haar daardoor tevens gemak kelijker zal vallen het ook op dit ge bied doeltreffend middel der verdeeling yan arbeid toe te passen. Het zal zeker overbodig zijn voor U Mijne Heeren het gewicht Uwer taak juiteen te zetten, waar de Regeering juist U uitnoodigde om zitting te ne men, omdat zij het vertrouwen had in U mannen te vinden in de eerste plaats bevoegd tot oordeelen. Gij kent de werkloosheid zoowel waar zij zich aan de openbare aandacht opdringt, duizenden, die werken kun nen en willen uitstootend uit de werk plaats hun de gelegenheid roovend om door arbeid in de behoeften van hen en hun gezin te voorzien, alsook in dien anderen vorm, als een schaduw het be- idrijfsleven begeleidende ook in voor spoediger jaren onopgemerkt door de Smenigte, maar niet minder nijpend voor de slachtoffers en hunne gezinnen. Gij kent ze Mijne Heeren en toch" uw zitting nemen in deze Staatscommissie toont wel, dat Gij met de Regeering van oordeel zijt, dat er aanleiding is om te overwegen, of de kennis die wij hebben van dit ernstig maatschappelijk verschijnsel wel voldoende is, of meer bepaald aan de Regeering wel de mid delen ten dienste staan om wel en vol- doende te worden ingelicht over werk loosheid, die reeds aanwezig is, of dreigt te zullen ontstaan. Dat onze maatschappelijke inlichtings dienst onvolledig is, ieder weet het ook al zal hij bereid zijn hulde te brengen aan hetgeen met gebrekkige hulpmidde len bijv. door het Centraal Bureau voor de Statistiek reeds is verricht; en het zal zeker van groote beteekenis zijn vast .te stellen op welke wijze deze dienst Zoo kan worden georganiseerd dat hij iWerkelijk zijn taak naar behooren zal Jkunnen vervullen. Daarnaast staat het tweede deel Uwer Itaak zeker het moeilijkste, wellicht ook het belangrijkste. De opdracht in het Koninklijk besluit (uitgedrukt vraagt zeker in de eerste /plaats practische voorstellen, en geen alge ineen wetenschappelijke verhandelingen, Waar een practische slotsom zal wel niet worden bereikt zonder dat het on derwerp van alle Zijden door U wordt bezien. In hoeverre door verschillende omstandigheden de scheidsgelegenheid wordt uitgebreid of ingekrompen, het zij voor de geheele arbeidersbevolking hetzij voor bepaalde groepen daarvan en dan in hoeverre het mogelijk is, op doeltreffende wijze de gevolgen der werkloosheid te lenigen, het zal door u moeten worden overwogen, vóórdat het antwoord is verkregen, dat de twee de vraag van u verlangt. Bij deze overweging niet het minst zal het van groote beteekenis zijn, dat practische ervaring en wetenschappelijk inzicht in uwe commissie bijeen zijn gebracht, dat het vraagstuk kan worden toegelicht door werkgevers en arbeiders, dat ervaringen hier kunnen worden toe gelicht verkregen bij ernstigen arbeid tot voorkoming en bestrijding van Werk loosheid en dat onderscheiden overtui ging op maatschappelijk en staatkun- "g terrein zich hier zal kunnen uiten. En dan, de Regeering houdt zich over tuigd, dat het gewicht van deze zaak, die U er toe bracht U bereid te ver klaren in deze commissie zitting te ne men, U zal helpen, om de bezwaren te overwinnen, die dit werk zeker zal op leveren en dat gij het een voorrecht zult achten, wanneer het U gegeven mocht zijn door uwen arbeid iets tot stand te brengen, waardoor de werk loosheid, die een zoo ernstige bedrei ging is van den welstand van onze nij vere bevolking, zou kunnen worden be streden en smartelijke gevolgen gele nigd. In deze overtuiging verklaar ik deze Staatscommissie geïnstalleerd en geef ik hare lei 'ing, Mijnheer de Voorzitter, met vertrouwen in Uwe handen. De Voorzitter der Staatscommissie, de heer Mr. M. W. F. Treub, antwoordde hierop als volgt: Excellentie, Het zij mij vergund een enkel woord in het midden te brengen naar aanleiding van de rede, waarmede onze Commissie door Uwe Excellentie werd geïnstalleerd. Waar inderdaad de taak welke ons bij °het Kon. Besl. van 30 Juli werd opgedra gen, een hoogst moeilijke en gewichtige is, heb ik in de eerste plaats, namens de gansche commissie H. M. de Koningin alsmede Uwe Excellentie en Uwen ambtgenoot van binnenlandsche zaken, op wier voordracht H. M. tot instelling onzer Commissie besloot, dank te zeggen, voor het in ons gestelde vertrouwen. Is de taak, welke ons is opgedragen op zich zelf reeds moeilijk; zij wordt dit nog meer, omdat naar algemeen bekend is de feitelijke gegevens, welke onze Commissie als grondslag van haar onder zoek behoeft, bijzonder schaarsch en on volledig zijn. Dit brengt ons in de noodzakelijkheid aan het werk der beantwoording van de ons gestelde vragen een feitelijk vooron derzoek te doen voorafgaan, opdat wij ons een, zij het ook ruw en onvolkomen beeld kunnen vormen van de werkloos heid, gelijk deze zich in het tegenwoordig tijdperk hier te lande in haar helaas zeer bonte verscheidenheid voordoet. Zonder zulk een zakelijken ondergrond zouden de antwoorden op de ons gestel de vragen gëvaar loopen, in stede van practische voorstellen gelijk door de Regeering ook blijkens het zoo even door Uwe Excellentie gesprokene bedoelt theoretische en hypothetische bespiege lingen, zoo al geen wetenschappelijke ver handelingen te bevatten. Doch niet alleen wegens de schaarschte der gegevens waarvan is uit te gaan, le vert het onderzoek, dat wij zullen hebben in te stellen, bezwaren op. Reeds het be grip werkloosheid is niet scherp te belij nen en de verschillende vormen waaron der dit maatschappelijk euvel zich voor doet, zijn niet streng te scheiden. Toch zullen zulk een belijning en zulk een schei ding moeten worden beproefd. Daarbij komt, dat de werkloosheid in intensiteit, aard en periodiciteit in de ver schillende vakken zeer uiteenloopt en dat de daarop inwerkende oorzaken zich in de verschillende onderdeelen der arebids- marlct allerlei combinaties doen gevoelen. Gelijk Uwe Excellentie reeds met een enkel woord werd aangegeven, zal dan ook eene arbeidsverdeeling bij het on derzoek niet achterwege kunnen blijven. Ik vertrouw dat de Regeering bereid zal zijn, deze arbeidsverdeeling door de 1 aanstelling van adjunct-secretarissen, tot De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. bijstand van den algemeenen secretaris te vergemakkelijken. Wordt bij zulk eene arbeidsverdeeling het te bearbeiden veld bij stukken aan sub-commissies in bewerking gegeven, de wijze van bewerking van die ver schillende onderdeelen zal naar een al gemeen door de geheele Commissie vast te stellen plan hebben te geschieden. Anders zou de onmisbare eenheid in het onderzoek worden gemist. En is het voor-onderzoek, vooral we gens gemis aan voldoende gegevens niet zonder bezwaren bij de beantwoor ding der vragen zelf zal er bovenal naar moeten worden gestreefd het onder werp binnen niet te ruim gestelde gren zen te houden. Het eerste deel van de tweeledige opdracht, welke ons werd verstrekt, heeft om zoo te zeggen zijn natuurlijke grenzen. Hoe ver de inlichtingsdienst van de Regeering ten aanzien van het maatschappelijk kwaad der werkloosheid reeds gaat en hoe die dienst is aan te vullen en te verbeteren, is een objectief vrijwel af te palen vraag. Hierbij zullen de werkzaamheden van het Centraal Bureau van de Statistiek', van de artieidsinspectie, van vakvereeni- gingen, Kamers van Arbeid, Kamers van Koophandel enz. ter sprake komen. En de arbeidsbeurs en hare organisatie zul len bij dat deel van ons werk wel meer in het bijzonder aandacht vragen. Bij het onderzoek naar de middelen ter voorkoming, bestrijding en leniging der werkloosheid zijn daarentegen natuur lijke grenzen ver te zoeken. Wie zich slechts de beraadslagingen over de zaak in de Tweede Kamer in October van het vorig jaar in herinnering roept, vindt reeds een stalenkaart van zulke midde len voor zich uitgespreid. En al moge bij dieper gaand onderzoek sommige van die aangeprezen middelen ter zijde kun nen worden gesteld, daartegenover staat, dat telkens verder reikende ge zichtspunten zich openen. En geen won der. Immers het vraagstuk der werk loosheid is zoozeer ingeweven in het maatschappelijk probleem van onzen tijd, dat het schier bij alle onderdeelen daarvan zich mede gelden doet. Zoo wel vakopleiding als emigratie, zoowel werkverschaffing als protectionisme of vrijhandel, zoowel werkloosheidsverze kering als armenzorg, komen hierbij om slechts enkele voorbeelden te noe men ter sprake. Vandaar dat ook bij dit deel van het onderzoek arbeidsverdeeling wel niet zal kunnen uitblijven; doch vandaar ook, dat zelfbeperking bij de behandeling der ver schillende met de voorkoming, bestrij ding of leniging der werkloosheid verband houdende onderwerpen dringend noodza kelijk zal zijn, wil het geheele onderzoek niet in het onbegrensde afdwalen. Niemand onzer ontveinst zich de möeie- lijkheden, verbonden aan de taak, die ons wacht, moeielijkheden waarop zooeven door Uwe Excellentie werd gedoeld. Doch wij hopen, door eendrachtige sa menwerking, althans iets te kunnen bij dragen om de Regeering beter dan tot nu toe in staat te stellen het kwaad der werkloosheid te kennen en het voor zoover dit van overheidswege mogelijk is te bestrijden of te lenigen. Hoe verschillend wij mogen zijn in le vensopvatting en in maatschappelijken le vensstaat, wij worden saamgebonden door den ernstigen wil het veelhoofdig vraagstuk dat ons ter onderzoek is voor gelegd, te doorgronden, voor zoover dit met de practische ervaring en. de theo retische kennis, die in ons midden zijn vereenigd, mogelijk zal blijken te wezen. Wij zijn allen doordrongen van het be sef, dat de stof, aan welker bearbeiding wij ons, krachtens het ons toevertrouwd mandaat, zoo aanstonds gaan zetten, on- omspanbaar en op maar al te veel plaat sen, ondoorzichtbaar is. Hooge verwach tingen omtrent de resultaten, welke wij hopen te bereiken, mogen en willen wij dan ook niet opwekken. Doch waar het maatschappelijk kwaad dat wij te onderzoeken zullen hebben, zidi in zijn vollen omvang niet laat grij pen, zullen wij ruimschoots reden hebben tot tevredenheid als het ons gelukken zal eenige practisch doorvoerbare maatrege len aan te geven tot beteugeling daarvan. Indien wij daarin mogen slagen, zal onzen arbeid kunnen medewerken tot ver sterking van de sociale positie der Neder- landsche arbeiders en daarmede tot ver betering der maatschappelijke toestanden in ons Vaderland in het algemeen. Mij rest ten' slotte Uwe Excellentie uit naam der Staatscommissie dank te zeg gen ,dat Gij U de moeite hebt willen geven haar in persoon te installeeren. Opschuiving. De groote beweegreden, waarom des tijds de vrijzinnig-democraten zich van de liberalen losscheurden, was hierin gelegen, dat de liberale Unie niet mee- wilde naar het algemeen kiesrecht. Sindsdien is veel veranderd, en heeft de liberale Unie zich ook voor het, al gemeen stemrecht uitgesproken. Toch is er geen verbroedering tot stand gekomen. Zooals de Unie-liberalen zijn opge schoven, zoo ook zijn de vrijzinnig democraten, die door de „Nieuwe Ct." niet onaardig als „praktijk-socialisten" worden betiteld, naar het radicalisme verder afgezakt. Een sprekend staaltje hiervan vindt men in hetgeen dezer dagen te Amster dam voorviel. In het 4e district moet een verkiezing voor den gemeenteraad plaats hebben. En nu raadt de vrijzinnig-democra tische vereeniging met op één na alge- meene stemmen niet om het liberale oud-raadslid Polak te stemmen, maar te stemmen op den sociaal-democra- tischen candidaat. De sociaal-democraat krijgt al bij eerste stemming de voorkeur boven den liberaal. De afglijding gaat al verder. En we vreezen, dat op den duur de Unie-liberalen zich op het hellend vlak ook moeielijk zullen staande houden. Hun eerste concessie is reeds gegeven. Valsetae voorstelling, Hoe men de dingen op hun kop kan zetten De socialistische pers, doet het voor komen, alsof Ferrer's terechtstelling een moord was. Maar waarom heeft diezelfde pers niet van moord gerept, toen de revolutionairen in Barcelona huis hielden; waarom is niet van moord gesproken, toen de Pa- rijsche revolutionairen bij de jongste be toogingen een politieagent een prole tariër doodschoten? 't Is een fraai stelsel, dat leert, dat de terechtstelling van een rijken, Spaanschen revolutionair moet gewroken worden door den dood van de kinderen des volks. Wat moeten de lezers denken? De liberale bladen vinden het best, dat de geheele Kamer het voorstel der sociaal-democraten inzake Ferrer ver wierp Wij kunnen niet anders zeggen dan dat dit voor hun gezond verstand pleit. Maar wat moeten hun lezers daar van denken Hun lezers, die een week lang heb ben vernomen, dat de Spaansche regee ring een gruwelijke snoodheid had be gaan, waarvoor het krachtigste brand merk niet krachtig genoeg was. Hun lezers, die na al den smaad, al de verguizing over Spanje uitgestort, moesten denken, dat een brief van rouw beklag aan de kinderen van het edele slachtoffer van militaire willekeur en clericale haat, het minste was wat men doen kon. Met droeve ontgoocheling moeten zij thans toch wel vernomen hebben, dat de .groote liberale pers het verwerpen van het rouwbeklag-adres volkomen in den haak acht. Tenzij zij tot het inzicht mochten ko men, dat hun pers veel te hard van stal is geloopen, zich door vooringe nomenheid en anti-clericalisme tot groo te onbillijkheid en onredelijke felheid heeft laten verleiden. Het goedkeuren van het votum der Kamer zou dan als een eerste symp toom van beter inzicht kunnen worden beschouwd. (Hgz.) Koninklijke besluiten. Benoemd zijn tot ontvangers der re gistratie en domeinen: te Vianen jhr. A. M. C. van Asch van Wyck, thans te Goor; te Hoorn, C. A. W. Beelaerts van Em- michoven, thans te Grave; te Venlo, H. C. Ittmann, thans te Gulpen, te Zalt- JBpmmelH. C. JVloinat, thans te Hooge- veen; te Medemblik, A. van der Leeden,- thans te Druten. Aan den le luitenant W. L. van Wei deren baron Rengers, van het le depot huzaren is eervol ontslag uit den militairen dienst verleend en in verband met de verplichting op hem rustende, tot 22 Juli 1913 benoemd tot reserve le luitenant bij het le regiment huzaren. Aan den generaal-maojor A. J. Vetter commandant der 3e divisie is met ingang van 1 November, ter zake van langdurigen dienst onder toekenning van f 2700 pen sioen eervol ontslag uit den militairen dienst verleend en is hem de rang ver leend van luitenant-generaal. Met ingang van 1 November is aan den kapitein op nonactiviteit L. A. Ort van het wapen der infanterie en met in gang van 16 November aan den kapitein, H. M. F. G. Peltzer, van het 3e regi ment vesting-artillerie, ter zake van li chaamsgebreken onder toekenning van resp. f 774 en f 1220 pensioen, eervol ont slag uit den militairen dienst verleend; Met ingang van 3 Nov. is aan Jhr. mr. P. M. van Meeuwen, eervol ontslag verleend als president van het Gerechtshof te 's Hertogenbosch en als zoodanig be noemd jhr. Mr. L. C. J. A. van Meeu wen, thans president der Arrondissements Rechtbank aldaar. Benoemd zijn tot notaris binnen het arrondissement Amsterdam, ter stand plaats Amsterdam: K. W. J. K. v. Be verwijk, J. Jaburg, E. N. v. Ammers, al len candidaat-notaris aldaar; en bepaald is, dat de notarisplaats te Amsterdam opengevallen door het eervol ontslag van F. C. Hancock, niet zal worden vervuld, Met 1 November a.s. is aan den lui tenant ter zee 2e klasse bij de Kon. Ma rine Reserve J. A. Labots eervol ontslag verleend. Met ingang van 1 Nov. a.s. zijn be vorderd tot kapitein ter zee, de kapitein luitenant ter zee F. Bauduintot kapi tein-luitenant ter zee de luitenant ter zee le klasse J. C. Bentz van den Berg, en tot luitenant ter zee der le kl. de luitenant ter zee de r2e kl. F. M. J. Chevalier. Gedenkteeken J. E. "Tehupeiory. Ter begraafplaats te Utrecht werd heden- namiddag de gedenksteen op het graf van J. E. Tehupeiory overgedragen aan de Indische Vereeniging. Mr. C. Th. van Deventer uit Den Haag hield bij deze plechtigheid een toespraak, waarin hij de bekwaamheid, ijver en werkkracht van den man schetste, wiens veelbelovend leven helaas zoo jeugdig werd afgesneden. Na herinnerd te hebben aan hetgeen door Tehupeiory reeds ge daan was, vraagt spr., of de Indiër, die op 26-jarigen leeftijd zooveel bereikt had, niet het onwederlegbaar bewijs lever de, dat de vereeniging van bewonderens waardig kunnen en eerbied afdwingend willen, niet het monopolie is der uit verkorenen van de Westersche rassen, dat althans ook onder Insulinde's kin deren van die uitverkorenen te vinden zijn Toen de gedenksteen door den heer R. Soemitro, secretaris van de Indische vereeniging was onthuld, wendde nu Van Deventer zich tot den heer Soetan Casajangan, voorzitter der Indische ver eeniging, welke de zorg voor het monu ment op zich zal nemen. Beschouw dit monument als een kost baar kleinood, de heugenis dragende van hem, wiens nagedachtenis in eere blijft bij allen, die gelooven in Insulinde's Toe komst. De heer Soetan Casajangan aan vaardde namens de Indische vereeniging den gedenksteen, hopende dat dit monu ment, in de eerste plaats bestemd de her innering levendig te houden aan onzen vriend Tehupeiory daarnaast getuigen moge van den steeds sterker worden den band tusschen Moederland en Ko loniën en zoodoende meewerken, het ide aal van den overledene te helpen verwe zenlijken. Een groote schare uit alle deelen des lands, woonden de plechtigheid bij. LEIDEN, 23 October. Concert Jacq.v. Lier, violoncel (Berlijn) Blauw, piano. De violoncel heeft op ons altijd een bizonijeren indruk gemaakt. En (Je reden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 1