No. 8. Een Bekentenis. De Erfgenamen van Judas. BINNENLAND. Uit stad en omgeving, Ie Jaargang. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. In tere. Telefoon 935. Postbus 6. 'DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per ikwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis, bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Gedwongen door de omstandigheden,' beeft de president der Fransche republiek j'de heer Fallières# de noodzakelijkheid ge- jlvoeld een brief .te richten tot de leden [der beide Fransche Kamers, die teeke- jnend is voor don geest,- waarmede, vol gens den president,- het meerendeel der i Fransche Kamerleden en het Fransche volk is bezield. .Wat is de aanleiding voor dit schrijven? Men zal zich mogelijk herinneren, hoe korten tijd geleden het Fransche bestuur- i bare luchtschip s,Republique" js veron gelukt,- waarbij eenige Fransche officie ren den dood yonden. Over deze ramp heerschte een alge- tneene nationale rouw. Met praal en pracht had de plechtige begrafenis te Versailles plaats, waarbij 'hooge autoriteiten aanwezig waren. De president der republiek echter gaf biet het minste teeken van deelneming in de algemeene ontroering,- en ook de fa milie der slachtoffers ontving geen enkel blijk van sympathie van de zijde van de hoogste autoriteit in den lande. En nu is de afkeuring over deze wree- de houding algemeen, zoowel in de pers als onder alle rangen van het volk. Dat was minder aangenaam voor den heer Fallières. Hij wilde nu bekendheid geven aan de oorzaak van zijn handelen, en daarom heeft hij een openbaar schrijven gericht aan de leden der beide Kamers, om zijn houding te rechtvaardigen. En wat schrijft nu de President der Fransche republiek? Hij zegt: mijneheeren leden der Ka mers, volgens de wet word ik geacht Frankrijk te vertegenwoordigenmaar ik ben daarnaast de dienaar van mijn minis ters, evenals deze "het moeten zijn van uwe meerderheid. Daarom heb ik er mij op toegelegd hun wil te leeren kennen, omdat voor mij geld: weten is gehoorzamen". En nu heb ik opgemerkt, dat gij mijn ministers hebt aangespoord en aangemoe digd om vast te stellen, dat God ver jaagd zou worden uit de opvoe ding, het o n d e r w ij s, evenals uit het geheele publieke leven. En omdat nu, naar uwe overtuiging, geen rekening meer gehouden moet wor den met God,- kan de 'dood, door welke oorzaak hij ook moge zijn ingetreden,- geen enkelen plicht opleggen. De begra fenis van een lichaam, dat nooit een ziel bezeten heeft aldus de President is niets anders dan de overbrenging naar .een knekelhuis. Wanneer ik nu bij de plechtigheden tegenwoordig zou zijn ge weest, dan zou dit een protest hebben kunnen schijnen tegen de wetten,- waarin de wil van Frankrijk is neergelegd. Daarom ben ik thuis gebleven. Deze woorden zijn even openhartig,- als logisch. FEUILLETON. 8) Geen liefhebberij was vreemd aan Cy- "rillus; hij graveerde met zijn leeraar, be proefde te boetseeren, en wat zijne klas- .sieke studiën betreft, zij waren genoeg gevorderd om den naijver op te wekken van een leerling in de rhetorica. Maar terwijl hy zijn wetenschap meedeelde en 'zijn beste krachten gaf om een geloovig en onderwezen man te vormen, verwaar loosde hij zijne particuliere werken niet. Cyrillus beminde Lavergne niet alleen, hls een meester, maar ook als een oudsten broeder; hij leefde met hem in eene vol maakte gemeenschap van gedachten. De jonge man en de jongeling verstonden elkaar, en, niettegenstaande vele moei lijkheden met menschen en zaken, behield Lavergne, zijne overtuigingen en verwach tingen, zuiver en vurig als die van het kind, dat aan zijne zorgen was toever trouwd. Men begrijpt wat de leerling was Van zulk een meester, en de gerustheid waarmee Pont-Joubert de opvoeding van Zijn zoon aan Lavergne overliet. Toen hij de vlucht van Ina vernomen had, had hij een pogenbjik de gedachte gehad1 zijne De President der Fransche Republiek kent zijn pappenheimers; hij weet, dat de wetten van het anti-clericale Bloc in. de allereerste plaats gericht zijn tegen den godsdienst; hij kent den fanatieken haat, waarmede de groote meerderheid der Kamerleden, van wie hij, de President, de onderdannige dienaar is, bezield is. Hij weet wel,- waar het om gaat! En daarom bleef deze wassen pop in zijn rol. iJoe dikwijls is het in de pers onzer tegenstanders niet voorgesteld alsof de Fransche Katholieken, die temidden der beroeringen trouw bleven aan hun ge loof; zich de wetten, die gericht waren tegen wat hun het dierbaarst was, niet lieten welgevallen; die met name de as sociations cultuelles" van de hand wezen met opoffering van de kerkegoederen hoe menigwerf zijn die getrouwen niet geteekend als een soort opstandelingen tegen de republiek. Het geloof immers zou niet worden aangerand. Vrijelijk zouden zij hun eeredienst kun nen uitoefenen. Ze zouden volstrekt niet in slechter conditie komen. De godsdienst zou worden geëerbie digd in dit land van Vrijheid. En nu komt daar de eerste persoon van datzelfde land openlijk de verklaring afleggen, dat men het volk heeft willen bedriegen. Getuigen, dat de Fransche wetgeving gericht is tegen God en godsdienst. Bekennen, dat het de wil is der volks vertegenwoordiging om geen rekening meer te houden met God! Zij bevat voor ons geen nieuws deze bekentenis. Slechts de openhartigheid, waarmede ze werd uitgesproken, is frappant en uiterst leerzaam. En erg benieuwd zijn we naar het ant woord van deze vertegenwoordigers der natie, waarom hun President-Dienaar heeft gevraagd. Een geschenk voor H. M. de Koningin. De Chineesche vereeniging Tjong iHwa Hwee Kwan te Soerab'aya had aan H. M. de Koningin het verzoek la ten doen, of deze genegen zou zijn te aanvaarden, als blijk van hulde en erken telijkheid voor den steun door de Chi- neezen op Java van regeeringswege ge noten, een album met photo's van de verschillende inrichtingen van onder wijs na dien tijd daar te lande ge- sicht. Het heeft H. M. behaagd hare in stemming met deze plannen te betuigen en ingevolge van die beschikking zijn de Chineezen aan het werk getogen en hebben een reuzenalbum doen vervaar digen ,dat gezien mag worden. Den 6en September was het Soer. kinderen aan Lavergne toe te vertrouwen, maar hij overwoog dat deze zeer jong was en dat Maloeuvre, die zelf een kind had, beter Marie-Angelina en Cyrillus kon leiden in de gewone zaken des levens. Eindelijk, Maloeuvre die aan Pont-Jou- bert zijn onderrichting en fortuin te dan ken had, scheen de aangewezen bescher mer voor hen, die weezen geworden wa ren. Al waren de laatste aanbevelingen van Pont-Joubert tot Jude gericht, Lucien lag hem toch nader aan het hart. Hij liet aan den eerste de leiding van het huis, de zorg voor zijn fortuinaan den tweede de zorg over het hart, de ziel, het geluk van hen, die hij ging verlaten, om een gedwongen plicht te vervullen. Lavergne bemerkte spoedig, dat mijn heer Maloeuvre hem weinig vriendschap toedroeg, en meer dan eens, was Lucien verplicht door een woord, een teeken, een stilzwijgen, Maloeuvre zijn ware positie tot het hotel Pont-Joubert in herinnering te brengen. Jude Maloeuvre beproefde Lucien bevelen te geven tot zaken, die hem geheel vreemd bleven, alsof hij hem geleidelijk wilde verlagen en hem gewoon maken aan vernederingen. De volmaakte takt van Lucien vermeed elk conflict maar het was niet zonder veel voorzichtigheid, dat de leeraar er in slaagde een uitbar- ting te verhinderen. Sedert het qogenblik^ waaroo Malocu- Nieuwsbl. in de gelegenheid het boek, dat in de ateliers der firma Van Ingen te Soerabaja vervaardigd is, eens door te bladeren. Er waren in afgebeeld 53 scholen met onderwijzers, bestuurders en leer lingen. Vóór in het album staat een keurig 'gecalligrapheerde, in vier kleuren be werkte opdracht. Het wordt aangebo den door de „Djawa Hak Boe Tjong Hwe", en is neergelegd in een fraai met oranjezij gecapitonneerde djatihou ten kist, geheel door Chineezen vervaar digd. Op de kist, die van zilveren be slag is voorzien, is een gegraveerde plaat van hetzelfde metaal aangebracht, met als inscriptie den naam der vereeni- ging. Een en ander zal met een begeleidend schrijven ,in de Chineesche en Neder- landsche taal gecalligrafeerd, dezer da gen naar Nederland worden opgezon den." Nieuw Tarief. Naar „De Msb." uit goede bron ver neemt, wordt er op de bureaux der H. S. M. en S. S. met extra krachten; gewerkt aan de samenstelling van de nieuwe tarieven voor het vervoer van reizigers. Indien de minlsterieele goedkeuring spoedig afkomt, hoopt men daarmee in het begin van 1910 gereed te komen. Er bestaat dan kans, dat de invoering van dit tarief met den a.s. zomerdienst kan worden tegemoet gezien. Assistent-resident Tangerang vermoord. Uit Batavia ontvingen wij het telegra fisch bericht dat de assistent-resident van Tangerang door een districthoo- hoofd uit wraak is vermoord. Tangerang is de dicht bij Batavia ge legen hoofdplaats van de afdeeling van dien naam. Volgens den regeerings-almanak is daar assistent-resident de heer J. Dun- newold, sedert 1902 dien rang" beklee- dende en sedert April 190S te Tange rang geplaatst. Bij familie van den heer D. in den Haag was van het ongeval nog niets bekend. (N. Ct.) LEIDEN, 9 October. De Noordpoolontdekker dr. Cook beschermd door een Leidenaar. Onze berichtgever uit Denemarken schrijft ons het volgende: In den laatsten tijd zijn de binnen en buitenlandsche bladen vol geweest over den Noordpoolontdekker Dr. Fred. A. Cook. Te Kopenhagen, waar hij voor het eerst zijn voet in de beschaafde we reld aan wal zette werd hem, zooals men wel vernomen zal hebben, eene kolos sale ontvangst bereid. Wellicht zal het de Hollandsche be volking, speciaal die van Leiden interes- vre bij zijn terugkomst van het station waarheen hij zijn vriend gebracht had, Lu cien had verweten Cyrillus aan verdriet te hebben overgelaten, en door een soort ruwheid, had geopenbaard welk een vree- selijke ziekte eertijds de arme Ina trof, kwam er een zeker wantrouwen bij Lu cien op. Hij achtte zich verplicht zijn leerling steeds minder te verlaten, en zich elk uur te bevinden tusschen hem en Maloeu vre, alsof deze door geheime middelen verwarring trachtte te brengen in, het hart en den geest van Cyrillus. Een stille oorlog begon tusschen Ma loeuvre en den leeraar; ieder van hen polste den ander en voorspelde dat hij niets zou winnen op zijn tegenstander. Maloeuvre begon Lavergne te haten, maar liet er niets van merken. Hetgeen Lucien verschrikte en prikkelde is onmo gelijk juist te vertellen. Er was meer spra ke van indrukken dan feiten, meer van voorgevoel, dan onbetwistbare dingen. Gelukkig bevond Coelio zich dikwijls tusschen zijn vader en Lavergne. De arme zieke was terstond gehecht aan den leer aar. Meer dan eens werden de lessen gegeven bij zijn lange stoel. Na een ver blijf van drie weken in het hotel Pont- Joubert, had Coelio het verlangen te-ken nen gegeven zijn jonge vrienden zoo min nweJiik te verlaten en men plaatste seeren te vernemen, dat een L e i d s ch burger bij die grootsche ontvangst te Kopenhagen een op den voorgrond- tredend aandeel heeft gehad. Na het aan wal stappen uit de sloep van het s. s. „Hans Egede" was het alsof Dr. Cook door de gepakte menig te zou doodgedrukt worden en het was de Heer S. Wijtenburg, zich in het ge volg van den Amerikaanschen Gezant Minister Egan bevindend, welke met krachtigen arm voor den grooten reizi ger een weg baande naar het in de nabijheid gelegen douanekantoor, waar zij het veege lijf konden bergen. Deze groote verdienste werd daardoor beloond, doordat de heer Wijtenburg op zijn visitekaartje de eerste autograaf uit de handen van den grooten ontdekker ontving. Ook de Amerikaansche gezant drukte in schoone bewoordingen den moed van den kleinen held uit. De heer W. was het dan ook, welke met den Amerikaanschen Minister en ver scheidene andere afgevaardigden de eer ste berichten van den Noordpoolontdek ker te hooren kwam, het eerste glas cham pagne met hem dronk en hem na ander half jaar de eerste sigaar aanbood. Toen de eerste onfvangststorm een wei nig bedaard en het voik, dat in dichte drommen buiten stond, wat rustiger ge worden was, trad Dr. Cook met Mr. Egan rechts en Mr. Wijtenburg links op het balkon om tot de menigte eenige woor den van dank te richten. Hierna trad hij terug, zich met de heeren Egan en Wijten burg onderhoudend, tot de menigte een nig afgezakt was. Toen waagde men het op voorslag van den heer W. de deur te openen en in de intusschen bestelde auto waarheen de heer W. nogmaals een weg baande, plaats te nemen, om zich naar Hotel Phoenix te begeven. De begrafenis van den Luit.-Kolonel A. L. Boonacker zie het bericht van gisteren zal plaats hebben op Maandag a.s., op het kerkhof te Oegstgeest, nabij de Postbrug. De stoet zal om 11 uur v.m. van het station H. IJ. S. van hier vertrekken. Onze stadgenoot de sergeant le kl. P. Kempenaar, van het 2e Bat., 4e Reg. Infanterie is bevorderd tot fourier-Instruc- teur. Het onlangs opgerichte bakkersgezel lengiïde „St. Hubrecht", houdt Zondag middag één uur in het Bondsgebouw, Ra penburg 10, eene voor alle vakgenooten uit Leiden en omgeving toegankelijke ver gadering. Een lid van het hoofdbestuur van het vaksecretariaat zal eene redevoe ring houden, terwijl tot verkiezing van een definitief bestuur zal worden over gegaan. Moge een groote opkomst het resul taat van de ijverige pogingen Van het voorloopig comité zijn. Het vanwege de Diaconie der Herv. gemeente nieuw gebouwde hofje aan den Maresingel hoek Pasteurstraat is door de bewoners betrokken, die er een veeel geriefelijker huisvesting in vinden dan in de ouderwetsche van 1630 da- teerende huisjes aan Zijdgracht, welke onteigend werden ten behoeve van den; bouw van werkmanswoningen. HAZERSWOUDE. De zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal ge houden worden te Leiden in de 5tads gehoorzaal op Maandag 18 October a.Sj des morgens te half 12. HAARLEMMERMEER. De Bouw manswoning, genaamd „De Stad Hoorn"f groot pl.m. 55 Heet.,- in veiling gebracht op 7 October 1.1. door de notarissen F^ L. Booi te Hoorn en C. F. J. Heinsius te Haarlemmermeer, heeft in massa op gebracht f 97.400. Eergisteren is de door den heer Treur te Hoofddorp gestichte nieuwe graanbeurs officieel geopend, bij welke gelegenheid door den burgemeester van, Haarlemmermeer als hoofd dier gemeente en den heer Evelijn als voorzitter der Noord-Holl. Maatschappij van Landbouw een woord van waardeering van deze on derneming werd gesproken. HOOGMADE. Tot het ontvangen van plaatselijke belasting zal de Gemeente ontvanger alhier de jaarlijksche zitdag houden, op Maandag 18 October van des vooriniddags 10 tot 'snam. 1 uur, IilLLEGOM. De bloembollenbeurs in café „Flora" werd bezocht door 42 per sonen. KATWIJK AAN DEN RIJN. Alhier is deze week opgericht een schaakvereni ging met aanvankelijk 9 leden en ge noemd naar den grooten schaakmeester Paul Morphy. Door den hotelhouder J. Schoonderberg is der vereeniging het gratis gebruik toegezegd van een der zalen van Hotel de Roskam. Het lidmaatschap is voor iedereen' opengesteld ook voor buiten dezen ge meente wonenden. De president de heer de Klerk van Katwijk aan Zee en de secretaris de Heer Jan Meijer Jr. te Katwijk aan den Rijn, geven gaarne alle gewenschte inlichtingen. De schouw over de slooten en zij pen in dezen gemeente zal gedreven worden op Dinsdag 12 Oct. a.s. De zitting van de Militieraad zal voor de Gemeente Katwijk gehouden worden op Vrijdag 15 Oct. a.s. te voor middag 11 uur, in de Stadsgehoorzaal te Leiden, ingang Breestraat. NOORDWIJK. Hoewel men te Noord- wijk wel eens meer een mooie etalage te zien krijgt, trok de typische uitstalling van Maggi-producten bij den heer H. Me- demblik op de Voorstraat, dezer dagen ieders aandacht. Vele nieuwsgierigen staan vooral 's avonds, als de winkel mooi verl: ht is, naar de prachtige medailles ruim 60 in getal, door Maggi behaald met zijn producten, te kijken. De winkel zelf trouwen nog niet zoo lang gele den geopend is het bezien óók wel waard. Onze Noordwijksche lezers we ten, dat 't voormalige „Instituut Noord- wijk", dat den 5den Aug. 1822 door den heer P. J. Runchel als instituteur, werd betrokken nadat er van te voren een jon gedameskostschool in gevestigd was, om zijn kleine werktafel van bindwerk in het atelier en Coelio hield zich bezig met bindwerk, terwijl Marie-Angelina donke re aquarellen maakte onder leiding van miss Emily, terwijl Cyrillus vol moed gra- veerde met Lavergne. De respectievelijke verhouding der be woners van het hotel scheen op het eer ste gezicht op elk punt gelijk aan hetgeen zij was vóór het vertrek van Pont-Jou bert en toch begreep ieder dat alles ver anderd was. Een slechte wind woei over het huis; Marie-Angelina maakte geen muziek meer, Pampy werd onzichtbaar en had eiken dag lange conferenties met Morse. Cyrillus werkte met meer ijver dan ooit. Mijne vorderingen moeten mijn va der verrassen, zeide hij. Tegen het einde van den dag, waarop de leeraar, na het artikel gelezen te heb ben met betrekking op den ramp van „De Hoop", naar de bank van Mozes Malsen geloopen was, om Jude in kennis te stellen met dit vreeselijk, onherstelbaar ongeluk, bevond zich Lavergne met zijn leerling in de bibliotheek. Hij had het stilzwijgen over den dood van Pont-Jou bert bewaard en hij wachtte den terug keer van Maloeuvre af om zich met hem te verstaan over de te nemen voorzorgen, om niet al te zeer het hart der weezen te tcefffiö. Maloeuvre trad binnen. Het gelaat van den secretaris van Mo zes Malsen was bleek, zijne handen beef den, zijne stem bleef in de keel steken. Hij legde zijn hand op de arm van de Iersche, deed eenige passen met haar in het salon en zeide haar bij de deur van het salon, met heesche maar krachtige stem Miss Emily, gij zult rouwkleederen voor Cyrillus en Marie-Angelina moeten bestellen. Rouwkleederen herhaalde de leera- res, wat is er dan gebeurd in de familie? Een groot ongeluk, zeide Maloeuvre. Mijn God, gij verschrikt mij, zeide de Iersche, houdt op. Mijnheer Pont-Joubert is dood! Nauwelijks had Maloeuvre deze woor den geëindigd, of een harde gil klonk in de bibliotheek. Cyrillus had alles ge hoord. Lucien ging naar den jongeling toe,- die de handen in het haar, met verwilde ring herhaalde: Mijn vader is dood! Mijn vader is dood. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 1