MAANDAG 22 NOVEMBER 1948. 213 Wijziging van de verordening op de hcfiing en (Frohwem e.a.) invordering van Precariorechten; e.a. De artikelen III tot en met V worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXII. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe Ver ordening, regelende de heffing en invordering van leges- en expeditiegelden ter Secretarie, hij het Oud-Archief en aan het Bureau van de Burgerlijke Stand te Leiden. (213) Er worden geen algemene beschouwingen gehouden. De artikelen 1 tot en met 12 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXIII. V oorstel tot het wijzigen van de overeenkomst met de N.V. „Gekro" te Botterdam inzake de destructie van afgekeurd vlees en vee. (204) XXIV. Voorstel tot het verlenen van een jaarlijkse bijdrage aan de Stichting „Het Nederlandse Ziekenhuiswezen". (205) XXV. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden voor voorzieningen aan de woning op het terrein van het sanatorium „Rhijngeest". (206) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XXIII tot en met XXV besloten. XXVI. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden voor de aanschaffing van badhanddoeken ten behoeve van het Gemeentelijk Volks- en Sehoolhadhuis. (207) De heer Froliwein vraagt, of de badhanddoeken via de Leidse middenstand kunnen worden betrokken. Deheer Menken antwoordt, dat de badhanddoeken inder daad bij een Leidse zaak zijn besteld. De heer Froliwein: Bij Vroom en Dreesmann? De heer Menken weet dit niet, maar wil het wel doen nagaan. De firma voorziet de handdoeken ook van een merk. De heer Knetseh zegt, dat de toevoeging van deze naam hem enigszins bang maakt. Degene moet leveren, die het goedkoopst is; wanneer dat een Leidenaar is, dan is dat goed en dan is spreker daarover verheugd, maar men moet de grote zaken niet uitsluiten omdat ze grote zaken zijn. De heer Menken heeft alleen gezegd, dat het de goed koopste aanbieding was uit de offertes en dat het een Leidse zaak was. De heer Frohwein vroeg spreker toen of het een bepaalde firma was, waarop spreker ontkennend heeft ge antwoord. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVII. Voorstel tot het instemmen met het ontwerp besluit van Gedeputeerde Staten inzake incorporatie van alle toelagen in de wedden van de secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke Stand. (2011) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVIII. V oorstel inzake het toekennen of verhogen van subsidies voor instellingen, werkzaam op sociaal-hygiënisch en cultureel gebied en ten behoeve van de jeugdzorg en de jeugdbeweging. (209) De heer Key brengt hulde aan de Wethouders van Sociale Zaken en van Onderwijs voor de wijze, waarop zij deze grabbelton geledigd hebben; dat zij bij de toekenning der subsidies op deze wijze te werk zijn gegaan stemt tot vol doening. In het algemeen kan spreker zich met de voor- Verlenen van subsidies aan diverse instellingen. (Key e.a.) gestelde verdeling en verhoging der subsidies voor de ver schillende verenigingen, speciaal die op sociaal-hygiënisch gebied, verenigen; het verheugt hem ten zeerste dat de ver hoging van het subsidie voor de Vereniging Zuigelingenzorg deze gelegenheid geeft op volle kracht te blijven werken; spreker hoopt dat liet niet nodig zal zijn de tweede ver pleegster, die deze vereniging in dienst genomen heeft, weer te ontslaan, maar dat zij haar werk zal kunnen voortzetten. Ten aanzien van de Vereniging Maatschappelijk Werk in de Ziekenhuizen staat het anders wat betreft de verhoging van het subsidie. Spreker zal de laatste zijn om het werk van deze vereniging te laa.g aan te slaan; het bestuur is wel zeer actief en doet ook alle mogelijke moeite om een goed georganiseerde sociale dienst in dit opzicht te stichten, maar het is daarbij toch wel zeer sterk uitgegaan van de mogelijkheid, dit voor het grootste gedeelte te doen financieren door de gemeente; spreker weet niet of het bestuur de nodige voorzichtigheid en terughoudendheid betracht heeft bij het in dienst nemen van de sociale werksters en van het overige personeel; het heeft dit gedaan zonder de gemeente te raad plegen over de daarvoor noodzakelijke subsidieverhoging. Mevrouw Braggaar verklaart, in tegenstelling tot de heer Key, dat de Vereniging Maatschappelijk Werk in de Zieken huizen haar werk zeer goed verricht. De heer Key achtte het bestuur te voortvarend op grond van het feit, dat het vier sociale werksters in dienst heeft genomen; het tegendeel is het geval; de drie sociale werksters van deze Vereniging in het Academisch Ziekenhuis kunnen het werk daar zelfs niet geheel aan; de sociale werkster, die in het Diaconessen- huis werkt, werkt gedurende de tijd, die zij over heeft, voor de kinderen in het Academisch Ziekenhuis. De sociale werkster in het St. Elizabethgesticht heeft voldoende aan haar dagtaak. De Vereniging Maatschappelijk Werk in de Ziekenhuizen tracht aan de verpleegde kinderen in de ziekenhuizen zo goed mogelijk onderwijs te doen geven. Artikel 14 der Armenwet schrijft voor, dat, alvorens het College voorstellen tot verlening van subsidie doet, inlich tingen en goedkeuring van de Armenraad worden gevraagd. Blijkens de stukken is het geschied ten aanzien van de Zita- Vereniging, Afd. Margarita van Cortonastichting, de Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose en de Vereniging Maatschappelijk Werk in de Ziekenhuizen. Waarom is het niet ten aanzien van de andere verenigingen van weldadigheid geschied? De heer Knol meent, dat bij deze voorstellen wel is gebleken, welk groot nut de Gemeentelijke Accountantsdienst heeft. Enkele Raadsleden hebben de rapporten van deze dienst misschien met een gevoel van wrevel gelezen. Bij sommige inrichtingen is de administratie niet naar behoren ingericht. Is het reeds voor ieder mens nuttig en noodzakelijk een goede administratie te hebben, voor een gesubsidieerde vereniging is het dat zoveel te meer, omdat zij, althans gedeeltelijk, niet haar eigen geld, maar dat van de gemeenschap gebruikt. Uit wat nu bekend is geworden omtrent het beheer van de gesubsidieerde instellingen, blijkt, dat men niet altijd het vermogen beheert, zoals het behoort te worden gedaan. Daardoor gaan inkomsten te loor en de exploitatierekening sluit met een groter tekort dan ze bij juist vermogensbeheer zou aanwijzen. Spreker vraagt zich af, of, indien verenigingen worden gesubsidieerd, er nog wel met alle kracht naar wordt gestreefd langs andere weg de inkomsten te vermeerderen; spreker is er niet geheel van overtuigd, dat het particulier initiatief dan nog wel wordt uitgebuit op de wijze, waarop zulks behoort te geschieden. Het is noodzakelijk de subsidies te geven, wanneer de betrokken vereniging een sociaal doel nastreeft, maar de subsidies mogen niet ten gevolge hebben, dat b.v. posten worden gecreëerd (door het instellen van bepaalde functies), welke zo groot zijn, dat men zich afvraagt, of de daarvoor uit te trekken sommen niet een te groot deel van de uit gaven vormen. Om een voorbeeld te noemen: volgens de inlichtingen, welke spreker gekregen heeft, wordt bij een zekere grote landelijk werkende instelling 99 van de inkomsten besteed aan salarissen van de ambtenaren, die aan deze instelling verbonden zijn. Dit is een totaal verkeerde verhouding. Terugkerende tot het beheer en de administratie van de instellingen, waarvan hier sprake is: voor verschillende uitgaven zijn geen bescheiden aanwezig; de controle is niet zoals ze zijn moet; ook is er geen voldoende administratie der leden; een vereniging moet toch zorgen dat een en ander keurig in orde is, vooral wanneer ze subsidie van de gemeente geniet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 7