MAANDAG 22 NOVEMBER 1918. •212 Verhoging van de h ij dia (je aan het hadhuis van de woning- van Weizen e.a.) bouwvereniging „de Eendracht"; e.a. De heer Jongeleen zegt, dat het College ten aanzien van (leze vraag zijn standpunt nog niet heeft bepaald. Spreker weet niet, hoe het voorstel van het College over een jaar zal luiden; het is best mogelijk, dat het dan voorstelt de tarieven te verhogen. Thans heeft het College volstaan met te ver wijzen naar de besprekingen, die gevoerd worden en zullen worden gevoerd met het bestuur van de woningbouw vereniging „de Eendracht", anders niet. Spreker heeft geen bezwaar tegen een uitgebreid debat hierover, zoals de heer van Weizen wil, maar dat heeft nu geen zin. Misschien zal het College een voorstel tot verhoging der tarieven doen; dat weet spreker nog niet. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVII. Voorstel tot het verkopen van een perceel bouw terrein, gelegen aan (le Houtlaan, aan A. C. M. Witkamp te Leiden. (-111) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XVIIa. Voorstel tot het verkopen van grond, gelegen aan de Zijl, aan de firma G. den Heeten en Co. te Leiden. (216) Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt be sloten de behandeling van dit agendapunt aan te houden. XVIIb. Voorstel tot het aankopen van grond, gelegen in de Stadspolder, van mevrouw M. lïoeloffsHus te Leiden. (217) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Na enige tijd wordt de openbare vergadering hervat. XVIII. Voorstel tot het aankopen van liet perceel Hout straat 6 van A. Teljeur te Leiden. (202) De heer Vos vraagt, of het College wil bevorderen, dat de lelijke zijmuur van het pérceel, die de aanblik van het mooie Gravensteen bederft, snel wordt afgewerkt. Ook vraagt spreker of het mogelijk is de hoop puin en steen, die thans tegen de zijmuur van het Gravensteen ligt, te doen weg ruimen zij bederft het uitzicht van de bewoners der percelen aan het Rapenburg, aan de achterzijde. De heer Jongeleen antwoordt, dat het College de zijmuur spoedig in orde zal doen brengen, indien de positie van de materialen het toelaat. De aanwezigheid van de hoop puin en steen was spreker niet bekend. Indien het mogelijk is, zal zij worden verwijderd. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel tot liet verhogen van verschillende posten der gemeente-begroting voor het dienstjaar 1946. (211) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XX. Voorstel tot het verlenen van een renteloos voorschot aan de buurtvereniging „De Professoren wijk". (203) De heer Wilmer zegt, dat enige andere Raadsleden met hem van mening zijn, dat het niet op de weg van het gemeente bestuur ligt, een buurtvereniging als zodanig financiële steun te verlenen. Bedoelde leden zullen echter toch voor dit voorstel stemmen omdat zij de strekking van dit voorstel, nl. het verlenen van financiële steun in de exploitatie van de kinderspeeltuin, die deze buurtvereniging op zich genomen heeft, toejuichen en financiële steun daaraan van de zijde van de gemeente volkomen gerechtvaardigd achten. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Wijziging van de verordening op de hefiing en (Knetscli e.a.) invordering van Precariorechten. XXI. Voorstel tot het vaststellen van een Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Precariorechten. (212) Er worden geen algemene beschouwingen gehouden. In behandeling komt artikel I. Beraadslaging over punt A. De heer Knetscli zegt, dat sub 1° gesproken wordt van „visbon"volgens het Nederlands Woordenboek van van Dale moet dit echter „visbun" zijn. De heer van der Kwaak erkent de juistheid van deze op merking. Burgemeester en Wethouders wijzigen de voorge stelde bepaling sub 1° in deze zin. Punt A, gewijzigd in die zin, dat sub 1° in plaats van „visbon" wordt gelezen „visbun", wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De punten B en C worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over punt I). De Voorzitter wijzigt namens Burgemeester en Wethouders het tarief sub 14° in die zin, dat in plaats van 3.wordt gelezen 1.50". De heer A alders wijst er op dat het soms voorkomt, dat de gemeente stukken grond vóór huizen gelegen of voortuintjes van huizen gratis overneemt ter verbreding van de straat en dat huizen met erkers of met openslaande deuren dan plotseling belastingplichtig worden tengevolge van het feit, dat zij die stukken grond gratis aan de gemeente afgestaan hebben. Zou dan niet in dergelijke gevallen van dit tarief afgeweken kunnen worden? Indien men in dergelijke gevallen de eigenaren van die huizen niet vrijstelt, zullen zij zeker niet meer bereid gevonden worden dergelijke stukken grond af te staan. De heer van der Kwaak zegt, dat het niet zo heel vaak gebeurt bij de pogingen die de gemeente gedaan heeft tot verbetering van de Rijn- en Schiekade ziet men hoe weinig medewerking de gemeente in dergelijke gevallen ondervindt dat de gemeente iets gratis verkrijgt, maar wanneer dergelijke stukken grond om niet worden afgestaan, dan moet de eigenaar van het perceel de voorwaarde stellen, dat hij niet belast zal worden wegens het hebben van erkers of van openslaande deuren. In dergelijke gevallen kan het gemeentebestuur dan overwegen, wat in zulk een geval te doen staat. Punt D, gewijzigd in die zin, dat sub 14° in plaats van 3.wordt gelezen 1.50", wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Punt E wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel I wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel II. De Voorzitter wijzigt namens Burgemeester en Wethouders art. 2, sub i, in die zin, dat in plaats van de woorden „lopende klokken" wordt gelezen „uurwerken, die de tijd aanwijzen." De heer Hendriks vraagt of sub i de woorden „die de tijd aanwijzen" niet weggelaten kunnen worden. Het is toch niet de bedoeling een klok te belasten, die stil staat of die voor of-achter loopt? De heer van der Kwaak zegt, dat het College deze redactie heeft gekozen, omdat er in Leiden enige klokken met wijzers zijn, die als reclame-object worden gebruikt en niet de tijd aanwijzen. Het gewijzigde artikel II wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 6