208
MAANDAG 22 NOVEMBER 1948.
vacantietoelage over 1947 aan de secretarissen en ontvangers,
wier wedde het gestelde maximum niet overschrijdt.
3°. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben goed
gekeurd het Raadsbesluit van 2 Augustus 1948 inzake het
opnemen van de boeken en de kas van de Ontvanger door
de Directeur van de Gemeentelijke Accountantsdienst.
4°. Gedeputeerde Staten van "Zuid-Holland hebben bericht,
dat zij geen bezwaar hebben tegen het Raadsbesluit van
2 Augustus 1948 tot wijziging van de verordening, regelende
het openbaar bewaarschoolonderwijs.
5°. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben goed
gekeurd het Raadsbesluit van 13 September 1948 tot wijziging
der gemeente-begroting voor het dienstjaar 1946.
6°. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben goed
gekeurd het Raadsbesluit van 13 September 1948 tot wijziging
der begroting voor het Grondbedrijf voor het dienstjaar 1946.
7°. het Bestuur der Maatschappij voor Toonkunst heeft
bericht, dat het zijn verzoek van 12 Augustus 1947 om toe
kenning van subsidie intrekt.
8°. Burgemeester en Wethouders hebben besloten de aan
duiding „Wethouder van Fabricage" te veranderen in
„Wethouder van Openbare Werken" en de Afdeling Openbare
Werken en Volkshuisvesting der Secretarie voortaan te
betitelen als „Afdeling Openbare Werken".
9°. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij hun besluit
van 20 Juli 1948 de bezoldiging van de Wethouders dezer
gemeente hebben vastgesteld op 5.100.per jaar.
10°. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben goed
gekeurd het Raadsbesluit van 13 September 1948 inzake
het aangaan van kasgeldleningen gedurende het 4e kwartaal
1948.
11°. bij Koninklijk Besluit van 29 October 1948, No. 11 is
goedgekeurd de Verordening betreffende de heffing en
invordering van belastingen voor het gebruik van het Open
baar Slachthuis te Leiden en dat alsnog de goedkeuring van
de wijzigingsverordening van 22 November 1937 verlengd is.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze mededelingen voor kennisgeving aan te nemen.
IV. Ingekomen Stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Een schrijven van Burgemeester en Wethouders van
Leiden, houdende mededeling van de door hen voor de
gemeente aanvaarde vergunningen van Gedeputeerde Staten
dezer provincie tot het plaatsen en exploiteren van hoog
spanningslijnen.
2°. Processen-verbaal van opneming van de kas en de
boeken van de Markt- en Havendienst, de Gemeentelijke
Reinigings- en Ontsmettingsdienst en de Gemeentelijke
Dienst van Sociale Zaken, alsmede van de Distributiedienst.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
3°. Een verzoek van het Bureau „Esperanto bij het
Onderwijs" te Amsterdam om adhesie te betuigen aan zijn
request aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen om het esperanto als verplicht leervak te doen
opnemen in het onderwijsprogramma van alle kweekscholen
voor onderwijzers en onderwijzeressen.
4°. Een verzoek van het College van Diakenen der Neder
lands Hervormde Gemeente om vergoeding van de kosten
van vervoer van kinderen van het Kinderhuis „Voordorp"
naar en van de Christelijke school voor buitengewoon lager
onderwijs te Alphen aan de Rijn.
5°. Een verzoek van het Bestuur der Vereniging voor
Christelijk Onderwijs om medewerking tot de stichting van
een Christelijke school voor buitengewoon lager onderwijs.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze stukken in handen te stellen van Burgemeester
en Wethouders om praeadvies.
(Voorzitter e.a.)
6°. Een verzoek van het Raadslid mevrouw J. M. Vijlbrief
om in de Raadsvergadering van 22 November 1948 Burge
meester en Wethouders te mogen interpelleren over de
verhoging van de basisuitkering van ondersteunden ingevolge
de Armenwet.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor het gevraagde verlof niet te verlenen, aangezien het
hier betreft de uitvoering van de Armenwet en Burgemeester
en Wethouders voor hun medewerking aan de uitvoering
van de wetten geen verantwoording aan de Raad verschuldigd
zijn. Burgemeester en Wethouders zijn echter bereid bij de
rondvraag de door mevrouw Vijlbrief te stellen vragen te
beantwoorden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
7°. Een kennisgeving van Burgemeester en Wethouders,
dat zij voorlopige geheimhouding hebben opgelegd omtrent
de inhoud van een zich in de trommel voor geheime stukken
bevindend voorstel, dat op 22 November 1948 in een besloten
vergadering aan de orde zal worden gesteld.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de mededeling voor kennisgeving aan te nemen.
V. Benoeming van een lid van de Commissie voor de
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (vacature
Robbers).
De Voorzitter verzoekt de heren Knetsch, Goslings, Aalders
en Eigeman het stembureau te vormen.
De heer Woudstra stelt namens de protestants-christelijke
fractie voor deze vacature candidaat de heer Balkestein.
De beer Eigeman zegt, dat in de Raadszitting van 31 Mei
1948, waarin aan de orde kwam de benoeming van een lid
van de Commissie van Fabricage wegens het bedanken als
lid van die commissie door de heer Cats, de candidaat
van de communistische fractie door de overige fracties in
de Raad uit die commissie is geweerd, op grond van de
omstandigheid, dat de Communistische Partij Nederland
niet tot de democratische partijen zou kunnen worden ge
rekend. De communistische Raadsfractie beschouwt echter
het hebben van een vertegenwoordiger in de Commissie
van Fabricage als een democratisch recht, waarop zij aan
spraak blijft maken. Nu heeft in de Commissie voor de
Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst de
communistische fractie wel een vertegenwoordiger en daarom
zal sprekers fractie dan ook haar stem op de door de heer
Woudstra gestelde candidaat uitbrengen.
Wordt benoemd met algemene (29) stemmen de heer
Balkestein.
De heer Balkestein verklaart de benoeming aan te nemen.
VI. Benoeming van een lid van de Commissie van Toezicht
op de Gemeentelijke Werkplaats (vacature Robbers).
De heer Woudstra beveelt namens de protestants-christelijke
fractie voor deze vacature aan de heer Balkestein.
Mevrouw van Staveren zegt, dat vroeger overleg werd
gepleegd tussen de verschillende Raadsfracties omtrent de
bezetting van de zetels in de verschillende Raadscommissies;
hoewel de communistische fractie in de voorafgaande periode
niet vertegenwoordigd was in de Commissie van Toezicht
op de Gemeentelijke Werkplaats, meent zij, nu dit overleg
tegenwoordig niet meer plaats heeft, ook voor deze vacature
een eigen candidaat te moeten stellen. Dit moge in tegen
spraak schijnen met de verklaring, bij agendapunt No. 5
door de heer Eigeman afgelegd bij de benoeming van een
lid van de Commissie voor de Gemeentelijke Geneeskundige
en Gezondheidsdienst, het feit dat in de Raadszitting van
31 Mei 1948 de communistische fractie is geweerd uit de
Commissie van Fabricage, noopt spreekster's fractie bij [de
voorziening in eventuele vacatures in de Raadscommissies
de vraag onder ogen te zien of zij in die Commissies is
vertegenwoordigd. Waar dit bij de Commissie van Toezicht op
de Gemeentelijke Werkplaats niet het geval is, is de com
munistische fractie voornemens haar eigen candidaat te stellen.
Wordt benoemd de heer Balkestein met 25 stemmen;
mevrouw van Staveren verkreeg 4 stemmen.