MAAK DAG '22 NOVEMBER 1948.
217
Verlenen van subsidies aan diverse instellingene.a.
(Voorzitter e.a.)
De Voorzitter constateert, dat het amendement van de
heer Wilmer is ingetrokken.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXIX. Voorstel tot het vaststellen van een verordening,
houdende wijziging van de Verordening op de Wateren in de
gemeente Leiden. (-ld)
Er worden geen algemene beschouwingen gehouden.
De verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Menken heeft in de vorige raadsvergadering bij
de behandeling van salarisvoorstellen het harde woord
„minderwaardig" gebruikt ten opzichte van een op het
laatste moment ondernomen actie ten aanzien van enkele
hoge ambtenaren. Bij nader o::derzoek is gebleken, dat door
een samenloop van omstandigheden en door de activiteit
van andere personen bedoelde ambtenaren dit woord niet
hebben verdiend. Spreker neemt thans gaarne dit woord
terug.
Mevrouw Vijlbrief stelt de volgende vragen:
1. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat door
de Regeringspolitiek in het bijzonder van 8 November j.l.
af de prijzen voor noodzakelijke levensmiddelen beduidend
zijn gestegen?
2. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat de
mensen, die ingevolge de bepalingen van de Armenwet een
ondersteuning ontvangen, hierdoor in het bijzonder worden
getroffen?
.3. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van mening,
dat tengevolge van deze prijsstijging de basisuitkering van
de ondersteunden met een bedrag van 2.50 per week dient
te worden verhoogd, teneinde de inkomsten van deze mensen
evenredig te doen zijn aan de gestegen kosten van het aller
noodzakelijkste levensonderhoud?
4. Kan het College mededelen, of het bereid is daartoe
strekkende maatregelen te nemen?
De heer Menken beantwoord de eerste twee vragen bevesti
gend.
Als antwoord op de derde vraag deelt spreker mede, dat
het College inderdaad meent, dat de steunuitkeringen moeten
worden verhoogd, waarom het beeft besloten te rekenen
van 1 November 1948 een regeling in te voeren, welke geba
seerd is op de verhoging van de lonen met 1.per week.
Deze tijdelijke maatregel houdt verband met de algemene
herziening van de normen, die binnen zeer korte tijd aan
de orde zal worden gesteld.
De heer Kortmann, wiens aandacht is getrokken door het
feit, dat de Leidse politie zeer actief is op het gebied van
verkeersproblemen, getuige de bekroning, welke een van de
inspecteurs voor diens beantwoording van de prijsvraag van
de K.N.A.C. heeft gekregen, vraagt, of de politie aandacht
wil wijden aan de omstandigheid, dat talrijke bestuurders
van vrachtauto's de regels van het verkeer eigenlijk negeren,
daarbij vertrouwende op het recht van de sterkste, zodat
vooral bij kruisingen van hoofdwegen gevaarlijke toestanden
ontstaan, die tot ongelukken leiden als er laatst een op de
singels heeft plaats gevonden.
Bovendien vraagt spreker, of het niet mogelijk is op de
singels, althans in de bochten, een slipvrij wegdek aan te
brengen.
In het bijzonder vraagt spreker de aandacht van de Voor
zitter voor de toestand op de Maresingel, waar de deksels
van de rioolputten langzaam maar zeker enige centimeters
boven het wegdek komen uitsteken. Het schokken van de
auto kan men voorkomen door om de deksels heen te rijden,
maar dit kan voor het verkeer uitermate gevaarlijk en zelfs
noodlottig zijn.
Tenslotte vraagt spreker nogmaals de aandacht voor de
ergerlijke tonelen welke zich des avonds onder de opgeschoten
jeugd afspelen bij de ruïne in de Haverzaklaan; de politie
moet de toestand daar controleren en deze feiten vervolgen.
De Voorzitter zal de aandacht van de politie op deze
toestand aan de Haverzaklaan vestigen.
Rondvraag.
(Jongeleen e.a.)
De heer Jongeleen erkent de juistheid van de opmerking
van de heer Kortmann betreffende de rioolputten aan de
Maresingel; de gemeente beschikt echter nog niet over
voldoende materialen om die slijtlaag daar wederom aan te
brengen. Deze quaestie heeft echter de aandacht van de Dienst
van Gemeentewerken.
Tegen verkeersmaniakken kan de gemeente echter
niets doen: daartoe beschikt de gemeente niet over de
middelen. Ook het aanbrengen van een apart wegdek tegen
het slippen is geen oplossing. Het ongeluk, dat op de singel
heeft plaats gevonden, waarop de heer Kortmann doelde,
was in hoofdzaak te wijten aan de grote snelheid waarmede
de auto door de bocht ging.
De heer Knuttel zegt dat hem opgevallen is, dat enige
maanden geleden de gemeente Leiden in opspraak is gekomen,
doordat, blijkens een bericht in het tijdschrift Kroniek voor
Kunst en Cultuur, de Leidse politie uit een étalage heeft
laten verwijderen een postzegel, waarop was aangebracht
een reproductie van het schilderij de Maya van de be
roemde Spaanse schilder Goya. Op deze wijze komt men
op een zeer gevaarlijk terrein.
De Voorzitter zegt dat er twee afbeeldingen van dit schil-
d erij zijn.
De heer Knuttel zegt dat dit hem bekend is. Men slaat,
echter een zeer slecht figuur, wanneer men op een dergelijk
kunstwerk zijn aanval richt.
Spreker combineert dit echter met een ander feit, dat
hem toevallig ter ore is gekomen, waaruit zou blijken,
dat bij sommige ambtenaren van de politie een streven
bestaat om overtredingen te construeren. Een te goeder
naam en faam bekend staand ingezetene heeft nl. tot twee
maal toe bezoek gekregen van de recherche, wegens vermoe
den van vervalsing van een kaart met radiozegelsdie zegels
waren nl. niet op de kaart geplakt met behulp van de gom
aan de achterzijde, maar met een gewoon plakmiddel. Derge
lijke dingen mogen niet voorkomen.
De Voorzitter zal naar beide feiten een onderzoek doen
instellen.
De heer Aalders vestigt de aandacht op de markt, die zich
langzamerhand in de Haarlemmerstraat voor de Donkersteeg
ontwikkelt. Spreker gunt iedere neringdoende gaarne diens
handel, maar het wordt daar te erg. Soms staan vier of
vijf wagens met allerlei koopwaar voor de ingang van de
toch al nauwe Donkersteeg. Wanneer in de Haarlemmer
straat een tram langs de Donkersteeg rijdt, moet de con
ducteur er op letten, of geen koopwaar aan de tramwagens
blijft hangen. Spreker vraagt, of het niet mogelijk is de koop
lieden in de Hoogstraat of desnoods voor het Stadhuis een
plaats te geven
De heer van der Kwaak zal een onderzoek doen instellen.
De heer A. van Dijk vraagt, wanneer aan het Gravensteen
een bestemming zal worden gegeven.
Bovendien vraagt spreker, of binnen het kader van de
bestaande wetgeving voldoende controle wordt uitgeoefend op
het gebied van, spreker zal niet zeggen: pornografische,
maar wel zeer sensuele lectuur.
De heer Jongeleen zegt, dat een voorstel met betrekking
tot de bestemming van het Gravensteen zo spoedig mogelijk
bij de Raad zal worden ingediend.
De Voorzitter vermoedt, dat de bestemming van het Gra
vensteen in het begin van 1949 in de Raad aan de orde zal
worden gesteld.
Naar de door de heer van Dijk bedoelde controle zal spreker
een onderzoek doen instellen.
De heer Key heeft eerst j.l. Zaterdag de officiële bekend
making in de Leidse bladen gelezen, dat het Utrechtse Veer
nabij de Rijnstraat voor het verkeer zou worden afgesloten,
toen de afsluiting reeds minstens een week een feit was en
verzoekt voortaan dergelijke mededelingen tijdiger te doen.
De heer Jongeleen heeft zich aan hetzelfde euvel gestoten.
Spreker kreeg een rapport ter tekening, dat enkele dagen
onderweg was geweest; intussen had de afsluiting reeds
plaats gehad. Spreker heeft een onderzoek ingesteld, maar
is niet te weten kunnen komen, waar de fout is gemaakt.