163
11°. Voor het hebben van een automaat voor
de verkoop van chocolade, sigaren, sigaretten of
andere waren, voor een jaar
12°. Voor het hebben van een uithangbord of
een ander tot reclame dienend voorwerp, tot 1 m2,
voor een jaar
idem, voor een maand
voor het hebben van een uithangbord of een
ander tot reclame dienend voorwerp, groter dan
1 m2, voor een jaar
idem, voor een maand
13°. Voor het hebben van een zonnescherm,
waarop reclame of een naam is aangebracht, voor
een jaar
14°. Voor het hebben van een balkon, een erker
of een luifel, per m2, voor een jaar
15°. Voor het hebben van een electrische ge
leiding, per strekkende meter, voor een jaar
16°. Yoor het hebben van een buis, per strek
kende meter, voor een jaar
met een minimum van 10.en een maximum
van 50.
17°. Yoor het hebben van een plankier, een
aanlegsteiger of een los- en laadsteiger, per m2,
voor een jaar
idem, voor een week
18°. Voor het hebben van enig ander voorwerp
boven gemeentegrond of -water, niet genoemd
onder 1°17°, per strekkende meter of m2, voor
een jaar
idem, voor een maand
idem, voor een week
E. Verdere belastingen:
1°. Voor het hebben van een uitgang in een
stadspoort, voor een jaar
2°. Voor het vervoer van een stoomketel, motor-
of stoomwals of enig ander dergelijk zwaar voor
werp over voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, anders dan per as, voor een dag
3°. Voor het opbreken van bestratingen, en het
herstellen van opgebroken bestratingen, per m2:
a. klinkerbestrating zonder voegvulling
b. keibestrating
c. tegelbestrating
d. klinker- of keibestrating, gestraat in traskalk
of behandeld met voegvulling
e. asfaltdek op puinfundering
asfaltdek op betonfundering
g. houtbestrating op fundering
h. verharding van grind of steenslag
i. idem, geteerd
j. verharding met teersteenslag op oude grond-
verharding of op oude bestrating
Het te heffen bedrag wordt verminderd, indien
het opbreken en herstellen betreft oppervlakten:
groter dan 1 m2, doch niet groter dan 3 m2,
met 10
groter dan 3 m2, doch niet groter dan 10 m2,
met 20
groter dan 10 m2, doch niet groter dan 15 m2,
met 25
groter dan 15 m2, doch niet groter dan 25 m2,
met 28
groter dan 25 m2, met 30
4°. Voor het afsluiten van gemeentewater, per
strekkende meter, voor een week
5°. Voor het afdammen van gemeentewater
zonder dit geheel af te sluiten, per strekkende
meter dam, voor een week
met een minimum van 10.
6°. Voor het afsluiten van gemeentegrond voor
het verkeer van rij- en voertuigen, voor een dag
idem voor alle verkeer, voor een dag
Art. II.
10.-
o.-
1.50
10.—
3.—
5.
3.—
0.30
0.50
2.50
1.—
0.60
0.30
0.15
1.50
3.—
3-65
2.75
14.—
17.50
20.—
35.—
3.—
7.—
10.—
2.50
0.50
2.-
4.-
Artikel 2 wordt gelezen als volgt:
De belasting is niet verschuldigd:
a. in de gevallen, waarin liggeld, havengeld of marktgeld
wordt geheven;
b. door de gemeente en door haar bedrijven, voor zover
voor het gebruik of genot van gemeentewerken en -bezittingen
en/of het hebben van voorwerpen onder, op of boven ge
meentegrond of -water reeds uit anderen hoofde een ver
goeding wordt betaald;
c. voor het gebruik of genot van gemeentegrond tot het
laten staan van motorrijtuigen, voor zover dit gebruik of
genot niet valt onder het bepaalde in artikel 1, onder B,
sub 8°. tot en met 13°.;
d. voor het hebben van een riool of lozing, waardoor
uitsluitend faecale stoffen, menagewater of regenwater wordt
afgevoerd
e. voor het hebben van lozingskolken
voor het hebben van wegwijzers en andere palen, uit
sluitend ten algemene nutte aangebracht;
g. voor het hebben van een brug over gemeentewater,
welke de enige gelegenheid biedt om van een perceel de
openbare weg te bereiken;
h. voor het hebben van naar buiten opendraaiende deuren
op verdiepingen, zomede voor het hebben van naar buiten
opendraaiende deuren, welke ter voldoening aan wet of ver
ordening buitenwaarts openslaand gemaakt zijn;
i. voor het hebben van lopende klokken;
j. voor het hebben van borden, voor zover deze bestemd
zijn ter aankondiging, dat het perceel, waaraan zij zijn
bevestigd, of één of meer gedeelten daarvan, te koop of te
huur zijn;
Tc. voor het hebben van vlaggestokken en voor het hebben
van vlaggen, welke niet zijn uitgehangen met het doel om
reclame te maken;
l. voor het hebben van zonneschermen, waarop geen
reclame of naam is aangebracht;
m. voor het hebben van brandleidingen en brandputten
ten behoeve van bouw- of kunstwerken, vermeld op de
Voorlopige Lijst der Nederlandse Monumenten van Ge
schiedenis en Kunst;
n. voor het opbreken van bestratingen en het herstellen
van opgebroken bestratingen ten behoeve van beerputten-
lediging
o. voor het hebben van pilasters, luifels, kroonlijsten,
stoepen, stoeppalen en dergelijke, indien en voor zover deze
voorwerpen uitluitend dienen ter verhoging van het stads-
sehoon.
Art. III.
In het tweede lid van artikel 5 wordt ,,13°. tot en met 16°"
vervangen door: 14°. tot en met 17°.
Art. IV.
In het tweede lid van artikel 12 wordt „Inspecteur der
Gemeentebelastingen" vervangen door: Baad.
Art. V.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1949.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 213.
Leiden, 16 November 1948.
Door de wet van 24 Juli 1948, Stbl. No. I. 335, tot ver
vallenverklaring van het Legesbesluit Bevolkingsregisters is
aan de gemeente de bevoegdheid gegeven het heffen van
leges voor verstrekking van inlichtingen uit de bevolkings
registers weder zelfstandig te regelen.
Voorts is het billijk, dat voor de werkzaamheden, op het
Gem. Bureau voor Huisvesting verricht inzake het afgeven
van vergunningen voor het ingebruiknemen van woon
ruimte en inzake het aanvragen van geneeskundige adviezen,
een vergoeding wordt geheven.
Wijziging van de verordening, regelende de heffing van
leges- en expeditiegelden ter Secretarie, bij het Oud-Archief
en aan het Bureau van de BurgerlijkeJ Stand te Leiden
(de zogen. Legesverordening) is daartoe nodig.
Ook overigens is er alleszins aanleiding over te gaan tot
herziening van de door de gemeente geheven leges. De thans
geldende tarieven zijn in verband met de sterk gestegen
salaris- en materiaalkosten niet meer in overeenstemming
met de kosten, voor de gemeente verbonden aan het ver
richten van de werkzaamheden, waarvoor leges zijn ver
schuldigd.
Daar ingevolge de artikelen 36, 45 en 51 van de Wet
Autovervoer Personen bij belastingverordening kan worden
bepaald, dat de kosten, verbonden aan de behandeling van
aanvragen om vergunningen en toestemmingen op grond
van die wet, door de aanvrager aan de gemeente worden
vergoed, is in de hierna opgenomen ontwerp-verordening een
nieuw onderdeel (K.) opgenomen.
Van deze gelegenheid kan gebruik worden gemaakt om,
overeenkomstig het bepaalde in artikel 290 der gemeentewet,
de invordering van deze belasting in de heffingsverordening
o.-