138 Met dit voorbehoud geven wij U mitsdien in overweging te besluiten aan het Bestuur van het Gesticht „Be Voor zienigheid" medewerking te vei lenen tot stichting van een school voor gewoon lager onderwijs. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 198. Leiden, 15 November 1948. Het Bestuur van de Vereniging „de Ambachtsschool" alhier, verzoekt bij zijn om praeadvies in onze handen gesteld schrijven, in verband met de hem voor Leiden en omgeving gebleken behoefte aan opleiding Van kleermakers, de noodzakelijkheid te willen uitspreken van de oprichting en instandhouding van zodanige opleiding aan zijn Vakavond school. Evenals de Baadscommissie voor het Onderwijs kunnen wij ons met dit verzoek verenigen. Met verwijzing naar de ter inzage gelegde adviezen van werkgevers en werknemers geven wij U in overweging te verklaren, dat oprichting en instandhouding van een op leiding voor kleermakers aan de Vakavondschool, verbonden aan de Ambachtsschool, nodig wordt geoordeeld. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 199. Leiden, 15 November 1948. De besturen van de alhier gevestigde Vakscholen voor Meisjes verzoeken bij hun om praeadvies in onze handen gestelde adressen de noodzakelijkheid te willen uitspreken van de toevoeging aan de leerplans dier scholen van vakken, welke nodig zijn voor de algemene vorming van meisjes, die reeds jong in loondienst gaan. Gezien de adviezen van de desbetreffende organisaties zijn wij, met de Baadscommissie voor het Onderwijs, van mening, dat in deze de gewenste medewerking dient te worden verleend. Mitsdien geven wij U in overweging als Uw oordeel uit te spreken, dat het nodig is vakken voor de algemene vorming van meisjes, die reeds jong in loondienst gaan, toe te voegen aan het leerplan van de Vakschool voor Meisjes voor Leiden en Omstreken en aan dat van de Booms Katholieke Vakschool voor Meisjes, beide alhier. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 200. Leiden, 15 November 1948. De rekening van het volksbadhuis van de woningbouw vereniging „de Eendracht" over het exploitatie jaar 15 September 1946/1947 wijst een tekort aan van 9.023.75, zodat niet alleen het op de begroting voor 1947 onder volgn. 377 uitgetrokken bedrag van 5.750-.maar ook de bij Uw besluit van 22 Januari 1923 vastgestelde maximum bijdrage van 7.450.niet toereikend is om dat tekort te dekken. Dit grote tekort is voornamelijk veroorzaakt door de hogere uitgaaf aan salarissen en sociale lasten tengevolge van een gewijzigde personeelsbezetting. In plaats van de twee werksters, die als hulp-badvrouwen dienst deden, is in de loop van het onderhavige exploitatie jaar een echtpaar als badknecht en hulpbadvrouw in dienst genomen. Tot deze maatregel meende het verenigingsbestuur te moeten over gaan, omdat het niet mogelijk bleek geschikte werksters te vinden. In mindering van het tekort ontving de vereniging 777.45 uit het Fonds voor Huurverlaging van arbeiderswoningen, gefinancierd met rijkswoningbouwvoorschotten, zodat nog 8.246.30 door een bijdrage van de gemeente moet worden gedekt, een bedrag, dat 796.30 uit gaat boven de boven genoemde maximum bijdrage van 7.450. Hoewel de aanstelling van bedoeld echtpaar een perma nente hogere uitgaaf aan salaris met zich brengt en de bij drage voor het vervolg in maximum op een hoger bedrag zou moeten worden bepaald, zouden wij met het doen van een voorstel te dier zake willen wachten. Er worden n.l. met het verenigingsbestuur onderhandelingen gevoerd met be trekking tot het verhogen van de badhuistarieven en tot het treffen van enkele voorzieningen in de" pensionnering van het badhuis-personeel. Eerst als de daaruit eventueel voortvloeiende hogere exploitatie-inkomsten en -uitgaven kunnen worden overzien, zullen wij, zo nodig, bij Uw Vergadering een voorstel tot definitieve verhoging van de maximum bijdrage aanhangig maken. In afwachting daarvan ware thans door U te besluiten de maximum bijdrage alleen voor het exploitatiejaar 1946/1947 op het thans nodige, hogere bedrag te bepalen. In verband met een en ander geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging: a. met afwijking van het raadsbesluit van 22 Januari 1923 de bijdrage in het tekort van het volksbadhuis van de woning bouwvereniging „de Eendracht" over het exploitatiejaar 15 September 1946/1947 vast te stellen op 8.246.30; b. het voor het onder a genoemde exploitatiejaar meer nodige bedrag van 2.496.30 aan bijdrage op de begroting te brengen en daartoe het besluit te nemen tot wijziging van de gemeentebegroting (dienstjaar 1947), dat wij U hierbij in ontwerp aanbieden (Model E. no. 51). Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 201. Leiden, 15 November 1948. De heer A. C. M. Witkamp, alhier, heeft, namens een cliënt, verzocht van de gemeente te mogen kopen een perceel bouwterrein, gelegen aan de Houtlaan, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P no. 2460 ged., groot i 666 m2, op de overgelegde situatietekening met lichtrode kleur aan geduid, teneinde op deze grond drie woonhuizen te bouwen. De te koop gevraagde grond is volgens het uitbreidingsplan bestemd voor „betere bouw", eengezinswoningen met voor tuin, ter diepte van 3 m. Tegen verkoop van het terrein bestaat geen bezwaar; met adressant is overeenstemming bereikt over de prijs van 13.25 per m2 en over de aan de verkoop te verbinden voor waarden. Het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken in het ambtsgebied Leiden kan zich met de prijs van 13.25 per m2 verenigen. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken geven wij Uw Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in over weging aan A. C. M. Witkamp q.q., te Leiden, te verkopen het op de overgelegde situatietekening met lichtrode kleur aangeduide terrein, gelegen aan de Houtlaan, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P no. 2460 ged., groot 4; 666 m2, voor de prijs van 13.25 per m2 en verder onder de hierbij overgelegde voorwaarden. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 202. Leiden, 15 November 1948. Aan de gemeente is ondershands te koop aangeboden het perceel gelegen aan de Houtstraat no. 6, alhier, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G no. 515, op de overgelegde situatietekening met rode kleur aangeduid, voor een prijs van 4.200. Met het oog op de ligging in de onmiddellijke nabijheid van „Gravensteen", is het bezit van het te koop aangeboden pand voor de gemeente van belang. Ons College acht de koopprijs aannemelijk, terwijl het Prij zenbureau voor Onroerende Zaken in het ambtsgebied Leiden tegen deze koopsom geen bezwaar heeft. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken, geven wij Uw Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in over weging I. aan te kopen het perceel gelegen aan de Houtstraat no. 6, te Leiden, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G no. 535, groot 43 m2, voor een prijs van 4.200.in totaal; II. door vaststelling van de staat model D, no. 63, dienst jaar 1948, een bedrag van 4.500.beschikbaar te stellen ten behoeve van de sub I bedoelde aankoop, vermeerderd met de daarop vallende kosten. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 2