GEMEENTE LEIDEN.
137
INGEK09IEK KTUKKEN
N°. 192. Leiden, 14 October 1948.
Overeenkomstig ons voorstel van 24 November 1947,
(Ingek. Stukken No. 206) stelde Uw Vergadering bij besluit
van 1 December 1947 onder meereen subsidie groot 15.000.
beschikbaar ten behoeve van de Stichting tot bevordering
van Kunst, Ontwikkeling en Ontspanning. Aangezien het
boekjaar der Stichting loopt van 1 September t/m31 Augustus
d. a. v. is bij dit besluit bepaald, dat 1/3 óf 5.000.ten
laste der gemeente-begroting dienst 1947 en 2/3 of 10.000.
ten laste van de dienst 1948 zal worden gebracht.
In de gelijktijdig vastgestelde wijziging der gemeente
begroting, dienst 1947, model D no. 31, is in verband hier
mede onder volgno. 657a een subsidie aan de Stichting
uitgetrokken ad 5.000.welk bedrag inmiddels is uit
gekeerd.
Wijziging van de begroting, dienst 1948, bleef uiteraard
achterwege, daar deze begroting eerst bij Uw besluit van
16 Februari 1948 is vastgesteld.
De Stichting K. en O. verzoekt thans een gedeelte van
het restant der subsidie ten laste van 1948 te mogen
ontvangen.
Ten einde dit verzoek te kunnen inwilligen, stellen wij
U met verwijzing naar Uw besluit van 1 December 1947
voor te besluiten overeenkomstig het hierbij aangeboden
ontwerp tot wijziging van de gemeente-begroting dienst 1948.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 193. Leiden, 15 November 1948.
Met de door Curatoren van het Gymnasium bij hun hierna
afgedrukt schrijven gedane aanbeveling ter benoeming van
een tijdelijk leraar in de wiskunde kunnen wij ons verenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging uit die aanbeveling
een benoeming te doen.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 9 November 1948.
In verband met het vertrek van de heer G. H. Frederik
per 1 Januari 1949 is het noodzakelijk met ingang van deze
datum in de vacature van leraar in de wiskunde aan het
Gymnasium te voorzien.
Wij hebben de eer Uw Vergadering daartoe de volgende
aanbeveling te doen:
1. Ir G. A. OOSTEEHOLT
2. Drs A. H. BOEES.
Met overlegging van het advies van de Inspecteur der
Gymnasia en met verwijzing naar de overige ter inzage
liggende stukken verzoeken wij Uw Vergadering tot de be
noeming van een leraar in de wiskunde aan het Gymnasium
over te gaan, met ingang van 1 Januari 1949 en voorlopig
tot het einde van de cursus 1948/1949.
Curatoren van het Gymnasium,
B. A. van Groningen, President-Curator.
E. Streng, Secretaris.
Aan de Gemeenteraad.
N°. 194. Leiden, 15 November 1948.
In de vacature van onderwijzeres aan de Meisjesschool
voor U.L.O., ontstaan tengevolge van het aan Mevrouw
W. B. WesenhagenHoekstra verleende eervol ontslag,
zouden wij wensen te voorzien door overplaatsing.
In overeenstemming met het advies van de waarnemend
Inspecteur van het Lager Onderwijs geven wij U in overweging
de onderwijzeres Mej. C. M. de Vries, met ingang van een
nader door ons College te bepalen datum, over te plaatsen
van de Opleidingsschool voor U.L.O. aan de Langebrug A
naar de Meisjesschool voor U.L.O.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 195. Leiden, 15 November 1948.
In verband met het gewijzigde programma van en de
eisen voor het M.U.L.O.-examen met betrekking tot de
kennis van aardrijkskunde, is het nodig, dat ten behoeve
van het tweede en derde leerjaar van de beide i reentelijke
scholen voor uitgebreid lager onderwijs nie; leerboeken
voor dat vak worden aangeschaft.
Het daarmee gemoeide bedrag ad 636.(rond), dat niet
uit de desbetreffende begrotingspost kan worden bestreden,
kan in drie jaren, aanvangende 1948, uit de gewone dienst
worden afgeschreven.
Op grond van een en ander en met verwijzing naar het
advies van de Eaadscommissie voor het Onderwijs, geven
wij U in overweging, door vaststelling van de staat model D,
no. 57, een bedrag van 636.beschikbaar te stellen voor
de aanschaffing van leerboeken voor het vak aardrijkskunde
in het tweede en derde leerjaar van de gemeentelijke scholen
voor uitgebreid lager onderwijs.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 196. Leiden, 15 November 1948.
Met betrekking tot het om praeadvies in onze handen
gestelde verzoek van het bestuur der Inrichting van Lief
dadigheid voor E.K. inzake aanschaffing van leermiddelen
ten behoeve van zijn school aan de Potgieter laan, delen wij
U mede, dat deze aanvrage welke nodig is in verband met
de toeneming van het getal leerlingen dier school aan de
wettelijke eisen voldoet en -dat door inwilliging van het
verzoek de normale eisen, aan het geven van gewoon lager
onderwijs te stellen, naar onze mening niet zullen worden
overschreden.
Naar raming zal voor de aanschaffing van die leermiddelen
nodig zijn rond 1.013.welk bedrag ten laste van de
kapitaaldienst behoort te komen en in drie jaren, aan
vangende 1948, uit de gewone dienst kan worden afgeschreven.
Met verwijzing naar het advies ran de Eaadscommissie
voor het Onderwijs geven wij U mitsdien in overweging:
a. medewerking te verlenen aan het bestuur van de
Inrichting van Liefdadigheid voor E.K. te Leiden tot aan
schaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
gewoon lager onderwijs aan de Potgieterlaan,
b. door v aststelling van de staat model D, no. 58, ƒ1.013.-
beschikbaar te stellen voor de sub a bedoelde aanschaffing
van leermiddelen.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 197. Leiden, 15 November 1948.
Bij zijn om praeadvies door Uw Vergadering in onze
handen gesteld schrijven verzoekt het Bestuur van het
Gesticht „De Voorzienigheid" alhier medewerking te verlenen
tot de stichting van een school voor gewoon lager onderwijs
in de omgeving van de Zoeterwoudsesingel.
Aan de bij artikel 73, le lid, sub a, der Lager Onderwijswet
1920 gestelde eis, dat in een gemeente als de onze bij een
aanvraag tot stichting van een dergelijke school een verklaring
moet worden overgelegd, waaruit blijkt, dat de school zal
worden bezocht door tenminste 100 leerlingen, is voldaan,
terwijl ook overigens het verzoek aan de daarvoor bij de
wet gestelde eisen voldoet.
Met de Eaadscommissie voor het Onderwijs zijn wij dan
ook van mening, dat de gevraagde medewerking dient te
worden verleend, hetgeen evenwel niet insluit, dat de
gemeente daarmede enige toezegging doet, laat staan zich
verbindt, medewerking te verlenen tot stichting van de school
op de door adressant genoemde percelen.