104 zodat alsnog in een tekort van 3.101.612.60 3.143.405.27 41.792.67) moet worden voorzien. Blijkens de circulaire van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 10/13 Februari 1948 B n°. 3755/45 (3e Afd.) G.S. n°. 457 is door de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën besloten om de definitieve vaststelling (afreke ning) van de bijdrage uit de tweede afdeling van het gemeente fonds over 1945 op dezelfde voet te regelen als voor 1944 is geschied. Dientengevolge zal, vermits het aantal inwoners dezer gemeente op 31 December 1944 83.467 bedroeg, een bedrag van 146.067.25 (83.467 x 1.75) niet voor een bijdrage in aanmerking komen. Yoor het restant ad 2.955.545.35 3.101.612.60 146.067.25) kan aanspraak worden gemaakt op een bijdrage van 40 uit de tweede afdeling van het gemeentefonds. Deze bijdrage, welke 1.182.218.14 zal bedragen, moet worden verminderd met het van het Bijk ontvangen voor schot ad 750.000.dat, zoals hierboven Werd medegedeeld, reeds in de gemeenterekening over 1945 is opgenomen. Het terzake nog van het Bijk te ontvangen bedrag bedraagt derhalve 432.218.14 1.182.218.14 750.000.—). Voor rekening van de gemeente komt ƒ1.773.327.21 (60 van 2.955.545.35) 146.067.25, d. i. tezamen 1.919.394.46, welk bedrag naar Hoofdstuk XV van de Kapitaaldienst moet worden overgebracht. Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om het gehele op de dienst 1946 geboekte aandeel ad 642.837.52 wegens achterstands-uitkering ter zake van ondernemings belasting over de jaren 1942 t/m 1945, waaruit behalve boven genoemd bedrag van 41.792.67, ook is bestreden het (ver moedelijk) nadelig exploitatie-saldo ad 601.044.85 van de gewone dienst 1944 (Baadsbesluit van 22 Maart 1948 (Ingek. Stukken n°. 36) op de begroting voor 1946 te regelen. Vervolgens moeten de onder B, sub 1 t/m 7 genoemde posten tot een totaal bedrag van 17.526.22, wegens op de dienst 1945 onverwerkt of onverbruikt gebleven gelden, eveneens naar de dienst 1946 worden overgebracht. In de dekking van het bedrag van 17.526.22, dat ten laste van de dienst 1946 komt, kan worden voorzien door verhoging met 17.526.22 van volgn. 7 „Secretarieleges en rechten van de Burgerlijke Stand", geraamd op 13.000. en waarop is ontvangen 37.878.36 Een en ander is op de begrotingsstaat geregeld. C. Kapitaalsuitgaven. Het nadelig saldo van de kapitaaldienst tot een totaal bedrag van 14.082.30 moet gesplitst, in voor- en nadelige sloten, ten bate resp. ten laste van de verschillende hoofd stukken en paragrafen van de begroting voor 1946 worden gebracht. Voorts dienen de op de kapitaaldienst beschikbaar gestelde gelden, voor uitvoering van werken, voor verstrekking van kapitalen aan bedrijven enz., welke in 1945 niet of niet geheel zijn verwerkt of uitgegeven, op de begroting voor 1946 te worden overgebracht, terwijl tenslotte nog enige fondsen eveneens naar de kapitaaldienst moeten worden overgeboekt. Dit dient eveneens te geschieden met de geraamde kapitaals ontvangsten voorzover deze in 1944 niet of niet geheel zijn ontvangen. Voor de dekking van de nadelige sloten, alsmede voor de op de dienst 1946 over te brengen kapitaalsuitgaven, welke niet of niet geheel door de voordelige sloten of kapitaals ontvangsten worden gedekt, dient de post „Geldlening" te worden verhoogd. Voor de splitsing van het nadelig saldo van de kapitaal dienst in voor- en nadelige sloten over de verschillende hoofd stukken en paragrafen, alsmede voor de op de begroting voor 1946 over te brengen restant-credieten en van de daarmede in verband staande kapitaalsontvangsten zie men de be grotingsstaat, alsmede de overgelegde afzonderlijke toelich ting, waarin de redenen, waarom de overbrenging van die credieten van de dienst 1945 naar die voor 1946 noodzakelijk is, uitvoerig zijn uiteengezet. Wij geven Uwe Vergadering in overweging vast te stellen: a. de staat No. 22, model D, tot wijziging van de ge meentebegroting, dienst 1946, waarbij de ontvangsten en uitgaven, die bij het sluiten van de dienst 1945 nog moesten worden gedaan, op de dienst 1946 worden overgebracht; b. de bij dit besluit behorende suppletoire begrotingen van de Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 138. Leiden, 22 Juli 1948. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken en overeenkomstig het advies van de Commissie van Financiën geven wij Uw Vergadering in overweging de suppletoire begroting en de rekening, dienst 1945, van de Stedelijke Werkinrichting goed te keuren. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 139. Leiden, 22 Juli 1948. Met verwijzing naar het in de Leeskamer ter visie liggende rapport van de Commissie van Financiën, geven wij Uw Vergadering in overweging voorlopig vast te stellen, volgens de overgelegde ontwerpbesluiten: 1°. de balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1945, van de Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit; 2°. de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1945, van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest" 3°. de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1945, van het Openbaar Slachthuis; 4°. de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1945, van het Grondbedrijf; 5°. de balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1945, van de Beinigings- en Ontsmettingsdienst 6°. de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1945, van de Gemeentelijke Volkscredietbank; 7°. de rekening van het Gemeentelijk Wasbureau, over het tijdvak van 1 Januari31 Juli 1945. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 4