100 is, legt de Directeur schriftelijk aan Burgemeester en Wet houders de vraag voor of de betrokken uitgaaf ten laste der gemeente kan worden gebracht. 2. De Directeur stelt daarvan het betrokken hoofd van dienst in kennis. Voorzover dit mogelijk is, pleegt hij hierover vooraf met deze overleg. Artikel 10. 1. De Directeur alsmede de aan de Dienst verbonden ambtenaren hebben gedurende de bureau-uren het recht van toegang tot alle bureaux, terreinen en magazijnen van de verschillende takken van dienst der gemeente, van haar instellingen en haar bedrijven. 2. De Directeur heeft in speciale gevallen, te zijner be oordeling, de bevoegdheid om na overleg met het betrokken hoofd van dienst genoemde toegang tevens te verlangen buiten de bureau-uren. 3. De Directeur en de daartoe door hem aangewezen ambtenaren hebben de bevoegdheid tot het opnemen van alle kassen en het inzien van alle boeken en bescheiden in de ruimste zin des woords w.o. notulen, registers en brieven, betrekking hebbende op of verband houdende met de finan ciële administratie en het beheer der te controleren instellingen alsmede om aan alle ambtenaren der gemeente die inlich tingen te vragen, welke de Directeur voor de uitvoering van zijn taak nodig acht. Deze ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk te verstrekken. Artikel 11. Het is aan de Directeur en de aan de dienst verbonden ambtenaren verboden om hetgeen him bij de uitvoering dezer verordening blijkt of is medegedeeld verder bekend te maken dan nodig is voor, wat de Directeur betreft, de juiste uitoefening van zijn taak als accountant en, voor zover betreft de aan de dienst verbonden ambtenaren, voor de uitoefening van hun betrekking. Artikel 12. Deze verordening treedt in werking met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. 4°. te bepalen, dat de Regelen met betrekking tot de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van den Ontvanger en andere rekenplichtige ambtenaren der Ge meente zulks in afwijking van het bepaalde bij artikel 8 dezer Regelen geacht worden buiten werking te zijn getreden op het ogenblik, dat de „Verordening betreffende de gemeen telijke accountantsdienst" in werking treedt. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 4