154 MAANDAG 28 JUNI 1948. (Knuttel e.a.) 8°. Ben schrijven van het Bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel, houdende verzoek om gelden beschikbaar te stellen voor de stichting van een U.L.O.-school in de omgeving van de Adriaan Pauwstraat. 9°. Een schrijven van het Bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel, houdende verzoek om gelden beschikbaar te stellen, gelijk aan de huur .van een lokaal in de Chr. Kweekschool en eventuele verbouwingsonkosten in de Leidse Houtschool ten behoeve van een te stichten U.L.O.-school. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze stukken te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. IV. Benoeming van een onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs. (109) De Voorzitter verzoekt de heer Stolp, mevrouw Vijlbrief, de heren van Weerlee en de Hosson het stembureau te vormen. Wordt benoemd met algemene (29) stemmen de heer G. J. Enzerinlc. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. (De heren Menken en Key waren bij de stemming nog niet ter vergadering aanwezig. De heer Menken komt na de stemming ter vergadering). V. Praeadvies op het verzoek van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Oegstgeest om medewerking tot het aanschaffen van leermiddelen en schoolbanken ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Adriaan Pauwstraat 1. (119) De heer Knuttel zegt, dat het hem opgevallen is, dat onder de leermiddelen, die hier worden aangevraagd, ook voor komen psalmboekjes en een handleiding voor Bijbelse ge schiedenis. Formeel zal deze zaak wel in orde zijn, maar het gaat toch wel wat ver om van de gemeente iets té vragen, wat buiten de gewone vakken van onderwijs om gaat en wat blijkbaar tot strekking heeft de kinderen rijp te maken voor een bepaalde dogmatische beschouwingswijze. Het ligt toch feitelijk niet op de weg van de gemeente om in dergelijke dingen te voorzien; de wet maakt op dit punt geen onder scheid, maar een dergelijke handelwijze acht spreker toch buitengewoon vreemd. Andere, niet-kerkelijke richtingen vragen toch voor haar propaganda ook geen subsidie uit de gemeentekas De heer van Schaik zegt, dat de heer Knuttel dit mis verstaat. In de eerste plaats heeft de Baad hierover eigenlijk zeer weinig te discussiërendeze psalmboekjes zijn van belang voor het leren door de kinderen van psalmen; de kinderen moeten verschillende van deze psalmen kennen en voor het leren van deze verzen zijn die boekjes noodzakeüjk. Wat betreft de handleiding voor Bijbelse geschiedenis, die ge vraagd wordt, aan deze school wordt onderwijs in dit vak gegevenhet is dus te begrijpen dat het onderwijzend personeel van deze school over een dergelijke handleiding de beschikking moet hebben en deze in de bibliotheek der school aanwezig moet zijn. Het is hier dus niet een quaestie van propaganda; dit vak vormt een onderdeel van het onderwijs aan deze school. De heer Knuttel zegt, dat er bij hem geen misverstand is; er bestaat alleen maar een verschil van opvatting tussen de Wethouder en spreker. Spreker betwijfelt echter zeer of een dergelijke vrijgevigheid ook zou bestaan wanneer het een onderwijs-instelling van niet-godsdienstige richting zou betreffen en of ook steun zou worden verleend, wanneer middelen werden gevraagd voor progaganda in niet-gods dienstige richting. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel inzake het verlenen van medewerking aan het Bestuur van het Gesticht „de Voorzienigheid" tot het aan schaffen van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan het Levendaal. (111) Aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de school (Frohwein e.a.) voor v.g. l.o. aan de Pelikaanstraat 20. VII. Voorstel inzake het verlenen van medewerking aan het Bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor Booms- Katholieken tot het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor voortgezet gewoon lager onderwijs aan de Pelikaanstraat 20. (112) VIII. Voorstel inzake de stichting van een opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Cronesteinkade. (113) IX. Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het gebruik van de Nederlandse Onderwijsfilm op openbare en bijzondere scholen te Leiden. (114) X. Voorstel te verklaren, dat uitbreiding van de Avond- tekenseliool van de Ned. R.K. Volksbond, door toevoeging van een cursus voor de ceramische bedrijven, nodig wordt geoordeeld. Xa. Voorstel inzake het verhogen van de voor het maken van een wolmaniseertank bij de Stadstimmerwerf en het maken van een betonbeschoeiing ter plaatse op de begroting 1948 uitgetrokken gelden. (123) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen VI tot en met Xu besloten. XI. Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van de verplaatsing en inrichting van het tijdelijke speelterrein op het Schuttersveld, ten behoeve van de Vereniging „Maredijkkwartier". (119) De heer Frohwein zegt, dat indertijd 400.is gevoteerd voor inrichting van dit speelterrein, terwijl nu 2.200.wordt gevraagd om een door de Dienst van Gemeentewerken gemaakte fout, n.l. het indertijd projecteren van deze speeltuin op een verkeerde plaats, te herstellen. Bij de behandeling van de gemeente-begroting is vastgesteld, dat men zuinig moet zijn, vooral met het geld van de belastingbetalers. Dit bedrag van ƒ2.200.nodig voor de verplaatsing van deze speeltuin, zal weer opgebracht moeten worden door de Nederlandse belastingbetalers, niet alleen door het bedrijfs leven, maar ook door de kleine spaarders. Bealiseert men zich, dat de belastingen steeds meer de strop rond de hals van de Nederlandse bevolking aanhalen, dan is het nood zakeüjk, dat ook de gemeente de zuinigheid in acht neemt en dat de Baad dit crediet niet voteert. Het moet uit de zakken van de belastingbetalers komen; de mensen zitten te diep in de zorgen dan dat men hier 2.200.mag gebruiken om een door de Dienst van Gemeentewerken gemaakte fout te herstellen. Spreker wenst geacht te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De heer Aalders is naar deze oude speeltuin gaan zien, maar deze was tot zijn spijt niet te vinden. Waar is deze gebleven? De heer van Iterson zegt, dat wanneer dit voorstel strekte tot het maken van een permanent speelterrein op de plaats van het tegenwoordige, tijdelijke speelterrein, daar zakeüjk gezien niets op tegen zou zijn, vooral omdat reeds eerder gelden zijn gevoteerd voor een daar aan te leggen tijdeüjk speelterrein. De aanleg van een permanent speelterrein op die plaats büjkt echter niet mogeüjk, in verband met plannen voor de toekomst. Dit voorstel strekt echter om een reeds in 1946 in gereedheid gebracht én in gebruik genomen speel terrein te verlaten en dit te verplaatsen. Waarom echter deze verplaatsing? De grondgesteldheid en het gebruik van de omliggende terreinen zijn toch sinds 1946 gelijk gebleven Blijkens de rapporten heeft deze vereniging „Maredijk kwartier" reeds toen gewezen op het nu voorgestelde terrein; reeds toen gaf zij daaraan de voorkeur. De Technische Dienst dacht daarover anders en heeft het thans in gebruik zijnde terrein voor speeltuin bestemd, omdat het nu voorgestelde terrein blijkens het rapport van die Dienst te drassig was. Is dit dan nu veranderd, vraagt spreker? Uit dit voorstel blijkt toch, dat dat argument niet juist was. Gezien de plattegrond kan spreker zich geheel indenken dat de speel tuinvereniging gaarne dit nu voorgestelde terrein had be stemd voor speelterrein en kan hij niet begrijpen dat de Technische Dienst in 1946 dit speelterrein juist daar niet geprojecteerd heeft en nu, in 1948, wel. Op deze zakeüjke grond heeft spreker in de Commissie van Fabricage tegen dit voorstel gestemd. Bij verwerping van dit voorstel echter zouden uiteindelijk de kinderen de dupe worden van het verkeerde inzicht van de Technische Dienst, waaraan de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 2