GEMEENTE LEIDEN. 95 INGEKOMEN STEKKEN. N0. 122. Leiden, 22 Juni 1948. Het op de bedrijfsbegroting van bet Openbaar Slacht huis voor het dienstjaar 1947 uitgetrokken bedrag van ƒ2500.voor de aanschaffing van 40 vleestransportloop- katten blijkt niet toereikend te zijn. De levering van deze loopkatten is thans slechts mogelijk tegen de prijs van 125.— per stuk of in totaal 5000.—. Het beschikbaar gestelde bedrag zal daarom met ƒ2500.moeten worden verhoogd. A.au het Openbaar Slachthuis bestaat voorts een groot tekort aan bruikbare ijscellen. Weliswaar werden er reeds in het vorige jaar en in dit jaar tezamen een 300-tal be steld, doch de geleverde cellen bleken niet aan de gestelde eisen te voldoen en moesten worden teruggezonden. Over de levering van de bestelde cellen wordt nog onderhandeld Onmiddellijke aanvulling van het tekort door een andere leverancier is echter noodzakelijk. De aan de aanschaffing van 300 cellen verbonden kosten bedragen 4650.Samen met de reeds bestelde cellen, die of door de oorspronkelijke öf door de thans gekozen leverancier zullen worden geleverd en waarvoor de gelden reeds beschikbaar zijn gesteld, zal dan over 600 nieuwe cellen kunnen worden beschikt. De kosten van de ijscellen kunnen over 5 jaren en die van de transportloopkatten over 10 jaren worden verdeeld. In overeenstemming met het advies van de Oommissie voor het Openbaar Slachthuis, dat bij de stukken is ge voegd, stellen wij U derhalve voor, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, bedragen van 2500.en ƒ4650. beschikbaar te stellen, respectievelijk voor het aanschaffen van 40 transportloopkatten en 300 ijscellen ten behoeve van het Openbaar Slachthuis, te bepalen, dat het bedrag van ƒ2500.over 10 jaren en het bedrag van ƒ4650. over 5 jaren zal worden verdeeld en in verband hiermede vast te stellen de hierbij overgelegde ontwerpen tot wijziging der gemeentebegroting en der bedrijfsbegroting voor het dienstjaar 1948, modellen D, no. 24. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 123. Leiden, 23 Juni 1948. Op de gemeentebegroting, dienstjaar 1947, werd uitge trokken een bedrag van ƒ2000.voor het maken van een wolmaniseertank van gewapend beton aan het Galgewater bij de Stadstimmerwerf en van 4500.voor het maken van een betonbeschoeiïng ter plaatse (volgnr 413 resp. 423), terwijl voor laatstbedoeld werk op de gemeentebegroting, dienstjaar 1948, onder volgnr 433, als aanvulling, een be drag van ƒ1800.beschikbaar werd gesteld. Voor deze werken, welke gecombineerd moeten worden uitgevoerd, is derhalve een bedrag van 8300.in totaal beschikbaar. Bij een onlangs gehouden openbare aanbesteding is ge bleken, dat genoemd bedrag niet toereikend is om deze werken te doen uitvoeren. Hiermede zal n.l. een bedrag van ƒ11000.gemoeid zijn. In verband hiermede dient de gemeentebegroting, dienst jaar 1948, te worden gewijzigd in dier voege, dat post 433 met ƒ2700.wordt verhoogd en derhalve gebracht op 4500.—. Met verwijzing naar de in de leeskamer liggende stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in over weging, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten dezer provincie, het bij post 433 der gemeentebegroting, dienstjaar 1948, toegestane crediet ad 1800.te verhogen tot ƒ4500.door vaststelling van de hierbij overgelegde begrotingsstaat, model B no. 25. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 124. Leiden, 24 Juni 1948. Blijkens een in de Leeskamer ter visie liggend schrijven van Gedeputeerde Staten met bijbehorend ontwerp-besluit, ligt het in hun voornemen om, zulks in navolging van overeenkomstige voor het rijkspersoneel getroffen voor zieningen, ten aanzien van de bezoldiging van de secreta rissen, de ontvangers en de ambtenaren van de burgerlijke stand in de provincie Zuid-Holland het volgende te bepalen: a. aan de op 31 December 1947 in dienst zijnde funtio- narissen wordt een uitkering toegekend ten bedrage van een twaalfde van 2x/2 van hun pensioensgrondslag op genoemde datum voor elke volle maand van 1947, dat op hen een bijdrage voor eigen pensioen is verhaald; b. de kindertoeslag wordt met ingang van 1 Januari 1947 in dier voege verruimd, dat deze toelage ook wordt ontvangen voor kinderen van 18, 19 en 20 jaar, die dag onderwijs volgen aan een inrichting voor algemeen vormend of vakonderwijs. Gedeputeerde Staten hebben ons verzocht hieromtrent overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 111, 114 en 183 der gemeentewet het gevoelen van Uw Vergadering in te winnen. Aangezien de in het ontwerp-besluit vervatte maatregelen reeds voor het gemeentepersoneel zijn of zullen worden ge troffen (tot de restitutie van de 21/2 pensioenpremie werd door Uwe Vergadering reeds bij besluit van 26 April 1948, Ingekomen Stukken No. 85, besloten, terwijl de onderhavige verruiming van de kindertoeslag voor dit personeel binnen kort door ons College bij U aanhangig zal worden gemaakt) geven wij Uwe Vergadering in overweging ons College te machtigen aan Gedeputeerde Staten te berichten, dat U adviseert de voorgestelde voorzieningen ten aanzien van de bezoldiging van de secretaris, de ontvanger en de ambte naar van de burgerlijke stand te treffen overeenkomstig het overgelegde ontwerp-besluit. Opgemerkt zij hierbij nog, dat de ambtenaren van de burgerlijke stand in deze ge meente geen bezoldiging genieten. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 1