MAANDAG 31 MEI 1948. 151 Rondvraag. (Key e.a.) verleend. Spreker dringt bij de betrokken Wethouder op spoedige afdoening van deze zaak aan. De heer Jongeleen antwoordt, dat de verbouwingsplannen met een gunstig advies juist zijn uitgegaan. De heer van Weizen vestigt de aandacht van de betrokken Wethouder op de slechte toestand van de houten trottoirs van de Zijlpoortsbrug, welke naar sprekers mening enige vernieuwing behoeven. De heer Jongeleen zal een onderzoek naar de toestand van deze trottoirs doen instellen. De heer Knetseh vraagt, of, indien overeenkomstig het vermoeden van de Wethouder van Fabricage binnenkort opnieuw een Raadsvergadering zal plaats hebben, deze niet op een avond kan worden gehouden. De Voorzitter zal nagaan, of dit mogelijk is. De heer Knetseh herinnert er aan, dat bij de behandeling van de gemeentebegroting voor 1948 de aandacht van het College is gevestigd op de slechte toestand van het wegdek van de Haarlemmerweg. Het is nu bijna Juni en er is nog niets aan enige verbetering gedaan. De heer Jongeleen antwoord, dat hieraan aandacht zal worden geschonken. Rondvraag. (Frohwein e.a.) De heer Frohwein vraagt, in hoeverre het gemeentebestuur bereid is, de Stadsgehoorzaal en de Burcht ter beschikking te stellen van de Communistische Partij Nederland voor het houden van propagandistische bijeenkomsten in verband met de aanstaande Kamerverkiezingen. In het algemeen wordt er door de burgerij aanmerking op gemaakt, dat deze gemeentelijke eigendommen ter beschikking van de Commu nistische Partij Nederland worden gesteld. Spreker gelooft in de geest van het overgrote deel van de burgerij te handelen, wanneer hij de wens uitspreekt, dat voortaan geen ge meentelijke eigendommen meer voor verkiezingsdoeleinden aan deze partij ter beschikking worden gesteld. De Voorzitter zegt, dat het College de Burcht dezer dagen ter beschikking van de Communistische Partij Nederland heeft gesteld. De heer Frohwein gelooft, dat het in lijnrechte strijd is met de politieke gedragslijn, die het College heeft te volgen. De Voorzitter merkt op, dat geen discussie is toegestaan over het antwoord, dat de heer Frohwein op diens vraag heeft gekregen. De heer Frohwein verklaart het antwoord van de Voor zitter ten zeerste te betreuren. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 19