146 MAANDAG 31 MEI 1948. Interpellatie-Wilmer inzake de aanbouw van woningen. (Wilmer e.a.) het quantum in 1948 in Leiden te houwen woningen reeds is vastgesteld! Het is een feit, dat dit quantum aan de Eaad en de burgerij volkomen onbekend is. II. Zo ja, hoe groot dit quantum is en wanneer het is toegewezen! III. Zo neen, wanneer Burgemeester en Wethouders deze toewijzing verwachten! IY. Kunnen Burgemeester en Wethouders mededelen, of er plannen gereed liggen, om onmiddellijk met de bouw der bedoelde woningen te kunnen beginnen en wanneer deze plannen gereed zijn gekomen! Deze interpellatie kan van zeer groot belang zijn om het antwoord, dat het College zal geven en de discussie, welke daarover zal plaats hebben. Het is gewenst, dat de Baad deze zaak rustig en open bespreekt. Dreigt het met de woning bouw in Leiden in 1948 weer zo slecht te gaan als het in 1947 gegaan is en wat kan worden gedaan om de oorzaken, indien zij zijn vastgesteld, uit de weg te ruimen en zodoende tot een betere gang van zaken te komen! De heer Jongeleen beantwoordt de vragen van de heer Wilmer als volgt: 1. Het quantum voor 1948 is vastgesteld. 2. Het aantal woningen bedraagt voor Leiden voor 1948 390 (richtcontingent). In mindering daarvan komen de 103 woningen van 1947. De gemeente heeft een toewijzing van 287 woningen; in het begin van 1948 is dit aan de ge meente medegedeeld. 3. Deze vraag behoeft geen antwoord in verband met de beantwoording van de vragen 1 en 2. 4. De plannen zijn in Februari 1948 ingediend. De goed keuring kan hopelijk ieder ogenblik worden verwacht. Spreker verwijst hierbij naar hetgeenhij bij de behandeling van agendapunt 21 in het midden heeft gebracht met betrekking tot het Uitbreidingsplan ,,Leiden-Noord"de bouwplannen daarvoor zijn ingediend in overeenstemming met de Provin ciale Planologische Dienst, de Dienst voor de Wederopbouw, de ontwerpers van het uitbreidingsplan en de Technische Dienst van Gemeentewerken. De Baad zal, naar spreker vermoedt, begrijpen, dat spreker er geen genoegen mede neemt, dat de 103 woningen van 1947 in mindering van het contingent voor 1948 worden gebracht. Bij de behandeling van de gemeentebegroting voor 1948 heeft spreker uitvoerig betoogd, dat de schuld voor de fout, bij het bouwplan 1947 gemaakt, niet ligt bij het gemeente bestuur, maar bij de Dienst voor de Wederopbouw; daarbij heeft spreker medegedeeld, dat de heer Kiers dit uitdrukkelijk heeft toegegeven in een bespreking, welke in December 1947 met hem en de heer Leicher heeft plaats gehad. Desondanks kreeg Leiden een toewijzing van 390 woningen, waarvan echter 103 woningen werden afgetrokken, omdat ze niet vóór 1 October in aanbouw waren. Voorts waren er moeilijkheden bij de grondprijs, ten aanzien van het plan van de 103 woningen, waarvoor spreker verwijst naar het door hem medegedeelde bij agendapunt 21. Ten aanzien van het bouwplan voor 1948 deelt spreker- mede, dat vóórdat het richtcontingent voor 1948 was vastge steld, besprekingen zijn gevoerd, enerzijds met de commissie uit de drie woningbouwverenigingen, anderzijds met de groep particuliere bouwers. Spreker heeft op die conferentie mede gedeeld, dat wanneer de particuliere bouwers voornemens waren in 1948 te gaan bouwen, zij volledig op sprekers steun konden rekenen ten aanzien van het bouwen van midden standswoningen. Na twee vergaderingen te hebben gehouden, hebben de particuliere bouwers spreker medegedeeld, dat zij een ernstige poging zouden ondernemen om tot bouwen te komen. In Januari 1948 is een bespreking gehouden met architecten en besturen van de woningbouwverenigingen. Er is toen een opdracht gegeven en begin Februari 1948 zijn de volgende plannen ingediend: a. 229 woningen in plan ,,Leiden-Noord" (architect Buur man), aansluitende op het plan van de 103 woningen. Woningbouwverenigingen ,,Ons Belang", ,,De Goede Woning" en „De Eendracht". b. 160 woningen in de Meerburgerpolder; Architect Land man; Woningbouwverenigingen „Ons Doel" en „Eens gezindheid". c. de z.g. ratiebouw in plan „Leiden-Noord", 31 woningen, Architect Ponsen. Voor in totaal 420 woningen van woningbouwverenigingen waren dus plannen in voorbereiding. Spreker heeft toen echter aan de besturen van „Ons Doel" en „Eensgezindheid" uitdrukkelijk medegedeeld, dat eventuele plannen van parti culiere bouwers tot de bouw van middenstandswoningen Interpellatie-Wilmcr inzake de aanbouw van woningen. (Jongeleen.) voorrang zouden hebben boven het plan inzake de 160 woningen in de Meerburgerpolder, aangezien er naast een geweldig tekort aan arbeiderswoningen ook grote behoefte was aan middenstandswoningen. De particuliere bouwers hebben toen een plan ontworpen voor de bouw van 62 woningen aan de Tomatenstraat. Wanneer men het bouwplan voor 1948 dus stelt op 390 woningen, dan waren de genoemde drie plannen dus ruim voldoende om dit bouwvolume te bereiken, daar ze 420 woningen omvatten. Er kwamen echter nog de volgende plannen bij 15 woningen van de N.V. „Alboma" aan de Burg- gra venlaan 4 woningen van de Leidse Handels Maatschappij aan de Houtlaan 8 woningen van het Electriciteitsbedrijf aan de De Gijselaar- straat 5 woningen van de Gebrs. van Ulden aan de Verdam straat en 4 woningen van de Grofsmederij en van Van Wijk aan de De Gijselaarstraat. Deze plannen zijn alle op tijd ingediend! Hoe staat het nu met deze plannen! Toen het schetsplan voor de 229 woningen gereed was, is daarover een bespreking gehouden met de Provinciale Directie van de Wederopbouw, waarbij ook aanwezig waren de heer Leicher, de Directeur der Gemeentewerken, en de architect, en waarbij dit bouwplan principieel is bezien. Hieruit blijkt, dat een plan niet klakkeloos wordt ingediend. De Technische Dienst van Gemeentewerken en spreker hebben er vele bemoeienissen mede, omdat zij proberen de plannen zo snel mogelijk goedgekeurd te krijgen. Het eerste plan, dat ter tafel kwam, had de warme in stemming van de daarbij betrokkenen. Tegen een paar woningtypen bestond bezwaar. De architect heeft natuur lijk rekening houdende met de bezwaren van het vorige jaar die typen veranderd. Men stond dan ook wel enigszins verbaasd, toen men na enige tijd uit een brief van de Provinciale Directie betreffende de 229 woningen moest vernemen, dat van de waardering voor dit plan niet veel was overgebleven. De dag na de ontvangst van de brief, toen de heren om een andere reden in het Stadhuis aanwezig waren, heeft spreker hem ter sprake kunnen brengen. Er bleef toen van het plan, behoudens één punt, niets over: het ene woningtype was niet economisch, tegen het tweede type had men andere bezwaren, van het derde type deugde de indeling niet, tegen het vierde type had men weer een ander bezwaar. Op zijn vraag, hoe het dan eigenlijk wel moest, kreeg spreker het laconieke antwoord, dat het zo erg niet was en hij de brief heel anders moest lezen. Vele anderen hebben de brief ook gelezen en zijn met spreker van oordeel, dat volgens deze brief dit plan moet worden omgewerkt. Van het plan van de 160 woningen van architect Landman, die gelijk het heet zeer goed ingevoerd is bij de Weder opbouw, bleef niet veel ov'er; het moet worden omgewerkt. Spreker meent goed te doen met over de ratio-bouw, zijnde een bijzondere bouw, niet veel te zeggen. De andere plannen, behoudens de woningen van de Gebr. van Wijk en van de Grofsmederij, zijn goedgekeurd en kunnen worden uitgevoerd. De overige plannen hebben geen genade in de ogen van de hogere autoriteiten kunnen vinden. Men zal opmerken, dat deze stand van zaken niet roos kleurig is. Spreker is langzamerhand aan deze niet roos kleurige toestand gewend geraakt. Er is heel wat te over winnen vóór men het zover heeft gekregen, dat een plan kan worden uitgevoerd. Daarna was het niet de Provinciale Directie van de Weder opbouw, die bezwaren had. De grondkosten voor deze woningen waren eerst teruggebracht van 2.960.tot 2.650.welk bedrag de Provinciale Directie aanvaardbaar achtte; het Ministerie van Financiën maakte toen echter bezwaar tegen deze grondkosten; door enige wijzigingen in dit plan zijn de grondkosten teruggebracht tot 2.450. per woning; dit bedrag was volgens de heren, die aan deze besprekingen deelnamen, aanvaardbaar. Dit plan is toen ingediend en op het ogenblik wacht men nog steeds op de goedkeuring van hogerhand. Dit plan is vrijwel geheel omgewerkthet aantal woningen is gebracht van 229 op 292. De Commissie van Fabricage heeft op zeer korte termijn inzage kunnen nemen van dit plan. Spreker heeft de verwachting, dat de beslissing over dit plan einde dezer week of begin volgende week zal vallen spreker hoopt, dat het in het oog van de hogere autoriteiten genade zal kunnen vinden, opdat zeer snel tot aanbesteding zal kunnen worden overgegaan. Aanvankelijk was het de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 14