71
Zaken en daardoor waren de lonen van dat
personeel begrepen onder de uitgaven van die
dienst geraamd in hoofdstuk IX 1 onder
volgn. 699.
Volgn. 722a. Terugstorting aan het Rijk van
ie veel bij voorschot ontvangen subsidie in uit
betaalde wachtgelden voor arbeiders in particu
liere bedrijven
Yan het Rijk is in 1945 in totaal aan voor
schotten ontvangen ter zake van subsidie in
uitbetaalde wachtgelden voor arbeiders in
particuliere bedrijven (zie volgn. 197a)
3.490.962.53.
Hiervan is aan het Rijk
teruggestort1.800.000.
terwijl naar 1946 is over
geboekt 8.566.48
1.808.566.48
1.808.566.48
Het resterende bedrag ad 1.682.396.05 was
benodigd voor 1945, zie daartoe volgn. 7225.
Volgn. 722b. Overboeking naar volgn. 198 sub c
ter zake van Rijkssubsidie in uitbetaalde wacht
gelden voor arbeiders in particuliere bedrijven 1.682.396.05
Zie de toelichting bij vorenstaand volgn.
722a.
Volgn. 723. Uitgaven ter zake van wachtgeld
regelingen voor arbeiders in particuliere be
drijven„1.720.858.13
De werkelijke uitgaven over 1945 te dier zake
hebben bedragen 1.733.358.13, terwijl de
raming slechts ƒ12.500.beloopt; de post
moet mitsdien met 1.720.858.13 worden ver
hoogd. Zie volgn. 723a.
De uitgaven van deze wachtgeldregelingen
worden tot het volle bedrag door het Rijk aan
de gemeente vergoed.
Van de bedrijven moet evenwel 51.266.23
wegens te veel genoten subsidie ter zake van
wachtgeldregelingen worden teruggevorderd,
waartoe onder volgn. 199a een nieuwe post
onder de ontvangsten is ingesteld.
De Rijkssubsidie in de kosten van deze
wachtgeldregelingen beloopt dus 1.733.358.13
51.266.23 1.682.091.90. De desbetref
fende post was evenals de uitgaven geraamd op
12.500.en moet dus worden verhoogd met
ƒ1.669.591.90; zie daartoe volgn. 198 sub c.
Volgn. 723a. Bijdrage aan hoofdstuk I van
de gewone dienst 1945 ter zake van de vervallen
vordering op de Firma M. den Os Zn.304.15
Bij de van Rijkswege ingestelde controle op
de subsidies in uitbetaalde wachtgelden is o.m.
gebleken, dat de Firma den Os Zn. over
1944 een bedrag van 304.15 te veel subsidie
had genoten.
Nadat gebleken was, dat de firma niet in
staat was dit bedrag terug te betalen, heeft het
Rijk dit bedrag alsnog aan de gemeente vergoed.
Volgn. 724a. Uitkering aan het Rijk van het
Rijksaandeel in het saldo van de extra hulp aan
werklozen (z.g. B steun)1.771.26
Aan het Rijk is een bedrag van 1.771.26
uitgekeerd wegens het aandeel in het saldo van
de extra hulp aan werklozen (z.g. B steun).
Volgn. 727. Kosten van Sociaal-economische
hulpverlening aan kleine zelfstandigen (B groep) 23.718.39
Voor deze kosten werd op de begroting 1945
een bedrag van 10.000.uitgetrokken. De
werkelijke kosten hebben bedragen 33.718.39
zodat de post met 23.718.39 moet worden
verhoogd.
In deze kosten wordt door het Rijk 50
vergoed; zie daartoe ook de verhoging van de
desbetreffende ontvangstpost, onder volgn. 208.
Volgn. 727a. Terugbetaling aam, het Rijk
wegens te veel ontvangen subsidie in de kosten va/n
sociaal-economische hulpverlening aan kleine
zelfstandigen (B groep)0.20
De kosten van sociaal-economische hulpver
lening aan kleine zelfstandigen (B groep) be
droeg in 1945 33.718.39; de bijdrage van het
Rijk bedraagt 50 in die kosten of wel
16.859.20. Zie volgn. 208.
Van het Rijk is ontvangen 16.859.40, zodat
0.20 wegens te veel ontvangen subsidie terug
betaald moet worden.
Volgn. 729. Voorschotten op lonen aan de
gezinnen van arbeiders, die in Duitsland en in
Frankrijk zijn te werk gesteld
1°. bijdrage aan het vorig dienst
jaar wegens bij het sluiten van dat
dienstjaar van de arbeiders nog
niet terugontvangen voorschotten 30.562.99
2°. nieuw verleende voorschot
ten 15.622.15
46.185.14
46.185.14
Volgn. 730. Kosten van medewerking door de
gemeente aan de regeling betreffende het voor
zieningsfonds voor kunstenaars
De werkelijke kosten te dier zake hebben
bedragen 103.50, zodat de raming ad 50.
met 53.50 dient te worden verhoogd.
Volgn. 743a. Bijdrage aan Hoofdstuk XV
van de gewone dienst ter zake van betaalde voor
schot-premie en bijkomende kosten voor molest-
verzekering nieuw volgnummer)
Zie de toelichting bij volgn. 315a.
Hoofdstuk XIII 1. Gasfabriek.
Volgn. 756. Grondlasten
De uitgaaf, geraamd op 2.768.bedroeg
ƒ2.793.75.
Zie de verhoging van volgn. 234g der ont
vangsten met 25.75.
Volgn. 757. Dijk- en polderlasten
De uitgaaf, geraamd op 32.bedroeg
42.46.
Zie de toelichting bij volgn. 416 der uitgaven,
alsmede de verhoging van volgn. 234*7 der
ontvangsten met 10.46.
Volgn. 757a. Bijdrage aan Hoofdstuk XV,
van de gewone dienst ter zake van betaalde voor
schot-premie en bijkomende kosten voor molest-
verzekering nieuw volgnummer)
De ter zake ten laste van Hoofdstuk XIII 1
komende kosten bedragen 1.315.95.
Zie de toelichting bij volgn. 315a, alsmede
de toevoeging aan de ontvangsten van volgn.
234A „Restitutie van de bijdrage aan Hoofd
stuk XV van de gewone dienst ter zake van
betaalde voorschot-premie en bijkomende
kosten voor molest-verzekering" met 1.315.95.
Volgn. 761. Uitkering aan het bedrijf wegens:
a. Nadelig saldo
De rekening over 1945 van de Gasfabriek
sluit met een nadelig saldo van 794.054.44.
Teneinde bij onveranderde vaststelling van
de ingediende rekening de vereiste gelden
beschikbaar te hebben, wordt verhoging van
de voor „memoire" uitgetrokken post met
794.054.44 voorgesteld.
Het op de begroting voor 1944 uitgetrokken
batig saldo van 152.606.—, werd, in verband
met de stopzetting van de levering van gas
en electriciteit, bij besluit van Burgemeester
en Wethouders van 9 Augustus 1945 (Ingek.
Stukken n°. 70) waarbij de gemeentebegroting
voor 1944 ook voor 1945 werd geldig verklaard,
van de begroting afgevoerd; het verlies werd
derhalve voor „memoirie" uitgetrokken.
Volgn. 762. Bijdrage aan Hoofdstuk XIII
1 van de kapitaaldienst
De aflossing van de Gasfabriek bedroeg over
1944 105.450.d.i. 3.550.meer dan de
geraamde som ad 101.900.Volgn. 762
„Bijdrage aan Hoofdstuk XIII 1 van de
kapitaaldienst", dienl dus met 3.550.te
worden verhoogd.
Zie in verband hiermede de verhoging van
volgn. 234b der ontvangsten van de gewone
dienst „Aflossing" met ƒ3.550.alsmede
op de kapitaaldienst de verhoging van volgn.
935 „Bijdrage van Hoofdstuk XIII 1 van de
gewone dienst" en de verlaging van volgn.
934 „Geldlening overgebracht van Hoofd
stuk XVI", beide met eveneens 3.550.
Hoofdstuk XIII 2. Electriciteitsfabriek.
Volgn. 764. Grondlasten
De uitgaven, geraamd op 5.482.hebben
bedragen 5.535.75.
Zie de verhoging van volgn. 235*7 der
ontvangsten met 53.75.
Volgn. 765. Dijk- en polderlasten
De uitgaven, geraamd op 18.hebben
bedragen 22.81.
53.50
25.54
25.75
10.46
1.315.95
794.054.44
3.550.—
53.75
4.81