66 beheersing" met 1.629.99 en van volgn. 296 „Tegemoetkoming van het Eijk in de kosten van detachering van enige politie-agenten bij de P.O.D." met 29.296.69. Volgn. 332. Kleding en uitrusting van ambte naren van politie4.303.67 De uitgaven hebben bedragen ƒ39.321.67; een bedrag van 35.018.was uitgetrokken. De uitgaven voor kleding van het politie personeel bedroegen over 1945 30.617.98, d.i. 799.98 meer dan de beschikbaar gestelde som van 29.818. De overschrijding is voornamelijk een gevolg van de ten laste van de gemeente komende kosten van wijziging van de distinctieven. Het gebruik van de politie-auto's en van de motorrijwielen vereiste voorts over 1945 een uitgaaf van ƒ5.260.78; d.i. ƒ3.760.78 meer dan de ter zake beschikbaar gestelde som ad 1.500. Deze overschrijding is in hoofdzaak een gevolg van de buitengewone tijdsomstandig heden, waardoor een intensief gebruik van deze vervoermiddelen moest worden gemaakt en bovendien door de hoge prijzen, die voor benzine, auto-onderdelen, banden enz. moesten worden betaald. Alleen de aanschaffing van benzine, olie en turf-cokes, vereiste reeds een uitgaaf van 2.123.28. De herstelling van een bij een be schieting zwaar beschadigde politie-auto had voorts een buitengewone uitgaaf van 858.37 tengevolge; de tijdelijke huur van motor rijwielen vereiste een niet-voorziene uitgaaf van 393.50 enz. enz. Vervolgens bedroegen de kosten van huur en onderhoud van dienstrijwielen over 1945 2.808.32, waardoor de hiervoor beschikbaar gestelde som van 2.510.met 298.32 werd overschreden. Tengevolge van een overschot ad 555.41 op de voor bewapening uitgetrokken som van 1.190.kan met een verhoging van de post met 4.303.67 worden volstaan. Volgn. 336. Bewaring van gearresteerden 10.518.03 De kosten van bewaring van gearresteerden vereisten over 1945 een uitgaaf van 10.818.03, d.i. 10.518.03 meer dan de op volgnummer 336 uitgetrokken som van 300. Van het Eijk werd wegens terugbetaling van de kosten van voeding der arrestanten en aan vergoeding voor het verstrekken van nachtverblijf over 1945 een bedrag van 13.087.85 ontvangen, zodat volgn. 28, waarop ter zake een ontvangst van 200.is geraamd, met 12.887.85 moet worden verhoogd. Zie de verhoging van volgn. 28 der ont vangsten „Bijdragen door het Eijk, provincie, gemeenten, instellingen of bijzondere personen verstrekt" met 12.887.85. Volgn. 341. Beloning van de Commandant en het overige personeel der Brandweerpolitie 522.98 Het loon, van de arbeidscontractant, die als rijwielhersteller bij de brandweer werkzaam was, is voor wat de eerste drie kwartalen in 1945 betreft reeds op de begroting gebracht, terwijl het loon ad 522.98 over het 4e kwartaal 1945 nog op de begroting dient te worden geregeld. Zie de verhoging van volgn. 33 der ont vangsten „Ontvangsten ter zake van door de brandweer bewezen diensten" met 1.548.60 wegens herstelling van rijwielen van de politie. Volgn. 342. Kleding en uitrusting brandweer- politiepersoneel 1.610.14 De uitgaven hebben bedragen 3.395.14, zodat aanvulling van de uitgetrokken som van 1.785.met 1.610.14 nodig is. In de uitgaaf ad 3.395.14 is 759.84 be grepen voor de kosten van herstel van kleding en uitrusting, terwijl het restant ad 2.635.30, door bemiddeling van de Eijksinspeefie Lucht bescherming en Brandweerwezen, werd besteed voor de aanschaffing van handdynamo's, lederen jekkers, laarzen, overalls, zoolleder, rijwielbanden enz. Zoals reeds' bij de begroting werd medege deeld genieten de manschappen van de brand- weer-poiitie geen kledingtoelage, zij ontvangen kleding op dracht, d.w.z. dat aan hen vanwege de gemeente kosteloos kleding, schoeisel enz. wordt verstrekt; aangezien dit jaarlijks terug kerende uitgaven betreffen, dienen deze kosten uit de gewone middelen te worden bestreden. Dit is dan ook geschied met de bovengenoemde uitgaven voor kleding en uitrusting. Op volgn. 979 van de kapitaaldienst „Kosten van aanschaffing van kleding, uitrusting, van kribben, beddegoed, kleedkasten enz. ten be hoeve van de brandweer-politie", groot 7.925.hebben in verband hiermede geen uitgaven plaats gehad, zodat de op volgn. 370 van de gewone dienst geraamde bijdrage ad 1.585.(V6 van 7.925.aan Hoofd stuk III van de kapitaaldienst in de aflossing van het bedrag van 7.925.niet behoeft te worden uitgekeerd. Zie in verband met een en ander de verlaging van volgn. 370 der uitgaven van de gewone dienst „Bijdrage aan Hoofdstuk III van de kapitaaldienst" met 1.585.en tegenover de afvoering van de kapitaaldienst van volgn. 979 „Kosten van aanschaffing van kleding, uit rusting, van kribben, beddegoed, kleedkasten enz. ten behoeve van de brandweer-politie" met 7.925.de verlaging van volgn. 842 „Geldlening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met 6.340.en van volgn. 844 „Bijdrage van Hoofdstuk III van de gewone dienst" met 1.585.—. Volgn. 355. Kosten van de Eerste Hulpdienst 6.070.63 De bovenbedoelde kosten hebben over 1945 13.232.63 bedragen en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde som van 7.162. met 6.070.63. Deze belangrijke overschrijding is bijna uitsluitend een gevolg van de buitengewone tijdsomstandigheden, waardoor enige maat regelen moesten worden getroffen, die extra uitgaven tengevolge hadden. Het salaris van de verpleegster bij de eerste-hulpdienst, geraamd op 1.962.be droeg ƒ2.274.88, d.i. ƒ312.88 meer. Voor de gemeentelijke eerste hulpverlening kon voorts gedurende een groot gedeelte van 1945 niet worden beschikt over voldoende semi-artsen van het Academisch Ziekenhuis, waardoor die taak gedeeltelijk moest worden opgedragen aan manschappen van de genees kundigeluchtbeschermingsdienst met E.H.B.O.- diploma, hetgeen extra-kosten tengevolge had. De kosten ter zake, welke waren geraamd op 2.550.bedroegen 4.236.67, d.i. 1.686.67 meer. Het onderhoud, de bediening enz. van de auto van de Eerste-Hulpdienst vereiste over 1945 een uitgaaf van 1.561.20, terwijl de ter beschikking van de dienst gestelde Eode-Kruis- auto aan benzine, olie enz. een uitgaaf van 1.357.19 vorderde, d.i. te zamen 2.918.39 of 718.39 meer dan de voor de auto van de Eerste-Hulpdienst uitgetrokken som van 2.200.—. Aangezien voor het vervoer van zieken geen gebruik kon worden gemaakt van de hiervoor bestemde auto's, geschiedde dit vervoer per brancard door tijdelijk in dienst van de Eerste- Hulpdienst genomen manschappen van de Geneeskundige Luchtbescherming, hetgeen een niet-voorziene uitgaaf van 3.292.50 vereiste, welke evenwel geheel werd terugontvangen. Tenslotte werden in verband met het boven staande door de dienst van gemeentewerken enige hulpposten ingericht, waarvan de kosten 447.49 bedroegen, op welke uitgaaf evenmin gerekend was. Het totaal der vorenstaande verhogingen bedraagt dus 6.457.93. Door kleine overschotten op enige andere onderdelen van de post tot een gezamenlijk bedrag van 387.30 kan met een verhoging van 6.070.63 worden volstaan. Hiertegenover werd aan vergoeding voor het verlenen van eerste hulp en voor het ver voeren van zieken 5.468.50 ontvangen, d.i. 4.218.50 meer dan de op volgn. 35 der ont vangsten „Vergoeding voor het verlenen van Eerste Hulp bij Ongelukken" geraamde som van 1.250.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 2