GEMEENTE LEIDEN.
65
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 86. Leiden, 24 Mei 1948.
Ten vervolge op ons voorstel van 10 Maart j.l., Ingekomen
Stukken N°. 35, delen wij U mede, dat de volgende posten
van de gemeentebegroting voor 1945 met de daarachter
vermelde bedragen moeten worden verhoogd, terwijl ook
enige nieuwe posten aan die begroting moeten worden toege
voegd.
Voor zoveel nodig brengen wij in herinnering, dat de
gemeentebegroting voor 1944, behoudens enige daarin aange
brachte wijzigingen, ook voor 1945 heeft gegolden.
Overigens hebben dezelfde algemene oorzaken, die aan
het hoofd van bovengenoemd Ingekomen Stuk uitvoerig
zijn uiteengezet, ook de overschrijving van vele der thans
ter regeling aangeboden posten tengevolge gehad.
Evenals ten aanzien van die begrotingswijziging zal de
toelichting op de overschrijding van de posten zich beperken
tot vermelding van de op de gemeentebegroting beschikbaar
gestelde gelden en de werkelijk gedane uitgaven. Indien
echter ook andere oorzaken tot de overschrijding hebben bijge
dragen, zullen deze ook thans afzonderlijk worden vermeld.
De te verhogen of toe te voegen posten zijn:
Volgn. 266. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren 3.258.72
1°. een bedrag van ƒ80.44 wegens restitutie
aan het Rijk van te veel ontvangen subsidie
in de kosten van werkverschaffing over 1943;
2°. een bedrag van 807.18 wegens restitutie
aan het Ryk van te veel ontvangen bijdrage in
de kosten van sociaal economische hulpver
lening aan kleine zelfstandigen (B-groep) over
1943;
3°. een bedrag van 2.371.10, zijnde het
restant van de bijdrage ovc 1944 aan de
vereniging „Onderlinge Vereniging voor
Ziekenhuisverpleging".
De bijdrage over 1944 is vastgesteld op
7.371.10, waarvan reeds 5.000.op voor
schot is uitgekeerd.
Een verhoging van de post met 3.258.72 is
dus nodig.
Volgn. 269. Jaarweddde van de Burge
meester 4.988.08
De uitgaven hebben 15.886.08 bedragen
en overtreffen de beschikbaar gestelde som
van ƒ10.898.met 4.988.08.
De overschrijding wordt veroorzaakt door:
1°. de verhoging, ingevolge besluit van de
Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 2
November 1945 n°. H 6548 van de wedde
met een vaste toelage van 15 over het
tijdvak van 5 Mei 1945ulto December 1945
2°. de toekenning, ingevolge besluit van
genoemde Minister d.d. 17 Juli 1946 n°. 13079,
vanaf 1 September 1945 van een tijdelijke
overbruggingstoelage
3°. de kosten van waarneming, door
wijlen wethouder Yerwey van de functie van
Burgemeester gedurende de ziekte van
Burgemeester van de Sande Bakhuyzen.
Volgn. 270. Jaarwedden van de Wethouders 1.132.55
De uitgaven hebben bedragen 13.332.55,
d.i. 1.132.55 meer dan de uitgetrokken som
van 12.200.
Over de maanden Januari t/m April 1945
werd aan de v.m. wethouder J. van Duyn
(N.S.Ber), berekend naar 7.920.per jaar,
2.640.uitgekeerd. Aangezien op de be
groting een jaarwedde van 3.050.was uit
getrokken, betekende dit een hogere uitgaaf
van 4/12 van 4.870.(ƒ7.920.ƒ3.050.
1.623.34.
De verhoging van de wedden der wet
houders, ingevolge besluit van Ged. Staten
d.d. 20 Februari 1946, n°. 4499/41 (3e Afd.)
G.S. n°. 7/1, goedgekeurd bij Koninklijk
Besluit van 2 April 1946, n°. 37, welk besluit
geacht werd te zijn ingegaan 1 Januari 1945,
had een hogere uitgaaf van 1.364.87 ten
gevolge.
In totaal bedragen dus de hogere uitgaven
1.623.34 -f 1.364.87 2.988.21.
Vermits echter gedurende het jaar 1945
niet voortdurend 4 wethouders in functie
zijn geweest kan met een verhoging van de
post met 1.132.55 worden volstaan.
Volgn. 272. Jaarwedde van de Ontvanger
De uitgaaf ter zake bedraagt 6.549.56, d.i.
874.56 meer dan de raming ad 5.675.
De overschrijding wordt veroorzaakt door
de verhoging van de jaarwedde bij besluit van
Ged. Staten van 20 Februari 1946, B n°.
4499/41 (3e Afd.) G. S. n°. 7/3, goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 2 April 1946, n°.
37, welk besluit werd geacht te zijn ingegaan 1
Januari 1945.
Volgn. 315a. Bijdrage aan Hoofdstuh XV van
de gewone dienst terzake van betaalde voorschot-
premie en bijkomende kosten voor molest-verzeke
ring nieuw volgnummer)
In verband met de toetreding, ingevolge
besluit van de Burgemeester van 18 Februari
1944 (Ingek. Stukken n°. 30), van de gemeente
tot de „Molest-Risico voor gemeenten en
andere publiekrechtelijke lichamen", aange
sloten bij de Coöperatieve Vereniging
„Centraal Beheer" G.A. te Amsterdan, was,
ter betaling van de over 1945 verschuldigde
voorschot-premie en bijkomende kosten, in
afwachting van de verdeling over de verschil
lende hoofdstukken en paragrafen, op Hoofd
stuk XV van de gewone dienst, een bedrag
van 13.960.beschikbaar gesteld.
De uitgaven ter zake hebben over 1945
16.826.61 bedragen, d.i. 2.866.61 meer dan
de beschikbaar gestelde som ad 13.960.
waartegenover een terugontvangst staat van
1.586.73 wegens restitutie van te veel betaalde
premie.
De werkelijk ten laste van de dienst 1945
komende kosten hebben dus ƒ16.826.61
ƒ1.586.73 ƒ15.239.88 bedragen, welk be
drag over de betrekkelijke hoofdstukken en
paragrafen moet worden verdeeld, in verband
waarmede aan Hoofdstuk II bovengenoemde
verzamelpost met een totaal bedrag van
15.239.88 moet worden toegevoegd.
Van bovengenoemd bedrag van 15.239.88
is van de gemeentebedrijven een bedrag van
6.255.92 in totaal terugontvangen, welk
bedrag eveneens over de betrekkelijke hoofd
stukken en paragrafen is verdeeld door toevoe
ging aan de ontvangsten van die hoofdstukken
en paragrafen van een nieuw volgnummer
„Restitutie van de bijdrage aan Hoofdstuk
XV van de gewone dienst ter zake van betaalde
voorschot-premie en bijkomende kosten voor
molest - verzekering'
De ten laste van Hoofdstuk II komende
kosten bedragen 1.114.28.
Zie voorts op Hoofdstuk XV van de gewone
dienst de verhoging van volgn. 829a der uit
gaven „Voorschot-premie en bijkomende kosten
over 1945 voor molest-verzekering van de roe
rende en onroerende goederen der gemeente,
alsmede van de bijzondere scholen in Leiden, in
verband met de toetreding tot de „Molest-Risico
voor gemeenten en andere publiekrechtelijke
lichamen aangesloten bij de Coöperatieve
Vereniging „Centraal Beheer" G.A. te Amster
dam (gewijzigde omschrijving) met 2.866.61,
alsmede de toevoeging aan de ontvang
sten van volgn. 258a „Restitutie van te
veel betaalde premie voor molest-verzekering"
met 1.586.73 en van volgn. 258&. Bijdragen
van de gewone dienst ter zake van over 1945
betaalde voorschot-premie en bijkomende kos
ten voor molestverzekering" met 15.239.88
in totaal.
Volgn. 331. Beloning van de ambtenaren
van Politie
De uitgaven ter zake hebben 440.015.51
bedragen en overtreffen de beschikbaar ge
stelde som van 421.209.met 18.806.51.
Tegenover deze hogere uitgaaf staat evenwel
een onvoorziene ontvangst van het Rijk van
30.926.68, ter zake van detachering van
enige politie-agenten by de Prijsbeheer sing
(ƒ1.629.99) en de P.O.D. 29.296.69).
Zie in verband hiermede de toevoeging aan
de ontvangsten van volgn. 29a „Tegemoet
koming van het Rijk in de kosten van deta
chering van enige politie-agenten bij de Prijs-
874.56
1.114.28
18.806.51