47 1534.per jaar, alsmede een kapitaalsuitgaaf van 1000. Op grond van het vorenstaande en met verwijzing naar het advies van de Eaadscommissie voor het onderwijs stellen wij U voor: I. te rekenen met ingang van 1 Januari 1948, aan het Bestuur van het Liefdewerk van de H. Cunera ten behoeve van zijn jongensschool voor B.L.O. a. een bijdrage te verlenen in de kosten van huur van schoollokalen ten bedrage van 1534.per jaar; b. voor aanschaffing van meubilair voor één lokaal 1000.beschikbaar te stellen; c. per leerling van die school een jaarlijkse exploitatie vergoeding toe te kennen, berekend op de wijze als is aan gegeven in het raadsbesluit van 22 December 1930 (Ingek. Stukken no. 253), gewijzigd bij raadsbesluit van 7 November 1932 (Ingek. Stukken no. 218), met dien verstande evenwel, dat bij de berekening van deze vergoeding de ten behoeve van de openbare school voor B.L.O. gemaakte kosten voor water en licht buiten beschouwing blijven; II. overgelegde begrotingsstaat, Model D, no. 5, tot wijziging van de gemeentebegroting, dienst 1948, vast te stellen. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 45. Leiden, 15 Maart 1948. Het bestuur van de Vereniging „de Ambachtsschool" alhier, verzoekt bij zijn door Uw Vergadering om praeadvies in onze handen gesteld schrijven de noodzakelijkheid te willen uitspreken van de toevoeging van vakken van onder wijs aan het leerplan zijner dag-ambachtsschool, zulks tot het scheppen van de mogelijkheid tot opleiding van brood- en banketbakkers, hotel- en restaurantpersoneel, kleermakers en schoenmakers. Gezien de adviezen van de desbetreffende organisaties, zijn wij, met de Raadscommissie voor het Onderwijs, van oordeel, dat het niet gewenst is aan de Ambachtsschool een opleiding te verbinden van hotel- en restaurantpersoneel. Met het verbinden aan die school van opleidingen van brood- en banketbakkers, kleermakers en schoenmakers kunnen wij ons wel verenigen. Mitsdien geven wij U in overweging als Uw oordeel uit te spreken, dat het verbinden aan de dag-ambachtsschool van a. een opleiding van hotel- en restaurantpersoneel niet nodig wordt geoordeeld; b. opleidingen van brood- en banketbakkers, kleermakers en schoenmakers nodig worden geoordeeld. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 46. Leiden, 15 Maart 1948. Sinds geruime tijd is de catalogus van schilderijen van het Stedelijk Museum „de Lakenhal" uitverkocht. Deze catalogus was de derde uitgave en, behoudens vermelding van aanwinsten, een herdruk van de eerste en tweede uit gave, respectievelijk van 1908 en 1918. Hij beperkte zich tot een zeer summiere beschrijving van de schilderijen; vermelding van de herkomst, van biografische en topo grafische gegevens der voorstelling, zomede van litteratuur ontbrak veelal. Het behoeft wel geen betoog, dat een goed verzorgde beschrijving van het schilderijenbezit van het museum, welk bezit in de laatste jaren met werken van bekende meesters belangrijk is uitgebreid, de belangstelling voor dat bezit ten goede komt en voorts, dat de erkentelijkheid jegens de vele schenkers in dit opzicht verplichtingen oplegt. De directeur van het museum heeft thans een geheel nieuwe beschrijving van het schilderijenbezit tot stand gebracht overeenkomstig de aan een beschrijving van een verzameling als die van „de Lakenhal" te stellen eisen. De kosten van het drukken enz. van 2500 exemplaren, waarvan er 250 zullen worden gebonden, zullen 5700. bedragen. Indien de gebonden exemplaren worden verkocht voor 4.en de overige voor 2.per stuk, zullen, indien alle exemplaren verkocht kunnen worden, de aan de uitgifte verbonden kosten tot een bedrag van 5500.in de gemeente kas terugvloeien. In overeenstemming met het advies van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", hetwelk bij de stukken is gevoegd, stellen wij U derhalve voor, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, een bedrag van 5700.beschikbaar te stellen ten behoeve van de uitgifte van een nieuwe catalogus voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" en daartoe vast te stellen het hierbij overgelegde ontwerp-besluit tot wijziging der begroting voor het dienst jaar 1948, model D, No. 1. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 47. Leiden, 15 Maart 1948. Bij raadsbesluit van 2 September 1946 (Ingek. Stukken no. 131) werd een bedrag van ƒ3.700.beschikbaar gesteld tot verhoging van de reeds toegestane credieten, ad totaal 18.360.ten behoeve van dat gedeelte van de restauratie werken van de molen „De Valk", hetwelk nodig is om aan de molen zijn uiterlijke staat als windmolen te hergeven. Tot dusver hebben de kosten der restauratie 23.500. bedragen, terwijl blijkens het voorgaande slechts een crediet van 22.060.is toegestaan, zodat een tekort van ongeveer 1.440.aanwezig is. Daarenboven is na het aanbrengen van de zwichtstelling en tijdens de voorlopige restauratie, toen de toestand van de romp beter dan voor heen kon worden opgenomen, gebleken, dat nog enkele herstellingen moeten worden uitgevoerd. De hieraan ver bonden werkzaamheden, welke, mede naar het oordeel van de heer C. Visser, adviseur van de vereniging „De Hollandse Molen", aan wie, als voorheen, het hoofdtoezicht op de restauratiewerken zal worden opgedragen, zeer gewenst zijn, zullen in hoofdzaak bestaan in het vernieuwen van een tiental kozijnen en ramen, incl. verf- en glaswerk, het invoegen van het metselwerk en het op sommige plaatsen vernieuwen van gedeelten metselwerk, het weghalen van stukken cement- bepleistering enz., terwijl de kosten hiervan naar raming 6.000.zullen bedragen, gespecificeerd als volgt: invoegen romp 4.000. kozijnen en verf werk 900. herstelwerk aan de romp 800. toezicht 300. 6.000. Zoals reeds in genoemd Ingek. Stuk no. 131 van 1946 is medegedeeld, heeft de vereniging „Oud Leiden" een subsidie toegezegd van 1.000.te voldoen na het bedrijfs klaar gereed komen van de molen. De gevoerde correspondentie met de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft voorts geleid tot de bereid verklaring van deze bewindsman tot het verlenen van een subsidie van 8.000.Ook dit subsidie zal worden uit betaald, nadat zal zijn gebleken, dat de werkzaamheden aan de molen zijn voltooid en tot tevredenheid zijn uit gevoerd. Tenslotte is van de A.N.W.B. terzake een bijdrage ont vangen van 50. In verband met het vorenstaande geven wij Uw Vergadering in overweging, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, een bedrag van 7.440.beschikbaar te stellen, tot verhoging van de reeds toegestane credieten ten behoeve van dat gedeelte van de restauratiewerken van de molen „De Valk", hetwelk nodig is om aan de molen zijn uiterlijke staat als windmolen te hergeven, en daartoe vast te stellen het hierbij overgelegde ontwerp, model D, no. 2, tot wijziging van de gemeentebegroting voor 1948. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 48. Leiden, 15 Maart 1948. De Vereniging „Oud Leiden" heeft zich tot het Rijk, de Provincie en onze gemeente gewend met het verzoek om te willen bijdragen in de kosten van restauratie van het pand Kloksteeg 2. Het betreft hier een eenvoudig burger- woonhuisje, vermoedelijk uit het begin van de 16e eeuw, waarvan de oorspronkelijke indeling vrijwel ongeschonden is bewaard gebleven. Van dit woningtype is hier ter stede geen ander voorbeeld meer aanwezig. Genoemd perceel neemt dan ook, uit een oogpunt van historie en kunst, een bijzondere plaats onder de Nederlandse monumenten in. De artikelen 6 tot en met 14 van de Monumentenverorde ning zijn daarom door ons College op het perceel van toepas- HV. c''IO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 3