46 voortgezet gewoon lager onderwijs aan: de Hooglandsche Kerkgracht 20a121.29 de Lusthoflaan 4 264.35 de Stadhouderslaan 16 292.34 de Driftstraat 49 121.29 799.27 uitgebreid lager onderwijs aan: de Hooglandsche Kerkgracht 20a2711.73 e. het bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Oegstgeest voor de school voor: gewoon lager onderwijs aan: de Adriaan Pauwstraat 11188.88 voortgezet gewoon lager onderwijs aan: de Adriaan Pauwstraat 1118.18 het bestuur van de Eerste Leidse School vereniging te Leiden, voor de school voor: gewoon lager onderwijs aan: het Koordeinde 1 901.41; II. in verband met de sub I bedoelde verstrekking van een verhoogd voorschot op de exploitatievergoeding der bijzondere lagere scholen over 1947, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten der provincie, vast te stellen de overgelegde begrotingsstaat, model D, Ko. 41, houdende beschikbaarstelling van een bedrag van 54.842. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 43. Leiden, 15 Maart 1948. Met ingang van 1 Juli 1936 werd de beloning van de onderwijzers, verbonden aan het vervolgonderwijs, terug gebracht van 52.per wekelijks lesuur, berekend over het tijdvak van '1 October1 April, tot 39.terwijl de extra beloning voor de hoofden bleef gehandhaafd op 13. X 52.Tengevolge van de verhogingen, welke overeen komstig de Kon. Besluiten van 15 Januari 1946 (Staats blad G 13) en 14 December 1946 (Staatsblad G 362) op de beloningen werden toegepast, is de beloning voor de onder wijzers gestegen van 39.tot rond 48.70, de extra beloning voor de hoofden van 13.tot rond 16.25. Gebaseerd op het bedrag ad 52.van vóór. 1 Juli 1936, zou de beloning voor de onderwijzers, met inachtneming van de even bedoelde verhogingen, hebben bedragen rond 65. Een bedrag van 48.70, neerkomende op 1.87 per lesuur, achten wij in de tegenwoordige tijdsomstandigheden te laag en wij zijn van mening, dat dit bedrag, met ongedaanmaking van de op 1 Juli 1936 ingevoerde verlaging, behoort te worden verhoogd tot 65.of wel 2.50 per lesuur. De hieraan verbonden hogere uitgaaf kan, berekend over de gehele cursusduur, worden geraamd op 1075.t.w. 665. voor het openbaar- en 410.voor het bijzonder vervolg onderwijs. De Ked. Onderwijzersvereniging, afd. Leiden, adviseert om de beloning voor de onderwijzers vast te stellen op 78. of ƒ3.per lesuur, de extra beloning voor de hoofden op gedeelte van het bedrag der beloning voor de onderwijzers. Hoewel wij overwegen om de beloningen voor dit personeel voor de nieuwe cursus October 1948April 1949, tegelijk met de omvang en de vakken van het vervolgonderwijs, opnieuw onder ogen te zien, zijn wij van oordeel, dat er thans geen aanleiding bestaat om hoger te gaan dan hiervoor door ons is aangegeven. Wij stellen U dan ook voor de beloning voor de onderwijzers en de hoofden te bepalen op 65.respectievelijk 16.25 (extra beloning) en daartoe de volgende verordening vast te stellen: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 15 October 1923 (Gemeenteblad No. 34), regelende het openbare vervolgonderwijs te Leiden, gewijzigd bij verordeningen van 14 Mei 1934 (Gemeenteblad No. 14) en 6 April 1936 (Gemeenteblad No. 11). Artikel I. In artikel 12 wordt het bedrag van 39.genoemd in het eerste lid, vervangen door 65.en het bedrag van 13.genoemd in het tweede lid, door 16.25. Artikel II. De hoofden en onderwijzers komen niet meer in aan merking voor de toelagen, welke overeenkomstig de Konink lijke Besluiten van 15 Januari 1946 (Staatsblad G 13) en 14 December 1946 (Staatsblad G 362) werden toegekend. Artikel III. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1948. Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 44. Leiden, 15 Maart 1948. Kaar aanleiding van het in onze handen om praeadvies gestelde verzoek om subsidie ten behoeve van de met ingang van 1 Januari j.l. geopende R.K. Jongensschool voor B.L.O., welke school is ondergebracht in de R.K. school aan de Pelikaanstraat, merken wij op, dat tot 1 Januari 1948 voor de toen reeds in de Pelikaanstraat, als onderdeel van de R.K. school voor B.L.O. aan de Zoeterwoudsesingelgevestigde klassen, welke nu de nieuwe R.K. Jongensschool voor B.L.O. vormen, exploitatievergoeding werd verleend. Toekenning van een afzonderlijk subsidie aan de Jongensschool zou dus in feite betekenen, dat het gemeentelijk subsidie ten behoeve van het R.K. buitengewoon l.o. wordt vermeerderd met een bijdrage in de kosten van huur van de bij de jongens school in gebruik zijnde lokalen van de school aan de Peli kaanstraat en een bijdrage in de kosten van aanschaffing van meubilair voor één lokaal. Aangezien mag worden aangenomen, dat de Provincie 1/3 van de kosten wegens huur en aanschaffing van meubilair voor haar rekening zal nemen, zou het gemeentelijk subsidie zich gelijk het school bestuur opmerkt kunnen beperken tot 2/3 van die kosten. Te Uwer informatie delen wij mede, dat ingevolge raads besluit van 22 December 1930 (Ingek. Stukken no. 253), gewijzigd bij besluiten van 7 Kovember 1932 (Ingek. Stukken no. 218) en 25 Januari 1935 (Ingek. Stukken no. 284 van 1934) ten behoeve van de school aan de Zoeterwoudsesingel als subsidie wordt uitgekeerd: 1°. een rentepercentage, berekend naar 2/3 der stichtings- kosten, of per jaar 1019. 2°. een exploitatievergoeding per leerling en per jaar, bere kend voor de in Leiden wonende leerlingen naar het gemiddelde bedrag per leerling van de kosten (inbegrepen die voor vakonderwijs en na aftrek van de ontvangen schoolgelden) over hetzelfde jaar van de openbare school voor B.L.O. alhier en voor de buitenleerlingen vastgesteld op een jaarlijks bedrag van 15.per leerling. Volgens het K.B. van 22 October 1923, S. 489, zoals dat later is gewijzigd, heeft het bestuur van een bijzondere school voor B.L.O., als hier bedoeld, recht op een bijdrage van de gemeente in de materiële exploitatiekosten van 15. per leerling en per jaar. Aan de bepalingen van dit K.B. kan geen recht worden ontleend op een bijdrage uit de ge meentekas in de stichtingskosten. De gemeente heeft dus in 1930 geheel onverplicht de financiële gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar buitengewoon lager onderwijs aanvaard. Kaar ons gevoelen bestaat er alle aanleiding dit standpunt te handhaven en de nieuwe school op dezelfde wijze te subsidiëren als die aan de Zoeterwoudsesingel, met dien verstande, dat in plaats van een rentevergoeding in de stichtingskosten een bijdrage in de kosten van huur en van aanschaffing van meubilair wordt verleend. Met de Directeur van Gemeentewerken zijn wij van mening, dat de huur voor de zeven bij de Jongensschool in gebruik zijnde lokalen (waarvan vijf volledig in huur en twee in mede-gebruik) redelijk te achten is. De te dezer zake te verlenen bijdrage zou dus bedragen 2/3 x 2300.1534. Aangezien in de huur begrepen zijn de kosten voor water en licht, zouden bij de berekening van de exploitatie-ver goeding de ten behoeve van de openbare school voor B.L.O. gemaakte kosten voor water en licht buiten beschouwing moeten worden gelaten. De bijdrage in de kosten van aanschaffing van meubilair voor één lokaal ad 1500.welk bedrag ons redelijk voor komt, zou een bedrag vorderen van 2/3 x 1500. 1000.—. Het verlenen van een afzonderlijk subsidie voor de Jon gensschool zou derhalve een extra uitgaaf vorderen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 2