88
DONDERDAG 19 FEBRUARI 1948.
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Knuttel.)
ook uit sprekers verdere betoog duidelijk genoeg zal blijken.
De definitie, welke de heer D. J. van Dijk van „het socialis
me" heeft gegeven, zou spreker vóór zich moeten hebben en
moeten analyseren om na te gaan, of hij er zich geheel mede
kan verenigenop zich zelf was zij niet onaardig. Hierbij doet
zich echter dit voor: wanneer de werkelijke inhoud daarvan
spreker laat daar, dat de formulering op enkele punten
anders had kunnen zijn in een bepaald land in practijk
wordt gebracht, moet de heer D. J. van Dijk er niets van
hebben en weet hij dat land niet met genoeg verwijten en
verdachtmakingen te overladen.
Ter staving van zijn bewering, dat de tactiek van de Com
munistische Partij Nederland zou zijn de arbeidersbeweging
in Nederland te breken en kapot te maken, beriep de heer
D. J. van Dijk, die zich geweldig gevoelde, omdat spreker
een beroep deed op diens historicus-zijn, zich op het gebeurde
bij de spoorwegstaking van 1903, daarmede een historische
fout van de eerste orde makende. De Sociaal-Democratische
Partij, waaruit na de eerste wereldoorlog de Communistische
Partij Nederland is voortgekomen, is opgericht in 1909; in
1903 waren haar leden ook spreker nog lid van de Sociaal
Democratische Arbeiderspartij (S. D. A. P.). Het is dan ook
voor een historicus een heel gekke bewering, dat de commu
nistische partij in 1903 de spoorwegstaking zou hebben ver
knoeid.
Om aan te tonen, hoe nadelig de activiteit van de commu
nisten zou zijn, verwees de heer D. J. van Dijk naar Frankrijk
volgens hem zouden de communisten de gehele economie
van dat land met de stakingen in de war hebben gestuurd.
Gisteren heeft men juist in de courant twee sprekende staal
tjes kunnen vinden, waaruit blijkt, hoe het Franse volk er
over oordeelt. Bij de tussentijdse verkiezing voor de depar
tementale raad is in Versailles het percentage der commu
nistische stemmen gestegen van 33,1 tot 43,1, terwijl dat der
sociaal-democratische stemmen is gedaald van 14,7 tot 10,9.
De communisten, die zo'n verdeeldheid zaaien en hun eigen
haantje alleen koning willen laten kraaien, hebben daar ge
steund op de eenheid van de vakbeweging; in de C. G. T.,
hebben de geestverwanten van de heer D. J. van Dijk,
natuurlijk met de nodige Amerikaanse steun, een tegen-
vakbeweging opgericht. Bij de verkiezingen van de bedrijfs-
raden in de kolenindustrie, heeft de oorspronkelijke C. G. T.
van de 234 zetels er 230 gekregen en de tegen-vakbeweging 4.
In het stakings-comité in Tilburg, waar ook een staking ge
weest is, hebben ook verscheidene communisten zitting gehad
ook in verschillende fabrieksraden zijn nu communisten
gekozen daarna, waaruit blijkt, dat de communisten het Ver
trouwen van de arbeiders volledig hebben behouden. Denkt
de heer D. J. van Dijk, dat de belangen van de arbeiders meer
gediend zouden worden door hen, die vasthouden aan de
absolute noodzakelijkheid van een loonstop dat zij dit
doen is toegegeven zowel door hen, die die actie organiseerden
en geheel zich daarachter gesteld hebben, als door hen, die
voor die staking alleen maar minachting over hadden dan
door hen, die een loon eisen, dat hen in staat stelt om de
achterstand op het gebied van textiel enz. in te halen? Wat
is meer in overeenstemming met de mentaliteit van de
arbeiders? Zouden dezen sympathie kunnen gevoelen voor een
partij, die in haar courant die staking met alle woede heeft
aangevallen en die schildert als een communistische samen
zwering?
Het is ook niet zo, dat men een revolutie stap voor stap
klaar maakt. Wanneer men zo iets hoort, vraagt men zich
af, of de heer D. J. van Dijk iets van de arbeidersbeweging
af weet. Deze staat op het standpunt: als er een revolutie
kwam, zou het misschien wel onvermijdelijk zijn mee te doen,
maar loonacties zijn afkeurenswaardig. Wat men zag in
Frankrijk waren loonacties, door de sterke stijging van de
prijzen. Dat verzet is een natuurlijk iets; dat groeit in de
massa totdat op een gegeven ogenblik de toestand onhoudbaar
wordt; de een na de ander sluit zich daarbij aan. Revolutie
volgens een voorgeschreven plan is altijd een absurditeit.
Stelt men het anders voor dan is dat een vervalsing.
Iemand, die iets afweet van de menselijke natuur, weet,
dat het niet zo is. Wanneer iemand, die enigszins in de
arbeidersbeweging staat, dergelijke dingen beweert en
het dus niet gaat om een naïeve krantenlezer weigert
spreker te geloven in diens goede trouw.
Datgene, wat de heer D. J. van Dijk omtrent de landen van
Oost-Europa heeft beweerd, stelt hem als historicus niet
bepaald in een schitterend licht. Hij heeft beweerd, dat
Joegoslavië een conglomeraat van volkeren was. Dat klinkt
heel mooi, zegt spreker, maar ook de Sovjet-Unie is het en een
van de wonderen, welke de Sovjet-Unie heeft tot stand
gebracht, is, dat zij elk van die volkeren zijn eigen cultuur
heeft laten behouden en het tot een aanzienlijke hoogte
Gemeentebegroting Algemene beschouwingen.
(Knuttel.)
autonomie heeft verschaft en dat zij het vraagstuk van de
nationale minderheden volledig heeft opgelost, wat andere
landen nooit hebben gekund.
Joegoslavië bestaat uit verschillende volkeren en heeft
daarom een federatieve regeringsvorm. Wanneer de heer
D. J. van Dijk zegt, dat het altijd partisanen zijn geweest
en zij zich daarom tegen de Duitsers hebben Verzet, is het
absoluut onjuist.
Er zijn lange tijd zgn. kommittadji's geweest, die op het
gebied van andere nationaliteiten overvallen deden en daar
eigenlijk trachtten een soort van meerderheid voor eigen
nationaliteit te verkrijgen; uit hen zijn niet de partisanen
voortgekomen, integendeel. De partisanen hebben behalve
tegen de Duitsers tegen hun felste tegenstanders, de kom
mittadji's gevochten; de laatsten zijn nu volkomen van het
toneel verdwenen. De partisanen zijn de eenvoudige boeren
en herders uit de bergen geweest, die in hun onafhankelijk
heidszin, welke met het bergachtige landschap en de ver
spreide woonplaatsen gepaard gaat, zijn te hoop gelopen en
met alleen de wapens tegen de Duitsers hebben opgenomen,
maar ook de wapens van de Duitsers hebben afgepakt, zoals
nu de Griekse partisanen en de communistische legers in
China de Amerikaanse wapens afnemen. Het is de grote
glorie van Joegoslavië, dat het aan de nationaliteitenstrijd,
waaraan de fascistische elementen (de kommittadji's) leiding
gaven, een einde heeft gemaakt en dat niet alleen binnen de
grenzen van Joegoslavië een algehele verbroedering heeft
plaats gehad, maar deze verbroedering zich uitstrekte tot
Boelgarije, Albanië, Roemenië en Hongarije, waarbij zich,
althans wat Hongarije betreft, enige moeilijkheden hebben
voorgedaan, doordat ook gebied met een sterk Hongaarse
bevolking aan Joegoslavië was gekomen. Die moeilijkheden
zijn overwonnen; zij worden altijd overwonnen, waar het volk
de baas is. „De nationale belangen" zijn botsingen van de
bezitters, die de heerschappij willen, maar de eenvoudige
werker, die die heerschappij volkomen wil, heeft belang bij
rust en niet bij overheersing door anderen. Nu heeft de heer
D. J. van Dijk als hoge troef uitgespeeld: Petkow. Alleen
al het noemen van zo'n naam is kenschetsend voor de men
taliteit van hen, die dit doen. In Bulgarije is een man terecht
gesteld, Petkow; in Griekenland worden dagelijks terecht
gesteld, tientallen, die met heldenmoed hebben gestreden
tegen de Duitsers en tegen het fascisme, maar die zich ook
niet laten verdrukken door een regering, welker corruptheid
zelfs door de Engelsen en Amerikanen toegegeven wordt,
maar die bestaat bij de gratie van Bevin en Marshall. Daar
worden dus vele duizenden terechtgesteld en beestachtige
wreedheden begaan, maar daarover wordt niet gesproken;
dat zijn maar gewone mensen, maar Petkow was een grote
meneer, een grondbezitter. En Petkow, die plannen had
beraamd om met Amerikaanse hulp zijn land in eenzelfde
toestand te brengen als Griekenland zou niet eens terecht
gesteld zijn, als de Engelse en Amerikaanse Regering Bulgarije
daartoe niet gedwongen haddendeze hebben nl. in zo scherpe,
aanmatigende en dreigende vorm geprotesteerd tegen de
terechtstelling, dat het voor de Bulgaarse regering eenvoudig
onmogelijk was gratie te verlenen; anders zou zij de indruk
hebben gewekt, te bukken voor de dreigementen van Enge
land en Amerika. Die Petkow is zeer interessant, evenals
Michaëlowitsj, maar stel je voor, dat wij ons druk moeten
maken over die gewone boeren, die niets te betekenen
hebben
Hetgeen de heer D. J. van Dijk over Rusland gezegd heeft,
is een ernstig, wetenschappelijk man te enen male onwaardig.
De heer D. J. van Dijk sprak over de mensen, die zitten te
rillen voor de geheime Staatspolitie. Vrijwel geen enkel ander
land heeft zulke verwoestingen ondergaan als de Sowjet-
Unie; desniettegenstaande is twee jaren na het einde van
de oorlog in de Sowjet-Unie het productievermogen zodanig
hersteld, dat men hetgeen vóór de oorlog nog niet eens
mogelijk was de distributie heeft kunnen opheffen en de
waren beschikbaar heeft kunnen stellen tegen prijzen, die
lager zijn dan die voorheen op de vrije markt en zelfs vaak
dan die in de distributie golden, terwijl in de omzet nog van
geen enkel tekort is gebleken. Dergelijke resultaten, waar men
hier met zijn beroerde kapitalistische wijze van werken niet
bij kan, zouden niet bereikt kunnen worden door een volk
zonder geestdrift; wanneer men dat ontkent, weet men toch
niets van de menselijke natuur. Slavenarbeid, zoals vroeger
bestond, schijnt op papier zeer voordelig, maar is in
werkeüjkheid bijzonder onvoordelig, omdat de mentaliteit
van de slaven niet op productie gericht is, zelfs niet bij het
ergste afbeulen.
Dit feit op zich zelf weerlegt reeds de bewering over de
Staatspolitie. Dat er weieens enkele mensen, die een slecht
geweten hebben, zitten te rillen, zal wel altijd en overal