104 DONDERDAG 19 FEBRUARI 1948. Gemeentebegroting Uitgaven. (Lombert e.a.) handen neemt, de zaak in orde zal komen; men moet dan echter niet over het hoofd zien, welk een last de bewoners hebben gehad. Het verschil tussen de kosten van deze verbetering en de kosten van een normale bestrating zal niet groot zijn. Ten slotte betreurt spreker het gebruik van duinwater voor dit doel. Wanneer door het springen van een buis de meter van een aangeslotene 1 m3 meer dan het hem toe gestane maximum aanwijst, moet hij het verschil betalen; bij de verbetering van deze kade heeft men vele kubieke meters duinwater vermorst, terwijl men evengoed van de tankwagen van de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettings- dienst gebruik had kunnen maken. In dit geval is er dan ook geen voldoende overleg tussen de leidende instanties geweest. De heer Hendriks herinnert er aan, dat de toestand van de Rijn en Schiekade bij de rondvraag in de vorige vergadering is ter sprake gebracht. De kuilen zijn niet uit het wegdek verdwenen. Wanneer op regenachtige dagen het water uit de kruien door de wielen van passerende auto's op de kousen van voorbijgaande dames wordt gespat, kunnen de kousen als waardeloos worden weggeworpen. Het is spreker niet bekend, of het alleen klei is, wat bij het spatten op de kleren komt. Mevrouw Brag gaar, die meermalen over de slechte toestand van het wegdek der Rijn en Schiekade heeft gesproken, sluit zich gaarne aan bij de bezwaren, thans door de heren Lombert en Hendriks aangevoerd. Men kan spreken van een ware plaag voor de huisvrouwen, omdat de bevuilde lopers en vloerkleden niet te herstellen zijn. Het basalt is van een ondeugdelijke qualiteit, waarom spreekster het College verzoekt, afdoende maatregelen te nemen ter verbetering van de toestand. Bewoners van de Rijn en Schiekade, die kamers aan studenten hadden verhuurd, leden schade, door dat de kleren van de studenten werden bedorven en dezen niet met hun bevuilde fiets in huis konden komen. De heer Ligtvoet zegt, dat onjuist is de opmerking van de heer Lombert, dat bij een lekkage binnenshuis in de water leiding de bewoner de kosten van het grotere waterverbruik moet betalen. Bij een lekkage buiten de schuld van de be woner kan deze restitutie van de Maatschappij krijgen van het te veel betaalde. De heer Jongeleen zegt, dat men er rekening mee moet houden, dat ook Gemeentewerken wel eens met moeilijkheden ten aanzien van de materialen te kampen heeft, in die zin, dat ook de leveranciers zich niet altijd aan de afspraken houden of kunnen houden, zodat Gemeentewerken wel eens materialen moet accepteren, die het normaal niet zou aan vaarden. Wanneer hier bij de verbetering van de Rijn en Schiekade een fout is gemaakt, vindt die hierin haar oorzaak. Spreker kan en wil, niettegenstaande de opmerking, die de heer Lombert daarover maakte, het feit niet verdoe zelen, dat de Rijn en Schiekade niet in orde gemaakt is kunnen worden, omdat de bewoners daaraan niet willen mede werken. Spreker zegt niet, dat zij daarvan de nadelige gevolgen dan maar moeten ondervinden, maar degenen, die niet bereid waren dat akelig kleine stukje voortuin aan de gemeente af te staan, zouden toch wel in de allerlaatste plaats hun stem moeten verheffen. Spreker wil niet zeggen, dat zij nu maar een wegdek moeten hebben, dat niet in orde is. Spreker zal deze zaak nog eens bezien. Het College erkent, dat hier een fout is gemaakt, maar wil deze zaak zo elegant mogelijk aan de Raad voorstellen. Spreker zal deze zaak nader onder zoeken, hoewel hij geen verdere toezegging in dit opzicht kan doen. Inderdaad is het bedrag, daarvoor uitgetrokken, daaraan ook besteed; dit in antwoord aan de heer Hendriks. Mevrouw Braggaar zegt, dat volgens de Wethouder deze verbetering afstuit op de onwil van de eigenaren, maar wijst er op, dat de eigenaren in vele gevallen elders wonen, zodat het de huurders zijn, die de last van deze toestand onder vinden. De last, die de bewoners daar ondervinden, is veel groter dan het belang van de gemeente bij die voortuintjes en spreekster vraagt daarom, of het nu niet mogelijk is de toestand daar in orde te laten brengen. De heer Frohwein zegt, dat de oorzaak van deze toestand uitsluitend hierin gelegen is, dat de eigenaren niet bereid zijn mede te werken om de kosten van het verplaatsen van de hekjes voor hun rekening te nemen. Gemeentebegroting Uitgaven. (Jongeleen e.a.) De heer Jongeleen zegt, dat het juist omgekeerd is. Wan neer de eigenaren de grond om niet willen overdragen, is de gemeente bereid de hekjes te verplaatsen. De heer Lombert dankt de Wethouder voor diens antwoord en hoopt, dat het College maatregelen ter voorkoming van herhaling zal nemen. Datgene, wat nu is gebeurd, heeft niets te maken met de weigering van de huiseigenaren om de voortuintjes om niet aan de gemeente af te staan. Yolgnr. 426 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 427 tot en met 437 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 438, luidende: „Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speel werken en dergelijke1.000, De heer Riedel herinnert er aan, dat Leiden kort vóór de oorlog een carillon kreeg, dat er mocht zijn. Velen hebben daarvan in de oorlog genoten, vooral wanneer zij dachten aan de woorden, waarbij het wijsje behoorde, dat de beiaardier ten gehore bracht en welke onmiddellijk van toepassing waren op de dievenbende, die toen regeerde, maar de strekking van het lied niet kon begrijpen, omdat zij de woorden er van niet kende. Zij, die met gebogen hoofd door de straten van Leiden liepen, keken omhoog, wanneer zij het wijsje hoorden. De geldinzameling op 3 October klonk als een klok; zij, die daartoe het initiatief hebben genomen, hebben een goed werk gedaan. Tot hen, die in deze moeilijke tijd op straat lopen, zou spreker wel willen zeggen: hef het hoofd op, zonder carillon slaagt ge er niet in. Spreker heeft gelezen, dat het College een warme belang stelling voor het nieuwe carillon heeft en hoopt, dat dit betekent, dat het gemeentebestuur te zijner tijd bereid zal zijn in de kosten er van bij te dragendeze kosten zullen zeer hoog zijn. Spreker zou echter de eerste willen zijn, die stimu leert tot herstel van het carillon. De Voorzitter, wien uit hem gedane mededelingen is gebleken, dat het verdwijnen van het carillon een groot verlies voor Leiden is geweest, zegt, dat het College wel warme belangstelling voor de versterking van het carillon fonds heeft, maar het op prijs zou stellen, wanneer het initiatief in deze van de burgerij zelf uitging. Spreker hoopt, dat spoedig de schone klanken van het Leidse carillon weer over de stad zullen klinken. Volgnr. 438 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 439 tot en met 455, 455a, 456 tot en met 591 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 592, luidende: „Vergoeding van de kosten van instandhouding van bijzondere scholen, bedoeld in artikel 101 der Lager-onder- wijswet 1920 143.000, De heer Knol acht in de tegenwoordige tijd een bedrag van 0.50 voor administratiekosten per leerling niet meer juist. Vast staat in elk geval, dat het bijzonder onderwijs daarmede niet meer uitkomt. De Memorie van Antwoord (blz. 85) spreekt van „reeds gedurende vele jaren", maar dan kan het toch bijkans niet anders dan dat dit bedrag tengevolge van de sterke stijging van lonen en materialen, vergeleken bij enkele jaren geleden, toch hoger zal moeten zijn, tenzij voorheen dit bedrag voor de gemeente als veel te hoog moest worden beschouwd, welke veronderstelling toch ook wel niet juist zal zijn. Spreker wil niet zeggen, dat het bijzonder onderwijs niet uiterst zuinig moet zijn, maar het kan er thans niet mee uitkomen. Spreker verzoekt derhalve het College dit nog eens na te gaan. De heer van Schaik zegt, dat zeer onlangs een onderzoek heeft plaats gevonden, of dat bedrag van 0.50 nog wel juist was; men is toen inderdaad op dat bedrag gekomen. Dit onderzoek is echter geschied buiten sprekers voorkennis en spreker zal dat onderzoek nog eens doen plaats vinden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, het bedrag dat per leerling voor de openbare scholen voor gewoon lager-, Voortgezet lager- en uitgebreid lager onderwijs in 1948 wordt beschikbaar gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 18