100 DONDERDAG 19 FEBRUARI 1948. Gemeentebegroting Uitgaven. (Ligtvoet e.a.) Beraadslaging over volgnummer 268, luidende: „Onderhouden en schoonhouden van het Stadhuis 26.400. De heer Ligtvoet zegt, dat het hem genoegen doet, dat de Wethouder rekening heeft gehouden met de opmerkingen, door spreker bij de behandeling van de begroting voor 1947 gemaakt (Handelingen 1947, blz. 102), en dat een aanbeste ding van dit werk in percelen heeft plaats gevonden. De uitslag van deze aanbesteding heeft de Wethouder niet geheel kunnen bevredigen, evenmin als spreker. Gelukkig zal blijkens mededeling in de Memorie van Antwoord (blz. 56) met aanbesteding in percelen door het College worden door gegaan. Dit streven juicht spreker ook namens de Leidse midden stand toe. Is het de bedoeling van het College deze wijze van aanbesteding, nl. in percelen, uit te breiden tot alle door de Gemeente uit te voeren werken en tot alle leveranties aan de Gemeente? De heer Jongeleen zegt toe, dat zo mogelijk aan de wens van de heer Ligtvoet zal worden voldaan, hoewel spreker niet de zekerheid kan geven, dat dit onder alle omstandigheden mogelijk zal zijn. Spreker wijst er echter op, dat de gevolgde wijze van aanbesteding, nl. in percelen, niet bepaald een succes is geworden; spreker betreurt dit wel; hij zou gaarne andere resultaten gezien hebben; de aanbesteding is niet gegaan zoals spreker gaarne gewenst had. Het College zal in elk geval aan deze zaak de nodige aandacht besteden. Volgnr. 268 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 269 tot en met 272 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnummer 273, luidende: „Aanplakken en omroepen2.200. De heer Lombert heeft in de sectie de vraag gesteld, of het in de tegenwoordige tijd wel wenselijk was, geld van de gemeente te besteden aan advertenties en publicaties in het communistische blad De Waarheid. Men gaat zijn vijand uit de weg en geeft hem zeker niet het wapen in de hand, waarmede men zelf door hem te lijf zou worden gegaan. Aangezien men naar sprekers mening het communisme, wanneer het de macht in handen heeft, moet beschouwen als de vijand van de godsdienst, de beschaving, de democratie en de ware vrijheid, ziet hij niet in, dat het gemeentegeld aan het communisme als wapen in de hand moet worden gegeven, waarom hij tegen het voteren van de gelden op deze wijze is. De Voorzitter antwoordt, dat men zich naar het oordeel van het College moet houden aan de bepalingen van de overeenkomst, welke met de Recognitiedienst vaa de Neder landse Couranten te 's-Gravenhage is gesloten. De heer A. van Dijk sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Lombert. Volgnr. 273 wordt zónder hoofdelijke stemming aan genomen. De heren Lombert en A. van Dijk wensen geacht te worden, tegen dit volgnr. te hebben gestemd. De volgnrs. 274 tot en met 281, 281a, 282 tot en met 311 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 312, luidende: „Duinwater (Algemeen Beheer)490. De heer Lombert heeft gemeend in de sectievergadering de aandacht te moeten vestigen op de erbarmelijke toestand, welke in verschillende percelen bestaat met betrekking tot de aansluiting aan de duinwaterleiding. In 1251 percelen beschikt men over niets anders dan een kraan, die zo dicht mogelijk bij de straatdeur is aangebracht en waaronder men gewoonlijk een emmer plaatst; in deze percelen is men ver stoken van voldoende middelen om naar behoren duinwater te kunnen gebruiken. Dit is in strijd met de meest elementaire begrippen van hygiëne en daarom moet aan de bestaande toestand zo spoedig mogelijk een einde worden gemaakt. Wanneer de contracten met de Leidse Duinwater-Maat schappij niet aan de eisen voldoen, moet daarin nader worden voorzien. Het uitstervingsproces kan spreker niet toejuichen. Gemeentebegroting Uitgaven. (Voorzitter e.a.) De Voorzitter zegt, dat men wel aan de bestaande toestand een einde kan maken, maar dat dit ten gevolge zal hebben, dat het tarief voor deze kleine huizen stijgt. Het College acht het niet gewenst, in deze tijd de bewoners van dergelijke kleine percelen (kleine luyden) zwaarder te belasten. Men heeft hier te doen met een uitstervend systeem. Volgnr. 312 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 313 tot en met 323 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofd elijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnummer 324, luidende: „Renten van geldleningen43.285. De heer Riedel zegt, dat blijkens Bijlage IV bij de Memorie van Toelichting tot de begroting, kolom 6, door de gemeente een onaflosbare schuld is aangegaan ten behoeve van het St. Anna Aalmoeshuis, resp. in 1612 en 1622 in totaal tot een bedrag van f 6.400.Het antwoord van het College op de in het Algemeen Verslag uitgeoefende aandrang tot aflossing van deze schuld (blz. 65) geeft geen houvast. Spreker begrijpt, dat deze quaestie in de loop der eeuwen reeds meer malen aangesneden is, maar dit betekent niet, dat de ge meente niet de plicht heeft daarop voortdurend terug te komen. De rentelast voor deze onaflosbare schuld bedraagt jaarlijks 400.na meer dan 300 jaren zal dit toch eens moeten uitsterven. Spreker heeft nog geen voorstel ingediend om deze post nu maar kortweg te schrappen, omdat hem bekend is, dat hieraan een grote moeilijkheid is verbonden, die niet zo gemakkelijk op te lossen is. Spreker beschouwt het echter als een ereplicht voor het College om te trachten van een dergelijke schuld af te komen. Wanneer men deze post van 400.gedurende deze 336 resp. 326 jaren op samengestelde interest gezet had, dan zou men thans een reserve van 20 millioen hebben gevormd. Spreker dringt er dils op aan, hiervan werk te maken en te trachten van die schuld af te komen, tenzij om bepaalde redenen een uitkering hier nodig is, maar laat men dit dan niet meer als een zodanige schuld in de Bijlagen vermelden, maar dit op andere wijze financieren. De heer van der Kwaak vermoedt, dat ook de Regenten van het St. Anna Aalmoeshuis dit rekensommetje gemaakt hebben. Spreker is bij deze quaestie in de gepasseerde maan den op moeilijkheden gestuithij zal trachten in de komende maanden over die moeilijkheden heen te komen. Dit is oud zeer en het is zeer de vraag, of men zich er door kan wringen. Spreker zal de quaestie echter op de helling zetten en zien, wat te bereiken valt. Volgnr. 324 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 325 tot en met 349 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 350, luidende: „Kosten van de Eerste-Hulpdienst9.003. Mevrouw Vijlbrief spreekt de wens uit, dat de verbetering Van de positie en de salarissen van de personeelsleden van de Eerste-Hulpdienst spoedig haar beslag zal krijgen. Indien de inlichtingen, welke spreekster heeft gekregen, juist zijn, zijn deze personeelsleden reeds zeven jaar in dienst, zodat het nu wel tijd is, die verbetering aan te brengen. De heer Lombert is voor het antwoord van het College op de opmerking over het vervoer van patiënten tegen hun wil naar het Academisch Ziekenhuis in zoverre dankbaar, dat het niet zo negatief is als dat van verleden jaar. Ten einde misverstand te voorkomen en te verhinderen, dat men zich niet op zijpaden begeeft, legt spreker de volgende principiële verklaring afindien wij bij ongeval of ziekte verlangen naar een ziekenhuis te worden vervoerd en daarbij mondeling of schriftelijk (vele Katholieken dragen een verklaring bij zich) de wens te kennen geven, naar een Katholiek ziekenhuis te worden gebracht, omdat wij daar wensen te worden opge nomen in de geestelijke sfeer van onze godsdienstige over tuiging, willen wij, dat de Eerste-Hulpdienst met onze wens rekening houdt en wensen wij iedere overheidsinstantie het recht te ontzeggen, ons tegen onze wil te brengen naar een inrichting, waar die geestelijke sfeer niet heerst. De patiënt en uiet de Eerste-Hulpdienst heeft de consequenties van dit standpunt te aanvaarden, ook wanneer het gaat om het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 14