76 WOENSDAG 18 FEBRUARI 1948. Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Jongeleen e.a.) de bouw van 240 woningen uit; de beer Ponsen ontving een opdracht voor de bouw van 31 ratio woningenaan architect Landman is de opdracht verstrekt voor een plan in de Meer burgerpolder. De heer van Iterson: Hoeveel woningen? De heer Jongeleen heeft geen enkele reden om dit getal te verdoezelen, maar waagt zich niet gauw op dit terrein om geen overdreven verwachtingen te wekken. Wanneer de genoemde 240 en 63 woningen en het aantal woningen, met de bouw waarvan nu een begin is gemaakt, worden gebouwd, is het aantal van de toewijzing voor 1948, indien de 103 woningen van 1947 op het bouwplan 1948 in mindering worden gebracht, bereikt. Het plan der 160 woningen in de Meerburgerpolder is opgezet met de bedoeling, iets achter de hand te hebben, indien de toewijzing voor 1948 mocht worden vergroot, in welk geval een groot deel van dit object het volgende jaar zal worden uitgevoerd. Spreker kan zich evenmin verenigen met het voorstel van de heer van Iterson tot het doen bouwen van een aantal kleine woningen voor jonggehuwden. Spreker verschilt met de heer van Iterson niet van mening over het moeilijke parket, waarin de jonggehuwden ten gevolge van de woning nood verkeren; hij is daarvan volkomen op de hoogte. Men dient echter ook rekening te houden met de reeds bestaande gezinnen. Wanneer woningen worden gebouwd, wordt de woningmarkt verruimd; het gaat er daarbij niet om, eerst de jonggehuwden te helpen. Het zou onlogisch zijn, dit te doen: waar moet men in een bepaald bouwplan speciale woningen voor jonggehuwden zetten, waarmede men boven dien de verhoudingen verstoort? De verhouding is thans: 30% middenstands- en betere woningen en 70% arbeiders woningen. De heer Buurman is bij het ontwerpen van het plan voor de 240 woningen van het volgende schema uitgegaan: geen 20 20 1—2 30 10 3—4 40 60 5—6 10 10 Met behulp van dit plan kan men een opschuifsysteem toepassen. Zolang men onder de vastgestelde maximum prijs per m3 blijft, is het, wanneer een paar honderd woningen worden toegewezen, verstandig niet alleen rekening te houden met de jonggehuwden, maar ook met de bestaande gezinnen met kinderen, zodat spreker ook uit economische overwe gingen dit voorstel niet juist acht. Het voorstel van de heer van Iterson betreffende het betonskelet zou gehandhaafd kunnen worden, ware het niet, dat spreker reeds twee maanden geleden het ontwerpen van zulk een plan aan de Directeur der Gemeentewerken had opgedragen; het werk is even opgeschort in verband met de herziening van het uitbreidingsplan voor het gedeelte Lammenschansweg, Kanaalweg, spoorlijn LeidenUtrecht, dat bestemd is als industrieterrein; het is kennelijk de bedoe ling daarop het betonskelet te plaatsen. Het onderzoek met betrekking tot de kantoorruimte kan uiteraard worden ingesteld, maar bij aanneming van het hierop betrekking hebbende voorstel van de heer van Iterson belast men het Huisvestingsbureau met een groot en moeilijk werk, waarvan de resultaten naar sprekers mening zeer klein zullen zijn. Men zal er bovendien rekening mede moeten houden, dat een firma, die een kantoorgebouw, dat reeds in 1940 bestond, in gebruik heeft, het recht heeft daarin te blijven, zodat de gemeente, dwingt zij de firma toch het gebouw te verlaten, verplicht is niet alleen de daardoor ontstane bedrijfsschade, maar ook de kosten van de inrichting van het andere gebouw te betalen. Ook het stichten van noodgebouwen voor kantoren, die thans in woonhuizen zijn gevestigd, is geen eenvoudige, maar wel een zeer kostbare zaak. Naar een schatting, waarbij men rekening houdt met de kosten der gebouwen, die in Den Haag aan de rand van het Malieveld zijn gezet, zullen de kosten 25.a 30.per m3 zonder de centrale verwar mingsinrichting en 30.af 35.per m3 met deze inrichting bedragen. Spreker gelooft ook niet, dat iemand, die kantoor aan huis houdt of zijn kantoor bij zijn bedrijf heeft, bereid zal zijn, dit kantoor te verplaatsen. Als voorbeeld noemt spreker Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Jongeleen.) de firma, die haar kantoren heeft gevestigd in de vijf grote huizen aan de Rijnsburgerweg, die bij ontruiming inwendig opnieuw tot woonhuis moeten worden ingericht, hetgeen enorm veel zal kosten, terwijl spreker, de firma kennende, niet gelooft, dat zij bereid zal zijn deze kosten te betalen. Ook ten aanzien van het huis van wijlen prof. Telders staat de Huisvestingscommissie voor grote moeilijkheden. De pogingen, door de heer Riedel en spreker anderhalf jaar geleden aangewend om dit huis als ambtswoning van de burgemeester te krijgen, zijn afgestuit op enorme bezwaren van de Academie. De zaak is opnieuw acuut geworden, omdat de organisatie, die er toen perse in moest, er nu op fatsoenlijke wijze is uitgezet. Intussen heeft spreker ook rekening te houden met de wensen van de Leidse Academie hij zou niet graag willen, dat men hem kon verwijten, de goede verhoudingen daarmede te hebben verstoord, al zal hij zich door de vrees daarvoor niet laten leiden. Met erkentelijkheid heeft spreker kennis genomen van de waardering, die de heer Aalders heeft betuigd voor het indienen van de uitbreidingsplannen en het in orde brengen van industrieterreinen. Met betrekking tot de kwestie van de firma Zaalberg deelt spreker mede, dat de dekenfabriek in Leiden gevestigd blijft en zal worden uitgebreid. De firma zal een andere soort van stoffen gaan vervaardigen. Er is gepoogd de daarvoor nodige fabriek aan de Yestestraat te zetten, maar dit zou gepaard gaan met enorme bouwkosten. Bovendien is het personeelsvraagstuk hierbij van belang. De firma heeft daarom besloten, dit gedeelte van het bedrijf te verplaatsen naar Vlijmen. De burgemeester en spreker hebben uitvoerige besprekingen met de directie gehad en er bij haar zeer sterk op aangedrongen, het bedrijf in Leiden gevestigd te houden, maar beiden hebben het hoofd moeten buigen voor de financiële overwegingen van de directie. De gehele Leidse industrie vindt het jammer, dat het is gebeurd. Intussen zal dit het College niet remmen in zijn pogingen andere industriën te bewegen, zich in Leiden te vestigen. Spreker is de heer Lombert dankbaar voor datgene, wat deze over de bouw van de 103 woningen heeft gezegd, maar deze dankbaarheid gaat niet zo ver, dat spreker kan instem men met het voorstel van de heer Lombert ten aanzien van de bebouwing van het terrein van de voormalige Leidse Katoenmaatschappij en de uitvoering van twee sanerings plannen. Een deel van het terrein aan de Herengracht is verkocht aan het Rijk (Raad van Arbeid). Het plan om de Dienst van Sociale Zaken en de Gemeentelijke Genees kundige- en Gezondheidsdienst daarheen te verplaatsen maakt nog altijd een zeer ernstig punt van overweging bij het College uit. Indien de bouwvergunning het toelaat en het financieel mogelijk is, gevoelt het College er veel voor, deze beide diensten een goed onderdak te geven. Wanneer even tueel de grotere plannen moeten doorgaan, zal de Gemeen telijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst toch uit de gebouwen, waarin hij nu is gevestigd, moeten verdwijnen, omdat deze gebouwen dan zullen moeten worden gesloopt. Onder verwijzing naar wat in de Memorie van Antwoord over de uitvoering van de saneringsplannen is gezegd, betoogt spreker, dat het denkbeeld van de heer Lombert om de opengevallen plekken met nieuwbouw op te vullen op zich zelf iets bekoorlijks heeft. Het is verstandiger het ogenblik af te wachten, waarop de beide saneringsplannen in hun geheel kunnen worden uitgevoerd. Het vaststellen van de achtergevelrooilijn van de huizen, die aan het Levendaal zouden moeten worden gebouwd, stuit op moeilijkheden. Het is thans niet mogelijk de huizen af te breken, omdat zij niet door nieuwe kunnen worden vervangen. Het is ook beter de bouwplannen voor de woningen, welke worden toegewezen, niet te versnipperen, maar als grote objecten te behandelen, daar dit economisch meer verantwoord is. Spreker geeft de heer Kortmann de verzekering, dat de Huisvestingscommissie op het punt van het vorderen van grote huizen zeer diligent is. Met de heer Knuttel acht spreker het mogelijk, dat de Regering de gemeente zal remmen bij het uitvoeren van verschillende plannen. Wanneer het plan Marshall niet wordt uitgevoerd, zal het gemeentebestuur voorlopig een groot gedeelte van de plannen in portefeuille moeten houden. Spreker wenst met de heer Knuttel, dat de wereldtoestand spoedig grote bezuinigingen op de uitgaven voor leger en vloot mogelijk zal maken. Evenals de heer Knuttel verwacht spreker meer heil van het bouwen van huizen voor ouden van dagen dan van huizen voor jonggehuwden en spreker kan voor een groot gedeelte met hem meegaan, echter met dit verschil, dat het juist is voor de ouden van dagen woningen te bouwen, waarin zij zelfstandig kunnen wonen, maar in de onmiddellijke omgeving moet een gebouw worden gesticht, Aantal kinderen in het gezin Gewenst percentage woningen Geprojecteerd percentage woningen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 10