36 van een nog 33 jaren lopende 4 J lening, oorspronkelijk groot 1.000.000. Het bedrag van 875.000.moet over 6 hoofdstukken worden verdeeld. Het ten laste van Hoofdstuk II komende gedeelte bedroeg 175.000. Zie de verhoging van volgn. 836 der ont vangsten „Geldlening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met eveneens 175.000. Volgn. 999. Buitengewone aflossing van geld leningen ten laste van Hoofdstuk VI komende f 262.500. Zie de toelichting bij volgn. 976 en de ver hoging van volgn. 859 der ontvangsten „Geld lening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met f 262.500.—. Volgn. 1031. Buitengewone aflossing van geldleningen ten laste van Hoofdstuk VIII 11 komende65.625. Zie de toelichting bij volgn. 976 en de ver hoging van volgn. 912 der ontvangsten „Geld lening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met f 65.625.—. Volgn. 1038. Buitengewone aflossing van geldleningen ten laste van Hoofdstuk VIII 16 komende65.625. Zie de toelichting bij volgn. 976 en de ver hoging van volgn. 918 „Geldlening overge bracht van Hoofdstuk XVI" met 65.625. Volgn. 1051. Buitengewone aflossing van geldleningen ten laste van Hoofdstuk XIII 2 komende218.750. Zie de toelichting bij volgn. 976 en de verhoging van volgn. 938 der ontvangsten „Geldlening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met ƒ218.750.—. Volgn. 1054. Buitengewone aflossing van geldleningen ten laste van Hoofdstuk XIII 3 komende87.500. Zie de toelichting bij volgn. 976 en de ver hoging van volgn. 942 der ontvangsten „Geld lening overgebracht van Hoofdstuk XVI" met 87.500. Volgn. 1082. Kosten van het sluiten van geldleningen15.576.71 Bovenbedoelde kosten hebben over 1945 15.576.71 bedragen, waarin 13.125. wegens boete in verband met de ver vroegde aflossing van het restant ad 875.000.van de 4£ geldlening, oor spronkelijk groot 1.000.000. Zie de verhoging van volgn. 972 der ont vangsten „Geldlening" met ƒ15.576.71. Het totaal der voorgestelde verhogingen bedraagt derhalve1.390.827.44 In deze hogere uitgaaf kan worden voorzien 1°. door verhoging of toevoeging van de volgende ontvangstposten: Volgn. 3. Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren978.75 Zie de toelichting bij volgn. 266 der uit gaven. Volgn. 7. Secretarieleges en rechten van de Burgerlijke Stand13.132.21 De ontvangsten, geraamd op 13.000. hebben bedragen 26.132.21. Volgn. 12a. Teruggaaf door het Rijk van door de gemeente voorgeschoten gelden ter zake van gemaakte kosten in verband met de Recon structie van de Bevolkingsregisters'1'11.318.08 Zie de toelichting bij volgn. 293a der uit gaven. Volgn. 26. In te houden en te ontvangen loon belasting ingevolge het „Besluit op de Loon belasting 1940''''63.832.15 Zie de toelichting bij volgn. 327 der uit gaven. Volgn. 27. Overige inkomsten ter zake van het algemeen beheer21.242.58 De ontvangst, welke was uitgetrokken op 1.750.heeft bedragen 22.992.58, d. i. 21.242.58 meer. In de hogere ontvangst is o.a. begrepen een bedrag van 8.228.70 wegens terugstor ting in de gemeentekas van salarissen door ambtenaren, die tijdelijk bij andere diensten of instellingen waren gedetacheerd. De over boeking naar de dienst 1945 van de op 1 Januari 1945 aanwezige voorraad bureau behoeften had op dit volgnummer een niet- geraamde ontvangst van 5.742.20 tengevolge. De restitutie van de kosten van cyclostyle- werk en van de levering van bureaubehoeften voor andere diensten bedroeg ƒ3.631.76, d. i. 2.981.76 meer dan de raming ad 650. Tenslotte werd over 1945 2.500.ont vangen aan dividend van de aandelen in het kapitaal der Bank voor Xederlandsche Ge meenten; deze ontvangst was voor „memorie" geraamd. Volgn. 37. Opbrengst van het vergunnings recht, bedoeld in art. 8 der Bioscoopwet Zie de toelichting bij volgn. 357 der uit gaven. Volgn. 48. Rechten als bedoeld in art. 3, juncto art. 2, van het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1937 (Stbl. no. 850), tot uitvoering van de artikelen 13, lid 2, en 33 van de Warenwet (Stbl. 1935, no. 793) Zie de toelichting bij volgn. 383 der uit gaven. Volgn. 65a. Rente van door de woningbouw verenigingen en de woningstichting bij de Ge meente-Ontvanger in rekening-courant opge nomen gelden Zie de toelichting bij volgn. 409 der uit gaven. Volgn. 85. Overige inkomsten ter zake van openbare werken Het aandeel in de algemene kosten enz. begrepen in de door particulieren en bedrijven aan de gemeente verschuldigde bedragen ter zake van de voorbereiding en de uitvoering van werken, dat bij de begroting was geraamd op 15.000.—, heeft 27.955.99 d. i. 12.955.99 meer bedragen. Volgn. 100. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 O.G.L.O Zie de toelichting bij volgn. 472 der uit gaven. Volgn. 102. Ontvangst wegens over een vorige dienst te weinig genoten vergoeding van het Rijk krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 (O.G.L.O.) Wegens te weinig genoten vergoeding werd over 1943 ƒ12.551.29 en over 1944 ƒ139.87 ontvangen; de post was voor „memorie" uit getrokken. Volgn. 104a. Ontvangsten ter zake van de bevallingsuitkering (nieuw volgnummer) G.L.O. (O Zie de toelichting bij volgn. 490a der uitgaven. Volgn. 108. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 (O. V.G.L.O.) Zie de toelichting bij volgn. 495 der uit gaven. Volgn. 110. Ontvangst wegens over een vorige dienst te weinig genoten vergoeding van het Rijk krachtens art. 56 der Lager Onderwijs wet 1920 (O.V.G.L.O.) Over 1943 werd alsnog 2.759.75 ontvangen de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 112a. Ontvangsten ter zake van de bevallingsuitkering (O.V.G.L.O.) (nieuw volg nummer) Zie de toelichting bij volgn. 510a der uitgaven. Volgn. 119. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 (O.U.L.O.) Zie de toelichting bij volgn. 520 der uit gaven. Volgn. 121. Ontvangst wegens over een vorige dienst te weinig genoten vergoeding krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 (O. U.L.O.) In 1945 werd ter zake van het dienstjaar 1943 alsnog 5.766.29 ontvangen; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 154. Overige inkomsten ter zake van het bijzonder uitgebreid lager onderwijs Zie de toelichting bij volgn. 603 der uit gaven. Volgn. 165a. Inhouding van 4 van de bezoldiging der tijdelijke leerkrachten, die geen 75.- 165.25 5.148.60 12.955.99 54.831.24 12.671.16 165.— 2.610.60 2.759.75 55.— 23.571.34 5.766.29 1.000.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 9