32
Volgn. 594. Rente van waarborgsommen,
gestort door besturen van bijzondere scholen
Aan rente van ten behoeve van het bijzon
der voortgezet gewoon lager onderwijs ge
storte waarborgsommen moest over 1945
65.24 worden uitgekeerdde post was voor
„memorie" uitgetrokken.
Volgn. 598. Bijdrage aan Hoofdstuk VIII
7a van de kapitaaldienst
Ten laste van dit volgnummer moesten
worden gebracht:
1°. de 3e bijdrage in de kosten
ad 6.011.27 (raming 6.050.
van aanschaffing van leer- en
hulpmiddelen en schoolmeubelen
ten behoeve van de school voor
voortgezet gewoon lager onderwijs
aan de Haarlemmerstraat 240/
Pelikaanstraat 20600.16
2°. de 3e bijdrage in de kosten
ad 5.120.van aanschaffing van
leer- en hulpmiddelen en meubilair
voor de school voor voortgezet
lager onderwijs aan het Noord -
65.24
einde 40
1.024.—
1.624.16
De uitgetrokken som van f 1.005.moet
derhalve met 619.16 worden verhoogd.
Zie in verband hiermede de verhoging van
volgn. 898 der ontvangsten van de kapitaal-
dienst „Bijdrage van Hoofdstuk VIII 7a van
de gewone dienst" met 619.16 en de verlaging
van volgn. 895 „Geldlening overgebracht van
Hoofdstuk XVI" met eveneens 619.16.
Volgn. 603. Vergoeding aan schoolbesturen
als bedoeld in art. lOlbis der Lager Onderwijs
wet 1920
De uitgaven op dit volgnummer hebben
bedragen 15.470.05 en overtreffen derhalve
de beschikbaar gestelde som van 11.200.
met 4.270.05.
Bij besluit van de v.m. Burgemeester van
29 Maart 1945 (Ingek. Stukken No. 30) werd
het voorschot over 1945 op de vergoeding
voor vakonderwijzers voor het bijzonder uit
gebreid lager onderwijs evenwel op 14.470.05
vastgesteld, d. i. dus 1.000.lager dan
werd uitgekeerd, in verband hiermede werd
1.000.in de gemeentekas teruggestort.
De hogere uitgaaf voor bovenbedoelde ver
goeding bedraagt dus feitelijk ƒ3.270.05
(ƒ4.270.05 ƒ1.000.—).
Zie de verhoging van volgn. 154 der ont
vangsten „Overige inkomsten ter zake van
het bijzonder uitgebreid lager onderwijs" met
1.000.—.
Volgn. 604. Vergoeding van de kosten van
instandhouding van bijzondere scholen bedoeld
in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920
Het voorschot op de bovenbedoelde ver
goeding werd bij besluit van de v.m. Burge
meester van 29 Maart 1945 (Ingek. Stukken
No. 30) op 16.678.29 vastgesteld. De ter
zake uitgetrokken som van 15.000.moet
dus met 1.678.29 worden aangevuld.
Volgn. 607a. Uitkering aan andere gemeenten
van een gedeelte van de Rijksschoolgeldbijdrage
(nieuw volgnummer)
Het, in het kalenderjaar 1945 vastgestelde,
aan andere gemeenten over 1942 verschul
digde aandeel in bovenbedoelde bijdrage, ver
eiste voor het bijzonder uitgebreid lager onder
wijs een uitgaaf van ƒ1.216.60.
Volgn. 614. Subsidie aan de bijzondere school
voor buitengewoon lager onderwijs aan de
Zoeterwoudse Singel
Aan voorschot op de subsidie over het jaar
1945 werd 4.950.uitgekeerd, zodat aan
vulling van de uitgetrokken som van 4.660.
met 290.nodig is.
Volgn. 615. Subsidiën aan bijzondere be
waarscholen
De uitgaven op dit volgnummer hebben
ƒ64.018.44 bedragen; de uitgetrokken som
van 49.850.dient derhalve met 14.168.44
te worden verhoogd.
De vergoeding in de kosten van salariëring
van het personeel alsmede in de materiële
619.16
4.270.05
1.678.29
1.216.60
290.—
14.168.44
exploitatiekosten, waarvooi 44.750.be
schikbaar was, heeft over 1945 58.803.38
bedragen, d. i. ƒ14.053.38 meer.
De hogere uitgaaf is een gevolg van de
verbetering der salarissen volgens het Konink
lijk Besluit van 15 Januari 1946 Stbl.
G 13.
De vergoeding in de door de schoolbesturen
over 1945 betaalde rente en aflossing van
leningen, welke zijn aangegaan voor de school
gebouwen vereiste een uitgaaf van 5.215.06,
d. i. 115.06 meer dan de ter zake uitge
trokken som van 5.100.
Een verhoging van de post met 14.168.44
is derhalve nodig.
Volgn. 623. Kosten van het onderwijs aan
spraakgebrekkige kinderen417.90
De uitgaven hebben bedragen 4.032.90 en
overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde
som van 3.615.met 417.90.
Volgn. 630. Kosten der gemeente hogere
burgerscholen
a. Jaarwedden van de directeuren, leraren
en beambten41.101.71
De uitgaven ter zake hebben voor de H.B.S.
met 5-jarige cursus 120.126.84 bedragen,
d. i. ƒ21.903.84 meer dan de uitgetrokken
som van 98.223.en voor de H.B.S. voor
Meisjes 90.273.87, d. i. 19.197.87 meer dan
de raming ad 71.076.De post moet dus
met 21.903.84 19.197.87 41.101.71
worden verhoogd.
Zie de toelichting bij volgu. 472.
b. Kosten van instandhouding van de school
gebouwen en conciërgewoningen18.02
In de H.B.S. met 5-jarige cursus moesten
na de bevrijding enige extra-voorzieningen
worden getroffen, waardoor de voor onder
houd uitgetrokken som van 800.met
298.45 moet worden verhoogd.
Tengevolge van een overschot ad 280.43
op de voor onderhoud van de H.B.S. voor
Meisjes beschikbaar gestelde som van 700.
kan met een verhoging van onderdeel b met
18.02 worden volstaan.
Administratie, druk- en advertentiekosten 513.60
De bovenbedoelde kosten bedroegen voor
de H.B.S. met 5-jarige cursus ƒ940.75, d.i.
440.75 meer dan de beschikbaar gestelde
som van 500.en voor de H.B.S. voor
Meisjes 872.85, d.i. 72.85 meer dan de
uitgetrokken som ad 800.
De ter zake beschikbaar gestelde gelden
ad 1.300.in totaal zijn gedurende de
laatste jaren steeds onvoldoende gebleken
om de noodzakelijke uitgaven te dekken.
Op de begroting voor 1947 is dan ook een
bedrag van ƒ1.755.in totaal uitgetrokken,
d. i. 455.meer dan voor 1945.
De overschrijding wordt voornamelijk ver
oorzaakt door de hogere kosten van admini
stratie- en copiëerwerk en door de hogere
drukwerkkosten
Volgn. 630i. Toekenning van een tegemoet
koming in de kosten voor verblijf buiten de
gezinswoning c.q. van een vergoeding voor reis
kosten aan werknemers van elders in dienst
der gemeente aangesteld of in dienst genomen
(nieuw volgnummer
De ter zake ten laste van Hoofdstuk VIII
13 „Middelbaar Onderwijs" komende kosten
hebben bedragen 55.56.
Volgn. 634. Brandverzekering
De uitgaven ter zake, geraamd op 325.
hebben bedragen 389.40.
De hogere uitgaaf is een gevolg van de
verhoging der bedragen, waarvoor de tot
Hoofdstuk VIII 13 behorende eigendommen
tegen brandschade zijn verzekerd.
Volgn. 635. Duinwater85.-
De uitgaven, geraamd op 330.hebben
bedragen 415.
De overschrijding wordt veroorzaakt door
de kosten van herstelling van door vorst be
schadigde waterleidingen.
Volgn. 638a. Overboeking naar de dienst
1946 van de inhouding van 4 van de bezoldi
ging der tijdelijke leerkrachten, die geen ambte
naar zijn in de zin der pensioenwet 1922, ver-
55.56
64.40