206
MAANDAG 1 DECEMBER 1947.
Subsidie Stichting tot Bevordering van Kunst,
Ontwikkeling en Ontspanning.
(van Schaik.)
uitgehold door de honger, tal van verkeerde wegen zagen
bewandelen, waarvan het naar de mening van velen misschien
niet zou kunnen terugkomen; zij vreesden voor het bescha
vingspeil der bevolking. Deze mensen zijn samengekomen
om te zoeken naar en te denken over middelen, die de ver
wording, waarin het volk geestelijk dreigde onder te gaan,
zouden kunnen voorkomen. In het overleg zijn vele mensen
van verschillende richtingen betrokken, omdat veler mede
werking nodig was. Hieruit is de samenstelling van het
grote bestuur te verklaren. Het bestuur wordt echter niet
steeds in vergadering bijeengeroepen; de leden vormen
groepen, die elk een bepaald onderdeel van het werk ver
zorgen, zodat het onjuist is te spreken van een log lichaam.
Het bestuur, dat wel uitgebreid moest zijn, wilde men de
talrijke stromingen in de gemeente op een enigszins behoor
lijke wijze doen vertegenwoordigen, komt één maal per maand
bijeen; uit dit bestuur is een dagelijks bestuur gevormd.
De werkwijze, die de Stichting twee jaar heeft gevolgd,
heeft wel aangetoond, dat er geen sprake is van een log
lichaam; daarvoor was de vlotheid, waarmede het werk
werd verricht, te groot. Mocht de heer A. van Dijk aan
voeren, dat het gevolg van deze bestuursvorming is, dat
een klein gedeelte van het bestuur de lakens gaat uitdelen,
dan kan spreker, die het werk van het begin af van nabij
heeft gezien, verklaren, dat het dagelijks bestuur zeer veel
werk verzet, maar dit doet op een wijze, die niet afwijkt
van wat men in elk ander dagelijks bestuur ziethet dagelijks
bestuur stelt het algemene bestuur niet voor faits accomplis.
Aangezien het gemeentebestuur vooral bij de behartiging
van grote culturele belangen de zaken van nabij wil bezien,
hebben twee van zijn leden zitting in het dagelijks bestuur
der Stichting; in de grote Raad van Advies, die slechts
een enkele maal bijeenkomt, hebben ook twee leden van
het gemeentebestuur zitting. In het dagelijks bestuur is de
Wethouder van Financiën niet opgenomen, omdat deze
zich iets verder van de gewone gang van zaken wil distan
tiëren, opdat hij een meer onpartijdig oordeel over de finan
ciële gesties der Stichting kan hebben. De heer A. van Dijk
heeft vooral tegen deze financiële gesties bezwaar, maar zou,
indien hij dichter bij het bestuur der Stichting had gestaan
en het werk van meer nabij had gezien, daarover anders
oordelen. Het werk van de directeur en het kantoorpersoneel
is enige dagen beoordeeld door een ambtenaar van de atdefing
Financiën, wiens oordeel van die aard was, dat het College
heeft gemeend daarin voldoende reden te kunnen vinden
om aan de Raad voor te stellen het gevraagde subsidie te
verlenen. De afdeling Financiën zal onderzoeken, of de
administratie niet kan worden vereenvoudigd; spreker
neemt aan, dat het bureau der Stichting bereid zal zijn
de wenken, die daarbij worden gegeven, ter harte te nemen.
Dit zal echter niet zo heel gemakkelijk zijn.
Het contact, dat het bestuur van deze Stichting met de
verschillende werknemers heeft, is dermate ontwikkeld, dat
het weghalen van een bepaalde schakel daaruit zou be
tekenen het wegnemen van een schakel in een logisch verband.
Dit contact mag niet beschadigd worden, zelfs al zou het
wat duur zijn.
In vergelijking met andere plaatsen is een subsidie van
15.000.niet royaal. Deze Stichting brengt toneel-, muziek-,
film- en andere uitvoeringen aan het volk, dat voorheen
van deze kunstuitingen zo weinig kennis nam. De gemeente
Haarlem betaalt alleen voor het Haarlems Orkest 65.000.
per jaar; in vergelijking daarmede is dit subsidie van
15.000.voor deze Stichting, die voor Leiden zoveel
goeds brengt, dus een gering bedrag. Natuurlijk moet men
niet zeggen: we schenken het subsidie, omdat anderen zoveel
geld gevenhet subsidie moet gegeven worden, omdat anders
het werk van deze Stichting niet zou kunnen slagen; dan
pas is het subsidie verantwoord. In het financieel rapport
over deze Stichting is door degene, die de financiële opzet
van deze organisatie gecontroleerd heeft, uitdrukkelijk uit
gesloten die serie voorstellingen, die naar men verwacht
bezocht zullen worden door personen, die wel in staat zullen
zijn de gemiddelde entrée-prijs te betalen. Bij de toekenning
van het subsidie is allereerst aandacht geschonken aan de
groep, die door gebrek aan onderwijs en aan ontwikkelings
mogelijkheden op jeugdige leeftijd met hun kennis van
cultuur beneden een behoorlijk niveau zijn gebleven. Deze
mensen moeten thans in staat worden gesteld toneelvoor
stellingen en muziekuitvoeringen bij te wonen. Dit alles is
in het financieel rapport over deze Stichting wel degelijk over
wogen en dit bracht de schrijver van het rapport er toe om
het College van Burgemeester en Wethouders in overweging
te geven, een subsidie van 13.000.voor te stellen. Het
College heeft echter gemeend het subsidie tot 15.000.
te moeten verhogen, omdat hierbij ook betrokken was het
Subsidie Stichting tot Bevordering van Kunst,
(van Schaik e.a.) Ontwikkeling en Ontspanning.
volksuniversiteitswerk, dat ook een tekort zou opleveren,
n.l. van ongeveer 2.000.Bovendien was te verwachten,
dat de Stichting een hoger bedrag aan belasting zou moeten
betalen. Het College achtte dus een subsidie van 15.000.
zeer noodzakelijk. Het werk van Kunst, Ontwikkeling en
Ontspanning, dat beoogt het cultureel peil van een groot
gedeelte van de Leidse bevolking op een hoger plan te brengen,
mag niet in de steek gelaten worden. Het cultureel niveau
in Leiden is belangrijk lager dan dat in vele andere gemeenten
laat men dit zoals het is, dan brengt dit grote gevaren met
zich mede.
Door het vertolken van de scheppingen van grote meesters
uit het verleden verankert men de cultuur in een volksgroep,
die anders daarvan gemakkelijk verstoken zou blijven;
zo kan deze kennis van generatie naar generatie worden
overgedragen; een subsidie daarvoor, ten behoeve van een
grote groep der bevolking, die in haar onderwijs tekort
geschoten is, is volledig verantwoord; misschien kunnen
hieruit in deze groep nieuwe inspiraties ontstaan. Waar dus
uit het onderzoek, door de financiële expert van de zijde
der gemeente ingesteld, gebleken is, dat dit bureau zo goed
mogelijk en ook zo zuinig en efficiënt mogelijk werkt een
onderzoek dat voor 1948 nog zal worden voortgezet, om na
te gaan, of niet nog enkele puntjes bij te slijpen zijn acht
spreker het voorgesteld subsidie van 15.000.alleszins
verantwoord. In vergelijking met andere gemeenten is deze
uitgave voor dit doel nog zeer bescheiden.
De heer A. van Dijk heeft met de door hem gebezigde uit
drukking, dat hij het bestuur van deze Stichting te log acht,
niets willen zeggen ten aanzien van de personen, die in dat
bestuur zitting hebben, doch heeft deze uitdrukking alleen
gebezigd met betrekking tot de grote omvang van het be
stuursapparaat, tengevolge waarvan niet alle bestuursleden
kennis kunnen nemen van de gang van zaken.
De Wethouder heeft, ter verklaring van de hoge admini
stratie- en bureaukosten, een beroep gedaan op de 4.300
leden van deze Stichting, maar het aantal deelnemers aan
de door spreker genoemde verenigingen is tenminste even
groot als dat van deze Stichting. Er is gezegd, dat spreker
een propagandistische redevoering zou hebben gehouden ten
gunste van de door hem genoemde verenigingen, maar wanneer
men critiek oefent, moet men toch voorbeelden noemen.
De vereniging Katholiek Leiden had 1.100 deelnemers,
maar daartegenover stond, dat de uitvoeringen door een
zeer klein aantal personen werden voorbereid.
Het subsidie aan de Stichting K. en O. kan niet worden
vergeleken met het subsidie van de gemeente Haarlem
aan de Haarlemse Orkestvereniging. Het laatste subsidie
wordt gegeven aan personen, die uitsluitend de kunst be
oefenen; het eerste is niet voldoende voor de administratieve
inrichting van de Stichting, waarom spreker het College
in overweging heeft gegeven, het voorstel terug te nemen.
Het culturele peil van de bevolking wordt niet verhoogd
alleen door verdienstelijke toneelgezelschappen voorstellingen
te laten geven, maar ook door de bestaande culturele ver
enigingen, die een buitengewoon grote zuigkracht op de
leden van alle gezindten hebben, tegemoet te komen, indien
zij verantwoorde programma's hebben.
Volgens de heer D. J. van Dijk zou de bevolking weer
in verschillende groepen uiteenvallen. Volgens spreker is
men nog nooit goed bij elkaar geweest; men heeft samen
tegen de bezetter gestreden, maar daaruit was niet te con
cluderen, dat wij een eenheid vormden. Men doet echter
beter dergelijke argumenten niet aan te voeren, wanneer
aanmerkingen worden gemaakt op de uitgaven van een
Stichting, want anders zal het moeilijk zijn over een of
ander subsidie iets te zeggen.
De heer Knuttel kan wel met spreker van mening ver
schillen, maar zal niet kunnen aantonen, dat sprekers stand
punt verkeerd is.
Spreker gelooft niet, dat de vertoning van culturele en
artistieke films in de Leidse bioscopen van het toeval afhangt
is het wel waar, dan verzoekt spreker het bestuur van de
Stichting daaraan bijzondere aandacht te schenken en is
het de hoogste tijd, dat ook het gemeentebestuur daarop let.
De heer Kortmann vraagt, waarop Wethouder van Schaik
diens apodictische bewering, dat de bevolking van Leiden
in doorsnee op een lager cultureel peil staat dan de bevolking
van andere steden, grondt. Als Wethouder van Leiden zal
de heer van Schaik de stad toch niets in de schoenen schuiven,
wat hij niet in alle opzichten kan bewijzen.
(De heer Knuttel komt ter vergadering.)
De heer Hendriks zal niet spreken over de voor- en nadelen